Jaarverslag Koninkrijksrelaties en het BES fonds 2019
Jaarverslag en slotwet Koninkrijksrelaties en het BES fonds 2019
Jaarverslag
Nummer: 2020D18330, datum: 2020-05-20, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35470-IV-1).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Onderdeel van kamerstukdossier 35470 IV-1 Jaarverslag en slotwet Koninkrijksrelaties en het BES fonds 2019.
Onderdeel van zaak 2020Z08548:
- Indiener: K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Koninkrijksrelaties
- 2020-05-20 15:25: Aansluitend: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2020-05-28 14:00: Jaarverslag Koninkrijksrelaties en het BES fonds 2019 (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Koninkrijksrelaties
- 2020-06-17 17:15: Procedurevergadering van de vaste commissie voor Koninkrijksrelaties (Procedurevergadering), vaste commissie voor Koninkrijksrelaties
- 2021-09-07 15:10: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2021-09-08 12:30: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019–2020 |
35 470IV | Jaarverslag en slotwet Koninkrijksrelaties en het BES-fonds 2019 |
Nr. 1 |
Ontvangen 20 mei 2020 |
Gerealiseerde uitgaven en ontvangsten
Figuur 1 Gerealiseerde uitgaven verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen (x €1 mln.). Totaal € 196.440.000,-
Figuur 2 Gerealiseerde ontvangsten verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen (x €1 mln.). Totaal € 55.740.000,-
A. Algemeen
1. Aanbieding van het jaarverslag en verzoek tot dechargeverlening voor Koninkrijksrelaties (IV) en BES-fonds (H)
AAN de voorzitters van de Eerste en de Tweede Kamer van de Staten-Generaal.
Hierbij bied ik, mede namens de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, het jaarverslag met betrekking tot de begroting van Koninkrijksrelaties (IV) over het jaar 2019 aan, alsmede het jaarverslag met betrekking tot de begroting van het BES-fonds (H) over het jaar 2019.
Onder verwijzing naar de artikelen 2.37 en 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 verzoek ik de beide Kamers van de Staten-Generaal de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties decharge te verlenen over het in het jaar 2019 gevoerde financiële beheer.
Voor de oordeelsvorming van de Staten-Generaal over dit verzoek tot dechargeverlening stelt de Algemene Rekenkamer als externe controleur op grond van artikel 7.14 van de Comptabiliteitswet 2016 een rapport op. Dit rapport wordt op grond van artikel 7.15 van de Comptabiliteitswet 2016 door de Algemene Rekenkamer aan de Staten-Generaal aangeboden. Het rapport bevat de bevindingen en het oordeel van de Algemene Rekenkamer over:
- het gevoerde begrotingsbeheer, financieel beheer, materiële bedrijfsvoering en de daartoe bijgehouden administraties van het Rijk;
- de centrale administratie van de schatkist van het Rijk van het Ministerie van Financiën;
- de financiële verantwoordingsinformatie in de jaarverslagen;
- de totstandkoming van de niet-financiële verantwoordingsinformatie in de jaarverslagen;
- de financiële verantwoordingsinformatie in het Financieel jaarverslag van het Rijk.
Bij het besluit tot dechargeverlening worden verder de volgende, wettelijk voorgeschreven, stukken betrokken:
- het Financieel jaarverslag van het Rijk over 2019;
- het voorstel van de slotwet dat met het onderhavige jaarverslag samenhangt;
- het rapport van de Algemene Rekenkamer over het onderzoek van de centrale administratie van de schatkist van het Rijk en van het Financieel jaarverslag van het Rijk;
- de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer over de in het Financieel jaarverslag van het Rijk, over 2019 opgenomen rekening van uitgaven en ontvangsten over 2019, alsmede over de saldibalans over 2019 (de verklaring van goedkeuring, bedoeld in artikel 7.14, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2016.
Het besluit tot dechargeverlening kan niet worden genomen, voordat de betrokken slotwet is aangenomen en voordat de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer is ontvangen.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren
Dechargeverlening door de Tweede Kamer
Onder verwijzing naar artikel 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 verklaart de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal dat de Tweede Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van De Voorzitter van de Tweede Kamer, Handtekening: Datum: |
Op grond van artikel 2.40, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2016 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, ter behandeling doorgezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.
Dechargeverlening door de Eerste Kamer
Onder verwijzing naar artikel 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 verklaart de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal dat de Eerste Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van De Voorzitter van de Eerste Kamer, Handtekening: Datum: |
Op grond van artikel 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, doorgezonden aan de Minister van Financiën.
2. Leeswijzer
Algemeen
Voor u ligt het jaarverslag 2019 van Koninkrijksrelaties en het BES-fonds. Deze begrotingshoofdstukken vallen onder het regime voor «kleine begrotingen».
Het jaarverslag van het BES-fonds maakt onderdeel uit van de financiële verantwoording van het Rijk, maar heeft daarbinnen een bijzonder karakter. Het jaarverslag van het BES-fonds kent in tegenstelling tot een departementaal jaarverslag slechts één beleidsartikel: het BES-fonds. Het beleid dat wordt gevoerd ter realisatie van de algemene beleidsdoelstelling is direct verbonden met dit ene beleidsartikel. De apparaatsuitgaven/ontvangsten voor de uitvoering van het BES-fonds zijn opgenomen in de apparaatskosten van begrotingshoofdstuk Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII).
Het jaarverslag 2019 is als volgt opgebouwd:
- Een algemeen deel met de dechargeverlening;
- Het beleidsverslag 2019 Koninkrijksrelaties met de beleidsprioriteiten, de (niet-)beleidsartikelen en de bedrijfsvoeringsparagraaf;
- Het beleidsverslag 2019 BES-fonds met de beleidsprioriteiten, het beleidsartikel en de bedrijfsvoeringsparagraaf;
- De jaarrekening Koninkrijksrelaties 2019;
- De jaarrekening BES-fonds 2019; en
- De bijlagen.
Grondslagen voor de vastlegging en de waardering
De verslaggevingsregels en waarderingsgrondslagen die van toepassing zijn op de in dit jaarverslag opgenomen financiële overzichten zijn ontleend aan de Comptabiliteitswet 2016 en de daaruit voortvloeiende regelgeving, waaronder de Regeling rijksbegrotingsvoorschriften 2020. Voor de begrotingsadministratie wordt het verplichtingen-kasstelsel toegepast.
Groeiparagraaf
Er zijn dit jaar geen nieuwe ontwikkelingen voor de groeiparagraaf te melden.
Focusonderwerp
De Tweede Kamer heeft voor de verantwoording 2019 focusonderwerpen aangewezen, welke door het Ministerie van Financiën geïllustreerd worden middels een aantal specifieke casussen. Deze casussen hebben geen betrekking op de begrotingen van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Het jaarverslag Koninkrijksrelaties 2019
Beleidsprioriteiten
In de paragraaf «Beleidsprioriteiten» wordt verslag gedaan van de beleidsprioriteiten die zijn opgenomen in de begroting 2019. Zoals gebruikelijk is ook dit jaar een tabel opgenomen met daarin de realisatie van de beleidsdoorlichtingen.
Beleidsartikelen
In de paragraaf «Beleidsartikelen» wordt meer in detail ingegaan op de verantwoording over de verschillende onderwerpen. De paragraaf kent per beleidsartikel de volgende opzet:
- Algemene doelstelling;
- Rol en verantwoordelijkheid;
- Beleidsconclusies;
- Tabel Budgettaire gevolgen van beleid;
- Toelichting op de financiële instrumenten.
De paragraaf «Niet-beleidsartikelen» kent per artikel een andere indeling, te weten:
- Tabel Budgettaire gevolgen;
- Toelichting op de financiële instrumenten.
Toelichting op financiële instrumenten
In de toelichting op de financiële instrumenten wordt aangegeven waarvoor de financiële overdracht in het begrotingsjaar is aangewend. Verschillen tussen de budgettaire raming en de realisatie in het verslagjaar worden toegelicht, hierbij wordt indien van toepassing verwezen naar de eerste en tweede suppletoire begrotingswetten of de Slotwet.
Voor de omschrijving van de rol en verantwoordelijkheid bij de beleidsartikelen is de begroting 2019 als basis gebruikt.
Bedrijfsvoeringsparagraaf
Het jaarverslag Koninkrijksrelaties 2019 bevat ook een bedrijfsvoeringparagraaf. Hierin wordt verslag gedaan over specifieke bedrijfsvoeringpunten voor Koninkrijksrelaties (IV). Voor het verslag over de bedrijfsvoering in algemene zin wordt verwezen naar het jaarverslag van het begrotingshoofdstuk Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII).
De jaarrekening 2019
In de jaarrekening treft u de verantwoordingsstaat voor de begroting van Koninkrijksrelaties en de saldibalans met toelichting aan. De slotwet wordt als een apart kamerstuk gepubliceerd.
De bijlagen
In de bijlagen is een overzicht opgenomen met afgerond evaluatie en overig onderzoek en het overzicht rijksuitgaven Caribisch Nederland.
Externe inhuur
De externe inhuur van Koninkrijksrelaties wordt verantwoord in het overzicht inhuur externen in het jaarverslag van het begrotingshoofdstuk Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII).
Wet Normering Topinkomens (WNT) verantwoording
De WNT verantwoording van Koninkrijksrelaties is opgenomen in het jaarverslag van het begrotingshoofdstuk Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII).
Het jaarverslag BES-fonds 2019
Beleidsprioriteiten
In de paragraaf «Beleidsprioriteiten» wordt verslag gedaan van de beleidsprioriteiten die zijn opgenomen in de begroting 2019. Zoals gebruikelijk is ook dit jaar een tabel opgenomen met daarin de realisatie van de beleidsdoorlichtingen.
Beleidsartikelen
In de paragraaf «Beleidsartikelen» wordt meer in detail ingegaan op de verantwoording over de verschillende onderwerpen. De paragraaf kent per beleidsartikel de volgende opzet:
- Algemene doelstelling;
- Rol en verantwoordelijkheid;
- Beleidsconclusies;
- Tabel Budgettaire gevolgen van beleid;
- Toelichting op de financiële instrumenten.
Toelichting op financiële instrumenten
In de toelichting op de financiële instrumenten wordt aangegeven waarvoor de financiële overdracht in het begrotingsjaar is aangewend. Verschillen tussen de budgettaire raming en de realisatie in het verslagjaar worden toegelicht, hierbij wordt indien van toepassing verwezen naar de eerste en tweede suppletoire begrotingswetten of de Slotwet.
Voor de omschrijving van de rol en verantwoordelijkheid bij de beleidsartikelen is de begroting 2019 als basis gebruikt.
Bedrijfsvoeringsparagraaf
Het jaarverslag BES-fonds 2019 bevat ook een bedrijfsvoeringsparagraaf. Hierin wordt verslag gedaan over specifieke bedrijfsvoeringspunten voor het BES-Fonds (H). Voor het verslag over de bedrijfsvoering in algemene zin wordt verwezen naar het jaarverslag van het begrotingshoofdstuk Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII).
De jaarrekening 2019
In de jaarrekening treft u de verantwoordingsstaat voor de begroting van het BES-fonds en de saldibalans met toelichting. De slotwet wordt als een apart kamerstuk gepubliceerd.
B. Beleidsverslag Koninkrijksrelaties
3. Beleidsprioriteiten
Het jaar 2019 heeft in het teken gestaan van het leveren van maatwerk per eiland. Steeds vaker bleken de uitdagingen per eiland zo verschillend, dat een eigen aanpak en een set aan maatregelen noodzakelijk werden geacht. Deze beweging is afgelopen jaren ingezet en heeft in 2019 verder vorm gekregen. Het Bestuursakkoord Bonaire en de bestuurlijke ingreep op Sint Eustatius in 2018 zijn daar voorbeelden van. Dit jaar is deze maatwerkaanpak uitgebreid met onder andere het sluiten van het Saba Package en het Groeiakkoord met Curaçao (Kamerstukken II 2018/19, 34269, nr. 5). Op Sint Maarten staat nog steeds de wederopbouw centraal en in 2019 zijn diverse projecten gestart. Daarnaast blijft de financieel-economische situatie van alle eilanden (met uitzondering van Saba) een aandachtspunt dat maatwerk per eiland vergt.
Tevens is er in 2019 hard gewerkt aan de onderlinge samenwerking en het overkoepelende belang van de eilanden. Zo heeft het kabinet haar reactie op de adviezen van de Afdeling advisering van de Raad van State (RvS) en het Interdepartementaal Beleidsonderzoek Koninkrijksrelaties (IBO KR) geformuleerd en is er gestart met het bieden van ondersteuning aan Aruba en Curaçao in het kader van de uitdagingen die beide landen ondervinden (mede) als gevolg van de situatie in Venezuela.
Coördinerende verantwoordelijkheid BZK
Met de kabinetsreactie op de voorlichting van de Afdeling advisering van de RvS en het IBO KR is verder richting gegeven aan de vormgeving van de Haagse coördinatie en de samenwerking tussen Europees Nederland en Caribisch Nederland. Niet als doel op zich, maar om het sociaaleconomische perspectief in Caribisch Nederland te verbeteren, met als uitgangspunt om alle Nederlanders gelijkwaardig te behandelen.
De belangrijkste aanbevelingen, die door het kabinet zijn overgenomen:
- Een uitvoeringsagenda per eiland opstellen, als logisch vervolg op de bestuursakkoorden die al met Bonaire en Saba zijn gesloten.
- Bij wet- en regelgeving steeds bezien of en hoe deze wetgeving van toepassing kan worden verklaard in Caribisch Nederland én of differentiatie nodig en wenselijk is.
- De huidige taakverdeling tussen het Rijk en de openbare lichamen verduidelijken en herijken.
- Verschillende mogelijkheden van toezicht en sturing in de wet uitbreiden, zodat er bestuurlijk gedifferentieerd kan worden al naargelang de specifieke situaties van de drie eilanden.
- In overleg met de eilandbesturen het ambtelijk apparaat versterken en de publieke dienstverlening aan de inwoners van de eilanden verbeteren.
De coördinerende verantwoordelijkheid van BZK loopt grotendeels via het voorzitterschap van de stuurgroep Caribisch Nederland. In 2019 is, onder regie van de stuurgroep Caribisch Nederland, een start gemaakt met de uitvoering van de aanbevelingen uit de kabinetsreactie. Dit loopt de komende jaren door.
Wederopbouw bovenwinden
Versterking grenstoezicht Sint Maarten
De uitvoering van het grenstoezicht in Sint Maarten vormde na het passeren van orkaan Irma een verhoogd risico voor de veiligheid. Een integere en versterkte uitvoering van het grenstoezicht is een essentiële schakel in de aanpak van criminaliteit en instroom van illegale arbeidsmigranten.
In 2019 is verder uitvoering gegeven aan de onderlinge regeling versterking grenstoezicht Sint Maarten. De uitvoering van de onderlinge regeling wordt in de praktijk steeds zichtbaarder. Zo er is sprake van een multidisciplinaire aanpak van de grensdiensten, geïnstitutionaliseerde samenwerkingsverbanden (ook met Frankrijk), een gerichte inzet van de flexpool Koninklijke Marechaussee (KMar), nieuw materiaal en veilige uitrusting en tot slot worden er diverse trainingen en opleidingen gegeven. De grote uitdaging is echter de verduurzaming van deze positieve maatregelen, wat geborgd dient te worden in de begroting van Sint Maarten.
Integriteitskamer Sint Maarten
Nederland draagt, op basis van eerder gemaakte afspraken, financieel bij aan de integriteitskamer. Dit houdt in dat Nederland van 2018 tot en met 2021 zorg zal dragen voor de financiering van de helft van de kosten van de integriteitskamer. De andere helft, waar Sint Maarten voor verantwoordelijk is, zal tot en met 2020 vergoed worden vanuit de wederopbouwmiddelen die beschikbaar zijn voor directe steun. In 2019 zijn de voorbereidingen getroffen voor het fysiek bemannen en operationeel krijgen van de integriteitskamer, de Raad van Toezicht en het secretariaat. Verwachting is dat begin 2020 de laatste benoeming plaatsvindt (voorzitter Raad van Toezicht) en dat de werkzaamheden van de integriteitskamer van start kunnen gaan.
Wederopbouw Sint Maarten
Het hoofdspoor van de wederopbouw van Sint Maarten verloopt via een trustfonds bij de Wereldbank. Met twee tranches van respectievelijk € 112 mln. en € 150 mln. is er tot nu toe € 262 mln. in het trustfonds gestort. Er is nog maximaal € 190,9 mln. beschikbaar voor toekomstige stortingen in het trustfonds. In 2019 is een overbruggingskrediet van € 13,2 mln. voor de luchthaven verstrekt, zodra het overbruggingskrediet is terugontvangen komt deze weer beschikbaar op de Aanvullende Post. Daarmee komt de stand van de Aanvullende Post in 2019 op € 177,7 mln.. Inmiddels is voor € 185 mln. aan projecten in uitvoering.
