Inbreng verslag schriftelijk overleg over o.a. geannoteerde agenda extra ingeplande Eurogroep 15 mei 2020 (Kamerstuk 21501-07-1689)
Raad voor Economische en Financiële Zaken
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2020D18312, datum: 2020-05-13, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: A. (Anne) Mulder, voorzitter van de vaste commissie voor Financiën (Ooit VVD kamerlid)
- Mede ondertekenaar: M. Schukkink, adjunct-griffier
Onderdeel van zaak 2020Z07854:
- Indiener: W.B. Hoekstra, minister van Financiën
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Financiën
- 2020-05-06 10:00: Procedurevergadering Financiën (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
- 2020-05-14 14:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2020-06-04 14:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2019-2020 21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken Nr. INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld … 2020 De vaste commissie voor Financiën heeft op 13 mei 2020 enkele vragen en opmerkingen aan de minister van Financiën voorgelegd over zijn brief van 8 mei 2020 inzake de geannoteerde agenda van de extra ingeplande vergadering van de Eurogroep (21 501-07, nr. ) en over zijn brief van 11 mei 2020 inzake de vergadering van de Raad van gouverneurs van het ESM over de Pandemic Crisis Support kredietlijn en bijbehorende documentatie (Kamerstuk ..) De minister van Financiën heeft deze vragen beantwoord bij brief van … Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt. De voorzitter van de commissie, Anne Mulder De adjunct-griffier van de commissie, Schukkink I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda’s voor Eurogroep en de Raad van Gouverneurs van het ESM d.d. 15 mei 2020. Het coronavirus heeft Europa zwaar geraakt, zowel qua gezondheid als economisch. Om die crisis te bestrijden moeten we samen de strijd aangaan. Duitsland helpt ons met IC-bedden, landen helpen elkaar met mondkapjes en medicijnen en wij helpen ook andere landen weer. Geen wij-zij-discussie, maar samen tegen corona. Het is dan ook goed dat Nederland zich solidair toont, ondanks dat wijzelf ook zwaar getroffen zijn door de crisis. Helpen doen wij dus solidair, maar zeker ook verstandig, volgens de leden van de VVD-fractie. De leden hebben daarom nog een aantal vragen, opmerkingen en kanttekeningen. De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van de HYPERLINK "https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/brieven_regering/detail?id=2020 Z08390&did=2020D17965" brief over de vergadering van de Raad van gouverneurs van het ESM over de Pandemic Crisis Support-kredietlijn en de Geannoteerde agenda van de extra ingeplande Eurogroep van 15 mei 2020. Naar aanleiding van de genoemde punten brengen de leden van de PVV-fractie het volgende naar voren. De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda’s voor Eurogroep en de Raad van Gouverneurs van het ESM d.d. 15 mei 2020. De leden van de D66-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de brief over de vergadering van de Board of Governors van het ESM en de geannoteerde agenda van de eurogroep, beide op 15 mei 2020. Deze leden verwelkomen het akkoord om te komen tot de Pandemic Crisis Support (PCS) kredietlijn en benadrukken het belang ervan voor een gezamenlijke oplossing uit deze crisis. Deze leden wijzen in dat kader op de eerder door hen instemmend geciteerde ingezonden brief van 5 april jl. van de Duitse ministers van Financiën en Buitenlandse Zaken in Zuid-Europese kranten waarin zij het stelden met betrekking tot het ESM: “De fondsen moeten niet gepaard gaan met onnodige voorwaarden. [Italië en Spanje] zouden toegestaan moeten worden deze gelden aan te wenden voor alle benodigde uitgaven om het coronavirus te bevechten. We hebben geen trojka, inspecteurs of een hervormingsprogramma nodig. (…) Wat we nodig hebben is snelle en doelgerichte hulp.” Desalniettemin hebben deze leden wel enkele vragen over de kredietlijn. De leden van de GroenLinks-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda voor de aanstaande Eurogroep en de kabinetsbrief over de aanstaande vergadering van de Raad van Gouverneurs van het ESM. Deze leden hebben eerder reeds benoemd maar willen nogmaals opmerken dat zij de houding van het kabinet in Europees verband aangaande het bestrijden van de economische gevolgen van de coronacrisis tot nu toe diplomatiek ronduit ineffectief en economisch kortzichtig vonden. Nederland heeft veel krediet verspeeld bij andere lidstaten en kwam uiteindelijk min of meer alleen te staan, zonder hier proportionele politieke winst voor terug te krijgen. Tegelijkertijd kijken de leden van de GroenLinks-fractie met nieuwsgierigheid uit naar de voorstellen van de Europese Commissie over het Europees herstelfonds in samenhang met het aankomende Meerjarig Financieel Kader. Deze leden hebben enkele vragen over de Nederlandse inzet ten aanzien van het ESM en de Europese schuldenpolitiek. De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda’s voor Eurogroep en de Raad van Gouverneurs van het ESM d.d. 15 mei 2020. De leden van de fractie van de ChristenUnie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda’s