[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Voorstel van wet zoals gewijzigd naar aanleiding van het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State

Voorstel van wet van het lid Gijs van Dijk houdende wijziging van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag en enige andere wetten in verband met de invoering van een uniform wettelijk minimumuurloon en enige andere wijzigingen (Wet invoering minimumuurloon)

Voorstel van wet (initiatiefvoorstel)

Nummer: 2020D16714, datum: 2020-05-01, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35335-5).

Onderdeel van kamerstukdossier 35335 -5 Voorstel van wet van de leden Kathmann en Maatoug houdende wijziging van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag en enige andere wetten in verband met de invoering van een uniform wettelijk minimumuurloon en enige andere wijzigingen (Wet invoering minimumuurloon).

Onderdeel van zaak 2019Z22081:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2019-2020

35 335 Voorstel van wet van het lid Gijs van Dijk houdende wijziging van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag en enige andere wetten in verband met de invoering van een uniform wettelijk minimumuurloon en enige andere wijzigingen (Wet invoering minimumuurloon)

Nr. 5 VOORSTEL VAN WET ZOALS GEWIJZIGD NAAR AANLEIDING VAN HET ADVIES VAN DE AFDELING ADVISERING VAN DE RAAD VAN STATE

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag te herzien, teneinde deze wet beter te laten aansluiten bij de huidige arbeidsmarkt waar variatie in arbeidsduur en (intersectorale) mobiliteit gedurende de loopbaan gebruikelijker is geworden en om de handhaafbaarheid van de wet verder te verbeteren en dat als gevolg daarvan ook andere wetten dienen te worden aangepast;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag wordt als volgt gewijzigd:

A

Na artikel 5 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 5a

1. Voor de toepassing van het bij of krachtens deze wet bepaalde wordt verstaan onder arbeidsduur: de tijd dat de werknemer in dienstbetrekking arbeid verricht of de tijd waarover hij recht op loon heeft als bedoeld in artikel 7, vijfde lid.

2. Voor zover het loon niet naar tijdruimte is vastgesteld maar afhankelijk is van de uitvoering van de verrichte arbeid, wordt voor de toepassing van het bij of krachtens deze wet bepaalde als arbeidsduur aangemerkt: de daadwerkelijke tijd die de werknemer heeft besteed aan de uitvoering van de verrichte arbeid.

3. Ten aanzien van degene die op grond van artikel 2, tweede lid, in dienstbetrekking staat, wordt de arbeidsduur bepaald door de tijd die gemoeid is met de uitvoering van de werkzaamheden.

B

Artikel 8, eerste lid, komt te luiden:

1. Het minimumloon bedraagt:

a. voor de toepassing van deze wet: per uur € 10,60;

b. voor de toepassing van wetten die ten aanzien van de berekening van uitkeringen of tegemoetkomingen naar deze wet verwijzen: over elke uitbetalingstermijn van een maand € 1.653,60

C

Artikel 11 komt te luiden:

Artikel 11

Indien ten aanzien van een werknemer op grond van een collectieve arbeidsovereenkomst of een schriftelijke arbeidsovereenkomst sprake is van een vaste overeengekomen arbeidsduur per week en een vaste beloning per maand, en dit in een uitbetalingstermijn van een maand kan leiden tot een beloning lager dan het minimumloon omdat het aantal werkbare dagen in die maand hoger is dan gemiddeld, wordt over een periode van 12 maanden voorafgaand aan die maand of zoveel korter vanaf het tijdstip dat de dienstbetrekking is aangevangen, aan de werknemer gemiddeld per uur tenminste het minimumloon betaald.

D

Artikel 12 vervalt.

E

In artikel 12a, eerste lid, wordt «artikel 12, zesde lid» vervangen door «artikel 5a, tweede lid».

F

In artikel 12b, eerste lid, wordt «artikel 12, zesde lid» vervangen door «artikel 5a, tweede lid».

G

Artikel 13a wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

1. Indien de feitelijke arbeidsduur van de werknemer binnen een uitbetalingstermijn langer is dan de overeengekomen arbeidsduur wordt deze langere arbeidsduur uitbetaald uiterlijk in de eerstvolgende uitbetalingstermijn na de uitbetalingstermijn waarin deze is ontstaan.

2. In het vierde lid wordt «uitbetalingstermijn, bedoeld in artikel 8, in samenhang met artikel 11,» vervangen door «uitbetalingstermijn» en wordt «De uitbetaling vindt plaats overeenkomstig de bedragen, genoemd in artikel 8, eerste lid, die gelden» vervangen door «De uitbetaling vindt plaats overeenkomstig het bedrag, genoemd in artikel 8, eerste lid, onder a, dat geldt».