In 2019 zijn verschillende wederopbouwprojecten in uitvoering gegaan. Zo zijn er met behulp van Nederland inmiddels ruim 1.100 huizen hersteld met hulpgeld uit Nederland. Hiervan is bijna de helft gerealiseerd met de wederopbouwmiddelen die door de Minister van BZK beschikbaar zijn gesteld en de rest dankzij de inzamelingsactie van het Rode Kruis. Het trustfonds voorziet bovendien in verschillende projecten waarmee in totaal nog circa 500 huizen worden opgeknapt in 2020. Verder is het herstel van noodvoorzieningen zoals politiebureaus en de meldkamer vergevorderd en loopt het inkomens- en beroepstrainingsprogramma voor werklozen en inwoners met onvoldoende werk voortvarend met ruim 1.300 gevolgde trainingen (Kamerstukken II 2019/20, 34773, nr. 19). Naast de uitvoering van deze projecten stond 2019 vooral in het teken van voorbereiding van verschillende nieuwe projecten. Deze voorbereidingen hebben er onder andere toe geleid dat op de valreep van 2019 de benodigde overeenkomsten voor de financiering van het herstel van het luchthaven terminalgebouw zijn ondertekend.
Naast het traject met de Wereldbank, verleent Nederland ook voor € 98,3 mln. directe steun aan Sint Maarten vanuit de middelen voor de wederopbouw van Sint Maarten. Een gedeelte hiervan, in totaal € 41 mln., is besteed aan liquiditeitssteun. De rest van deze middelen zijn onder andere de bijdragen aan de inrichting van de integriteitskamer en de versterking van het grenstoezicht betaald. Daarnaast heeft Nederland in 2019 technische ondersteuning aangeboden bij het op orde brengen van het gevangeniswezen op Sint Maarten. Dergelijke vormen van ondersteuning hebben in 2019 niet geleid tot Nederlandse inzet wegens het ontbreken van een formeel verzoek om ondersteuning vanuit de regering van Sint Maarten. Over de detentiesituatie wordt met regelmaat gerapporteerd door en gesproken met de autoriteiten van Sint Maarten. De bijstand aan het Korps Politie Sint Maarten (KPSM) is conform afspraak per 1 juli 2019 voor rekening van de regering van Sint Maarten gekomen. Parallel daaraan vindt een geleidelijke afbouw van de bijstand plaats.
Wederopbouw Saba en Sint Eustatius
In 2019 is het herstel van beschadige woningen in een zeer vergevorderd stadium geraakt. De meeste huizen zijn inmiddels hersteld, waarbij de zwaarst beschadigde woningen als eerste zijn aangepakt. Alleen op Sint Eustatius wordt in 2020 nog de laatste hand gelegd aan een aantal minder zwaar beschadigde woningen. Het herstel van scholen en overheidsgebouwen is in 2019 geheel afgerond. De natuurprojecten op beide eilanden zijn afgerond of in gang gezet. Voor enkele projecten geldt dat ze met een startsubsidie zijn opgezet, maar vanwege de aard een langere doorlooptijd hebben. Dat is bijvoorbeeld het geval bij het herbebossingsproject waarin bomen worden opgekweekt. Over de voortgang van deze projecten is gerapporteerd in de voortgangsrapportage van 29 mei 2019 (Kamerstukken II 2018/19, 35000 IV nr. 57). Het herstel van de wegen is in gang gezet en het project voor de bescherming van de klif onder Fort Oranje bevindt zich in de afrondende fase, waarbij 80% van het werk inmiddels heeft plaatsgevonden. Dit project maakt deel uit van de integrale aanpak van de erosieproblematiek door de Ministeries van IenW, OCW, BZK en het openbaar lichaam Sint Eustatius.
Rechtshandhaving/versterken rechtsstaat
Team Bestrijding Ondermijning (TBO)
De projectmatige aanpak van de georganiseerde (ondermijnende) criminaliteit is in 2018 gecontinueerd tot en met 2021. Deze aanpak (beter bekend onder de naam Team Bestrijding Ondermijning, TBO) krijgt vorm door een extra inzet van het Recherche Samenwerkingsteam (RST), de Openbaar Ministeries en het Gemeenschappelijk Hof. De resultaten in 2019 illustreren nut en noodzaak van deze inzet (Kamerstukken II 2019/20, 35300 IV, nr. 14). De onderzoeken kennen een zeker tijdsverloop, zijn complex, omvangrijk, hebben doorgaans een (zware) financieel-economische component en hebben een grensoverschrijdend karakter. Dat maakt samenwerking tussen de landen van het Koninkrijk noodzakelijk. In de onderzoeken tot op heden is criminele betrokkenheid van onder meer politici, ambtenaren, belangrijke overheidsbedrijven, organisaties in de (semi-)collectieve sector en private ondernemingen aangetoond. Het gaat dan om onder meer corruptie, belastingfraude, witwassen, valsheid in geschrifte, oplichting of verduistering. Deze projectaanpak legt de verwevenheid tussen onder- en bovenwereld bloot en maakt duidelijk dat misdaad niet loont.
Het Protocol inzake gespecialiseerde recherchesamenwerking tussen de landen van het Koninkrijk Aruba, Curaçao, Sint Maarten en Nederland is herzien (Stcrt. 2019, 38964). De vier landen hebben hierin afspraken vastgelegd over taakgebieden, een herinrichting, het sturingsmodel en informatiedeling van het RST (Kamerstukken II 2018/19, 29628, nr. 861).
Versterking goed bestuur en regionale ontwikkeling
Bestuurlijk ingrijpen Sint Eustatius
Door middel van de Tijdelijke wet taakverwaarlozing Sint Eustatius heeft Nederland in februari 2018 bestuurlijk ingegrepen op Sint Eustatius. Om de bestuurlijke en ambtelijke organisatie te verbeteren is er in 2018 een aantal projecten opgepakt, zoals de verbetering van het financieel beheer, de reorganisatie van het ambtelijk apparaat en het op orde brengen van alle administraties van het openbaar lichaam. Over de voortgang van de verschillende projecten is gerapporteerd in de voortgangsrapportages (Kamerstukken II 2018/19, 35000 IV, nr. 57 en Kamerstukken II 2019/20, 35300 IV, nr. 36).
In zijn brief aan de Tweede en Eerste Kamer van 24 september 2019 (Kamerstukken II 2019/20, 35300 IV, nr. 6) heeft de Staatssecretaris van BZK het voornemen uitgesproken om op 21 oktober 2020 de verkiezingen van de eilandsraad te organiseren. Deze verkiezingen vormen de eerste stap op weg naar het geleidelijk herstel van de reguliere bestuurlijke verhoudingen en het einde van de bestuurlijke ingreep. Hoewel er al veel werk is verzet op Sint Eustatius en er concrete verbeteringen zichtbaar zijn, is er nog steeds veel te doen voordat er sprake is van een stevig fundament waarop een nieuw lokaal bestuur verder kan bouwen. Er is meer tijd nodig om op verscheidene terreinen orde op zaken te stellen. De Staatssecretaris achtte een geleidelijke overgang naar reguliere bestuurlijke verhoudingen daarom noodzakelijk en wil dit in een nieuwe tijdelijke wet regelen. Dit wetstraject is in 2019 aangevangen en loopt door in 2020.
Versterken bestuur
In 2019 is uitvoering gegeven aan het Bestuursakkoord Bonaire dat in november 2018 is afgesloten tussen het openbaar lichaam Bonaire en de Staat der Nederlanden (Kamerstukken I 2018/19, 35000 IV, nr. B). In juni 2019 is ook het Saba Package getekend, een soortgelijke samenwerking tussen het openbaar lichaam van Saba en de Staat der Nederlanden (Kamerstukken II 2018/19, 35000 IV, nr. 66). Beide akkoorden hebben ten doel een bijdrage te leveren aan de verbetering van de levensstandaard van de inwoners van Bonaire en Saba. In 2019 zijn op dit gebied diverse stappen gezet onder andere door het ondertekenen van het convenant volkshuisvesting Bonaire en het opstellen van een verbeterplan voor de versterking van het ambtelijk apparaat op Bonaire (Kamerstukken II 2018/19, 35000 IV, nr. 58). Een ander belangrijk onderdeel van de akkoorden is het versterken van het lokale bestuur en het ambtelijk apparaat, onder andere door het Talent Ontwikkel Programma (TOP) Bonaire voor jonge lokale professionals.
Regionale knelpunten Caribisch Nederland
De eerste tranche van de Regio Envelop Caribisch Nederland bedroeg € 30 mln. afkomstig van de begroting van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (XIV) en de eerste projecten hiervan zijn inmiddels in uitvoering, bijvoorbeeld de renovatie van het slachthuis op Bonaire en het landbouwproject op Saba (Kamerstukken II 2019/20, 29697, nr. 72).
Venezuela
Het kabinet heeft in 2019, mede gelet op de situatie in Venezuela én met het oog op crisisbeheersing in de regio, € 23,8 mln. vrijgemaakt voor ondersteuning van de Benedenwindse Eilanden. In dit kader heeft het Ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV) in september 2019 de uitvoering van technische ondersteuning aan Aruba en Curaçao bij het verder optimaliseren van vreemdelingenprocessen voortgezet. Daarnaast is het Ministerie van Defensie in 2019 gestart met maatregelen ter versterking van de maritieme grenzen. Het Ministerie van BZK heeft in december 2019 een eerste bijdrage geleverd ter verbetering van de omstandigheden binnen de vreemdelingenbewaring in Curaçao. Bovendien heeft het Ministerie van BZK een eerste bijdrage geleverd aan diverse bijstandsprojecten in Aruba (Kamerstukken I 2018/19, 29653, nr. H).
Financiële situatie (ei)landen in relatie tot financieel toezicht en economische ontwikkeling
Aruba
De financieel-economische situatie van Aruba blijft zorgelijk. Zowel in 2017 als in 2018 werden de begrotingsnormen uit de Landsverordening Aruba tijdelijk financieel toezicht (LAft) niet gehaald. Om het financieel toezicht op Aruba door de Rijksministerraad (RMR) en het Collega Aruba financieel toezicht (CAft) te continueren na 2018, is op 22 november 2018 een protocol gesloten tussen Nederland en Aruba met een nieuw normenkader voor de jaren 2019 tot en met 2021 en verder (Kamerstukken II 2018/19, 35000 IV, nr. 31). De inhoud van het Protocol 2018 moet nog adequaat worden vastgelegd in wet- en regelgeving door Aruba. Op 23 september 2019 heeft het CAft de RMR geadviseerd een aanwijzing aan de Minsterraad van Aruba te geven. In reactie hierop hebben de Minister van BZK en de Minister-president van Aruba op 21 november 2019 afspraken gemaakt om te komen tot een solide Arubaanse begroting 2020, betere motivering van (toekomstige) baten en lasten en om hierover te rapporteren aan de RMR. Naar aanleiding van deze afspraken heeft de RMR besloten de Ministerraad van Aruba vooralsnog geen aanwijzing te geven. Indien de afspraken van 21 november 2019 niet of onvoldoende worden nagekomen, volgt mogelijk alsnog een aanwijzing.
Curaçao en Sint Maarten
Het financieel toezicht op Curaçao en Sint Maarten is geregeld in de Rijkswet financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten (Rft). Op Curaçao vormen, naast een stagnerende economische groei, de beperkte capaciteit om tegenvallers op te vangen en de ontwikkelingen rondom de olieraffinaderij de grootste risico’s. Op 12 juli 2019 heeft de RMR het besluit genomen tot het geven van een aanwijzing aan het bestuur van Curaçao tot aanpassing van de begroting 2019 (Kamerstukken II 2018/19, 34269, nr. 5). Tegen dit besluit is door Curaçao kroonberoep aangetekend. Deze procedure was eind 2019 nog niet afgerond.
De economie van Sint Maarten groeit de komende jaren relatief hard. In 2019 groeide de economie met 5% en het IMF verwacht dat Sint Maarten in 2020 een economische groei heeft van ongeveer 3%. Het snelle herstel van het toerisme en investeringen in het kader van wederopbouw dragen bij aan een spoedig herstel van de economie. Sint Maarten heeft 2019 afgesloten met een begrotingstekort van ANG 45 mln. en heeft voor 2019 ook behoefte gehad aan liquiditeitssteun. Aan het toekennen van de liquiditeitssteun heeft de Rijksministerraad echter voorwaarden verbonden. Tot op heden voldoet Sint Maarten niet aan de gestelde voorwaarden waardoor de liquiditeitssteun voor 2019 niet is uitgekeerd. Wel is € 16,5 mln. aan liquiditeitssteun, welke in 2018 was toegekend, in 2019 uitgekeerd.
Het College financieel toezicht (Cft) is nauw betrokken bij het op orde brengen van het financieel beheer van de landen conform artikel 4 Rft. Daarnaast kunnen de landen gebruik maken van de expertise en advisering van de eigen rekenkamers.
BES-eilanden
Daar waar Saba al enkele jaren een goedkeurende accountantsverklaring krijgt, blijft het voor Bonaire en Sint Eustatius een uitdaging om het financieel beheer naar een aanvaardbaar niveau te brengen. Hoewel het financieel beheer op orde is, ondervindt Saba toenemende druk op de begroting. De begroting van Saba kent namelijk veel incidentele bijdragen, soms ook voor structurele taken. In het Saba Package is afgesproken om per ministerie te bezien hoe structurele taken ook met structurele middelen gedekt kunnen worden. In het kader van het bestuurlijke ingrijpen is in 2018 een verbetertraject financieel beheer gestart op Sint Eustatius, dit traject is in 2019 voortgezet. Er is al veel werk verzet, maar er moet ook nog steeds veel gebeuren om te komen tot een verantwoorde overdracht aan een nieuw bestuur. Het trage en gefragmenteerde digitaliseringsproces speelt hier een belangrijke rol in. Ook op Bonaire blijft het financieel beheer een aandachtspunt en is het als een van de hoofdprioriteiten opgenomen in het Bestuursakkoord Bonaire. Inmiddels is een verbeterplan voor het financieel beheer opgesteld en wordt het versneld in uitvoering gebracht. Het College financieel toezicht (Cft) is ook voor de openbare lichamen betrokken bij het op orde brengen van het financieel beheer.
Groeiakkoord Curaçao
Gelijktijdig met de aanwijzing vanuit de RMR heeft Nederland op 12 juli 2019 in een onderlinge regeling (het Groeiakkoord) met Curaçao afspraken gemaakt over het duurzaam oplossen van de economische problemen van het eiland (Kamerstukken II 2018/19, 34269, nr. 5). Er zijn onder andere afspraken gemaakt over hervormingen in de sociale sector, de zorg, het onderwijs, de arbeidsmarkt en het overheidsapparaat. Belangrijke voorwaarde voor de geboden ondersteuning vanuit Nederland hierbij is, dat deze daadwerkelijk wordt ingezet om de overheidsfinanciën op orde te krijgen, de economie een impuls te geven en noodzakelijke structurele hervormingen door te voeren. In 2019 is ondersteuning geleverd bij het ontwikkelen van strategisch grondexploitatiebeleid, het opzetten van een garantiefonds en het inrichten van de financiële functie.
Realisatie beleidsdoorlichtingen Koninkrijksrelaties
1 | Versterken rechtsstaat | X | Ja | ||||||
4.1 | Bevorderen sociaaleconomische structuur Curaçao, Sint Maarten en Aruba | X | Nee | ||||||
4.2 | Bevorderen sociaaleconomische structuur Caribisch Nederland | ||||||||
5.1 | Schuldsanering/lopende inschrijving/leningen: schuldsanering landen Curaçao en Sint Maarten | X | Ja | ||||||
5.2 | Schuldsanering/lopende inschrijving/leningen: Leningen en/of garanties landen Curaçao, Sint Maarten en Aruba | ||||||||
8.1 | Wederopbouw Bovenwindse eilanden: Wederopbouw | ||||||||
8.2 | Wederopbouw Bovenwindse eilanden: Noodhulp |
Toelichting
Artikel 4.1 Aruba, Curaçao en Sint Maarten
De onder artikelonderdeel 4.1 geraamde pensioentoelagen worden niet in de beleidsdoorlichting meegenomen.
Het meest recente overzicht van de programmering van evaluaties en beleidsdoorlichtingen vindt u op rijksbegroting.nl.
