[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Reactie op verzoek commissie over de beantwoording van toezeggingen uit het algemeen overleg over de Belastingdienst van 4 maart

Belastingdienst

Brief regering

Nummer: 2020D16305, datum: 2020-04-28, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 5

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-31066-634).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 31066 -634 Belastingdienst.

Onderdeel van zaak 2020Z07626:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2019-2020

31 066 Belastingdienst

Nr. 634 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARISSEN VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 april 2020

In deze brief komen wij tegemoet aan het verzoek uit de procedurevergadering van de vaste commissie voor Financiën van 11 maart 2020. Hierin is ons verzocht de Kamer te informeren over de termijn waarin de brieven, ter beantwoording van onderstaande toezeggingen uit het algemeen overleg over de Belastingdienst van 4 maart (Kamerstuk 31 066, nr. 622), worden verstuurd.

Uiteraard streven wij er naar de onderstaande planning zo strikt mogelijk te volgen. Gezien de huidige situatie en de capaciteit die moet worden ingezet voor de maatregelen met betrekking tot COVID-19, kan het echter zo zijn dat de beantwoording onverhoopt vertraging oploopt. Hierover zullen wij uw Kamer dan zo spoedig mogelijk informeren.

Toezeggingen gedaan door de Staatssecretaris van Financiën – Toeslagen en Douane

1. Aan het lid Snels is toegezegd de pijler cultuur van de Belastingdienst ten aanzien van rechtsbescherming nader uit te werken. De Kamer wordt voor het zomerreces geïnformeerd over de vervolgaanpak van het externe cultuuronderzoek, waarin deze toezegging wordt meegenomen.

2. Aan de aan de leden Leijten en Omtzigt toegezegde brief, over de opdracht aan de externen die gaan onderzoeken of er in de kwestie rond het stopzetten van kinderopvangtoeslagen sprake is van ambtsmisdrijven, is tegemoetgekomen middels de brief die uw Kamer op 20 maart jl. heeft ontvangen (Kamerstuk 31 066, nr. 615). In de bijlage van die brief staat de opdracht die aan een externe partij is verstrekt. Met betrekking tot de personeelsraadspersonen, is het instellingsbesluit op 10 april 2020 gepubliceerd in de Staatscourant.

3. De aan het lid Lodders toegezegde brief over de screening van douaniers zal, naar verwachting, in juni 2020 naar uw Kamer worden gezonden.

4. De toezegging aan het lid Omtzigt om een mediationcommissie in te stellen in de CAF 11 zaak zal naar verwachting in mei 2020 gestand worden gedaan.

Toezeggingen gedaan door de Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst

1. De aan het lid Snels toegezegde brief over onjuiste informatieverstrekking van de Belastingdienst aan de Nationale ombudsman over vervolgingskosten, waarin dieper wordt ingegaan op de oorzaken van het onjuist informeren, wordt meegenomen in de probleemanalyse en het plan van aanpak dat voor deze kwestie wordt opgesteld. Ik heb u over dit onderzoek in de «Kamerbrief over onjuiste informatieverstrekking door de Belastingdienst aan de Nationale ombudsman» van 2 maart jl. ingelicht (Kamerstuk 31 066, nr. 603). Zoals in deze brief is aangegeven wordt uw Kamer hier periodiek over geïnformeerd in de fiscale moties en toezeggingenbrief. De eerste update zult u, naar verwachting, ontvangen in de eerstvolgende fiscale moties en toezeggingenbrief.

2. Een aan het lid Van Weyenberg toegezegde brief, over boetes die belastingplichtigen krijgen die per ongeluk kleine vergissingen hebben gemaakt, wordt naar verwachting begin mei 2020 naar uw Kamer gezonden. In deze brief wordt ook ingegaan op de vraag die over dit onderwerp is gesteld in het AO Belastingdienst van 25 september jl. (Kamerstuk 31 066, nr. 532).

3. Op de toezegging aan het lid Van Weyenberg, om de Kamer te informeren over onder meer de toegang tot informatie van de functionaris gegevensbescherming, is ingegaan in de brief over de Fraude Signalering Voorziening (FSV) die ik uw Kamer gelijktijdig met deze brief heb toegezonden (Kamerstuk 31 066, nr. 632).

4. De aan het lid Omtzigt toegezegde brief over de praktische kanten van rechtsbescherming als de Belastingdienst een fout heeft gemaakt die negatieve gevolgen heeft voor een belastingplichtige zal in juni naar uw Kamer worden gestuurd.

5. Op de toezegging aan de leden Lodders en Stoffer met betrekking tot de mogelijkheden om zowel in fysieke als in digitale vorm te communiceren met de Belastingdienst wordt ingegaan in een extern uitgezet onderzoek.