voor Eurogroep en de Raad van Gouverneurs van het ESM d.d. 15 mei 2020. De leden van de SGP-fractie hebben kennisgenomen van de brieven inzake de vergaderingen van de Eurogroep en de Raad van Gouverneurs van het ESM. Zij hebben daarover enkele vragen. I - Geannoteerde agenda van de extra ingeplande Eurogroep van 15 mei 2020 ( HYPERLINK "http://parlisweb/parlis/zaak.aspx?id=1014ba71-760a-43f4-8606-dc1e08f7f0 2a" 2020Z08258 d.d. 8 mei 2020) De leden van de VVD-fractie constateren dat op de agenda voor de Eurogroep van 15 mei a.s. een gedachtewisseling over “economische respons op COVID-19” staat. Wat is de bedoeling van de gedachtewisseling? Wanneer wordt er een voorstel voor een aangepast meerjarig financieel kader (MFK) en voorstel voor een herstelfonds verwacht? Wat is het krachtenveld? Wanneer wordt er een voorstel voor het European instrument for temporary Support to mitigate Unemployment Risks in an Emergency (SURE) verwacht, zo vragen de leden van de VVD-fractie. Voorts vragen deze leden hoe dat voorstel eruitziet en wanneer de Kamer daarover informatie krijgt c.q. wanneer de Kamer het voorstel krijgt voorgelegd. Klopt het dat de einddatum voor dit programma eind 2022 zou zijn? Waarom is hiervoor gekozen? De leden van de VVD-fractie vinden de looptijd van het programma met deze einddatum te lang. Klopt het dat er ook nog de mogelijkheid bestaat om het programma te verlengen met een gekwalificeerde meerderheid? De leden van de VVD-fractie zijn tegen de mogelijkheid om dit programma te kunnen verlengen. De leden van de VVD-fractie zijn in algemene zin van mening dat dit soort besluiten met unanimiteit zou moeten worden genomen, want er zijn financiële consequenties aan verbonden in de vorm van garantstelling. De leden van de CDA-fractie vragen de minister om in de gedachtewisseling met de voorzitters van het Single Supervisory Mechanism (SSM) en het Single Resolution Board (SRB) te informeren naar de stand van de liquiditeit en solvabiliteit van de banken. Deze leden vragen de minister inzichtelijk te maken welke banken nu in de eerste fase van deze crisis al problemen krijgen en waar er precies gebruik wordt gemaakt van de flexibiliteit in reeds bestaande wetgeving zoals wordt gesteld in de geannoteerde agenda. De leden van de CDA-fractie delen het vooruitzicht van de minister om inzicht te krijgen in de rol van het SSM en het SRB maar verzoeken de minister tevens aan te geven welke rol deze toezichthouders de komende maanden dienen te nemen vanuit Nederlands perspectief. De leden van de CDA-fractie verzoeken de regering ook een toelichting te geven op de tijdelijkheid van SURE. Zij begrijpen dat in de teksten die voorliggen er een mogelijkheid is om het SURE-programma met gekwalificeerde meerderheid te verlengen. De leden van de CDA herinneren het kabinet eraan dat de afspraak echt is dat dit programma tijdelijk is, en wel twee jaar. Kan het kabinet helder aangeven dat dit programma echt tijdelijk is en dat het niet buiten Nederland om verlengd kan worden? De leden van de CDA-fractie vragen de minister wanneer hij de nieuwe voorstellen van de Commissie over het MFK verwacht. De leden vragen dit, omdat er wel wordt gesproken over economisch herstel en de rol die nieuwe MFK-voorstellen daarbij kunnen spelen. Zij willen graag een precies antwoord op de vraag wat de verschillende landen nu vragen, ook voor een recovery fund, en wat Nederland heeft aangegeven als rode lijn. De leden van de CDA-fractie zijn beducht dat alle staatsschuld van landen, via via, Europees gefinancierd wordt. Zij zouden graag van de regering een overzicht ontvangen van de staatsschuld van Griekenland, Italië en Portugal en voor elk van dat land willen weten hoeveel geld van de staatsschuld gefinancierd is via Europese Fondsen (Europees financieel stabilisatiemechanisme - EFSM, Europees Stabiliteitsmechanisme - ESM, etc.) en hoeveel van de staatsschuld in handen is van het stelsel van Europese centrale banken. Ten slotte vragen de leden van de CDA-fractie de minister kort in te gaan op het conflict tussen het Duitse en Europese recht aangaande de rechtsgeldigheid van het opkoopprogramma van de Europese Centrale Bank (ECB). Deze leden vragen de minister of hij het standpunt van de voorzitter van de Europese commissie wel of niet deelt dat het Europese recht altijd prevaleert boven het nationale recht en de uitspraak van het Duitse hoger gerechtshof alleen betrekking heeft op de Duitse Centrale Bank. Mag Duitsland haar eigen grondwet handhaven of mag de Europese rechter er overheen? En vindt de Nederlandse regering dat de ECB binnen haar mandaat handelt, zo vragen de leden van de CDA-fractie. Het Hof in Luxemburg lijkt het aan de ECB over te laten om dat zelf te checken. Als dat zo blijft, aan wie is het dan ultiem om te controleren of de ECB zich aan haar mandaat houdt, zo vragen deze leden. De leden van de GroenLinks-fractie merken op dat berekeningen laten zien dat de noemer (economische groei) in veel Europese landen in 2020 en 2021 een veel substantiëlere bijdrage zal leveren aan verhoging van schuld-/bbp-niveaus dan de teller (financieringstekorten cumulerend in hogere absolute schuldniveaus). Deze leden vragen de minister wat volgens hem de