Voor de realisatie van andere onderzoeken, zie bijlage 1 «Overzicht afgerond evaluatie- en overig onderzoek».
Overzicht risicoregelingen Koninkrijksrelaties
Artikel 5 Schuldsanering/lopende inschrijving/leningen | Nederlandse Investeringsbank Ontwikkelingslanden / leningen aan het land Aruba | 230 | 0 | 230 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Artikel 5 Schuldsanering/lopende inschrijving/leningen | 9e Europees Ontwikkelingsfonds verlenging | 1.876 | 0 | 0 | 1.876 | 0 | 1.876 | 0 |
Totaal | 2.106 | 0 | 230 | 1.876 | 0 | 1.876 | 0 |
De garantie aan het land Aruba is in 2019 komen te vervallen. Er zijn in 2019 geen uitgaven gedaan op garanties. Voor verdere informatie wordt verwezen naar de toelichting bij de saldibalans.
Totaal verstrekte leningen | 1.298.616 | ‒ | ‒ | |||
Artikel 5 Schuldsanering/ lopende inschrijving/ leningen | 1.246.587 | |||||
Lening lopende inschrijving Curaçao 2,5% | ANG 81.979 | 32.690 | 10 jaar (2010-2020) | |||
Lening lopende inschrijving Curaçao 2,75% | ANG 139.735 | 55.720 | 15 jaar (2010-2025) | ‒ | ‒ | |
Lening lopende inschrijving Curaçao 2,875 | ANG 370.000 | 147.539 | 20 jaar (2010-2030) | ‒ | ‒ | |
Lening lopende inschrijving Curaçao 3,0% | ANG 474.900 | 189.369 | 25 jaar (2010-2035) | ‒ | ‒ | |
Lening lopende inschrijving Curaçao 3,125% | ANG 582.391 | 232.231 | 30 jaar (2010-2040) | ‒ | ‒ | |
Lening lopende inschrijving Curaçao 2,75% | ANG 62.604 | 25.226 | 30 jaar (2013-2043) | ‒ | ‒ | |
Lening lopende inschrijving Curaçao 2,45% | ANG 247.036 | 103.186 | 30 jaar (2014-2044) | ‒ | ‒ | |
Lening lopende inschrijving Curaçao 1,6% | ANG 212.727 | 112.230 | 30 jaar (2015-2045) | ‒ | ‒ | |
Lening lopende inschrijving Curaçao 1,62% | ANG 33.296 | 17.997 | 30 jaar (2015-2045) | ‒ | ‒ | |
Lening lopende inschrijving Curaçao 1,0% | ANG 59.050 | 29.702 | 30 jaar (2016-2046) | ‒ | ‒ | |
Lening lopende inschrijving Curaçao 1,24% | ANG 60.000 | 28.448 | 30 jaar (2017-2047) | ‒ | ‒ | |
Lening lopende inschrijving Curaçao 0,92% | ANG 69.100 | 34.167 | 30 jaar (2019-2049) | ‒ | ‒ | |
Lening lopende inschrijving Sint Maarten 2,5% | ANG 49.875 | 19.992 | 10 jaar (2010-2020) | ‒ | ‒ | |
Lening lopende inschrijving Sint Maarten 2,625% | ANG 73.500 | 29.461 | 15 jaar (2010-2025) | ‒ | ‒ | |
Lening lopende inschrijving Sint Maarten 2,75 % | ANG 78.571 | 31.494 | 20 jaar (2010-2030) | ‒ | ‒ | |
Lening lopende inschrijving Sint Maarten 2,875% | ANG 50.000 | 20.042 | 25 jaar (2010-2035) | ‒ | ‒ | |
Lening lopende inschrijving Sint Maarten 3,0% | ANG 50.000 | 20.042 | 30 jaar (2010-2040) | ‒ | ‒ | |
Lening lopende inschrijving Sint Maarten 2,25% | ANG 58.652 | 24.765 | 15 jaar (2014-2029) | ‒ | ‒ | |
Lening lopende inschrijving Sint Maarten 2,375% | ANG 44.818 | 18.739 | 20 jaar (2014-2034) | ‒ | ‒ | |
Lening lopende inschrijving Sint Maarten 2,45% | ANG 39.526 | 14.931 | 30 jaar (2014-2044) | ‒ | ‒ | |
Lening lopende inschrijving Sint Maarten 1,8% | ANG 25.226 | 13.388 | 30 jaar (2014-2044) | ‒ | ‒ | |
Lening lopende inschrijving Sint Maarten 0,5% | ANG 20.800 | 10.606 | 7 jaar (2016-2023) | ‒ | ‒ | |
Lening lopende inschrijving Sint Maarten 0,83% | ANG 18.811 | 8.895 | 25 jaar (2017-2032) | ‒ | ‒ | |
Lening lopende inschrijving Sint Maarten 0,74% | ANG 32.900 | 16.459 | 30 jaar (2019-2049) | 0 | 494 | |
Lening Ontwikkelingsbank Nederlandse Antillen | ‒ | 1.341 | 29 jaar (2001-2030) | ‒ | ‒ | |
Maatregel Tussenbalans begrotingslening Aruba 2,5% | ‒ | 763 | 30 jaar (1991-2021) | ‒ | ‒ | |
Maatregel Tussenbalans begrotingslening Aruba 2,5% | ‒ | 1.256 | 30 jaar (1992-2022) | ‒ | ‒ | |
Maatregel Tussenbalans begrotingslening Aruba 2,5% | ‒ | 953 | 30 jaar (1993-2023) | ‒ | ‒ | |
Maatregel Tussenbalans begrotingslening Aruba 2,5% | ‒ | 453 | 30 jaar (1994-2024) | ‒ | ‒ | |
Maatregel Tussenbalans begrotingslening Aruba 2,5% | ‒ | 85 | 30 jaar (1995-2025) | ‒ | ‒ | |
Water en Energiebedrijf Aruba 2,5% | ANG 9.199 | 4.416 | 30 jaar (1995-2025) | ‒ | ‒ | |
Artikel 8 Noodhulp en wederopbouw Bovenwindse eilanden | 52.029 | |||||
Liquiditeitssteun Sint Maarten 0% | ANG 50.000 | 22.790 | 30 jaar (2018-2048) | ‒ | ‒ | |
Liquiditeitssteun Sint Maarten 0% | ANG 32.600 | 15.789 | 30 jaar (2018-2048) | ‒ | ‒ | |
Liquiditeitssteun Sint Maarten 0% | $ 15.000 | 13.450 | 1 jaar (2019-2020) | ‒ | ‒ |
- In de begroting 2020 is abusievelijk gebruik gemaakt van de marktwaarde in 2019.
Toelichting
De leningen aan de landen worden meestal afgesloten in Antilliaanse guldens en vastgelegd in de begroting in euro's. Deze vastlegging gebeurt op basis van de geldende koers op het moment van aangaan van de lening (historische waarde).
Ten behoeve van de lening lopende inschrijving van Sint Maarten van 2019 is een begrotingsreserve van 3% op de Aanvullende Post gereserveerd.
4. Beleidsartikelen
Artikel 1. Versterken rechtsstaat
A. Algemene doelstelling
Het bevorderen van goed bestuur door middel van samenwerking op het gebied van veiligheid, rechtshandhaving en grensbewaking en onder-steuning van de landen Aruba, Curaçao en Sint Maarten.
B. Rol en verantwoordelijkheid
Rechtshandhaving en veiligheid zijn autonome aangelegenheden van de landen van het Koninkrijk. Het beleid is er hoofdzakelijk op gericht om invulling te geven aan samenwerkingsregelingen en de uitvoering van rijkswetten, ter bevordering van de rechtshandhavingsketen en de algemene veiligheid in Aruba, Curaçao en Sint Maarten. Dit komt voort uit artikel 36 van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden (Statuut) dat bepaalt dat landen binnen het Koninkrijk elkaar hulp en bijstand verlenen, en komt tot stand door middel van samenwerkingsregelingen op basis van artikel 38 van het Statuut, of op grond van geldende rijkswetten.
Elk land in het Koninkrijk heeft de zorg voor de verwezenlijking van de fundamentele rechten en vrijheden van de mens, de rechtszekerheid en de deugdelijkheid van bestuur. De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) stimuleert de landen bij het invullen van deze verantwoordelijkheid.
De ondersteuning en versterking van de rechtsstaat die Nederland biedt aan Aruba, Curaçao en Sint Maarten is belegd bij de bewindspersoon verantwoordelijk voor de Koninkrijksrelaties, die daarin nauw samenwerkt met de betrokken bewindspersonen van Justitie en Veiligheid en Defensie die de operationele capaciteit voor de ondersteuning en versterking leveren. Via de ondersteuning van de recherchecapaciteit en het ondersteunen van de rechterlijke macht in de landen, worden ook de recherchecapaciteit en de rechterlijke macht in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba, ondersteund.
C. Beleidsconclusies
Het jaar 2019 is belangrijk geweest voor het Recherchesamenwerkingsteam (RST). In januari is het herziene Protocol Recherchesamenwerking1 en marge van het Justitieel Vierpartijenoverleg (JVO) ondertekend door de vier Ministers van Justitie en de Staatssecretaris van BZK (Kamerstukken II 2018/19, 29628, nr. 861 en Stcrt. 2019, 38964). Het gewijzigde Protocol legt nadere afspraken tussen de landen van het Koninkrijk op het gebied van informatiedeling en de inrichting van het RST vast. Tevens heeft dit de mogelijkheid geboden voor een verduurzaming van de inzet. De herinrichting van het RST is in de loop van 2019 in gang gezet. Dit betekent dat er vanaf 2019 met centrale teams vanuit Curaçao en decentrale teams bij de Korpsen van Aruba, Bonaire, Curaçao en Sint Maarten wordt gewerkt.
Op 23 januari 2019 is tijdens het JVO het nieuwe Protocol flexpool Koninklijke Marechaussee2 ondertekend (Kamerstukken II 2018/19, 35000 IV, nr. 40). Met de ondertekening van dit protocol is de inzet van de flexpool afgebakend tot grensgerelateerde politietaken. Hiermee wordt optimaal gebruik gemaakt van de kennis en kunde van het personeel van de Koninklijke Marechausee. De huidige inzet van de flexpool is essentieel voor het grenstoezicht op de landen. Op Sint Maarten is de inzet van de flexpool onderdeel van de onderlinge regeling versterking grenstoezicht Sint Maarten.
De projectmatige aanpak van de georganiseerde (ondermijnende) criminaliteit is in 2018 gecontinueerd tot en met 2021. Deze aanpak (beter bekend onder de naam Team Bestrijding Ondermijning, TBO) krijgt vorm door een extra inzet van het RST, de Openbaar Ministeries en het Gemeenschappelijk Hof. De resultaten in 2019 illustreren nut en noodzaak van deze inzet (Kamerstukken II 2019/20, 35300 IV, nr. 14). De onderzoeken kennen een zeker tijdsverloop, zijn complex, omvangrijk, hebben doorgaans een (zware) financieel-economische component en hebben een grensoverschrijdend karakter. Dat maakt samenwerking tussen de landen van het Koninkrijk noodzakelijk. In de onderzoeken tot op heden is criminele betrokkenheid van onder meer politici, ambtenaren, belangrijke overheidsbedrijven, organisaties in de (semi-)collectieve sector en private ondernemingen aangetoond. Het gaat dan om onder meer corruptie, belastingfraude, witwassen, valsheid in geschrifte, oplichting of verduistering. Deze projectaanpak legt de verwevenheid tussen onder- en bovenwereld bloot en maakt duidelijk dat misdaad niet loont.
D. Tabel Budgettaire gevolgen van beleid
2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2019 | 2019 | |
Verplichtingen | 26.754 | 67.650 | 75.487 | 27.795 | 40.107 | 40.434 | ‒ 327 |
Uitgaven | 65.475 | 77.735 | 69.841 | 45.772 | 40.422 | 40.434 | ‒ 12 |
1.1 Versterken rechtsstaat | 65.475 | 77.735 | 69.841 | 45.772 | 40.422 | 40.434 | ‒ 12 |
Bijdragen aan ZBO's / RWT's | 0 | 0 | 14.355 | 34.703 | 29.456 | 27.141 | 2.315 |
Recherchecapaciteit (Nationale Politie) | 0 | 0 | 14.355 | 34.703 | 29.456 | 27.141 | 2.315 |
Bijdragen aan medeoverheden | 0 | 26 | 0 | 0 | 15 | 0 | 15 |
Overige bijstand aan de landen | 0 | 26 | 0 | 0 | 15 | 0 | 15 |
Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken | 65.475 | 77.709 | 55.486 | 11.069 | 10.951 | 13.293 | ‒ 2.342 |
Duradero | 939 | 712 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Grensbewaking (Defensie) | 6.100 | 6.100 | 6.100 | 6.100 | 6.209 | 6.100 | 109 |
Kustwacht Defensie) | 38.504 | 37.838 | 46.106 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Recherchecapaciteit (Nationale Politie) | 15.595 | 28.528 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Rechterlijke macht (JenV) | 4.337 | 4.531 | 3.280 | 4.969 | 4.742 | 7.193 | ‒ 2.451 |
Ontvangsten | 5.192 | 5.981 | 2.174 | 3.952 | 4.253 | 0 | 4.253 |
E. Toelichting op de financiële instrumenten
Uitgaven
Bijdragen aan ZBO's/RWT's
Recherchecapaciteit (Nationale Politie)
Zoals vastgelegd in de Rijkswet politie van Curaçao, van Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba en het herziene Protocol Recherchesamenwerking heeft het RST in 2019 uitvoering gegeven aan de bestrijding van zware, georganiseerde en grensoverschrijdende criminaliteit. Daarnaast heeft het Recherche Samenwerkingsteam (RST) de afhandeling van internationale rechtshulpverzoeken op dit gebied verricht. De hogere uitgaven in 2019 zijn veroorzaakt door facturen uit 2017 en 2018.
Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken
Grensbewaking (Defensie)
Nederland heeft 43 FTE van de Koninklijke Marechaussee ter beschikking aan de landen gesteld voor de versterking van het grenstoezicht. De inzet vindt plaats onder lokaal gezag van de Ministers van Justitie en op verzoek van de landen. Het Ministerie van BZK vergoedt de kosten.
Rechterlijke macht (Justitie en Veiligheid)
Nederland heeft op verzoek van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie en de Ministers van Justitie van de Caribische delen van het Koninkrijk rechters en officieren van Justitie ter beschikking gesteld. De Raad voor de Rechtspraak en het Openbaar Ministerie in Nederland stellen de betreffende rechterlijke ambtenaren ter beschikking. In 2019 heeft het Ministerie van BZK de uitzendkosten voor deze rechterlijke ambtenaren op grond van het Voorzieningenstelsel Buitenland-toeslagen Rechterlijke Ambtenaren (VBRA) bekostigd. De onderuitputting wordt met name veroorzaakt, doordat de middelen voor het Parket Procureur Generaal en het Gemeenschappelijk Hof van Justitie in het kader van de projectaanpak TBO in 2019 bij eerste suppletoire begroting 2019 naar de begroting van het Ministerie van JenV zijn overgeboekt, om één zuivere financieringslijn te borgen.
Ontvangsten
Na verrekening van de rijksbijdrage voor het RST en het TBO over 2017 en 2018 is er € 4,3 mln. teruggevloeid naar begrotingshoofdstuk IV Koninkrijksrelaties. Van deze ontvangsten is € 2,4 mln. ingezet als voorschot aan de Politie voor de kosten bij het RST in verband met de uitzending van personeel naar het Caribisch deel van het Koninkrijk. Het resterende bedrag is ingezet om overige uitgaven op begrotingsartikel 1 ‘Versterken rechtsstaat’ te dekken.
Artikel 4. Bevorderen sociaaleconomische structuur
A. Algemene doelstelling
Nederland kan op verzoek van Aruba, Curaçao en Sint Maarten onder-steuning bieden bij de sociale en economische ontwikkeling en het verbeteren van de situatie omtrent de overheidsfinanciën.
Nederland bevordert gezamenlijk met de openbare lichamen de sociale en economische ontwikkeling op Bonaire, Sint Eustatius en Saba.
B. Rol en verantwoordelijkheid
Ten aanzien van de landen Aruba, Curaçao en Sint Maarten
Aruba, Curaçao en Sint Maarten zijn volledig zelf verantwoordelijk voor de beleidvorming en -uitvoering in de landen. De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) kan op basis van (individuele) verzoeken van de landen beleidsmatige assistentie bieden om hen te ondersteunen, bijvoorbeeld door middel van het delen van kennis en het leveren van expertise.
