Afschrift reactie op voorstel als crisismaatregelen leeftijdsgrens rechter-plaatsvervangers te verhogen
Brief regering
Nummer: 2020D19723, datum: 2020-05-20, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2020D19723).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van zaak 2020Z09161:
- Indiener: S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2020-06-04 10:00: Procedures en brieven (via videoverbinding) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2020-06-30 16:30: Justitieketen (Notaoverleg), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2020-09-02 13:45: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2020-09-23 13:15: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
2020D19723 Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 mei 2020
Bij brief van 12 mei jl. verzocht de Vaste commissie voor Justitie en Veiligheid mij om een afschrift van mijn reactie op een e-mail van een gepensioneerde rechter. De oud-rechter deed het voorstel om met het oog op het wegwerken van de door de coronacrisis verder opgelopen achterstanden in strafzaken, de wet zo aan te passen dat het mogelijk wordt om rechters ook na het bereiken van de leeftijd van zeventig jaar als rechter-plaatsvervangers in te zetten.
Hierop is vanuit mijn ministerie op 6 mei per e-mail als volgt gereageerd:
«Hartelijk dank voor het door u gedane voorstel in bovengenoemde e-mailbericht.
Het Ministerie van Justitie en Veiligheid beziet momenteel samen met de Rechtspraak en het Openbaar Ministerie hoe opgelopen extra werkvoorraden het beste kunnen worden ingelopen. Daarbij wordt ook gekeken naar de mogelijkheden om rechters van boven de zeventig in te zetten.
Ik ga ervan uit u met het vorenstaande afdoende te hebben geïnformeerd.»
De Minister voor Rechtsbescherming,
S. Dekker