implicaties hiervan zijn voor het te voeren macro-economische beleid in de eurozone tijdens en na de crisis. Vindt de minister het macro-economisch gezien logisch en verstandig dat lidstaten primair inzetten op en gefaciliteerd worden in het doen van investeringen die evident het groeipotentieel van lidstaten post-crisis verhogen? Ziet de minister ook dat het te veel inzetten op het reduceren van de teller via bezuinigingen ten koste kan gaan van het vergroten van de noemer? Hoe beziet de minister in dit licht de constatering van de Europese Commissie dat de Stabiliteits- en Groeipact (SGP)-regels tot nu toe, juist daar waar het om hervormingen en bezuinigingen ging, een anticyclische werking hebben gehad en schuldniveaus juist verslechterden, zo vragen de leden van de fractie van GroenLinks. Deze leden vragen de minister daarnaast in te gaan op de vraag welke economische lessen hij leert uit de effectiviteit van het hervormingsbeleid dat naar aanleiding van de afgelopen eurocrisis opgelegd is aan Griekenland. De leden van de GroenLinks-fractie wijzen erop dat een asymmetrie is ontstaan in de mate waarin verschillende eurozonelidstaten economisch gezien in staat zijn en de ruimte voelen om extra schulden aan te gaan. Landen als Duitsland en Nederland zijn in staat relatief gezien substantieel meer crisisuitgaven te doen dan landen als Italië en Spanje. Enerzijds laat dit natuurlijk zien dat het voordeliger is met een laag schuldniveau aan een crisis te beginnen dan met een hoog schuldniveau. Anderzijds vraagt de toekomstige weerbaarheid van de eurozone om een situatie waarin lidstaten ondanks hun uiteenlopende economische situaties economisch symmetrisch kunnen herstellen. De leden van de GroenLinks-fractie vragen welke randvoorwaarden de minister wil inbouwen om te waarborgen dat zijn inzet voor structurele hervormingen niet tot een asymmetrisch herstel van eurozonelidstaten leidt. De leden van de GroenLinks-fractie vragen of de minister het met de leden van de GroenLinks-fractie eens is dat er een afruil bestaat tussen de mate waarin eurozonelidstaten in gemeenschappelijkheid fiscaal interveniëren en de mate waarin de ECB via het opkopen van staatsobligaties de facto als achtervang van de eurozone moet fungeren. Deze leden vragen bovendien of de minister het met de leden van de GroenLinks-fractie eens is dat een minimalistische invulling van de PCS-kredietlijn enkel gefocust op directe en indirecte gezondheidskosten eraan bijdraagt dat de ECB een grotere interveniërende rol moet spelen om rust op financiële markten te bewaren. Zij vragen de minister of hij het met deze leden eens is dat er aan een grotere rol voor de ECB institutionele risico’s verbonden zijn, bijvoorbeeld doordat de handelingsvrijheid van de ECB vanuit juridisch perspectief onder druk komt te staan. De leden van de SP-fractie danken de regering voor de geannoteerde agenda en vragen de minister wat nodig is voor herstel van de eurozone en welke middelen hij wel en niet schuwt. Is er een inschatting te maken van wat er nodig is aan nieuw geld, aan leningen en aan giften om in de Europese Unie tot economisch herstel te komen? De leden van de SP-fractie ergeren zich aan de grote bedragen die overal worden rondgestrooid zonder dat duidelijk is wat er nodig is, of zonder dat duidelijk is wat voor financiering het betreft. Kan de minister begrijpen dat mensen afhaken als er telkens met 1000 miljard of zelfs meer wordt geschermd om ergens te kunnen komen? Dit betreft overigens niet alleen de bedragen die in het kader van de COVID-19-crisis worden genoemd, maar ook als het gaat om de Green deal. Is het mogelijk om in de Eurogroep aan te geven dat draagvlak voor het inzetten het beleid gebaat is bij eerlijkheid, openheid, transparantie over wat nodig is en niet het overbieden met reddingsbedragen? Kan de minister hierop reageren? De leden van de SP-fractie vragen de minister voorts hoe het verdere verloop zal zijn richting het herstelfonds en de recovery roadmap. Wanneer is besluitvorming verwacht? Welke zaken zijn voor Nederland van belang? Hoe liggen de verhoudingen binnen de Eurogroep en de Europese Raad? Waar staat Nederland alleen, waar kunnen we optrekken met anderen? De leden van de SP-fractie vragen de minister ook om een bespiegeling te geven van wat er nodig is om de Eurozone niet in een financiële crisis te doen belanden na de economische klap van alle lockdowns. Wat ziet hij als de beste voorbereiding om een financiële of eurocrisis af te wenden? Hoe ziet de minister de enorme explosie aan schulden en het herstel nadat de crisis over is? De leden van de SGP-fractie vragen of er al meer bekend is over de termijn waarop de Europese Commissie met het voorstel zal komen voor een aangepast MFK en het herstelfonds. Is het kabinet voornemens om tijdens de Eurogroep reeds haar positie in dezen kenbaar te maken? Tevens vragen de leden van de SGP-fractie of het kabinet het met deze leden eens is dat ook binnen de huidige opzet van het MFK reeds ruime mogelijkheden bestaan om economisch herstel te ondersteunen, bijvoorbeeld door de inzet van cohesiefondsen. De leden van de SGP-fractie vragen of tijdens de Eurogroep ook gesproken gaat worden over het SURE-programma