H

Artikel 14 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste, tweede, vierde tot en met zesde en veertiende lid wordt «artikel 8, eerste lid, onder a» telkens vervangen door «artikel 8, eerste lid, onder b».

2. Het tiende lid komt te luiden:

10. Bij een herziening overeenkomstig het eerste tot en met zesde lid wordt tevens het minimumuurloon, genoemd in artikel 8, eerste lid, onder a, herzien overeenkomstig de volgende formule, waarbij het resultaat naar boven wordt afgerond op een veelvoud van € 0,01:

waarbij:

A = het herziene minimummaandloon overeenkomstig het eerste tot en met zesde lid.

B = het aantal weken per maand dat wordt gesteld op 4,35.

C = het aantal uren per week dat wordt gesteld op 36.

I

Artikel 15, tweede lid, komt te luiden:

2. De in het eerste lid bedoelde som wordt geacht het drievoud van het minimumloon te overschrijden indien deze over de uitbetalingstermijn van een maand, liggende in het tijdvak waarover recht op vakantiebijslag bestaat, gemiddeld meer bedraagt dan het drievoud van het in artikel 8, eerste lid, onder b, genoemde bedrag van het minimumloon. Indien de uitbetalingstermijn betrekking heeft op een andere periode dan een maand, wordt het minimumloon naar evenredigheid berekend. Hierbij wordt voor een uitbetalingstermijn van een week uitgegaan van 4,35 weken in een maand. Indien de uitbetalingstermijn betrekking heeft op een andere arbeidsduur dan een maand of week wordt die andere arbeidsduur vermenigvuldigd met het aantal van de in die termijn begrepen werkdagen, waarbij een maand wordt gesteld op 21,75 werkdagen. Onder werkdag wordt verstaan een dag die behoort tot de arbeidsduur.

ARTIKEL II

De Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1:1, eerste lid, onderdeel m, wordt «artikel 8, eerste lid, onderdeel a» vervangen door «artikel 8, eerste lid, onderdeel b».

B

In artikel 3:7, tweede lid, wordt «artikel 8, eerste lid, onderdeel a» vervangen door «artikel 8, eerste lid, onderdeel b».

ARTIKEL III

De Participatiewet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2, onderdeel c, komt te luiden:

c. wettelijk minimumloon: het wettelijk minimumloon per uur, bedoeld in artikel 8, eerste lid, onderdeel a, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag of, indien het een werknemer jonger dan 21 jaar betreft, het voor zijn leeftijd geldende minimumloon per uur, bedoeld in artikel 7, derde lid, en artikel 8, derde lid, van genoemde wet.

B

In artikel 6, eerste lid, onderdeel e, vervalt «met voltijdse arbeid».

C

In artikel 6b, eerste lid, wordt «de normale arbeidsduur, bedoeld in artikel 12, derde lid, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag» vervangen door «de arbeidsduur welke in overeenkomstige dienstbetrekkingen in de regel geacht wordt een volledige dienstbetrekking te vormen».

D

In artikel 7, eerste lid, onderdeel a, onder 2° en derde lid, onderdeel c, wordt na «ten minste het minimumloon» ingevoegd «vermenigvuldigd met de arbeidsduur welke in overeenkomstige dienstbetrekkingen in de regel geacht wordt een volledige dienstbetrekking te vormen».

E

In artikel 10, eerste lid, wordt na «ten minste het minimumloon» ingevoegd «vermenigvuldigd met de arbeidsduur welke in overeenkomstige dienstbetrekkingen in de regel geacht wordt een volledige dienstbetrekking te vormen».

F

Artikel 10d wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid vervalt «met voltijdse arbeid».

2. Het vierde lid komt te luiden:

4. De hoogte van de loonkostensubsidie, bedoeld in het eerste lid, is per uur het verschil tussen het wettelijk minimumloon vermenigvuldigd met de overeengekomen arbeidsduur vermeerderd met de aanspraak op vakantiebijslag op grond van artikel 15 van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag en de loonwaarde van die persoon per uur vermenigvuldigd met de overeengekomen arbeidsduur vermeerderd met de voor die persoon naar rato van de loonwaarde rechtens geldende vakantiebijslag, maar is ten hoogste 70 procent van het totale bedrag van het wettelijk minimumloon en de aanspraak op vakantiebijslag op grond van artikel 15 van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag, vermeerderd met een bij ministeriële regeling vastgestelde vergoeding voor werkgeverslasten. De overeengekomen arbeidsduur, bedoeld in de vorige zin, is maximaal de arbeidsduur welke in overeenkomstige dienstbetrekkingen in de regel geacht wordt een volledige dienstbetrekking te vormen.