Ten aanzien van de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba
De openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba maken onderdeel uit van het staatsbestel van Nederland. In de Grondwet is bepaald dat voor deze eilanden regels kunnen worden gesteld en andere specifieke maatregelen kunnen worden getroffen met het oog op de economische en sociale omstandigheden, de grote afstand tot het Europese deel van Nederland, hun insulaire karakter, kleine oppervlakte en bevolkingsomvang, geografische omstandigheden, het klimaat en andere factoren waardoor deze eilanden zich wezenlijk onderscheiden van het Europese deel van Nederland.
De Minister van BZK is verantwoordelijk voor de Rijkscoördinatie van beleid met betrekking tot Caribisch Nederland. Vanuit zijn coördinerende rol beheert het Ministerie van BZK het BES-fonds en de Shared Service Organisatie Caribisch Nederland (SSO-CN). Daarnaast stemt BZK het Rijksbeleid af in de ambtelijke stuurgroep Caribisch Nederland en zo nodig via een bewindspersonenoverleg Caribisch Nederland, om integrale besluitvorming ten aanzien van de openbare lichamen te bevorderen.
De Minister van BZK ondersteunt vanuit de begroting van Koninkrijksrelaties de openbare lichamen door middel van het delen van kennis en het leveren van expertise ter verbetering van het openbaar bestuur en economisch perspectief.
C. Beleidsconclusies
In 2019 heeft het Ministerie van BZK gezamenlijk met Aruba en Curaçao voorbereidingen getroffen en voor Curaçao middelen overgeheveld ten behoeve van de uitvoering van diverse (bijstands)projecten in het kader van Venezuela. De uitvoering van deze projecten vindt plaats in 2020.
D. Tabel Budgettaire gevolgen van beleid
2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2019 | 2019 | |
Verplichtingen | 0 | 16.600 | 21.694 | 49.787 | 27.316 | 11.198 | 16.118 |
Uitgaven | 0 | 17.994 | 21.359 | 43.677 | 28.880 | 11.198 | 17.682 |
4.1 Curaçao, Sint Maarten en Aruba | 0 | 5.281 | 7.566 | 5.797 | 6.535 | 4.966 | 1.569 |
Subsidies | 0 | 0 | 0 | 0 | 268 | 0 | 268 |
Diverse subsidies | 0 | 0 | 0 | 0 | 268 | 0 | 268 |
Opdrachten | 0 | 1.039 | 748 | 241 | 160 | 1.258 | ‒ 1.098 |
Opdrachten landen | 0 | 1.039 | 748 | 241 | 160 | 1.258 | ‒ 1.098 |
Inkomensoverdrachten | 0 | 2.340 | 2.239 | 2.545 | 2.992 | 2.340 | 652 |
Toeslagen op pensioenen NA | 0 | 2.340 | 2.239 | 2.545 | 2.992 | 2.340 | 652 |
Bijdragen aan medeoverheden | 0 | 500 | 4.416 | 2.847 | 2.944 | 1.232 | 1.712 |
Afpakteam Aruba | 0 | 500 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdragen landen | 0 | 0 | 4.416 | 2.847 | 2.944 | 1.232 | 1.712 |
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties | 0 | 1.402 | 163 | 164 | 171 | 136 | 35 |
Diverse bijdragen1 | 0 | 95 | 163 | 164 | 171 | 136 | 35 |
Samenwerkingsprogramma`s | 0 | 1.307 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
4.2 Caribisch Nederland | 0 | 12.713 | 13.793 | 37.880 | 22.345 | 6.232 | 16.113 |
Subsidies | 0 | 592 | 707 | 459 | 693 | 0 | 693 |
Subsidies Caribisch Nederland | 0 | 142 | 467 | 459 | 693 | 0 | 693 |
Kinderrechten | 0 | 450 | 240 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Opdrachten | 0 | 910 | 1.014 | 558 | 836 | 3.630 | ‒ 2.794 |
Kinderrechten | 0 | 16 | 89 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Onderzoek, Kennisoverdracht en Communicatie | 0 | 894 | 925 | 558 | 807 | 100 | 707 |
Opdrachten Caribisch Nederland | 0 | 0 | 0 | 0 | 29 | 3.530 | ‒ 3.501 |
Inkomensoverdrachten | 0 | 3.303 | 1.385 | 26.501 | 3.017 | 1.382 | 1.635 |
Pensioenen en uitkeringen politieke ambtsdragers | 0 | 1.830 | 1.385 | 26.501 | 3.017 | 1.382 | 1.635 |
PCN | 0 | 1.473 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdragen aan medeoverheden | 0 | 7.908 | 10.045 | 10.016 | 17.799 | 1.220 | 16.579 |
Bijzondere uitk. sociaaleconomische initiatieven | 0 | 5.737 | 8.866 | 6.974 | 7.733 | 1.220 | 6.513 |
Kinderrechten | 0 | 543 | 593 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Onderzoek, Kennisoverdracht en Communicatie | 0 | 1.628 | 586 | 3.042 | 10.066 | 0 | 10.066 |
Bijdragen aan agentschappen apparaat | 0 | 0 | 392 | 336 | 0 | 0 | 0 |
Onderzoek, Kennisoverdracht en Communicatie | 0 | 0 | 392 | 336 | 0 | 0 | 0 |
Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken | 0 | 0 | 250 | 10 | 0 | 0 | 0 |
Onderzoek, Kennisoverdracht en Communicatie | 0 | 0 | 250 | 10 | 0 | 0 | 0 |
Ontvangsten | 0 | 8.422 | 14.575 | 6.563 | 0 | 0 | 0 |
- De naam van deze regeling was in de Ontwerpbegroting 2019 "Bijdragen aan (inter)nationale organisaties".
E. Toelichting op de financiële instrumenten
Uitgaven
4.1 Curaçao, Sint Maarten en Aruba
Subsidies
Diverse subsidies
Het Ministerie van BZK heeft een subsidie van € 0,3 mln. verstrekt aan de door Aruba aangedragen Stichting Fundacion pa Hende Muher den Dificultad (FHMD), die opvang en capaciteit realiseren voor slachtoffers van huiselijk geweld, mensenhandel en mensensmokkel. Met de bijdrage van het Ministerie van BZK kunnen in 2020 extra woonunits worden gecreëerd voor vrouwen en kinderen (Kamerstukken I, 2018/19, 29653, nr. H).
Met het Nederlandse deel van de FDA-restmiddelen zijn diverse subsidies verstrekt, onder andere aan Stichting Casa Cuna (weeshuis van Aruba), de Stichting Monumentenfonds Aruba en de Stichting Deugdelijk Bestuur Aruba.
Opdrachten
Opdrachten landen
Vanuit dit budget zijn onder meer kosten in het kader van het Samenwerkingsconvenant Curaçao en het Groeiakkoord Curaçao gefinancierd. Voor de afronding van de Rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI) op Bonaire is bij tweede suppletoire begroting 2019 € 1 mln. op deze regeling vrijgemaakt en overgeheveld naar het instrument Bijdragen aan medeoverheden van artikel 4.2.
Inkomensoverdrachten
Toeslagen op pensioenen NA
Conform de regeling vaste verrekenkoers pensioeninkomen voormalig Nederlands-Antilliaans (NA) en Arubaanse pensioengerechtigden, zijn koersverschillen gecompenseerd. Daarnaast heeft de Stichting Pensioenfonds Caribisch Nederland (PCN) in 2019 een bedrag van € 1,2 mln. ontvangen. Deze bijdrage vloeit voort uit de in mei 2018 getekende overeenkomst met PCN ter versterking van het pensioenfonds voor Caribisch Nederland. Het kabinet voelt zich als overheidswerkgever verantwoordelijk voor de pensioenen van de ambtenaren in dienst van de Rijksdienst Caribisch Nederland, de openbare lichamen en scholen en zorginstellingen in Caribisch Nederland. De middelen zijn op grond van een interdepartementale afspraak meerjarig incidenteel bij eerste suppletoire begrotingswet toegevoegd. Het verschil tussen de realisatie en budget (na toevoeging van deze bijdrage van € 1,2 mln.) is toegevoegd aan de wisselkoersreserve op artikel 7.
Bijdragen aan medeoverheden
Bijdragen landen
Het Ministerie van BZK heeft per Miljoenennota 2020 een extra bijdrage ontvangen om de vreemdelingenbewaring op Curaçao uit te breiden en te verbouwen.
De autoriteiten van Aruba en Curaçao hebben op verzoek van het Ministerie van BZK de benodigde planvorming ontwikkeld, zodat Nederland op diverse terreinen (financiële) ondersteuning in het kader van Venezuela kon bieden.
Met het Nederlandse deel van de FDA-restmiddelen is de Landsrecherche Aruba versterkt middels inzet van het Recherchesamenwerkingsteam (RST).
Er is een financiële bijdrage geleverd aan het Talent Ontwikkelingsprogramma Curaçao voor ambtenaren en aan Sint Maarten is een bedrag beschikbaar gesteld voor de oprichting van de integriteitskamer.
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties
Diverse bijdragen
Via het kleine projecten fonds wordt door de Vertegenwoordiging van Nederland in Curaçao, Aruba en Sint Maarten aan diverse lokale projecten bijgedragen. Het gaat om projecten die een bijdrage leveren aan de lokale maatschappij, op sociaal, cultureel, educatief of op sportterrein. Waar mogelijk houdt het project ook rekening met lange termijneffecten (duurzaamheid).
4.2 Caribisch Nederland
Subsidies
Subsidies Caribisch Nederland
Het Ministerie van BZK heeft een financiële bijdrage geleverd aan: 1) het Museon, om een tentoonstelling te organiseren over thema’s als Caribische cultuur, identiteit en Koninkrijksverbanden; 2) Universiteit Utrecht, om te komen tot het equivalent van de Europese Erasmusbeurs maar dan binnen het Koninkrijk; en 3) Stichting WeConnect, om het werven van TOP Trainees mogelijk te maken en om Caribische studenten in Europees Nederland voorlichting te geven over onder andere Caribische carrièremogelijkheden. Deze activiteiten dragen bij aan mobiliteit, kennisroulatie en lokale capacitybuilding.
UNICEF heeft een nieuw programma opgezet om de komende jaren de openbare lichamen te helpen met het ontwikkelen van de kinderrechten. Er wordt onder andere steun geboden bij de kinderrechteneducatie, communicatie voor ontwikkeling en monitoren van de aanbevelingen uit de Situation analysis.
Voor de bovenstaande subsidies hebben bij eerste en tweede suppletoire begroting 2019 herschikkingen plaatsgevonden vanuit onder andere het instrument opdrachten.
Opdrachten
Onderzoek, Kennisoverdracht en Communicatie
Er heeft een financiële bijdrage voor een filmproject over Bonaire plaatsgevonden. Het thema is onder andere jonge professionals. Daarmee is een koppeling gemaakt met het TOP programma.
Opdrachten Caribisch Nederland
In het kader van het Bestuursakkoord 2018-2022 heeft het Ministerie van BZK een onderzoek naar de governance van overheidsbedrijven uit laten voeren. Tevens zijn er diverse kleine opdrachten gegund aan lokale partijen die in trainingen en coaching hebben voorzien van lokale bestuurders, eilandsraadsleden en ambtenaren. Er is geïnvesteerd in TOP Bonaire en het TOP Traineeship, waarmee aan capaciteitsversterking is gewerkt.
Bij eerste suppletoire begroting 2019 hebben er vanaf deze regeling diverse herschikkingen plaatsgevonden. Zo zijn de integrale middelen om de uitvoeringskracht van de openbare lichamen te vergroten in het sociaal domein herschikt naar het instrument bijdragen aan medeoverheden. Ook zijn er middelen herschikt naar het instrument subsidies voor subsidies aan onder andere UNICEF. Daarnaast zijn er bij slotwet 2019 middelen herschikt naar het instrument bijdragen aan medeoverheden om de bijdrage aan de afronding van de rioolwaterzuiveringsinstallatie op het juiste instrument te verantwoorden.
Inkomensoverdrachten
Pensioenen en uitkeringen politieke ambtsdragers
Uit de eindafrekening van het Werkliedenpensioenfonds, dat wordt beheerd door het Algemeen Pensioenfonds Curaçao (APC), bleek een tekort ten aanzien van werklieden afkomstig uit Bonaire en Saba. In afwachting van de gecontroleerde verantwoordingsverslagen 2013-2018, heeft in 2019 finale afrekening plaatsgevonden, inclusief een voorlopige rentevergoeding. Vanaf 2019 worden de uitkeringen verstrekt door de openbare lichamen Bonaire en Saba. Verder is een bijdrage geleverd ten behoeve van de pensioenen en wachtgeld voor oud politici van Caribisch Nederland.
Bij eerste suppletoire begroting 2019 zijn er middelen herschikt vanuit het instrument opdrachten voor de bijdrage aan het werkliedenpensioenfonds. Daarnaast zijn bij tweede suppletoire begroting 2019 bijdragen vanuit diverse departementen ontvangen voor het versterken van het vermogen van het Pensioenfonds Caribisch Nederland (PCN).
Bijdragen aan medeoverheden
Bijzondere uitk. sociaaleconomische initiatieven
Voor het laatste jaar was er vanuit de regeling integrale middelen budget beschikbaar voor uitkeringen aan de openbare lichamen ten behoeve van sociaaleconomische initiatieven. Een groot deel hiervan is aangewend voor het programma Bes(t) 4 kids en de naschoolse opvang. Ten behoeve van ondersteuning bij het opzetten en uitvoeren van het programma Bes(t) 4 kids op de eilanden zijn bij eerste en tweede suppletoire begroting extra middelen beschikbaar gesteld vanuit de begrotingen van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) en het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Tevens is er bij eerste suppletoire begroting 2019 door het Ministerie van SZW een additionele bijdrage geleverd voor het plaatsen van werkzoekenden op de arbeidsmarkt. Bij tweede suppletoire begroting 2019 zijn daarnaast extra middelen overgeheveld vanuit de Sociale Verzekeringsbank (via een overboeking vanuit het Ministerie van SZW) voor diverse sociaaleconomische initiatieven in Caribisch Nederland.
Onderzoek, kennisoverdracht en communicatie
Er is € 3,2 mln. aan het openbaar lichaam Bonaire verstrekt om de uitvoeringskracht te versterken. Dit bedrag wordt aangewend om de afspraken uit het Bestuursakkoord 2018-2022 na te komen en wordt ingezet om de organisatie verder te ontwikkelen en deze te bestendigen. Deze middelen zijn bedoeld voor capaciteit, opleidingen, ICT-ondersteuning en het verbeteren van het financieel beheer, om tot een robuust en duurzaam bestuurlijk en ambtelijk apparaat te komen.
Er is een bedrag van € 1,6 mln. aan het Openbaar Lichaam Saba verstrekt om de uitvoeringskracht te versterken en de organisatie verder te bestendigen. Het Ministerie van BZK werkt in nauw contact met het Openbaar Lichaam Saba om de eigen organisatie verder te ontwikkelen om de uitdagingen het hoofd te kunnen bieden.
Bij tweede suppletoire begroting 2019 is met het oog op de speerpunten uit de kabinetsreactie op de Tijdelijke wet taakverwaarlozing (Kamerstukken II 2017/18, 31568, nr. 196) en de aanstaande verkiezingen op Sint Eustatius (Kamerstukken II 2019/20, 35300 IV, nr. 6) in totaal € 3,7 mln. beschikbaar gesteld ten behoeve van de reorganisatie van het ambtelijk apparaat en voor afronding van het verbeterplan voor het financieel beheer op Sint Eustatius.
Om bovenstaande bijdragen op het juiste instrument te verantwoorden zijn bij eerste en tweede suppletoire begroting 2019 vanuit de begroting van BZK (VII) middelen overgeheveld. Daarnaast zijn er binnen artikel 4 middelen herschikt.
Artikel 5. Schuldsanering/lopende inschrijving/leningen
A. Algemene doelstelling
Bij het transitieproces van de staatkundige verhoudingen van het Koninkrijk per 10-10-2010 is een deel van de schulden van Curaçao en Sint Maarten gesaneerd. Deze sanering helpt Sint Maarten en Curaçao tot een beheersbare financiële situatie te komen door lagere rentelastnormen en minder betalingsachterstanden (niveau 2005).
