Antwoord op vragen van de leden Von Martels en Van Nispen over het bericht dat verenigingen voor jeugd- en jongerenwerk in de problemen komen door de coronacrisis
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2020D19399, datum: 2020-05-20, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20192020-2838).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Onderdeel van zaak 2020Z07154:
- Gericht aan: H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Indiener: M.R.H.M. von Martels, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: W.P.H.J. Peters, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: M. van Nispen, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
2838
Vragen van de leden Von Martels, Peters (beiden CDA) en Van Nispen (SP) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht dat verenigingen voor jeugd- en jongerenwerk in de problemen komen door de coronacrisis (ingezonden 21 april 2020).
Antwoord van Minister De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 20 mei 2020).
Vraag 1
Bent u bekend met de oproep van Scouting Nederland aan de overheid over hulp bij financiële problemen door de coronacrisis?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Bent u bekend met het bericht dat 94% van de beheerde speeltuinen vanwege de coronacrisis in de problemen komen?2
Antwoord 2
Ja.
Vraag 3
Klopt het bericht dat sportverenigingen onder voorwaarden en in tijden van financiële crisis financiële ondersteuning kunnen krijgen?
Antwoord 3
Sportverenigingen kunnen gebruik maken van de rijksbrede steunmaatregelen die van kracht zijn, waaronder de Tegemoetkoming ondernemers getroffen sectoren COVID-19 (TOGS-regeling) van het Ministerie van EZK waar de oproep van Scouting Nederland naar verwijst. Daarvoor gelden dezelfde voorwaarden als voor alle aanvragers van de TOGS, zo moet in ieder geval een hoofd- of nevenactiviteit van deze vereniging bij de Kamer van Koophandel zijn opgenomen op de lijst met vastgestelde SBI-codes.
Daarnaast is voor de sportverenigingen een steunpakket ontwikkeld waarover ik u onlangs geïnformeerd heb (TK2020D16797).
Vraag 4
Klopt het beeld dat jeugd- en jongerenwerk als scouting, maar ook kindervakantieorganisaties en speeltuinverenigingen van dergelijke ondersteuning zijn uitgesloten?
Antwoord 4
Dat verschilt per organisatie. De rijksbrede steunmaatregelen kunnen met voorwaarden ook van toepassing zijn op deze organisaties. Sommige speeltuinen en scoutingverenigingen kunnen wél onder de TOGS vallen omdat ze een nevenactiviteit hebben die daarvoor in aanmerking komt. Daarnaast verschilt het per gemeente of zij scouting al dan niet in aanmerking laten komen voor het steunpakket voor sportverenigingen.
Vraag 5
Kunt u aangeven wat daarvan de achterliggende gedachte is?
Antwoord 5
De rijksbrede steunmaatregelen zijn primair van toepassing op ondernemers en in mindere mate op verenigingen. Voor speeltuinen, jeugdverenigingen en scouting ligt er bovendien een route richting het lokale domein en de gemeenten om in gesprek te gaan voor mogelijke ondersteuning.
Vraag 6
Deelt u de mening dat speeltuinen, jeugd- en jongerenwerk voor het gezond opgroeien van onze jeugd van essentieel belang zijn?
Antwoord 6
Speeltuinen en vormen van jeugdwerk als Scouting zijn zeker van belang bij het gezond kunnen opgroeien van de jeugd.
Vraag 7
Deelt u de mening dat deze verenigingen door de huidige crisis in de problemen komen, en dat deze problemen zo groot kunnen worden dat zij het hoofd niet langer boven water kunnen houden?
Antwoord 7
Op dit moment is nog niet in te schatten wat de effecten zijn van de huidige crisis voor deze verenigingen. De gemeente is de eerstverantwoordelijke overheid voor deze verenigingen en mocht de situatie voor de scouting of jeugdwerk langdurig voortduren dan zullen deze verenigingen dan ook met de gemeente moeten kijken welke mogelijkheden er zijn om het voortbestaan van deze voorzieningen niet in gevaar te laten komen.
Vraag 8
Deelt u de mening dat deze essentiële voorzieningen behouden moeten blijven? Hoe gaat u daar voor zorgen?
Antwoord 8
Zie het antwoord op vraag 7.
Vraag 9
Bent u bereid om te bezien op welke manier verenigingen voor jeugd- en jongerenwerk alsnog geholpen kunnen worden?
Antwoord 9
Zie het antwoord op vraag 7.
Vraag 10
Wilt u de Kamer hierover zo spoedig mogelijk informeren?
Antwoord 10
Ja.