voor leningen bij deeltijd-WW. En is het kabinet voornemens om hier kritische kanttekeningen bij te maken, zeker nu blijkt dat dit programma pas eind 2022 afloopt, met een clausule waarmee eenvoudig een verlenging gerealiseerd kan worden? Is het kabinet van plan om tijdens deze Eurogroep de termijn van dit programma ter discussie te stellen, zodat, mocht dit programma doorgang vinden, het programma in ieder geval een meer tijdelijk karakter krijgt? II - Vergadering van de Raad van gouverneurs van het ESM over de Pandemic Crisis Support kredietlijn van 15 mei 2020 ( HYPERLINK "http://parlisweb/parlis/zaak.aspx?id=ae1175c1-ac52-4bee-afd5-343297e888 a9" 2020Z08390 d.d. 11 mei 2020) De leden van de VVD-fractie hebben in de geannoteerde agenda van de extra ingelaste eurogroep van 8 mei jl. bij het agendapunt “ESM-kredietlijn Pandemic Crisis Support” gelezen dat de aard van de bespreking een “gedachtewisseling” is. In de brief van 11 mei jl. voor de vergadering van de Raad van Gouverneurs lezen de leden van de VVD-fractie dat er overeenstemming is bereikt over de kernmerken van de PCS-kredietlijn. Hoe is “overeenstemming bereiken” te rijmen met de omschrijving “gedachtewisseling”? Welke ruimte is er nog om aanpassingen te doen in het voorliggende voorstel? Waarover wordt nog discussie verwacht? Wat is het krachtenveld? De leden van de VVD-fractie lezen dat de kredietlijn een omvang van 2% bruto binnenlands product van de lidstaten als uitgangspunt zal hebben. Waarop is het percentage van 2% gebaseerd? Is dat percentage niet te hoog? De kredietlijn kan ingezet worden ter ondersteuning van de binnenlandse financiering van directe en indirecte gezondheidszorg, genezing en kosten gerelateerd aan preventie als gevolg van de COVID-19-crisis. Dit is redelijk in lijn met de eerdere omschrijving. De leden van de VVD-fractie hadden verwacht dat er nu een nadere invulling zou zijn gekomen van deze omschrijving. Wat valt er precies onder deze omschrijving? Zoals het nu omschreven staat is het volgens de leden van de VVD-fractie een heel ruime en vage omschrijving. Wie bepaalt straks wat er wel en niet onder mag vallen? De leden van de VVD-fractie lezen dat het ook kan gaan om een deel van de totale uitgaven aan gezondheidszorg van de betreffende staat. De leden van de VVD-fractie vinden dat onverstandig; het zou moeten gaan om extra kosten als gevolg van de COVID-19-crisis in het kader van de gezondheidszorg en niet om reguliere begrotingsmiddelen. Is de minister bereid om dit in de discussie in te brengen? Zo nee, waarom niet? De leden van de VVD-fractie willen weten hoe wordt voorkomen dat financiële middelen ingezet worden voor andere doeleinden, dan wel dat er door de leningen ruimte wordt geboden voor al te gekke andere uitgaven. Hoe wordt daar de vinger aan de pols gehouden? De leden van de VVD-fractie zien namelijk ook voorstellen van de Italiaanse regering om inwoners met een jaarinkomen tot 35.000 euro een vakantiebonus van 500 euro te geven, terwijl we in Nederland spreken over het uitstel of inleveren van het vakantiegeld om bedrijven lucht te geven. Maar ook dat reizen naar Sicilië deels gratis gaan worden aangeboden als het gaat om overnachtingen en vlucht door de overheid. Wat vindt de minister van dit soort uitgaven? De afspraak dat de kredietlijn alleen beschikbaar is voor de duur van de COVID-19-crisis is ingevuld met een einddatum van 31 december 2022. Wat werd/wordt bedoeld met de term “COVID-19-crisis”? In hoeverre gaat het hier om de gezondheidscrisis en de periode dat de gezondheidszorg het niet aankan? Kan de minister uitsluiten dat hier ook de economische gevolgen en crisis onder vallen? De leden van de VVD-fractie vinden de einddatum van 31 december 2022 veel te ruim en onverstandig. Is de minister bereid om een kortere termijn in te brengen in de discussie? Zo nee, waarom niet? Is de minister bereid een knip te maken in de kosten voor de zorg en preventie, en dus voor de directe zorg een kortere termijn in te brengen in de discussie? Zo nee, waarom niet? De termijn van 31 december 2022 kan ook nog eens worden verlengd met unanimiteit van de Raad van Gouverneurs op basis van objectief bewijs over het verloop van de crisis. Wat wordt verstaan onder dat laatste en waarom is er een mogelijkheid tot een verlenging als de einddatum al zo ver weg ligt? De leden van de VVD-fractie lezen dat de kredietlijn op drie verschillende manieren kan worden vormgegeven: via directe overboeking aan de ontvangende lidstaat (lening), via een directe aankoop van obligaties van een lidstaat op de primaire markt of via een “in-kind” uitkering, waarbij de ontvangende lidstaat schuldtitels ontvangt van het ESM, welke later kunnen worden verkocht. Waarom is voor deze drie manieren gekozen? Wat zijn de gevolgen en voor- en nadelen van deze drie manieren? De leden van de VVD-fractie lezen dat de Europese Commissie op basis van de analyse van de schuldhoudbaarheid concludeert dat de publieke schuld op middellange termijn houdbaar is. Wat zijn daarbij concreet de risico’s die worden genoemd? In hoeverre geldt de schuldhoudbaarheid voor alle lidstaten? Dus ook Italië en Spanje? En bij welke publieke schuld zou deze voor een land niet meer houdbaar