B. Rol en verantwoordelijkheid
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) financiert de kosten die voortkomen uit de schuldsanering en lopende inschrijvingen via de begroting van Koninkrijksrelaties. Dit is terug te voeren op de bestuurlijke afspraken die zijn gemaakt in de aanloop naar de nieuwe staatkundige verhoudingen zoals die per 10 oktober 2010 hun beslag hebben gekregen. Nederland heeft een oplossing geboden voor de toenmalige schuldenproblematiek, door de verplichting op zich te nemen een belangrijk deel van de schulden van Curaçao en Sint Maarten over te nemen.
Om ervoor te kunnen zorgen dat Curaçao en Sint Maarten een gezonde financiële huishouding kunnen voeren, zijn afspraken gemaakt tussen deze landen en Nederland. Deze afspraken zijn geformaliseerd in de Rijkswet financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten (Rft) en betreffen een deugdelijk begrotingsbeleid, het op orde brengen van het financieel beheer en een effectief financieel toezicht ter voorkoming van nieuwe schuldenopbouw. Daarnaast is afgesproken dat Nederland een lopende inschrijving aanbiedt voor leningen aan Curaçao en Sint Maarten, tegen het actuele rendement op staatsleningen van de desbetreffende looptijd. Gelet op de autonomie behouden de landen hun verantwoordelijkheid voor de houdbaarheid van de overheidsfinanciën. Het financieel toezicht wordt uitgeoefend door de Rijksministerraad, dat daarin wordt geadviseerd door het College financieel toezicht (Cft).
C. Beleidsconclusies
Er hebben zich geen wijzigingen voorgedaan.
D. Tabel Budgettaire gevolgen van beleid
2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2019 | 2019 | |
Verplichtingen | 0 | 29.702 | 38.773 | 0 | 50.396 | 28.517 | 21.879 |
Uitgaven | 0 | 179.631 | 225.754 | 172.432 | 79.143 | 28.517 | 50.626 |
5.1 Schuldsanering landen Curaçao en Sint Maarten | 0 | 149.929 | 186.981 | 172.432 | 28.517 | 28.517 | 0 |
Leningen | 0 | 149.929 | 186.981 | 172.432 | 28.517 | 28.517 | 0 |
Schuldsanering | 0 | 149.929 | 186.981 | 172.432 | 28.517 | 28.517 | 0 |
5.2 Leningen/ garanties Curaçao, Sint Maarten en Aruba | 0 | 29.702 | 38.773 | 0 | 50.626 | 0 | 50.626 |
Leningen | 0 | 29.702 | 38.773 | 0 | 50.626 | 0 | 50.626 |
Lopende inschrijving Curacao en Sint Maarten | 0 | 29.702 | 38.773 | 0 | 50.626 | 0 | 50.626 |
Ontvangsten | 0 | 42.245 | 41.563 | 40.380 | 49.495 | 38.292 | 11.203 |
E. Toelichting op de financiële instrumenten
Uitgaven
5.1. Schuldsanering landen Curaçao en Sint Maarten
Leningen
Schuldsanering
Dit betreft de sanering van de schuldomvang van het Land en de eilandgebieden Curaçao en Sint Maarten. De schuldomvang is van 31 december 2005, die bestaat uit openbare en onderhandse geldleningen die zijn aangegaan jegens derden buiten de desbetreffende collectieve sector (inclusief de leningen die jegens Nederland zijn aangegaan).
5.2. Leningen/garanties Curaçao, Sint Maarten en Aruba
Leningen
Lopende inschrijving Curaçao en Sint Maarten
In 2019 zijn aan Curaçao en Sint Maarten beide een lening met een looptijd van 30 jaar verstrekt in het kader van de lopende inschrijving. Curaçao heeft naar aanleiding van een leenverzoek een lening van ANG 69,1 mln. (€ 34,2 mln.) ontvangen. Sint Maarten heeft een lening van ANG 32,9 mln. (€ 16,5 mln.) ontvangen om haar liquiditeitspositie te verbeteren.
Ontvangsten
De reguliere rente en aflossingen op leningen aan Aruba, Curaçao en Sint Maarten worden hier verantwoord. De ontvangsten zijn hoger dan geraamd, vanwege ontvangen rente en aflossing van Aruba die betrekking hebben op 2018 (maar in 2019 zijn ontvangen), ontvangsten van aflossingen en wisselkoerseffecten. Het wisselkoerseffect in 2019 is bij slotwet 2019 verwerkt. De wisselkoersmeevaller is ten gunste gekomen van de wisselkoersreserve op artikel 7 van deze begroting.
Artikel 8. Noodhulp en wederopbouw Bovenwindse eilanden
A. Algemene doelstelling
Het coördineren van de wederopbouw van Saba en Sint Eustatius, en van de Nederlandse bijdrage aan de wederopbouw van Sint Maarten, naar aanleiding van de schade veroorzaakt door de orkanen Irma en Maria.
B. Rol en verantwoordelijkheid
In september 2017 hebben de orkanen Irma en Maria een spoor van verwoesting getrokken over het Caribisch gebied. Binnen het Koninkrijk zijn de openbare lichamen Saba en Sint Eustatius en het land Sint Maarten getroffen.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) regisseert de Rijksbrede aanpak van de wederopbouwfase op de eilanden Saba en Sint Eustatius en levert onder andere via de Wereldbank financiële middelen voor de wederopbouw van Sint Maarten. Daarnaast ondersteunt het Ministerie van BZK de openbare lichamen financieel voor de wederopbouw. Zo helpt het ministerie bij het herstel en orkaanbestendig maken van de woningen op Sint Eustatius en Saba. In 2018 zijn op Sint Eustatius werkzaamheden gestart om de eroderende klif waar Fort Oranje op staat te stabiliseren.
De wederopbouw Saba en Sint Eustius wordt gecoördineerd door de Minister van BZK, maar naast het Ministerie van BZK zijn ook de ministeries van Onderwijs Cultuur en Wetenschap (OCW), Economische Zaken en Klimaat (EZK) en Infrastructuur en Waterstaat (IenW) betrokken bij de wederopbouw van onder andere het herstel van schoolgebouwen en de infrastructuur. De middelen voor deze projecten staan op de begrotingen van de Ministeries van BZK, OCW, EZK en IenW.
De Minister van BZK financiert een deel van de kosten van wederopbouw van Sint Maarten. Middels het wederopbouwfonds levert de Minister tot en met 2021 een financiële bijdrage. Deze bijdrage is verbonden aan de politieke voorwaarden waarmee Sint Maarten akkoord is gegaan, namelijk het instellen van een integriteitskamer en het versterken van het grenstoezicht. Nederland zal gedurende de wederopbouw strikt toezien op de naleving van de voorwaarden.
Het hoofdspoor voor de wederopbouw van Sint Maarten loopt via de Wereldbank waar een trustfund is opgericht. Dit trustfund wordt beheerd door een stuurgroep waarin Nederland samen met Sint Maarten zitting heeft. Prioriteiten voor Nederland zijn economische ontwikkeling en bereikbaarheid, de afvalproblematiek en goed bestuur. Daarnaast zal Nederland buiten het trustfund ook directe steun leveren voor de wederopbouw van Sint Maarten. Het gaat hier bijvoorbeeld om kosten op het gebied van rechtshandhaving.
C. Beleidsconclusies
Wederopbouw Sint Maarten
In het trustfonds bij de Wereldbank hebben, in aanvulling op de kapitaalstoringen in 2018 ter grootte € 262 mln., in 2019 geen kapitaalstortingen plaatsgevonden. Ultimo 2019 is van de € 262 mln. voor circa € 185 mln. aan middelen verplicht, met andere woorden: zijn er projecten in uitvoering, waarvoor de Wereldbank overeenkomsten («grant agreements») met de overheid van Sint Maarten heeft afgesloten (of, in geval van het ziekenhuis, met het Sint Maarten Medical Center).
De stuurgroep van het trustfonds heeft voor de periode 2019-2025 een Strategisch Resultatenkader opgesteld, mede gebaseerd op het National Recovery and Resilience Plan van de overheid van Sint Maarten en de door Nederland benoemde beleidsprioriteiten (economische ontwikkeling en bereikbaarheid, aanpak afval en afvalwaterzuivering en goed bestuur). Daarnaast wordt voor versterking van de implementatiekracht en -snelheid nadrukkelijk ingezet op verschillende sporen: overheid, niet gouvermententele organisaties (NGO's) en private bedrijven. Het Koninkrijksbrede bedrijfsleven is en wordt actief bij de wederopbouw van Sint Maarten betrokken.
De Kamer is over de voortgang van de wederopbouw van Sint Maarten gedetailleerd geïnformeerd in een brief d.d. 8 oktober 2019 (Kamerstukken II 2019/20, 34773, nr. 19).
Wederopbouw Saba en Sint Eustatius
Voor de wederopbouw van Saba en Sint Eustatius is door het kabinet een totaalbedrag van € 67 mln. beschikbaar gesteld (Kamerstukken II 2017/18, 34773, nr. 5). In 2019 is de wederopbouw van beide eilanden voortvarend voortgezet. Het herstel van de scholen en beschadigde openbare gebouwen is afgerond. Een groot deel van de beschadigde particuliere woningen is inmiddels hersteld. In 2020 wordt nog gewerkt aan de laatste, kleinere, herstelwerkzaamheden. De stabilisatie van de klif onder Fort Oranje zal begin 2020 worden afgerond.
Van de door het Ministerie van BZK beschikbaar gestelde wederopbouwmiddelen is ook een aantal projecten op het terrein van landbouw en natuur gestart. Een deel van de projecten is afgerond en een deel heeft naar hun aard een langere doorlooptijd, zoals het herbebossingsproject en de koraalrestauratie. Deze projecten zijn opgezet met Rijksmiddelen en zullen lokaal worden voortgezet.
D. Tabel Budgettaire gevolgen van beleid
2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2019 | 2019 | |
Verplichtingen | 0 | 0 | 28.103 | 331.958 | 24.362 | 6.037 | 18.325 |
Uitgaven | 0 | 0 | 21.491 | 338.226 | 21.299 | 6.037 | 15.262 |
8.1 Wederopbouw | 0 | 0 | 0 | 319.304 | 21.299 | 6.037 | 15.262 |
Subsidies | 0 | 0 | 0 | 0 | 1.230 | 0 | 1.230 |
Diverse subsidies | 0 | 0 | 0 | 0 | 1.230 | 0 | 1.230 |
Leningen | 0 | 0 | 0 | 38.579 | 13.322 | 0 | 13.322 |
Liquiditeitssteun Sint Maarten | 0 | 0 | 0 | 38.579 | 0 | 0 | 0 |
Overbruggingskrediet luchthaven Sint Maarten | 0 | 0 | 0 | 0 | 13.322 | 0 | 13.322 |
Opdrachten | 0 | 0 | 0 | 134 | 491 | 0 | 491 |
Wederopbouw op Sint Maarten | 0 | 0 | 0 | 134 | 491 | 0 | 491 |
Bijdragen aan medeoverheden | 0 | 0 | 0 | 11.842 | 6.123 | 6.037 | 86 |
KPSM | 0 | 0 | 0 | 3.358 | 300 | 5.282 | ‒ 4.982 |
Wederopbouw op Sint Eustatius | 0 | 0 | 0 | 3.463 | 5.823 | 0 | 5.823 |
Wederopbouw op Sint Maarten | 0 | 0 | 0 | 250 | 0 | 0 | 0 |
Wederopbouw op Saba | 0 | 0 | 0 | 3.861 | 0 | 0 | 0 |
Grenstoezicht Sint Maarten | 0 | 0 | 0 | 910 | 0 | 755 | ‒ 755 |
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties | 0 | 0 | 0 | 268.749 | 133 | 0 | 133 |
Wederopbouw op Sint Maarten | 0 | 0 | 0 | 6.748 | 133 | 0 | 133 |
Wereldbank | 0 | 0 | 0 | 262.001 | 0 | 0 | 0 |
8.2 Noodhulp | 0 | 0 | 21.491 | 18.922 | 0 | 0 | 0 |
Opdrachten | 0 | 0 | 6.861 | 425 | 0 | 0 | 0 |
Noodhulp | 0 | 0 | 6.861 | 425 | 0 | 0 | 0 |
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties | 0 | 0 | 0 | 1.617 | 0 | 0 | 0 |
Noodhulp op Sint Maarten | 0 | 0 | 0 | 33 | 0 | 0 | 0 |
Noodhulp op Sint Eustatius en Saba | 0 | 0 | 0 | 1.584 | 0 | 0 | 0 |
Bijdragen aan agentschappen apparaat | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
RVB (Bijdragen voor wederopbouw) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken | 0 | 0 | 14.630 | 16.880 | 0 | 0 | 0 |
Ministerie van I&W | 0 | 0 | 6.350 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Ministerie van Defensie | 0 | 0 | 0 | 16.837 | 0 | 0 | 0 |
Ministerie van VWS | 0 | 0 | 1.682 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Ministerie van JenV | 0 | 0 | 5.444 | 43 | 0 | 0 | 0 |
Ministerie van OCW | 0 | 0 | 836 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Ministerie van BZ | 0 | 0 | 318 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 1.467 | 0 | 0 | 0 |
E. Toelichting op de financiële instrumenten
Uitgaven
De resterende middelen voor de wederopbouw in artikel 8 gaan jaarlijks buiten de eindejaarsmarge om door naar het volgende begrotingsjaar. Zo zijn de overgebleven middelen van 2018 naar 2019 doorgeschoven. Wederom worden de overgebleven middelen van 2019 naar begrotingsjaar 2020 doorgeschoven.
8.1 Wederopbouw
Subsidies
Diverse subsidies
Als gevolg van orkaan Irma en Maria in 2017, heeft de zeekabel van Saba Statia Cable System (SSCS) BV schade opgelopen bij Sint Maarten, Saba en Sint Eustatius. Er is voor de herstelreparaties van de zeekabel een subsidie van € 1,5 mln. aan SSCS BV verleend. Hiervan is € 1,2 mln. als voorschot in 2019 verstrekt. De reparatie van deze kabelverbinding is essentieel voor de afnemers zoals de Rijksdienst Caribisch Nederland (RCN) en het Ministerie van Defensie, maar ook voor de eilanden Saba en Sint Eustatius.
Leningen
Overbruggingskrediet luchthaven Sint Maarten
Vooruitlopend op een akkoord en besluitvorming over het financieringsplan voor het herstel van de luchthaven van Sint Maarten, heeft Nederland op verzoek van de regering van Sint Maarten een overbruggingskrediet verstrekt. Dit krediet is verstrekt vanuit de wederopbouwmiddelen van de Aanvullende Post en komt na aflossing wederom voor de wederopbouw beschikbaar.
Opdrachten
Wederopbouw op Sint Maarten
Dit betreft opdrachten voor technische assistentie door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten International (VNG I), advies bij de oplossing voor afvalproblematiek en (internationaal-)juridische expertise voor de financiering van het herstel van de luchthaven (Kamerstukken II 2019/20, 34773, nr. 19).
Bijdragen aan medeoverheden
KPSM
Het Ministerie van BZK leverde tot eind juni 2019 een bijdrage aan de bijstand van de Nationale Politie aan van Sint Maarten. Vanaf 1 juli 2019 is de bijstand van de Nationale Politie voor rekening van Sint Maarten. De realisatie is flink lager uitgevallen dan begroot doordat er nog nauwelijks facturering voor 2019 heeft plaatsgevonden. De uitgaven worden in 2020 verwacht.
Wederopbouw op Sint Eustatius & Saba
Van de middelen hebben herstelwerkzaamheden plaatsgevonden aan de openbare ruimte en particuliere woningen op beide eilanden, is een aantal natuurherstelprojecten in gang gezet en is op Sint Eustatius een omvangrijk project gestart om de klifwand onder Fort Oranje te stabiliseren.
Grenstoezicht Sint Maarten
Ter versterking van het grenstoezicht is een onderlinge regeling opgesteld tussen Nederland en Sint Maarten voor een periode van twee jaar, die in december 2019 zou aflopen. De onderlinge regeling is verlengd tot 1 mei 2020. Op basis van de regeling is met alle betrokken diensten en ministeries van Sint Maarten en Nederland een plan van aanpak opgesteld (april 2018) en is er op basis van een bestedingsplan geld beschikbaar gesteld aan Sint Maarten.
In 2019 hebben er geen uitgaven plaatsgevonden. Dit vanwege het feit dat de uitvoering van grenstoezicht pas is gestart in mei 2018 en er onderbesteding heeft plaatsgevonden waardoor men in 2019 nog met het aanwezige budget de maatregelen kon uitvoeren. De onderbesteding had te maken met het te ruim begroten bij aanvang van het opstellen van de begroting voor het plan van aanpak versterking grenstoezicht Sint Maarten.
