[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Voornemen tot verlenging van het verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van Curaçao, en de Verenigde Staten van Amerika inzake toegang tot en gebruik van faciliteiten op Curaçao voor humanitaire bevoorrading bedoeld voor de bevolking van de Bolivariaanse Republiek Venezuela; Willemstad, 15 maart 2019

Voornemen tot verlenging van verdragen

Brief regering

Nummer: 2020D19081, datum: 2020-05-18, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-24493-89).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 24493 (R1557)-89 Voornemen tot verlenging van verdragen.

Onderdeel van zaak 2020Z08904:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Staten-Generaal 1/2
Vergaderjaar 2019-2020

24 493 Voornemen tot verlenging van verdragen

BO/ Nr. 89 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 mei 2020

Ter voldoening aan het bepaalde in artikel 9 van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen, en met het oog op artikel 7, onderdeel e, van die Rijkswet, heb ik de eer u mede te delen dat de regering het voornemen heeft om over te gaan tot verlenging van het volgende verdrag:

Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van Curaçao, en de Verenigde Staten van Amerika inzake toegang tot en gebruik van faciliteiten op Curaçao voor humanitaire bevoorrading bedoeld voor de bevolking van de Bolivariaanse Republiek Venezuela; Willemstad, 15 maart 2019 (Trb. 2019, nr. 46). Het verdrag heeft een initiële looptijd van een jaar en zal, met terugwerkende kracht, vanaf 15 maart 2020 voor een jaar worden verlengd.

Voor wat het Koninkrijk betreft, geldt het te verlengen verdrag alleen voor Curaçao. Het verdrag behoefde destijds op grond van artikel 7, onderdeel c, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen niet de goedkeuring van de Staten-Generaal.

De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A. Blok