kunnen zijn? De leden van de VVD-fractie vinden de toegangscriteria voor de preventieve kredietlijnen van groot belang. De leden willen weten wat wordt bedoeld met criterium 2 en 3 (respectievelijk naleving van de verplichtingen onder het SGP en naleving van de verplichtingen onder de macro-economische onevenwichtighedenprocedure (MEOP)). In hoeverre wordt hierbij gekeken naar de naleving in het verleden, dan wel de mogelijke naleving in de toekomst? Wie beoordeelt dat? Want de leden van de VVD-fractie hebben geen goede ervaring met de beoordeling daarvan door de Europese Commissie in de afgelopen jaren. Criterium 5 betreft de solvabiliteit van de banken. Volgens de ECB voldoen alle banken onder zijn toezicht aan de Europese kapitaalsvereisten voor banken, zoals gesteld in de kapitaalvereistenverordening. In hoeverre kan hieruit ook geconcludeerd worden dat er geen problemen zijn bij die banken? In de afgelopen jaren hebben we namelijk gezien dat verschillende banken in Italië en Spanje toch in de problemen zijn gekomen en gered moesten worden door de overheden. Hoe zit het met de banken die onder nationaal toezicht staan? Welke problemen zitten er nog in de Italiaanse en Spaanse banken op dit moment? De leden van de VVD-fractie lezen dat op dit moment onbekend is of landen een aanvraag zullen indienen. Wat is daarvoor de reden? De leden vinden dit op zijn zachtst gezegd wel opmerkelijk, omdat er door verschillende landen nadrukkelijk om hulp is gevraagd en er lang en heftig is gesproken en onderhandeld over dit instrument. De leden van de PVV-fractie merken allereerst op dat er op 15 mei a.s. een vergadering van de Raad van gouverneurs van het ESM zal plaatsvinden met als doel het besluit te nemen de Pandemic Crisis Support in principe voor alle lidstaten van de eurozone beschikbaar te stellen. De leden van de PVV-fractie willen weten waarom er gesproken wordt van het ‘in principe’ openstellen van deze PCS-kredietlijn voor alle lidstaten. Zijn er dan ook lidstaten waarvoor deze PCS-kredietlijn niet wordt opengesteld? Deze leden ontvangen graag een toelichting. Verder merken de leden van de PVV-fractie op dat een verzoek tot het aanvragen van de PCS-kredietlijn mogelijk is tot 31 december 2022. Deze termijn kan met unanimiteit van de Raad van gouverneurs worden verlengd op voorstel van de Managing Director (MD) van het ESM, op basis van objectief bewijs over het verloop van de crisis. Is de minister het eens met de leden van de PVV-fractie dat de PCS-kredietlijn hierdoor geen tijdelijk karakter meer heeft? Zo neen, waarom niet? Tevens stellen de leden van de PVV-fractie vast dat Nederland van plan is in te stemmen met een formele einddatum van 31 december 2022. De leden van de PVV-fractie willen weten of Nederland tevens instemt met het gegeven dat deze datum kan worden verlengd. Voorts merken de leden van de PVV-fractie op dat lidstaten onder een PSC eenmaal per maand een bedrag kunnen trekken uit de kredietlijn, met een omvang van maximaal 15% van de gehele kredietlijn. Indien gewenst geacht kan het ESM ermee instemmen om hiervan af te wijken. De leden van de PVV-fractie willen weten met hoeveel procent dit verhoogd kan worden door het ESM. Betekent dit dat een lidstaat daarmee ook 100% uit de gehele kredietlijn kan trekken als het ESM hiermee instemt? Op basis van welke voorwaarden kan het ESM hiermee instemmen? Verder merken de leden van de PVV-fractie op dat een door het ESM verstrekte kredietlijn uitsluitend mag worden gebruikt voor kosten voor gezondheidszorg, genezing en preventie, om de lidstaat te helpen effectief te reageren op de COVID-19-pandemie. De leden van de PVV-fractie willen weten hoe gecontroleerd wordt of de PCS-kredietlijn daadwerkelijk hiervoor wordt gebruikt en of lidstaten verantwoording zullen afleggen hierover. Voorts merken de leden van de PVV-fractie op dat de kredietlijn kan worden gebruikt voor andere indirecte kosten die gerelateerd zijn aan gezondheidszorg, genezing en preventie als gevolg van de COVID-19-crisis. Kan de minister voorbeelden geven van dergelijke indirecte kosten? Tevens merken de leden van de PVV-fractie op dat het voor het kabinet van belang is dat de kredietlijn alleen kan worden gebruikt voor aan gezondheid gerelateerde uitgaven. De leden van de PVV-fractie willen weten of het kabinet van mening is dat de PCS-kredietlijn ook gebruikt mag worden voor deze indirecte kosten. Ten slotte willen de leden van de PVV-fractie weten hoeveel het pakket van de minister Nederland zowel direct als indirect in totaal zal kosten. Kan de minister dit uitsplitsen in de Nederlandse bijdrage aan de Europese Investeringsbank (EIB), het ESM en SURE (incl. het Nederlands aandeel hierin)? Klopt het dat de Nederlandse bijdrage aan de EU met 50 miljard euro, oftewel 92 procent, zal stijgen als gevolg van het corona recovery fund? Zo nee, met hoeveel zal de Nederlandse bijdrage aan de EU dan stijgen? De leden van de CDA-fractie vragen aangaande de voorwaarden van krediet voor de binnenlandse financiering of deze ook door private organisaties aangevraagd kan worden, weliswaar via de overheden van de lidstaten, en, wanneer dat het geval is, of deze overheden dan garant staan voor de aangevraagde