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties
Wederopbouw op Sint Maarten
Dit betreft de bijdrage aan de Sint Maartense Stichting Wit-Gele Kruis ten behoeve van geleverd woningherstel en een bijdrage aan het Nederlands Olympisch Comité voor het herstel van lichtmasten op het Raoul Illidge Sports Complex op Sint Maarten.
5. Niet-beleidsartikelen
Artikel 6. Apparaat
Op dit artikel worden alle personele en materiële uitgaven en ontvangsten van de onder deze begroting vallende onderdelen gepresenteerd. Vanaf 2016 worden de apparaatskosten voor de ambtenaren op het departement verantwoord op begrotingshoofdstuk VII Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
A. Budgettaire gevolgen van beleid
Verplichtingen | 0 | 21.176 | 21.660 | 24.918 | 26.365 | 21.428 | 4.937 |
Uitgaven | 0 | 21.310 | 20.556 | 24.972 | 26.696 | 21.428 | 5.268 |
6.1 Apparaat | 0 | 21.310 | 20.556 | 24.972 | 26.696 | 21.428 | 5.268 |
Personele uitgaven | 0 | 10.696 | 11.709 | 13.092 | 16.264 | 13.375 | 2.889 |
waarvan eigen personeel | 0 | 9.972 | 10.429 | 11.908 | 13.814 | 13.194 | 620 |
waarvan inhuur externen | 0 | 724 | 1.277 | 1.184 | 2.450 | 181 | 2.269 |
waarvan overige personele uitgaven | 0 | 0 | 3 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Materiële uitgaven | 0 | 10.614 | 8.847 | 11.880 | 10.432 | 8.053 | 2.379 |
waarvan overige materiele uitgaven | 0 | 10.614 | 8.847 | 11.880 | 10.432 | 8.053 | 2.379 |
Ontvangsten | 0 | 912 | 747 | 1.452 | 1.992 | 0 | 1.992 |
B Toelichting op de financiële instrumenten
Uitgaven
6.1 Apparaat
Dit betreft de uitgaven van de Shared Service Organisatie Caribisch Nederland (SSO-CN), het College Financieel Toezicht (CFT), Rijksvertegenwoordiger en de Vertegenwoordiging van Nederland in Aruba, Curaçao en Sint Maarten (VN-ACS).
Personele en materiële uitgaven
Het betreft de personele en materiële uitgaven van voornamelijk SSO-CN. De bijdrage voor de Belastingdienst en de aangesloten agentschappen van het Ministerie van Financiën wordt jaarlijks aan de begroting van Koninkrijksrelaties toegevoegd.
In 2019 had SSO-CN te maken met knelpunten bij de aanpak van de onvolkomenheid op de informatiebeveiliging, waaronder de vervanging van oude hardware en een tekort aan personeel. Bij eerste suppletoire begroting 2019 zijn daarom extra middelen beschikbaar gesteld voor externe inhuur en materiële uitgaven. En bij tweede suppletoire begroting 2019 zijn nogmaals middelen voor externe inhuur toegevoegd.
Ontvangsten
Het betreffen diverse ontvangsten vanwege verrekeningen met SSO-CN.
Artikel 7. Nog onverdeeld
A Budgettaire gevolgen
Verplichtingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 1.142 | ‒ 1.142 |
Uitgaven | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 1.142 | ‒ 1.142 |
7.1 Loonbijstelling | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
7.2 Prijsbijstelling | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
7.3 Onvoorzien | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 164 | ‒ 164 |
7.4 Wisselkoersreserve | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 978 | ‒ 978 |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
B Toelichting op de financiële instrumenten
7.4 Wisselkoersreserve
Voor het meerjarig opvangen van valutaschommelingen is voor begrotingshoofdstuk IV Koninkrijksrelaties en het BES-fonds een wisselkoersreserve ingesteld.
Bij slotwet 2019 is de daadwerkelijke wisselkoersimpact berekend en zijn de verschillen met de compensatie bij eerste suppletoire begroting 2019 gecorrigeerd. De wisselkoersreserve in 2020 bedraagt circa € 8,9 mln. ten opzichte van € 6,5 mln. per eerste suppletoire begroting 2019.
6. Bedrijfsvoeringsparagraaf
Paragraaf 1. Uitzonderingsrapportage voor de vier verplichte onderdelen:
Rechtmatigheid
Uit de controle door de Auditdienst Rijk over 2019 is gebleken dat er geen fouten en onzekerheden zijn op artikelen van het hoofdstuk Koninkrijkrelaties (IV) die gerapporteerd moeten worden
Totstandkoming niet-financiële verantwoordingsinformatie
Er zijn geen bijzonderheden te melden.
Financieel- en materieelbeheer
Voor het financieel- en materieel beheer wordt u verwezen naar de bedrijfsvoeringsparagraaf in het jaarverslag van begrotingshoofdstuk Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII).
Overige aspecten van de bedrijfsvoering
Voor overige aspecten van de bedrijfsvoering wordt u verwezen naar de bedrijfsvoeringsparagraaf in het jaarverslag van begrotingshoofdstuk Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII).
Paragraaf 2. Rijksbrede bedrijfsvoeringsonderwerpen
Voor de rijksbrede bedrijfsvoeringsonderwerpen wordt u verwezen naar de bedrijfsvoeringsparagraaf in het jaarverslag van begrotingshoofdstuk Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII).
Paragraaf 3. Belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering
Voor de belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering wordt u verwezen naar de bedrijfsvoeringsparagraaf in het jaarverslag van begrotingshoofdstuk Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII).
C. Beleidsverslag BES-fonds
7. Beleidsprioriteiten
Het BES-fonds is een beleidsarm fonds waaruit aan de eilanden van Caribisch Nederland een vrije uitkering wordt versterkt. Deze uitkering moet de eilanden in staat stellen hun taken uit te voeren.
8. Beleidsartikelen
Artikel 1. BES-fonds
A. Algemene doelstelling
Via het BES-fonds wordt bewerkstelligd dat de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba middelen krijgen toebedeeld om de tussen het Rijk en de eilanden overeengekomen taakverdeling van de eilanden naar behoren uit te voeren.
B. Rol en verantwoordelijkheid
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor de bestuurlijke en financiële verhouding met de eilanden en in die hoedanigheid financiert de minister het BES-fonds. De openbare lichamen zijn autonoom in de besteding van de vrije uitkering; dat wil zeggen dat de openbare lichamen zelf mogen bepalen welke taken en activiteiten zij bekostigen uit de algemene middelen van de vrije uitkering. Dit uitgangspunt laat onverlet dat de openbare lichamen bepaalde wettelijke taken en activiteiten dienen uit te voeren waarbij zij voor de bekostiging mede op de algemene middelen zijn aangewezen.
De wet Financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (de wet FinBES) biedt instrumenten voor de Minister van BZK, indien nodig, op te treden op het gebied van financiën en financieel beheer. De openbare lichamen mogen in principe alleen uitgaven doen die zijn opgenomen in een door de Minister van BZK goedgekeurde begroting.
C. Beleidsconclusies
Het BES-fonds is een beleidsarm fonds waaruit aan de eilanden van Caribisch Nederland een vrije uitkering wordt verstrekt. Deze uitkering moet de eilanden in staat stellen hun taken uit te voeren. In de kabinetsreactie op de voorlichting van de Raad van State en het Interdepartementaal Beleidsonderzoek Koninkrijksrelaties heeft het kabinet aangekondigd de taakverdeling tussen het Rijk en de openbare lichamen te gaan herijken en ook te onderzoeken of de daarbij horende financiële middelen in het BES-fonds nog wel passend zijn.
D. Tabel Budgettaire gevolgen van beleid
2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2019 | 2019 | |
Verplichtingen | 46.939 | 42.124 | 42.552 | 38.619 | 43.176 | 38.279 | 4.897 |
Uitgaven | 46.586 | 42.124 | 40.985 | 39.047 | 44.316 | 38.279 | 6.037 |
1.1. BES-fonds | 46.586 | 42.124 | 40.985 | 39.047 | 44.316 | 38.279 | 6.037 |
Opdrachten | 98 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Onderzoek | 98 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdragen aan medeoverheden | 46.488 | 42.124 | 40.985 | 39.047 | 44.316 | 38.279 | 6.037 |
Vrije uitkering | 46.488 | 42.124 | 40.985 | 39.047 | 44.316 | 38.279 | 6.037 |
Ontvangsten | 46.586 | 42.124 | 40.985 | 39.047 | 44.316 | 38.279 | 6.037 |
E. Toelichting op de financiële instrumenten
Uitgaven
Bijdragen aan medeoverheden
Vrije uitkering
De vrije uitkering omvat de vrij besteedbare middelen voor de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba waarmee zij hun publieke taken uitvoeren. De hoogte van de vrije uitkering wordt vastgesteld in US dollars.
Het verschil tussen begroting en realisatie komt hoofdzakelijk voort uit de US dollar-euro koers tegenvaller (€ 4,9 mln.). Deze wordt onttrokken aan de wisselkoersreserve op artikel 7.4 van begrotingshoofdstuk Koninkrijksrelaties (IV).
Begin 2019 heeft de uitkering van de loon- en prijsbijstelling voor zowel 2018 als 2019 (€ 1,1 mln.) plaatsgevonden. Daarnaast wordt bij de uitbetaling van de vrije uitkering de aflossingen van de renteloze leningen aan de openbare lichamen verrekend. Conform artikel 89 van de Wet financiën openbare lichamen BES mogen de openbare lichamen een renteloze lening aangaan voor investeringen ten behoeve van het uitoefenen van een publieke taak, bijvoorbeeld onderwijshuisvesting. In 2019 bedroeg de inhouding voor deze leningen € 0,86 mln. voor Bonaire, € 0,17 mln. voor Sint Eustatius en € 0,38 mln. voor Saba. Bijlage 9 bij de begroting Koninkrijksrelaties geeft een overzicht van deze renteloze leningen en bijbehorende aflossingsbedragen in dollars.
Ontvangsten
Artikel 88, derde lid van de Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (Wet FinBES) regelt dat bij (begrotings-)wet voor ieder uitkeringsjaar middelen van het Rijk worden afgezonderd ten behoeve van het BES-fonds. De uitgaven en de afgezonderde inkomsten over ieder uitkeringsjaar zijn aan elkaar gelijk. Gelet hierop is ten behoeve van de dekking van de uitgaven ten laste van het BES-fonds een post ontvangsten opgenomen.
9. Bedrijfsvoeringsparagraaf
Paragraaf 1. Uitzonderingsrapportage voor de vier verplichte onderdelen:
Rechtmatigheid
Uit de controle door de Auditdienst Rijk over 2019 is gebleken dat er geen fouten en onzekerheden zijn op artikelen van het BES-Fonds (H) die gerapporteerd moeten worden.
Totstandkoming niet-financiële verantwoordingsinformatie
Er zijn geen bijzonderheden te melden.
Financieel- en materieelbeheer
Voor het financieel- en materieel beheer wordt u verwezen naar de bedrijfsvoeringsparagraaf in het jaarverslag van begrotingshoofdstuk Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII).
Overige aspecten van de bedrijfsvoering
Voor overige aspecten van de bedrijfsvoering wordt u verwezen naar de bedrijfsvoeringsparagraaf in het jaarverslag van begrotingshoofdstuk Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII).
Paragraaf 2. Rijksbrede bedrijfsvoeringsonderwerpen
Voor de rijksbrede bedrijfsvoeringsonderwerpen wordt u verwezen naar de bedrijfsvoeringparagraaf van het jaarverslag in begrotingshoofdstuk Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII).
Paragraaf 3. Belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering
Voor de belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering wordt u verwezen naar de bedrijfsvoeringsparagraaf in het jaarverslag van begrotingshoofdstuk Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII).
D. Jaarrekening Koninkrijksrelaties
10. De verantwoordingsstaat van Koninkrijksrelaties
Totaal | 80.239 | 108.756 | 38.292 | 168.546 | 196.440 | 55.740 | 88.307 | 87.684 | 17.448 | |
Beleidsartikelen | 57.669 | 86.186 | 38.292 | 142.181 | 169.744 | 53.748 | 84.512 | 83.558 | 15.456 | |
1 | Versterken rechtsstaat | 40.434 | 40.434 | 0 | 40.107 | 40.422 | 4.253 | ‒ 327 | ‒ 12 | 4.253 |
4 | Bevorderen sociaaleconomische structuur | 11.198 | 11.198 | 0 | 27.316 | 28.880 | 0 | 16.118 | 17.682 | 0 |
5 | Schuldsanering/lopende inschrijving/ leningen | 0 | 28.517 | 38.292 | 50.396 | 79.143 | 49.495 | 50.396 | 50.626 | 11.203 |
8 | Noodhulp en wederopbouw Bovenwindse eilanden | 6.037 | 6.037 | 0 | 24.362 | 21.299 | 0 | 18.325 | 15.262 | 0 |
Niet-beleidsartikelen | 22.570 | 22.570 | 0 | 26.365 | 26.696 | 1.992 | 3.795 | 4.126 | 1.992 | |
6 | Apparaat | 21.428 | 21.428 | 0 | 26.365 | 26.696 | 1.992 | 4.937 | 5.268 | 1.992 |
7 | Nog onverdeeld | 1.142 | 1.142 | 0 | 0 | 0 | 0 | ‒ 1.142 | ‒ 1.142 | 0 |
11. Saldibalans van Koninkrijksrelaties
- Rijkshoofdboekhouding
Toelichting op de Saldibalans per 31 december 2019 H IV
Ad 1. en 2. Uitgaven en ontvangsten
Bij de begrotingsuitgaven en -ontvangsten zijn de gerealiseerde uitgaven en ontvangsten opgenomen met betrekking tot het jaar 2019 waarvoor de Rijksrekening nog niet door de Tweede Kamer is goedgekeurd.
Ad 3. Liquide middelen
De post liquide middelen is opgebouwd uit het saldo bij de banken en de contante gelden aanwezig in de kluis van de kasbeheerders. Het bedrag is als volgt opgebouwd:
a) Vertegenwoordiging van Nederland in Aruba, Curaçao en Sint Maarten | 2.086.659 |
b) College financieel toezicht | 250.719 |
c) Shared Service Organisatie Caribisch Nederland | 12.840.957 |
d) Bank lopende inschrijving | 73.755.743 |
Totaal | 88.934.079 |
Ad d) bank lopende inschrijving
Deze post wordt bepaald door een storting op de Maduro Curiel’s Bank N.V. voor betalingen in de komende perioden voor deze kasbeheerder.
Ad 4a. Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding
Op de rekening‑courant met de Rijkshoofdboekhouding (RHB) is de financiële verhouding met het Ministerie van Financiën weergegeven. Opgenomen zijn de bedragen conform rekening-courant afschriften en het saldobiljet van genoemd departement. De volgende rekening-courantverhoudingen zijn opgenomen in de balans:
a) Rekening-courant FIN/RHB | 217.267.872 |
b) Rekening-courant FIN/RHB bevoorschotting BES/ SSO-CN | 11.344.493 |
Totaal | 228.612.365 |
Ad 6. Vorderingen buiten begrotingsverband
Het bedrag aan vorderingen buiten begrotingsverband is als volgt opgebouwd:
a) Vorderingen kasbeheerders rijksdiensten | 457.871 |
b) Intra-comptabele voorschotten | 301.078 |
Totaal | 758.949 |
Ad a) Vorderingen kasbeheerders rijksdiensten
De vorderingen van de Vertegenwoordiging van Nederland in Aruba, Curaçao en Sint Maarten (VN-ACS), Colleges financieel toezicht (Cft) en de Shared Service Organisatie Caribisch Nederland (SSO-CN) bestaan uit diverse vorderingen op ministeries en derden.
Ad b) Intra-comptabele voorschotten
Het saldo heeft betrekking op voorschotten salaris, verhuis- en studiekosten verstrekt aan personeel. De posten worden verrekend met het te betalen salaris voor zover dit nog mogelijk is.
De verrekening van een vordering ad € 0,23 mln. is onzeker. Hiervoor worden in 2020 nog maatregelen genomen voor inning.
Ad 7. Schulden buiten begrotingsverband
Het bedrag aan schulden buiten begrotingsverband is als volgt opgebouwd:
a) Schulden kasbeheerders rijksdiensten | 1.757.151 |
b) Te betalen aan ministeries en derden | 23.424 |
Totaal | 1.780.575 |
Ad a) Schulden kasbeheerders rijksdiensten
De schulden van de Vertegenwoordiging van Nederland in Aruba, Curaçao en Sint Maarten en de SSO-CN bestaan voornamelijk uit nog te betalen pensioenpremies en diverse te verrekenen salarissen.