Om te komen tot het doorvoeren van een fundamentele transformatie van de dienstverlening en interactie bij de Belastingdienst, Toeslagen en Douane hebben we een extern onderzoek uitgezet. Onderdeel daarvan is om meer moderne middelen in te zetten ten behoeve van digitale communicatie, maar ook de mogelijkheden van persoonlijk contact horen hierbij. In juni van dit jaar informeer ik uw Kamer nader over de opzet en het verloop van het onderzoek.

6. De brief over het mogelijk invoeren van extern toezicht op de Belastingdienst is meegenomen in de brief over de FSV die ik uw Kamer gelijktijdig met deze brief heb toegezonden.

7. Op de toezegging over eHerkenning met betrekking tot de kosten van het doen van aangifte, de wettelijke basis ten aanzien van het verplichte gebruik van eHerkenning, en een vergelijking met omringende landen en welke alternatieve scenario’s er zijn, zal op de volgende momenten worden ingegaan.

De Minister van BZK stuurt naar verwachting voor 15 mei een brief over de kosten van eHerkenning.

Een brief over de wettelijke basis ten aanzien van het verplichte gebruik van eHerkenning is 24 april jl. naar uw Kamer gezonden (Kamerstuk 31 066, nr. 625).

Samen met de Minister van BZK zal ik het onderzoek dat is gedaan naar Europese implementaties van authenticatiemiddelen naar verwachting voor 15 mei naar uw Kamer verzenden.

8. De aan het lid Bruins toegezegde brief over het verlagen van de voorlopige aanslag in relatie tot het verlichte gebruik van eHerkenning heb ik 14 april jl. naar uw Kamer verzonden. Deze toezegging beschouw ik hiermee als afgedaan (Kamerstuk 31 066, nr. 619).

9. Op de toezegging aan het lid Lodders over ANBI’s zal ik in deze brief verder ingaan. Deze toezegging beschouw ik hiermee als afgedaan.

10. De update op het jaarplan kan uw Kamer in juni 2020 verwachten.

Toezegging aan het lid Lodders over ANBI’s

In het Algemeen Overleg over de Belastingdienst 4 maart jl. is gevraagd naar de stand van zaken bij de uitwerking van de moties met Kamerstuk 34 785, nrs. 92 en 93 over algemeen nut beogende instellingen (ANBI’s). In zijn brief van 28 maart 2019 (Kamerstuk 35 026, nr. 63) heeft mijn ambtsvoorganger 16 verbetervoorstellen op het vlak van de giftenaftrek en ANBI’s gepresenteerd die worden uitgewerkt. Over die brief heeft schriftelijk overleg met zowel de Tweede Kamer als de Eerste Kamer plaatsgevonden.1 Daarbij is in de brief van 19 juni 2019 aan de Tweede Kamer ook ingegaan op beide moties. In de motie met kamerstuk 34 785, nr. 92 van de leden Omtzigt en Lodders wordt gevraagd met een voorstel te komen voor ANBI’s die zich niet aan de Grondwet houden. Voor de uitvoering van deze motie is wetswijziging noodzakelijk. Dit is opgenomen in het wetsvoorstel Fiscale Verzamelwet 2021 (Kamerstuk 35 437) dat inmiddels is gepubliceerd. Ter uitvoering van de motie met Kamerstuk 34 785, nr. 93 van de leden Omtzigt en Lodders over de publicatieplicht van ANBI’s heeft het Ministerie van Financiën in samenwerking met de SBF standaardformats opgesteld die via de website van de Belastingdienst en via de websites van de brancheorganisaties van de SBF beschikbaar gesteld worden aan de ANBI’s. Het gebruik van deze standaarden vergemakkelijkt de controle op naleving van de publicatieplicht door ANBI’s. Deze standaarden worden uitgebreid met een opgaaf van andere vormen van toezicht. Het gebruik van de formats is op vrijwillige basis. Deze afweging is gemaakt op basis van de administratieve lasten.

In dit verband merken we nog op dat de Minister voor Rechtsbescherming in zijn brief van 17 februari 2020 is ingegaan op verschillende maatregelen die de transparantie met betrekking tot buitenlandse financieringsstromen naar maatschappelijke organisaties kunnen vergroten, waaronder het wetsvoorstel transparantie maatschappelijke organisaties dat eind december jl. naar de Raad van State gestuurd.2 Dat wetsvoorstel regelt onder andere dat maatschappelijke en religieuze organisaties inzicht moeten geven in substantiële donaties die zij hebben ontvangen uit landen buiten de EU of EER en bevat ook de verplichting dat stichtingen hun balans en staat van baten en lasten transparant maken om het inzicht in de financiële huishouding van stichtingen te vergroten.

De Staatssecretaris van Financiën,
J.A. Vijlbrief

De Staatssecretaris van Financiën,
A.C. van Huffelen


  1. Kamerstuk 35 026, nr. 67, en Kamerstuk 34 552, U V W↩︎

  2. Kamerstuk 32 740, nr. 22.↩︎