lening. Tevens vragen deze leden of onder indirecte gezondheidszorg eveneens aanpassingen in de publieke ruimte vallen en maatregelen die daar genomen worden vanuit preventief oogpunt. De leden van de CDA-fractie merken op dat de Europese Commissie oude schuldhoudbaarheidsanalyses uit de kast gehaald heeft. Er is echter een crisis en Eurostat verwacht een enorme val in het bbp dit jaar. Nederland staat met Nederlands belastinggeld garant voor het ESM. Daarom vragen de leden van de CDA-fractie of de Nederlandse regering de schuld van de eurolanden houdbaar acht. Dit is dus niet een vraag om het standpunt van de Commissie te herhalen (dat kennen we) maar om aan te geven of deze landen in staat zullen zijn de schuld terug te betalen. Deze leden vragen de minister aan te geven wat de definitie is waarop de landen de kredieten kunnen krijgen en waarop gecontroleerd en gehandhaafd zal worden. Deze vraag willen zij zeer precies beantwoord zien en wel om een reden. Er zijn landen die relatief weinig getroffen zijn door corona (denk aan Portugal) en echt geen 2% kosten gemaakt hebben voor de zorgkosten in de coronacrisis, maar wel graag in aanmerking lijken te komen voor coronahulp. Deze leden willen graag duidelijk hebben welke regels van toepassing zijn, omdat zij geleerd hebben van het eerste coronapakket dat vooral naar Polen en Hongarije bleek te gaan. Deze leden vragen de regering ook een toelichting te geven op de voorwaarden voor de leningen: waarom is daarbij afgeweken en lijkt het erop dat deze leningen tegen 0% rente gegeven zullen worden? Kan het kabinet verder bevestigen dat de leningen ook binnen 10 jaar terugbetaald moeten worden? Wanneer zal de laatste euro van deze leningen moeten zijn terugbetaald, zo vragen de leden van de CDA-fractie. De leden van de CDA-fractie vragen de minister wat de voorwaarden zijn voor het afwijken van de mogelijkheid om maandelijks 15% van de kredietlijn te trekken en kan de minister aangeven wat dan een gewenste situatie zou kunnen zijn? PCS-kredietlijnen zullen gescheiden worden van eerdere ESM-programma’s; de leden van de CDA-fractie vragen de minister een overzicht te geven van de reeds eerder uitgegeven ESM-programma’s. Het Pandemic Response Plan (PRP) vormt de basis van de afspraken op het gebied van conditionaliteit tussen de Europese Commissie en de ontvangende lidstaat. De leden vragen de minister hoe de Commissie deze conditionaliteit monitort en welke middelen er zijn wanneer conditionaliteiten worden geschonden. De leden van de D66-fractie lezen dat de middelen van de PCS-kredietlijn alleen aangewend kunnen worden voor de “directe en indirecte kosten als gevolg van de coronacrisis die betrekking hebben op gezondheidszorg, genezing en preventie” zoals ook in de eerdere Eurogroepconclusies te lezen was. Deze leden merken echter op dat over de precieze reikwijdte van deze afspraak verschillende interpretaties lijken te bestaan, aangezien de minister van Financiën na afloop van het Eurogroepoverleg van 9 april jl. meldde dat “de kosten van het sluiten van winkels of voor inkomensondersteuning hier niet uit kunnen worden betaald.”. Tegelijkertijd lezen de leden van voornoemde fractie in de Griekse krant Ekathimerini de uitspraak van de Franse minister van Financiën Lemaire dat “de consequenties van de lockdown duidelijk onder het bereik van de kredietlijn vallen”. Kan het kabinet deze leden helpen door hier duidelijkheid in te scheppen? Voorts constateren deze leden dat de voorwaarde waar de middelen aan besteed mogen worden volgens eurocommissaris Dombrovskis “ruim geïnterpreteerd” zal worden. Kan het kabinet tevens reflecteren op de uitspraak van de minister-president in het debat over de ontwikkelingen van het coronavirus d.d. 22 april 2020 dat de middelen uit het ESM alleen gebruikt kunnen worden voor bestrijding van de directe gezondheidskosten, terwijl in de voorliggende stukken ook expliciet gerefereerd wordt aan het gebruik van de middelen voor indirecte kosten en preventieve kosten die verband houden met de coronacrisis? Kan het kabinet specifiek aangeven of economische kosten die direct gerelateerd zijn aan de lockdown - bijvoorbeeld inkomensondersteuning voor mensen die werkzaam zijn in door de overheid gesloten economische sectoren - wel of niet vallen onder de definitie van ‘indirecte preventieve kosten’ en of zijn visie daarop wordt gedragen door alle ESM-landen? Daarnaast vragen de leden van voornoemde fractie of de kredietlijn zich beperkt tot coronagerelateerde uitgaven vanaf het moment van aanvraag of dat ook uitgaven vanaf het uitbreken van de coronacrisis toelaatbaar zijn. De leden van de D66-fractie lezen het kabinetsstandpunt dat de PCS-kredietlijn beperkt blijft tot de duur van de coronacrisis. Kan het kabinet aangeven hoe formeel bepaald zal worden wat de duur van deze crisis is, en op welk moment het kabinet vindt dat deze crisis als afgelopen kan worden beschouwd, mede gelet op de mogelijke langdurige economische gevolgen van het coronavirus maar ook de gezondheidskosten voor revaliderende patiënten nog lang merkbaar zullen zijn? De leden van de GroenLinks-fractie merken op dat de PCS-kredietlijn als onderdeel van de Enhanced Conditions Credit Line (ECCL) enkel