Ad 10. Vorderingen
Ad 10a. Tegenrekening vorderingen
Het saldo per 31 december 2019 kan als volgt worden gespecificeerd:
1 | Versterken rechtsstaat | 369.020 |
4 | Bevorderen sociaalecononomische structuur | 10.689 |
5 | Schuldsanering/lopende inschrijving/leningen | 1.246.586.671 |
6 | Apparaat | 31.838 |
8 | Noodhulp en wederopbouw Bovenwindse Eilanden | 52.029.463 |
Totaal | 1.299.027.681 |
t/m 2015 | 1.128.916.986 |
2016 | 29.712.214 |
2017 | 37.348.929 |
2018 | 38.974.111 |
2019 | 64.075.441 |
Totaal | 1.299.027.681 |
a) Algemeen | 411.547 | 0 | 411.547 |
b) Leningen artikel 5 en Noodhulp artikel 8 | 0 | 1.298.616.134 | 1.298.616.134 |
Totaal | 411.547 | 1.298.616.134 | 1.299.027.681 |
Toelichting
Artikel 1: Versterken rechtsstaat
Dit betreft vorderingen voor waarborgsommen voor huur van appartementen en aansluitingen voor water en elektra (€ 0,3 mln.) van uitgezonden personeel. Daarnaast gaat het om facturen uit 2017 en 2019 die namens andere departementen bij BZK geboekt zijn, maar door derden betaald moeten worden. In 2020 wordt dit afgehandeld (€ 0,1 mln.).
Artikel 5: Schuldsanering/lopende inschrijving/leningen
a) Lening OBNA | in € | 1.340.105 | |
b) Maatregel Tussenbalans | in € | 3.510.917 | |
c) Water- en Energiebedrijf (akte 263-JZ/1995) | in AFL 0,48 | 9.199.147 | 4.415.590 |
d) Leningen lopende inschrijving Curaçao | in € | 1.008.507.048 | |
e) Leningen lopende inschrijving Sint Maarten | in € | 228.813.011 | |
Totaal | 1.246.586.671 |
- De begrotingskoers in de kolom gehanteerde koersen is 0,48.
Ad a) Lening OBNA
De Ontwikkelingsbank van de Nederlandse Antillen (OBNA) heeft in 2001 een aanvullende lening ontvangen ten behoeve van de financiering van een krediettranche inzake de ontwikkelingssamenwerking tussen Nederland en de Nederlandse Antillen. De lening heeft een looptijd van 30 jaar en eindigt op 31 december 2030.
Ad b) Maatregel Tussenbalans
In het kader van de maatregel Tussenbalans zijn gedurende de periode 1991 tot en met 1995 diverse begrotingsleningen verstrekt aan Aruba ter financiering van projecten, waarvan een bepaald rendement verwacht mag worden. De leningen hebben een looptijd van 30 jaar, waarvan de eerste acht jaar vrij van aflossing zijn. Het jaarlijkse rentepercentage is 2,5%. In 2025 zullen de laatste aflossingen plaatsvinden.
Ad c) Water- en Energiebedrijf Aruba (akte 263-JZ/1995)
Het betreft een begrotingslening ten behoeve van het Water- en Energiebedrijf NV gevestigd te Aruba. De lening is in 2009 verstrekt voor het aldaar verrichten van een groot aantal investeringen voor de renovatie en uitbreiding van het Water- en Energiebedrijf. Deze leningsovereenkomst is opgesteld in Arubaanse valuta ad AFL 28 mln. (€ 10,9 mln.). De lening heeft een looptijd tot 30 juni 2026 waarvan de eerste acht jaar vrij van aflossing zijn. Het jaarlijkse rentepercentage is 2,5%.
Ad d) Leningen lopende inschrijving Curaçao
Nederland heeft twaalf leningen verstrekt aan Curaçao. In 2019 is één lening verstrekt voor een bedrag van ANG 69,1 mln. Deze lening loopt tot 2049 en heeft een jaarlijks rentepercentage van 0,92%. De Rijkshoofdboekhouding van het Ministerie van Financiën voert het beheer over deze leningen, de belasting vindt evenwel plaats op Hoofdstuk IV.
Ad e) Leningen lopende inschrijving Sint Maarten
Nederland heeft twaalf leningen verstrekt aan Sint Maarten. In 2019 is één lening verstrekt voor een bedrag van ANG 32,9 mln. Deze lening loopt tot 2049 en heeft een jaarlijks rentepercentage van 0,74%. De Rijkshoofdboekhouding van het Ministerie van Financiën voert het beheer over deze leningen, de belasting vindt evenwel plaats op Hoofdstuk IV.
Artikel 8: Noodhulp en wederopbouw Bovenwindse Eilanden
f) Liquiditeitshulp Sint Maarten | in € | 52.029.463 | |
Totaal | 52.029.463 |
In het kader van de wederopbouw heeft de Nederlandse Staat in 2018 twee leningen verstrekt als liquiditeitssteun voor Sint Maarten. De eerste is op 16 februari 2018 verstrekt voor een bedrag van ANG 50,0 mln. Deze renteloze lening heeft een looptijd van 30 jaar met jaarlijkse aflossingen van ANG 2 mln. vanaf januari 2023. De tweede is op 27 september 2018 verstrekt voor een bedrag van ANG 32,6 mln. Deze renteloze lening heeft een looptijd van 30 jaar met jaarlijkse aflossing van ANG 1.304 mln. vanaf januari 2023. In 2019 is daarnaast nog een lening van $ 15 mln. verstrekt als overbruggingskrediet voor het herstel van de luchthaven.
De Rijkshoofdboekhouding van het Ministerie van Financiën voert het beheer over deze leningen, de belasting vindt evenwel plaats op Hoofdstuk IV.
5. Schuldsanering/ lopende inschrijving/ leningen | 1.246.586.671 |
8. Noodhulp en wederopbouw Bovenwindse Eilanden | 52.029.463 |
Totaal leningen | 1.298.616.134 |
Ad 12. Voorschotten
Ad. 12a. Tegenrekening voorschotten
De saldi van de per 31 december 2019 openstaande voorschotten en van de in 2019 afgerekende voorschotten worden hieronder per jaar gespecificeerd:
1 | Versterken rechtsstaat | 19.918.000 |
4 | Bevorderen sociaaleconomische structuur | 51.893.452 |
6 | Apparaat | 24.185.572 |
8 | Noodhulp en wederopbouw Bovenwindse Eilanden | 293.923.918 |
Totaal openstaande voorschotten | 389.920.942 |
2015 | 6.585.300 | 2.869.206 | 3.716.094 | |
2016 | 7.488.244 | 3.635.643 | 3.852.601 | |
2017 | 15.650.796 | 1.787.453 | 13.863.343 | |
2018 | 317.602.835 | 33.882.361 | 283.720.474 | |
2019 | 0 | 84.826.430 | 58.000 | 84.768.430 |
Totaal | 347.327.175 | 84.826.430 | 42.232.663 | 389.920.942 |
Toelichting
Artikel 1: Versterken rechtsstaat
De openstaande voorschotten op dit artikel betreffen de voorschotten verstrekt aan het Korps Landelijke Politiediensten ten behoeve van de inzet van het Recherche samenwerkingsteam (€ 19,9 mln.). De voorschotten worden in 2020 en volgende jaren afgewikkeld na ontvangst van de in de Rijksministerraad goedgekeurde jaarrekening, jaarverslag en verklaring van de externe accountant.
Artikel 4: Bevorderen sociaaleconomische structuur
Een deel van de openstaande voorschotten heeft betrekking op de bijdrage aan de openbare lichamen in het kader van regeling bijzonder uitkering integrale middelen BES (€ 22,3 mln.). Het betreft diverse projecten o.a. op het gebied van sociaalmaatschappelijk werk en sociaaleconomische ontwikkeling. De vaststelling vindt plaats op basis van jaarverslagen van de openbare lichamen over het laatste jaar van uitvoering. Daarnaast staat er nog een voorschot open (€ 0,6 mln.) met betrekking tot twee subsidies aan Saba en Sint Eustatius voor kinderrechten. Deze worden vastgesteld op basis van de jaarrekeningen 2020. Ook staat er nog een voorschot open (€ 2,3 mln.) met betrekking tot reorganisatiekosten en versterken financieel beheer in Sint Eustatius. Dit loopt nog tot december 2020. Voor de bestuurlijke ontwikkeling van Caribisch Nederland staan uit de jaren 2016 tot en met 2019 nog een totaal van € 6,7 mln. aan voorschotten open die na verantwoording in 2020 en verder worden afgehandeld. Daarnaast staan er nog een klein deel van de verstrekte voorschotten aan de Stichting Fondo Desaroyo Aruba (FDA) open (€ 4,4 mln.). In 2020 wordt deze volledig verantwoord. Ook staan er nog voorschotten open (€ 3,8 mln.) aan de Stichting Fonds voor sociale ontwikkeling en economische bedrijvigheid onder andere voor de bijdrage aan het riool van Bonaire. Ook staat er nog een voorschot (€ 1,9 mln.) open als onderdeel van een bijdragen aan het Openbaar Lichaam van Bonaire voor bevorderen goed bestuur en kinderrechten in Bonaire die in 2020 worden afgerekend.
Artikel 8: Noodhulp en wederopbouw Bovenwindse Eilanden
Dit betreft grotendeels een deel van de 1e tranche (€ 112 mln.) en de 2e tranche (€ 150 mln.) aan het Trustfonds van de Wereldbank ten behoeve van de wederopbouw van Sint Maarten. Verwachting afwikkeling in 2026 na afloop wederopbouwproject.
Ad 13. Garantieverplichtingen
Ad 13a. Tegenrekening garantieverplichtingen
De stand van de garantieverplichtingen is als volgt opgebouwd:
Aangegane verplichtingen in het verslagjaar | 0 | +/+ |
2.105.974 | ||
Tot betaling gekomen in 2019 | 0 | -/- |
Negatieve bijstellingen verplichtingen uit eerdere begrotingsjaren | 229.735 | -/- |
Totaal | 1.876.239 |
Toelichting
Alleen de garantie (€ 1,9 mln.) ten behoeve van de voorschotten verstrekt door de Europese Commissie voor het Bonaire riolerings- en waterzuiveringsprogramma staat nog open. Deze garantie vervalt wanneer het riolerings- en waterzuiveringsprogramma wordt afgerond. Het project wordt naar verwachting uiterlijk in 2021 afgerond.
Ad 14. Andere verplichtingen
Ad 14a. Tegenrekening andere verplichtingen
De opbouw van de stand van de openstaande verplichtingen BiBBV is als volgt opgebouwd:
Aangegane verplichtingen in het verslagjaar1 | 169.970.123 | +/+ |
492.389.359 | ||
Tot betaling gekomen in 2019 | 196.437.519 | -/- |
Negatieve bijstellingen uit voorgaande jaren | 1.196.496 | -/- |
Totaal | 294.755.344 |
- In de post aangegane verplichtingen in het verslagjaar is een verplichting van € 8.831.295 opgenomen, die 18 december 2018 is aangegaan.
Toelichting
De toelichting op de aangegane verplichtingen heeft betrekking op de negatieve bijstellingen die per saldo een omvang hebben van meer dan 10% en of meer dan € 0,1 mln. ten opzichte van de verplichtingenstand per 31-12-2018.
Artikel 1: Versterken rechtsstaat
Met betrekking tot kosten voor 3W is voor het Gemeenschappelijk Hof de verplichting in 2019 nogmaals in de boeken gezet. De verplichting uit 2018 is daarna ter correctie afgeboekt (€ 0,2 mln.).
Artikel 4: Bevorderen sociaaleconomische structuur
Vanwege een bijstelling van de integrale middelen is de bijdrage bijzondere uitkering integrale projecten voor Saba met € 0,6 mln. bijgesteld.
De opbouw van de stand van de openstaande verplichtingen BuBBV is als volgt opgebouwd:
Aangegane verplichtingen in het verslagjaar | 4.714.933 | +/+ |
6.201.215 | ||
Tot betaling gekomen in 2019 | 5.332.762 | -/- |
Negatieve bijstellingen uit voorgaande jaren | ‒ 40.339 | -/- |
Totaal | 908.792 |
De openstaande verplichtingen BUBBV bestaan uit verplichtingen van de kasbeheerder SSO-CN.
Verplichtingen buiten begrotingsverband | 908.792 | +/+ |
Totaal | 295.664.136 |
Niet uit de balans blijkende verplichting
Op 16 april 2018 is tussen de Staat der Nederlanden en de Wereldbank een Administration Agreement gesloten voor de oprichting van een Trustfonds bij de Wereldbank ten behoeve van de wederopbouw activiteiten op Sint Maarten als gevolg van orkaan Irma. Nederland stelt maximaal € 470 mln. beschikbaar voor dit Trustfonds, waarbij de Wereldbank als onafhankelijk expert Sint Maarten begeleidt bij het opstellen van het integraal herstelplan (National Recovery and Resilience Plan, NRRP). Het bedrag van € 470 mln. is een maximale (politieke) toezegging en komt in delen ter beschikking (Kamerstukken II 2017/18, 34773, nr.10). Dit wordt in een tripartite samenwerking vormgegeven tussen Sint Maarten, de Wereldbank en Nederland, die ieder een vertegenwoordiger in de stuurgroep hebben. Deelbetalingen worden toegekend, nadat de stuurgroep voorstellen van programma’s en projecten in het kader van NRRP heeft beoordeeld en goedgekeurd.
In 2019 heeft de Wereldbank de ontvangen middelen ingezet en nog geen nieuwe aanvraag gedaan voor de nog beschikbare middelen. Het resterende deel van de middelen, te weten € 177,7 mln., is als niet uit de balans blijkende verplichting opgenomen.
In opdracht van de directie Koninkrijksrelaties (KR) voert het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) een onderzoek uit op Sint Eustatius voor de nieuwbouw van het bestuurskantoor op Sint Eustatius. Indien de nieuwbouw en huisvesting daarna daadwerkelijk doorgaan worden deze kosten verrekend in de huurprijs door de RVB. Mocht KR besluiten om dit pand niet te bouwen of te betrekken dan worden de kosten die het RVB al heeft gemaakt middels een factuur verrekend. Dit levert een maximale verplichting op van € 1,3 mln. dit is inclusief de rente van de leenfaciliteit van de RVB.
E. Jaarrekening BES-fonds
12. De verantwoordingsstaat BES-fonds
Totaal | 38.279 | 38.279 | 38.279 | 43.176 | 44.316 | 44.316 | 4.897 | 6.037 | 6.037 | |
Beleidsartikelen | 38.279 | 38.279 | 38.279 | 43.176 | 44.316 | 44.316 | 4.897 | 6.037 | 6.037 | |
1 | BES-Fonds | 38.279 | 38.279 | 38.279 | 43.176 | 44.316 | 44.316 | 4.897 | 6.037 | 6.037 |
13. Saldibalans BES-fonds
- Rijkshoofdboekhouding
Toelichting op de saldibalans per 31 december 2019 van het BES-fonds (H)
Ad 1 en 2. Uitgaven en ontvangsten
Bij de begrotingsuitgaven en -ontvangsten zijn de gerealiseerde uitgaven en ontvangsten opgenomen met betrekking tot het jaar 2019 waarvoor de Rijksrekening nog niet door de Tweede Kamer is goedgekeurd.
Ad 4a. Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding
Op de Rekening‑courant met de Rijkshoofdboekhouding (RHB) is de financiële verhouding met het ministerie van Financiën weergegeven. Opgenomen zijn de bedragen conform Rekening-courant afschriften en het saldobiljet van genoemd departement.
a) Rekening-courant FIN/RHB | 0 |
Totaal | 0 |
Ad 12. Voorschotten
Ad. 12a. Tegenrekening voorschotten
De saldi van de per 31 december 2019 openstaande voorschotten en van de in 2019 afgerekende voorschotten worden hieronder per jaar gespecificeerd:
2015 | 1.690.344 | 1.690.344 | 0 | |
2016 | 833.223 | 663.875 | 169.348 | |
2017 | 0 | 0 | 0 | |
2018 | 38.647.068 | 38.647.068 | 0 | |
2019 | 0 | 42.108.165 | 0 | 42.108.165 |
Totaal | 41.170.635 | 42.108.165 | 41.001.287 | 42.277.513 |
De saldi van der per 31 december 2019 openstaande voorschotten worden hieronder per artikel gespecificeerd:
1 | BES-fonds | 42.277.513 |
Totaal openstaande voorschotten | 42.277.513 |
Toelichting
Het BES-fonds is een begrotingsfonds. De openbare lichamen BES ontvangen deze middelen van het Rijk om de overeengekomen taken uit te voeren (vergelijkbaar met het gemeentefonds). Het openstaand saldo heeft voor het grootste deel betrekking op in 2018 verstrekte voorschotten aan Bonaire (€ 24,2 mln.), Sint-Eustatius (€ 9,7 mln.) en Saba (€ 8,4 mln.) inzake de vrije uitkeringen.