3. Het vijfde lid wordt als volgt gewijzigd:

a. Na «het totale bedrag van het wettelijk minimumloon» wordt ingevoegd «vermenigvuldigd met de overeengekomen arbeidsduur».

b. De laatste zin komt te luiden: De overeengekomen arbeidsduur, bedoeld in de eerste zin, is maximaal de arbeidsduur welke in overeenkomstige dienstbetrekkingen in de regel geacht wordt een volledige dienstbetrekking te vormen.

G

In artikel 37, eerste lid, wordt «genoemd in artikel 8, eerste lid, onderdeel a» vervangen door «bedoeld in artikel 8, eerste lid, onderdeel b».

H

Aan hoofdstuk 7a wordt een artikel waarvan de nummering aansluit op het laatste artikel van dat hoofdstuk toegevoegd, luidende:

Artikel dd Overgangsrecht invoering wettelijk minimumuurloon

1. Door het college op grond van artikel 10d genomen besluiten, zoals dit artikel luidde voor de inwerkingtreding van deze wet, blijven tot een jaar na inwerkingtreding van artikel III, onderdeel F, van de Wet invoering minimumuurloon gelden als door hem genomen besluiten op grond van deze wet.

2. Het college brengt de in het eerste lid bedoelde besluiten binnen twaalf maanden na inwerkingtreding van artikel III, onderdeel F, van de Wet invoering minimumuurloon in overeenstemming met deze wet, voor zover die besluiten afwijken van deze wet.

3. Op een aanvraag op grond van artikel 10d waarop niet is beslist voor de datum van inwerkingtreding van artikel III, onderdeel F, van de Wet invoering minimumuurloon wordt beslist met toepassing van artikel 10d, zoals deze luidt na inwerkingtreding van artikel III, onderdeel F, van de Wet invoering minimumuurloon.

4. Op een bezwaar- of beroepschrift dat vóór of op de datum van inwerkingtreding van artikel III, onderdeel F, van de Wet invoering minimumuurloon is ingediend tegen een door het college op grond van de artikel 10d van de Participatiewet genomen besluit en waarop op die datum nog niet onherroepelijk is beslist, wordt beslist met toepassing van artikel 10d, zoals dit artikel luidde voor inwerkingtreding van deze wet.

ARTIKEL IV

De Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 12, eerste lid, onderdeel b, wordt «artikel 8, eerste lid» vervangen door «artikel 8, eerste lid, onderdeel b».

B

In artikel 14, eerste lid, wordt «artikel 8, eerste lid, onderdeel c» vervangen door «artikel 8, eerste lid, onderdeel b».

C

In artikel 34a, vijfde lid, onderdeel b, wordt na «ten minste het minimumloon» ingevoegd «per uur, vermenigvuldigd met de arbeidsduur welke in overeenkomstige dienstbetrekkingen in de regel geacht wordt een volledige dienstbetrekking te vormen».

D

In artikel 35, vierde lid, onderdeel b, wordt na «ten minste het minimumloon» ingevoegd «per uur, vermenigvuldigd met de arbeidsduur welke in overeenkomstige dienstbetrekkingen in de regel geacht wordt een volledige dienstbetrekking te vormen».

E

In artikel 36, derde lid, onderdeel b, wordt na «ten minste het minimumloon» ingevoegd «per uur, vermenigvuldigd met de arbeidsduur welke in overeenkomstige dienstbetrekkingen in de regel geacht wordt een volledige dienstbetrekking te vormen».

ARTIKEL V

De Werkloosheidswet wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1b, zevende lid, wordt «artikel 8, eerste lid, onder c» vervangen door «artikel 8, eerste lid, onderdeel b».

B

Artikel 14, tweede lid, komt te luiden:

2. Minimumloon is het minimumloon per maand, bedoeld in artikel 8, eerste lid, onderdeel b, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag of, indien het een werknemer jonger dan 21 jaar betreft, het op grond van de artikelen 7, derde lid, en 8, derde lid, van die wet voor zijn leeftijd geldende minimumloon, beide vermeerderd met de daarover berekende vakantietoeslag, bedoeld in artikel 15 van die wet en vervolgens gedeeld door 21,75.