ingezet kan worden voor financiering van kosten die direct dan wel indirect gerelateerd zijn aan de gezondheidszorg, genezing en preventie. Zij merken tegelijkertijd op dat veruit het grootste deel van de kosten die lidstaten maken niet direct dan wel indirect gerelateerd zijn aan gezondheidszorg, genezing en preventie, maar juist economisch van aard zijn (bijv. via steun inkomens burgers en bedrijven). Zij vragen de minister of hij kan toelichten waarom de PCS-kredietlijn niet veel breder is ingestoken omdat de grootste financieringsbehoefte zich zal vormen rond kosten die nu niet via de PCS-kredietlijn gefinancierd zullen worden. Zij vragen de minister daarbij in te gaan op het macro-economische gewicht dat gegenereerd wordt met een enkel op directe en indirecte gezondheidszorgkosten gerichte kredietlijn. De leden van de GroenLinks-fractie vragen de minister waarom hij heeft ingezet op een financieringstermijn van 10 jaar binnen de PCS-kredietlijn, en niet op een langere financieringsperiode zoals bij sommige reeds bestaande ECCL-faciliteiten. Is juist in deze crisis geen behoefte aan langere looptijden, zodat lidstaten meer financiële ruimte hebben om te investeren en zo uit de crisis te groeien, zo vragen deze leden. De leden van de GroenLinks-fractie constateren bovendien dat er een politiek stigma heerst op gebruikmaking van het ESM, juist in die EU-lidstaten waarvoor steun vanuit het ESM, gezien de rente die ze betalen op kapitaalmarkten, economisch voordelig zou kunnen uitpakken. De leden van de GroenLinks-fractie vragen de minister wat hij ervan vindt dat er een politiek stigma heerst op, en er in sommige landen veel weerstand is tegen gebruikmaking van het ESM. Zij vragen de minister te beschouwen wat leden van de Eurogroep zouden kunnen doen om de bestaande stigma’s rondom het ESM te reduceren. De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de kredietlijn waartoe besloten is en vragen de minister of dit een onderhandelingsresultaat is of dat er nog veranderingen worden verwacht. Is het mogelijk om te onderbouwen waarom er gekozen is voor een verandering van het ESM-instrumentarium, zo vragen deze leden. De leden van de SP-fractie stellen vast dat er zeer verschillende interpretaties zijn van eurolanden over wat kosten zijn die gerelateerd zijn aan preventie als gevolg van de COVID-19-crisis. Zij vragen de minister of dit niet een semantische discussie is en of niet gewoon gesteld kan worden dat de 2% van het bbp per land gewoon aangewend kan worden voor alles gerelateerd aan de COVID-19-uitbraak. Is de minister het met de leden van de SP-fractie eens dat dit veel gedoe en geruzie zal voorkomen? De leden van de SP-fractie vinden het een wijs besluit om geen trojkabeleid in te zetten rond deze kredietlijn en zien ook dat er geen sprake is van schuldendeling mits landen hun leningen terugbetalen. De leden van de ChristenUnie-fractie vragen of ook de minister het Karlsruhe-arrest met interesse heeft gelezen. Welke gevolgen zou het arrest wat de minister betreft moeten hebben? Graag een analyse en reflectie. Immers, de ECB is onderworpen aan het nationale constitutionele recht. Hoe wordt de onafhankelijke controle op de effectiviteit en doelmatigheid van de besteding van de ESM-kredieten vormgegeven? Let de minister erop dat deze controle daadwerkelijk plaatsvindt? Hoe wordt getoetst of de kredieten ook echt ten goede komen aan de “ondersteuning van de binnenlandse financiering van directe en indirecte gezondheidszorg, genezing en kosten gerelateerd aan preventie als gevolg van de COVID-19-crisis”? De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen verder hoe er wordt geborgd dat de kredietlijnen bij de landen terechtkomen die deze het hardst nodig hebben. Dit is nog relevanter als een land als Italië aanvankelijk al aangaf hier geen gebruik van te willen maken. Welk beroep verwacht de minister dat er wordt gedaan op deze pot van 240 miljard? Welke lidstaten zullen er naar verwachting wel/geen gebruik van maken? Kan de minister tot slot ingaan op de termijn tot 31 december 2022? Waarop is deze gegrond en is er bijvoorbeeld verlenging mogelijk? De leden van de SGP-fractie vragen waarom de kredietlijn beschikbaar is tot 31 december 2022. Waarom is niet gekozen voor een eerdere datum van afloop, zeker nu de kredietlijn vrij eenvoudig verlengd kan worden en de duur van de coronacrisis onzeker is. Was dit ook de einddatum die Nederland voor ogen had in de onderhandelingen? De leden van de SGP-fractie zijn positief over het feit dat het kabinet het van belang vindt dat de kredietlijn alleen kan worden gebruikt voor aan gezondheid gerelateerde uitgaven als een gevolg van de COVID-19-uitbraak, en niet voor economische steunmaatregelen. Volgens het kabinet voorzien het PRP en de bijbehorende tabel hierin. Maar in de bijbehorende tabel worden ook ‘indirecte kosten’ en ‘kosten voor preventie’ genoemd. Herkent het kabinet de signalen dat deze categorieën ruim geïnterpreteerd worden? En dat bijvoorbeeld ook de kosten van de lockdown hieronder geschaard worden? Is het kabinet van mening dat de kosten van de lockdown en soortgelijke kosten nadrukkelijk niet onder preventiekosten of onder andere categorieën kunnen