Sluiting heffingsvermindering nieuwbouw
Duurzame ontwikkeling en beleid
Brief regering
Nummer: 2020D18474, datum: 2020-05-14, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-30196-710).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Onderdeel van kamerstukdossier 30196 -710 Duurzame ontwikkeling en beleid.
Onderdeel van zaak 2020Z08641:
- Indiener: K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2020-05-19 15:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2020-05-28 11:30: Procedurevergadering vaste commissie voor Binnenlandse Zaken (per videoverbinding) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2020-06-18 13:00: Bouwen (Algemeen overleg), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2021-09-09 14:05: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 |
30 196 Duurzame ontwikkeling en beleid
29 453 Woningcorporaties
Nr. 710 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 mei 2020
Om ervoor te zorgen dat het woningtekort in Nederland wordt opgelost, staat Nederland voor een grote bouwopgave. Daarbij is het van belang dat ook in tijden van het coronavirus wordt doorgebouwd. Het is daarom goed om te zien dat de heffingsvermindering voor nieuwbouw door woningcorporaties veelvuldig is aangevraagd. Deze heffingsvermindering is begin dit jaar opengesteld als onderdeel van de aanpak om sneller meer betaalbare woningen te realiseren. Daarvoor was voor de eerste 10 jaar van deze regeling in totaal € 1 miljard beschikbaar gesteld.
Op 4 mei was dit bedrag al ruim overschreden. Er zijn aanvragen ingediend voor een bedrag van € 1.690 miljoen voor 75 duizend woningen. Hiermee is het voor de eerste 10 jaar beschikbare bedrag ruim overschreden. Dat is een goed teken: de regeling voorziet in een behoefte en woningcorporaties zijn serieus van plan te investeren in de nieuwbouw van meer betaalbare huurwoningen. Ik zie echter geen andere mogelijkheid dan de gelegenheid voor nieuwe aanvragen binnenkort te sluiten.
Zoals gezegd is het voortgaan van de bouw, ook of juist zeker in deze tijd met de beperkingen vanwege de Corona-maatregelen belangrijk. De voorraad toegekende aanvragen, tot dit moment goed voor de bouw van 75 duizend woningen, geeft een belangrijke ondersteuning van de bouw. Aanvragers hebben immers 5 jaar, tot en met 2025, de tijd om de investeringen te realiseren. De regeling ondersteunt de bouwproductie in deze periode. Tot 1 juli kan het aantal aanvragen, en onder de regeling vallende woningen nog oplopen. Alle woningen waarvoor tegen 1 juli een vermindering in de verhuurderheffing is aangevraagd – naar verwachting zijn dat dan 80.000 woningen – moeten er zo snel mogelijk komen. Daarom heb ik met AEDES en VNG afgesproken dat we de bouw van deze woningen gezamenlijk gaan bewaken en aanjagen.
Ik ben voornemens de regeling op 1 juli te sluiten op grond van de mogelijkheid in de wet om per eerste van elk kwartaal via ministeriële regeling de bedragen voor nieuw aan te vragen heffingsverminderingen op nihil te zetten. Ik zal deze regeling op korte termijn publiceren in de Staatscourant.
Het sluiten van de regeling heeft geen effect op de aanvragen die voor 1 juli 2020 zijn of nog voor die datum worden ingediend. Rekening houdend met de budgettaire kaders en afhankelijk van de diverse actuele maatschappelijke uitdagingen kan bezien worden of nieuwe heffingsverminderingen (via een wetswijziging), of heropening van de bestaande heffingsverminderingen mogelijk is.
Bij de hiervoor te maken afwegingen zal ik ook de uitkomsten betrekken van de toegezegde evaluatie van de heffingsverminderingen in de verhuurderheffing die ik in juni aan uw kamer zal aanbieden, en de uitkomsten van het onderzoek naar aanleiding van de motie van het lid Ronnes over de (financiële) balans van opgaven en middelen van corporaties (Kamerstuk 30 196, nr. 685). Ook blijf ik de effecten van de huidige situatie in verband met de Coronamaatregelen op de bouw in de gaten houden en zo nodig aanvullende maatregelen nemen.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties,
K.H. Ollongren