ARTIKEL VI

Artikel 1, eerste lid, van de Toeslagenwet wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel f, onder 1°, wordt «artikel 8, eerste lid, onderdeel a» vervangen door «artikel 8, eerste lid, onderdeel b».

2. In onderdeel f, onder 2°, wordt « het voor zijn leeftijd geldende minimumloon per maand, bedoeld in artikel 8, eerste lid, onderdeel a, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag in verbinding met artikel 8, derde lid, van die wet» vervangen door «het op grond van de artikelen 7, derde lid, en 8, derde lid, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag voor zijn leeftijd geldende minimumloon per maand».

ARTIKEL VII

De Ziektewet wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1, eerste lid, onderdeel l, wordt «artikel 8, eerste lid, onderdeel a» vervangen door «artikel 8, eerste lid, onderdeel b» en wordt «het voor zijn leeftijd geldende minimumloon, bedoeld in artikel 7, derde lid, en artikel 8, derde lid, van die wet» vervangen door «het op grond van de artikelen 7, derde lid, en 8, derde lid, van die wet voor zijn leeftijd geldende minimumloon».

B

In artikel 16, eerste lid, wordt «artikel 8, eerste lid, onderdeel c» vervangen door «artikel 8, eerste lid, onderdeel b».

C

In artikel 29b, tweede lid, onderdeel e, vervalt «bij voltijdse arbeid».

ARTIKEL VIII

De Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 13, tweede lid wordt «artikel 8, eerste lid, onderdeel a» vervangen door «artikel 8, eerste lid, onderdeel b» en wordt «voor zijn leeftijd geldende minimumloon per maand, bedoeld in artikel 7, derde lid, en artikel 8, derde lid, van genoemde wet» vervangen door «op grond van de artikelen 7, derde lid, en 8, derde lid, van die wet voor zijn leeftijd geldende minimumloon».

B

In artikel 15, eerste lid, wordt «artikel 8, eerste lid, onder c, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (Stb. 1968, 657) wordt herzien» vervangen door «artikel 8, eerste lid, onderdeel b, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag wordt herzien».

ARTIKEL IX

In artikel 4b, eerste lid, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers wordt «de normale arbeidsduur, bedoeld in artikel 12, tweede lid, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag» vervangen door «de arbeidsduur welke in overeenkomstige dienstbetrekkingen in de regel geacht wordt een volledige dienstbetrekking te vormen».

ARTIKEL X

In artikel 4b, eerste lid, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen wordt «de normale arbeidsduur, bedoeld in artikel 12, tweede lid, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag» vervangen door «de arbeidsduur welke in overeenkomstige dienstbetrekkingen in de regel geacht wordt een volledige dienstbetrekking te vormen».

ARTIKEL XI

De Algemene nabestaandenwet wordt als volgt gewijzigd:

A

1. In artikel 2, eerste lid, onderdeel a, wordt «artikel 8, eerste lid, onderdeel a» vervangen door «artikel 8, eerste lid, onderdeel b».

B

2. In artikel 63a, derde lid, onderdeel e, onder 9°, wordt «artikel 8, eerste lid, onderdeel a» vervangen door «artikel 8, eerste lid, onderdeel b».

ARTIKEL XII

De Algemene Ouderdomswet wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1, eerste lid, onderdeel d, wordt «artikel 8, eerste lid, onderdeel a» vervangen door «artikel 8, eerste lid, onderdeel b».

B

In artikel 29, derde lid, wordt «artikel 8, eerste lid, onderdeel a» vervangen door «artikel 8, eerste lid, onderdeel b».

ARTIKEL XIII

In artikel 1, derde gedachtestreepje, van de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen wordt «artikel 8, eerste lid, onderdeel a» vervangen door «artikel 8, eerste lid, onderdeel b».

ARTIKEL XIV

In artikel 8, eerste lid, onderdeel f, van de Wet arbeid vreemdelingen wordt na «artikel 8, eerste lid, onderdeel a, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag» ingevoegd «vermenigvuldigd met de arbeidsduur welke in overeenkomstige dienstbetrekkingen in de regel geacht wordt een volledige dienstbetrekking te vormen».

ARTIKEL XV

In artikel 32c, eerste lid, onderdeel b, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen wordt na «tot het verdienen van het minimumloon» ingevoegd «per uur» en wordt «per maand» vervangen door «per uur».

ARTIKEL XVI

De Wet inkomstenbelasting 2001 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 10.2b, derde lid, wordt «artikel 8, eerste lid, onderdeel a» telkens vervangen door «artikel 8, eerste lid, onderdeel b».