Aangegane verplichtingen in het verslagjaar | 44.315.344 | +/+ |
45.454.691 | ||
Af: Tot betaling gekomen in 2019 | 44.315.344 | -/- |
Negatieve bijstellingen uit voorgaande jaren | 1.139.347 | -/- |
Totaal | 0 |
Toelichting
De toelichting op de aangegane verplichtingen heeft betrekking op de negatieve bijstellingen die per saldo een omvang hebben van meer dan 10% en of meer dan € 0,1 mln. ten opzichte van de verplichtingenstand per 31-12-2018.
Artikel 1: BES-fonds
Dit betreft de afboeking (€ 1,4 mln.) van de opstaande verplichtingen aan de Openbare Lichamen uit het jaar 2018. De afwikkeling van deze posten (vordering op de Openbare lichamen op de begroting van Koninkrijksrelaties) is meegenomen in een nieuwe verplichting voor 2019.
F. Bijlagen
Bijlage 1: Overzicht afgerond evaluatie en overig onderzoek (Koninkrijksrelaties)
Artikel 1.1 Versterken rechtsstaat | ||
1. Ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid | ||
1a. Beleidsdoorlichtingen | ||
BZK Beleidsdoorlichting Hoofdstuk IV, artikel 1 | 2017 | |
1b. Ander ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid | ||
Eindverslag Evaluatiecommissie justitiële rijkswetten | 2015 | |
2 Ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid | ||
2a. MKBA's | ||
Niet van toepassing | ||
2b. Ander ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid | ||
Niet van toepassing | ||
3. Overig onderzoek | ||
Niet van toepassing |
4.1. Curaçao, Sint Maarten en Aruba | ||
1. Ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid | ||
1a. Beleidsdoorlichtingen | ||
Bevorderen autonomie koninkrijkspartners, Beleidsdoorlichting Artikel 2 Hoofdstuk IV Koninkrijksrelaties | 2017 | |
1b. Ander ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid | ||
Steunend op eigen kracht, maar met de wil elkander bij te staan, Advies Evalautiecommissie 2018, Artikel 33 Rijkswet financieel toezicht | 2018 | |
2 Ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid | ||
2a. MKBA's | ||
Niet van toepassing | ||
2b. Ander ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid | ||
Niet van toepassing | ||
3. Overig onderzoek | ||
Evaluatie Samenwerkingsprogramma's SONA Curaçao | 2015 | |
Evaluatie Samenwerkingsprogramma's SONA Sint Maarten | 2015 | |
Eindevaluatie Meerjarenprogramma's Fondo Desaroyo Aruba (FDA) | 2017 | |
4.2 Caribisch Nederland | ||
1. Ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid | ||
1a. Beleidsdoorlichtingen | ||
Niet van toepassing | ||
1b. Ander ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid | ||
Evaluatie Plan veiligheid Nederlandse Antillen en gevangeniswezen N.A. | 2015 | |
Vijf jaar verbonden: Bonaire, Sint Eustatius en Saba en Europees Nederland | 2016 | |
2 Ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid | ||
2a. MKBA's | ||
Niet van toepassing | ||
2b. Ander ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid | ||
Niet van toepassing | ||
3. Overig onderzoek | ||
Evaluatie Samenwerkingsprogramma's SONA Openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba | 2015 | |
Naar een actief aandeelhouderschap. Onderzoek naar de structuur en werking van overheidsbedrijven op Bonaire | 2019 |
5.1 Schuldsanering/lopende inschrijving/leningen: schuldsanering landen Curacao en Sint Maarten | ||
1. Ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid | ||
1a. Beleidsdoorlichtingen | ||
Bevorderen autonomie koninkrijkspartners, Beleidsdoorlichting Artikel 2 Hoofdstuk IV Koninkrijksrelaties | 2017 | |
1b. Ander ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid | ||
Niet van toepassing | ||
2 Ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid | ||
2a. MKBA's | ||
Niet van toepassing | ||
2b. Ander ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid | ||
Niet van toepassing | ||
3. Overig onderzoek | ||
Evaluatie Rijkswet financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten | 2015 | |
5.2 Schuldsanering/lopende inschrijving/leningen: Leningen en/of garanties landen Curacao, Sint Maarten en Aruba | ||
1. Ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid | ||
1a. Beleidsdoorlichtingen | ||
Niet van toepassing | ||
1b. Ander ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid | ||
Niet van toepassing | ||
2 Ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid | ||
2a. MKBA's | ||
Niet van toepassing | ||
2b. Ander ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid | ||
Niet van toepassing | ||
3. Overig onderzoek | ||
Niet van toepassing |
8.1 Wederopbouw Bovenwindse eilanden: Wederopbouw | ||
1. Ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid | ||
1a. Beleidsdoorlichtingen | ||
Niet van toepassing | ||
1b. Ander ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid | ||
Niet van toepassing | ||
2 Ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid | ||
2a. MKBA's | ||
Niet van toepassing | ||
2b. Ander ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid | ||
Niet van toepassing | ||
3. Overig onderzoek | ||
Niet van toepassing | ||
8.2 Wederopbouw Bovenwindse eilanden: Noodhulp | ||
1. Ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid | ||
1a. Beleidsdoorlichtingen | ||
Niet van toepassing | ||
1b. Ander ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid | ||
Niet van toepassing | ||
2 Ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid | ||
2a. MKBA's | ||
Niet van toepassing | ||
2b. Ander ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid | ||
Niet van toepassing | ||
3. Overig onderzoek | ||
Niet van toepassing |
Bijlage 2: Overzicht rijksuitgaven Caribisch Nederland
Totaal Rijksuitgaven Caribisch Nederland | 295.270 | 298.790 | 306.910 | 361.959 | 395.080 | ||
IV Koninkrijksrelaties | 0 | 12.713 | 13.793 | 37.880 | 22.345 | ||
Artikel 1 Versterken rechtsstaat | Het deel dat ten goede komt aan Caribisch Nederland is niet te bepalen. | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ||
Artikel 4 Bevorderen sociaaleconomische structuur | Subsidies | 0 | 592 | 707 | 459 | 693 | |
Opdrachten | 0 | 910 | 1.014 | 558 | 836 | ||
Inkomensoverdrachten | 0 | 3.303 | 1.385 | 26.501 | 3.017 | ||
Bijdragen aan medeoverheden | 0 | 7.908 | 10.045 | 10.016 | 17.799 | ||
Bijdragen aan agentschappen | 0 | 0 | 392 | 336 | 0 | ||
Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken | 0 | 0 | 250 | 10 | 0 | ||
VI Justitie en Veiligheid | 39.926 | 35.825 | 36.950 | 39.681 | 39.720 | ||
Artikel 31 Politie | Bijdragen aan ZBO's/RWT's | 21.200 | 22.733 | 23.075 | 23.085 | 24.519 | |
Artikel 33 Veiligheid en criminaliteitsbestrijding | Bijdragen aan (inter)nationale organisaties | 4.658 | 4.879 | 4.324 | 6.523 | 7.002 | |
Artikel 34 Straffen en beschermen | Bijdragen aan agentschappen | 12.720 | 7.143 | 8.501 | 9.110 | 7.109 | |
Bijdragen aan medeoverheden | 1.348 | 1.070 | 1.050 | 963 | 1.090 | ||
VII Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties | 2.044 | 1.608 | 1.809 | 2.248 | 2.350 | ||
Artikel 3 Woningmarkt | Subsidies | 0 | 0 | 0 | 0 | 1.635 | |
Opdrachten | 0 | 0 | 0 | 0 | 323 | ||
Bijdragen aan ZBO's/RWT's | 0 | 0 | 0 | 0 | 46 | ||
Artikel 6 Overheidsdienstverlening en informatiesamenleving | Bijdrage aan agentschappen | 1.148 | 1.608 | 1.704 | 2.173 | 2.275 | |
Bijdragen aan medeoverheden | 0 | 0 | 105 | 75 | 75 | ||
Artikel 7 Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid | Inkomensoverdrachten | 896 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdragen medeoverheden | 0 | 0 | 0 | 0 | 106 | ||
VIII Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | 59.026 | 53.424 | 55.502 | 48.548 | 56.741 | ||
Artikel 1 Primair Onderwijs | Bekostiging | 14.558 | 16.707 | 17.299 | 17.113 | 18.969 | |
Subsidies | 456 | 217 | 457 | 398 | 380 | ||
Artikel 3 Voortgezet onderwijs | Bekostiging | 15.741 | 14.781 | 15.582 | 14.962 | 16.335 | |
Artikel 4 Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie | Bekostiging | 6.600 | 7.020 | 6.108 | 5.491 | 5.316 | |
Subsidies | 342 | 377 | 304 | 359 | 467 | ||
Opdrachten | 12.354 | 7.301 | 8.511 | 3.432 | 3.719 | ||
Bijdragen aan medeoverheden | 920 | 1.022 | 1.049 | 960 | 5.715 | ||
Artikel 9 Arbeidsmarkt- en Personeelsbeleid | Subsidies | 2.308 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Artikel 11 Studiefinanciering | Inkomensoverdrachten | 3.013 | 3.320 | 3.491 | 3.210 | 3.340 | |
Artikel 14 Cultuur | Bijdragen aan (inter)nationale organisaties | 60 | 0 | 0 | 45 | 0 | |
Artikel 16 Onderzoek en Wetenschapsbeleid | Bekostiging | 2.500 | 2.500 | 2.500 | 2.500 | 2.500 | |
Artikel 25 Emancipatie | Subsidies | 174 | 179 | 201 | 78 | 0 | |
IX Financiën en Nationale Schuld | 18.907 | 13.074 | 16.126 | 16.191 | 17.308 | ||
Artikel 1 Belastingen | Apparaatsuitgaven | 17.897 | 11.885 | 13.283 | 13.312 | 13.879 | |
Artikel 2 Financiële markten | Bijdragen aan ZBO's/RWT's | 1.010 | 1.189 | 1.843 | 1.879 | 2.429 | |
Garanties | 0 | 0 | 1.000 | 1.000 | 1.000 | ||
X Defensie | |||||||
Artikel 2 Koninklijke Marine | Het deel dat ten goede komt aan Caribisch Nederland is niet te bepalen. | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | |
Artikel 3 Koninklijke Landmacht | Het deel dat ten goede komt aan Caribisch Nederland is niet te bepalen. | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | |
Artikel 5 Koninklijke Marechaussee | Het deel dat ten goede komt aan Caribisch Nederland is niet te bepalen. | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | |
Artikel 8 Defensie Ondersteuningscommando | Het deel dat ten goede komt aan Caribisch Nederland is niet te bepalen. | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | |
XII Infrastructuur en Waterstaat | 18.313 | 17.542 | 8.956 | 34.904 | 67.760 | ||
Artikel 13 Bodem en Ondergrond | Opdrachten | 0 | 0 | 35 | 82 | 217 | |
Bijdragen aan medeoverheden | 0 | 0 | 0 | 0 | 240 | ||
Subsidies | 0 | 4.372 | 4.114 | 4.991 | 6.341 | ||
Artikel 14 Wegen en verkeersveiligheid | Opdrachten | 2.202 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdragen aan medeoverheden | 0 | 0 | 0 | 3.553 | 15.285 | ||
Artikel 17 Luchtvaart | Opdrachten | 365 | 589 | 418 | 1.377 | 1.397 | |
Subsidies | 0 | 0 | 647 | 805 | 649 | ||
Bijdragen agentschappen | 12.010 | 8.955 | 0 | 4.082 | 4.422 | ||
Bijdragen aan medeoverheden | 0 | 0 | 0 | 779 | 6.356 | ||
Artikel 18 Scheepvaart en havens | Opdrachten | 125 | 115 | 0 | 0 | 0 | |
Opdrachten havens CN | 0 | 635 | 141 | 9.774 | 797 | ||
Subsidies | 0 | 81 | 0 | 144 | 0 | ||
Bijdragen aan medeoverheden | 0 | 0 | 0 | 2.157 | 28.701 | ||
Artikel 21 Duurzaamheid | Opdrachten | 417 | 280 | 1.450 | 4.471 | 0 | |
Bijdragen aan medeoverheden | 0 | 0 | 0 | 0 | 1.148 | ||
Artikel 22 Omgevingsveiligheid en Milieurisico's | Opdrachten | 0 | 0 | 0 | 292 | 165 | |
Subsidies | 0 | 250 | 0 | 139 | 82 | ||
Bijdragen aan medeoverheden | 0 | 0 | 0 | 100 | 100 | ||
Artikel 23 Meteorologie, Seismologie en Aardobservatie | Bijdragen agentschappen | 1.335 | 1.040 | 1.055 | 955 | 855 | |
Artikel 24 Handhaving en toezicht | Bijdragen agentschappen | 672 | 672 | 672 | 788 | 735 | |
Artikel 26 Bijdrage aan Investeringsfondsen | Bijdragen IF | 475 | 490 | 390 | 390 | 0 | |
Bijdragen DF | 702 | 0 | 0 | 215 | |||
Artikel 97 Algemeen departement | Opdrachten | 10 | 63 | 34 | 25 | 55 | |
XIII Economische Zaken en Klimaat | 17.958 | 9.716 | 1.625 | 6.658 | 8.915 | ||
Artikel 1 Goed functionerende economie en markten | Opdrachten | 125 | 0 | 106 | 30 | ||
Subsidies | 0 | 0 | 0 | 90 | 0 | ||
Bijdragen aan ZBO's/RWT's | 725 | 651 | 651 | 651 | 651 | ||
Artikel 2 Bedrijvenbeleid: duurzaam en innovatief ondernemen | Opdrachten | 0 | 506 | 190 | 2.725 | 976 | |
Subsidies | 0 | 113 | 105 | 150 | 467 | ||
Artikel 4 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatsverandering | Subsidies | 17.108 | 8.446 | 573 | 3.042 | 6.791 | |
XIV Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit | 1.999 | 2.353 | 1.902 | 1.391 | 3.555 | ||
Artikel 12 Natuur en biodiversiteit | Opdrachten | 686 | 761 | 443 | 1.010 | 2.572 | |
Bijdragen aan medeoverheden | 1.313 | 1.592 | 1.459 | 381 | 983 | ||
XV Sociale Zaken en Werkgelegenheid | 29.498 | 30.995 | 33.592 | 32.795 | 37.258 | ||
Artikel 2 Bijstand, Participatiewet en Toeslagenwet | Inkomensoverdrachten | 1.878 | 2.077 | 2.729 | 2.736 | 3.035 | |
Artikel 3 Arbeidsongeschiktheid | Inkomensoverdrachten | 703 | 682 | 804 | 813 | 642 | |
Artikel 5 Werkloosheid | Inkomensoverdrachten | 25 | 17 | 24 | 20 | 46 | |
Artikel 6 Ziekte en Zwangerschap | Inkomensoverdrachten | 3.213 | 2.416 | 3.070 | 3.188 | 3.099 | |
Artikel 7 Kinderopvang | Opdrachten | 1.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Artikel 8 Oudedagsvoorziening | Inkomensoverdrachten | 18.274 | 19.197 | 19.794 | 19.003 | 21.705 | |
Artikel 9 Nabestaanden | Inkomensoverdrachten | 1.110 | 1.072 | 1.111 | 1.020 | 1.194 | |
Artikel 10 Tegemoetkoming ouders | Inkomensoverdrachten | 0 | 1.868 | 2.050 | 1.857 | 3.239 | |
Artikel 98 Algemeen | Inkomensoverdrachten | 3.295 | 3.666 | 4.010 | 4.158 | 4.298 | |
XVI Volksgezondheid, Welzijn en Sport | 107.599 | 121.540 | 136.655 | 141.663 | 139.128 | ||
Artikel 1 Volksgezondheid | Subsidies | 882 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdragen aan medeoverheden | 0 | 879 | 865 | 868 | 919 | ||
Bijdragen aan agentschappen | 0 | 297 | 322 | 611 | 1.060 | ||
Artikel 4 Zorgbreed beleid | Bekostiging | 106.717 | 110.954 | 125.422 | 131.365 | 127.960 | |
Artikel 10 Apparaatsuitgaven | Personeel/materieel | 0 | 9.410 | 10.046 | 8.819 | 9.189 |
Deze tabel is opgesteld op basis van de verstrekte informatie van de hier boven genoemde departementen.