vallen? Is het kabinet voornemens om bij aanvragen waarbij ook kosten gerelateerd aan de lockdown, of soortgelijke kosten, zijn opgenomen onder bijvoorbeeld preventiekosten tegen te stemmen in de Raad van Bestuur van het ESM, zo vragen de leden van de SGP-fractie. Hoe wordt het gebruik van de kredietlijn gemonitord, zo vragen de leden van de SGP-fractie. En is het kabinet van mening dat juist door het loslaten van hervormingsvoorwaarden extra monitoring en extra rapportageverlichtingen nodig zijn om te waarborgen dat de gelden op de juiste manier ingezet worden? Wat was de inzet van het kabinet in de discussie rondom monitoring van het gebruik van de kredietlijn, en is hier nog verscherping in mogelijk? Wat zou volgens het kabinet de meerwaarde zijn van extra surveillance? Bijlage - Assessment of public debt sustainability and COVID-related financing needs of euro area Member States De leden van de VVD-fractie lezen in deze bijlage over Nederland dat ”Based on the Commission 2020 spring forecast, the COVID crisis is expected to produce a large economic impact, with a close to 7% drop in GDP in 2020 followed by a rebound of 5% in 2021. The fiscal deficit is foreseen at 6¼% of GDP in 2020 and at 3½% of GDP in 2021. In that context, the Dutch government debt should increase from less than 50% of GDP in 2019 to close to 60% of GDP by 2021.” Dit lijkt af te wijken van de cijfers in de Voorjaarsnota. Wat zijn de verschillen? En hoe zijn de verschillende te verklaren? Bijlage - Proposal from the Managing Director for financial assistance in the form of a Pandemic Crisis Support De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van het besluit van de Eurogroep op 8 mei jl. om als voorwaarde te stellen dat de gemiddelde looptijd van het krediet vanuit de PCS maximaal tien jaar is. Waarom is er niet gekozen voor de mogelijkheid van een langere gemiddelde looptijd indien dat voordelig is voor de financiële houdbaarheid van de overheidsfinanciën van het betreffende land? Deze leden willen daarnaast graag weten van het kabinet of het mogelijk is om af te wijken van de stelregel dat de kredietlijn slechts twee keer met zes maanden verlengd kan worden, indien het geleende bedrag nog geen 2% van het bbp bedraagt en de coronacrisis op dat moment alsnog een grote impact heeft op de overheidsfinanciën van het betreffende land. Zo nee, waarom niet? De leden van de SGP-fractie hebben een vraag over de inzet van de middelen uit het ESM. Wat verstaat het kabinet onder ‘prevention-related costs due to the COVID-19 crisis’? Is het kabinet van mening dat dit alleen aan gezondheid gerelateerde kosten mogen zijn? Tevens vragen de leden van de SGP-fractie hoe het kabinet gaat borgen dat de ruime formulering die in het voorstel genoemd is, niet misbruikt gaat worden voor niet-gezondheidgerelateerde uitgaven. De leden van de SGP-fractie lezen dat het doel van het Pandemic Response Plan is ‘to safeguard the financial stability of the euro area and its Member States’. Hoe duidt het kabinet dit doel van ‘financiële stabiliteit’? Is het kabinet van mening dat dergelijke formuleringen ook gebruikt kunnen worden om ESM-gelden breder in te zetten dan alleen voor gezondheidgerelateerde uitgaven? Bijlage - Pandemic Response Plan De leden van de GroenLinks-fractie constateren dat het onvolledig geoperationaliseerd is welke precieze financieringsdoeleinden beschouwd zullen worden als vallend onder directe en indirecte kosten in het kader van gezondheidszorg, genezing en medische preventie, en welke niet. Dit wordt in bijvoorbeeld tabel van het Pandemic Response Plan niet nader gespecificeerd. Is de minister het met eurocommissaris Dombrovskis eens dat deze kosten breed geïnterpreteerd moeten worden? Wat zijn hiervan de implicaties? Vallen de maatschappelijke kosten als gevolg van het instellen van een intelligente lockdown wat de minister betreft onder deze directe en indirecte kosten? Ziet de minister het ook als noodzakelijk dan wel wenselijk om nader te specificeren welke kosten wel en niet gefinancierd kunnen worden via de PCS-kredietlijn? II Reactie van de minister Zie bijvoorbeeld de berekeningen en bijbehorende figuren van de gerenommeerde econoom Jochen Andritzky. https://twitter.com/JAndritzky/status/1251144840412307457 Zie HYPERLINK "https://nexitdenktank.nl/analyse-nl-bijdrage-aan-eu-stijgt-met-92-50-mi ljard-door-corona-recovery-fund/" https://nexitdenktank.nl/analyse-nl-bijdrage-aan-eu-stijgt-met-92-50-mil jard-door-corona-recovery-fund/ HYPERLINK "https://nos.nl/artikel/2333269-akkoord-over-gebruik-noodfonds-voor-medi sche-kosten-corona.html" https://nos.nl/artikel/2333269-akkoord-over-gebruik-noodfonds-voor-medis che-kosten-corona.html HYPERLINK "https://www.ekathimerini.com/251739/article/ekathimerini/business/eu-re covery-fund-is-the-best-scenario-says-le-maire" https://www.ekathimerini.com/251739/article/ekathimerini/business/eu-rec overy-fund-is-the-best-scenario-says-le-maire HYPERLINK "https://www.euractiv.com/section/economy-jobs/interview/dombrovskis-i-c ould-imagine-containment-costs-covered-by-esm-loans/" https://www.euractiv.com/section/economy-jobs/interview/dombrovskis-i-co uld-imagine-containment-costs-covered-by-esm-loans/ PAGE PAGE 1