B

In artikel 10.7, derde lid, onderdeel a, vierde, zesde en zevende lid wordt «artikel 8, eerste lid, onderdeel a» telkens vervangen door «artikel 8, eerste lid, onderdeel b».

ARTIKEL XVII

In artikel 25, eerste en tweede lid, van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940–1945 wordt «artikel 8, eerste lid, onderdeel a» telkens vervangen door «artikel 8, eerste lid, onderdeel b».

ARTIKEL XVIII

In artikel 35, eerste en tweede lid, van de Wet buitengewoon pensioen Indisch verzet wordt «artikel 8, eerste lid, onderdeel a» telkens vervangen door «artikel 8, eerste lid, onderdeel b».

ARTIKEL XIX

In artikel 17, eerste lid, onderdeel a, van de Wet op de huurtoeslag wordt «artikel 8, eerste lid, onderdeel a» vervangen door «artikel 8, eerste lid, onderdeel b».

ARTIKEL XX

In artikel 1, eerste lid, onderdeel d, van de Wet op het kindgebonden budget wordt «artikel 8, eerste lid, onderdeel a» vervangen door «artikel 8, eerste lid, onderdeel b».

ARTIKEL XXI

In artikel 18, eerste en tweede lid, van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940–1945 wordt «artikel 8, eerste lid, onderdeel a» telkens vervangen door «artikel 8, eerste lid, onderdeel b».

ARTIKEL XXII

Artikel 3:23 van de Wet arbeid en zorg wordt als volgt gewijzigd:

1. In het derde lid wordt «artikel 8, eerste lid, onderdeel a» vervangen door «artikel 8, eerste lid, onderdeel b».

2. In het vierde lid wordt «artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel a» vervangen door «artikel 8, eerste lid, onderdeel b».

ARTIKEL XXIII

In artikel 18, eerste lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen wordt «artikel 8, eerste lid, onderdeel c» vervangen door «artikel 8, eerste lid, onderdeel b».

ARTIKEL XXIX

In artikel 31a, eerste en tweede lid, van de Wet buitengewoon pensioen 1940–1945 wordt «artikel 8, eerste lid, onder a» telkens vervangen door «artikel 8, eerste lid, onder b».

ARTIKEL XXX

In artikel 28a, eerste en tweede lid, van de Wet buitengewoon pensioen zeeliedenoorlogsslachtoffers wordt «artikel 8, eerste lid, onder a» telkens vervangen door «artikel 8, eerste lid, onder b».

ARTIKEL XXXI

In artikel 1, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de zorgtoeslag wordt «artikel 8, eerste lid, onderdeel a» vervangen door «artikel 8, eerste lid, onderdeel b».

ARTIKEL XXXII

In artikel 3.1, eerste lid, onderdeel a, van de Wet tegemoetkomingen loondomein wordt «€ 10,29» vervangen door «€ 10,49» en wordt «€ 12,87» vervangen door «€ 13,11».

ARTIKEL XXXIII

Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 252a, tweede lid, onderdeel b, wordt «artikel 8 lid 1 onderdeel a» vervangen door «artikel 8 lid 1 onderdeel b».

B

In artikel 626, eerste lid, wordt «alsmede van het bedrag van het loon waarop een persoon van de leeftijd van de werknemer over de termijn waarover het loon is berekend ingevolge het bepaalde bij of krachtens de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag recht heeft» vervangen door «alsmede van het bedrag van het uurloon waarop een persoon van de leeftijd van de werknemer ingevolge het bepaalde bij of krachtens de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag recht heeft».

C

In artikel 650, zesde lid, wordt na «wier in geld vastgesteld loon» ingevoegd «per uur».

ARTIKEL XXXIX

In artikel 8, achtste lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen wordt «artikel 8, eerste lid, onderdeel a» vervangen door «artikel 8, eerste lid, onderdeel b» en wordt «het minimumloon per maand dat voor zijn leeftijd geldt op grond van artikel 7, derde lid, en artikel 8, derde lid, van genoemde wet» vervangen door «op grond van de artikelen 7, derde lid, en 8, derde lid, van die wet voor zijn leeftijd geldende minimumloon».

ARTIKEL XXXX

In artikel 12a, derde lid, van de Wet op de loonbelasting 1964 wordt «artikel 8, eerste lid, onderdeel a» vervangen door «artikel 8, eerste lid, onderdeel b».

ARTIKEL XXXXI

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

ARTIKEL XXXXII

Deze wet wordt aangehaald als: Wet invoering minimumuurloon.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,