Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over het Fiche: Mededeling identiteit beheerder Gemeenschappelijk voorzieningsfonds (Kamerstuk 22112-2870)
Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2020D20332, datum: 2020-05-26, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2020D20332).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: A. (Anne) Mulder, voorzitter van de vaste commissie voor Financiën (Ooit VVD kamerlid)
- Mede ondertekenaar: J.F.C. Freriks, adjunct-griffier
Onderdeel van zaak 2020Z07870:
- Indiener: S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Financiën
- 2020-05-06 10:00: Procedurevergadering Financiën (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
- 2020-05-14 14:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2020-05-26 14:00: Fiche: Mededeling identiteit beheerder Gemeenschappelijk voorzieningsfonds (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Financiën
- 2020-12-02 14:05: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
2020D20332 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
De vaste commissie voor Financiën heeft op 26 mei 2020 enkele vragen en opmerkingen aan de Minister van Financiën voorgelegd over het op 1 mei 2020 door de Minister voor Buitenlandse Zaken toegezonden BNC-fiche Mededeling identiteit beheerder Gemeenschappelijk voorzieningsfonds (Kamerstuk 22 112, nr. 2870).
De voorzitter van de commissie,
Anne Mulder
De adjunct-griffier van de commissie,
Freriks
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de VVD
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de mededeling identiteit beheerder Gemeenschappelijk voorzieningsfonds (GVF). De leden van de VVD-fractie hebben daarover nog wel enkele vragen en/of opmerkingen.
De leden van de VVD-fractie lezen dat de Europese Commissie heeft voorgesteld om in het volgende Meerjarig Financieel Kader (MFK) meer gebruik te maken van garanties en dat het GVF dient als «liquiditeitsbuffer» die de rest van de EU-begroting beschermt tegen mogelijke verliezen die door begrotingsgaranties zijn gedekt. Waarom wordt met deze mededeling vooruitgelopen op het eerstvolgende MFK? Wat zijn de voor- en nadelen van garanties? En wat zijn de voor- en nadelen dat de Commissie zelf het GVF beheert in plaats van het te delegeren aan de Europese Investeringsbank (EIB)? En wat zijn daarvan de gevolgen? Ook voor (de rol van) de lidstaten? Waarom is er niet gekozen voor gedeeld beheer (EIB en Commissie)? Want het lijkt nu wel een voorstel in de categorie «wij van WC-eend adviseren …».
Wat voor soort garanties worden er hier bedoeld? De leden van de VVD-fractie zijn er namelijk geen voorstander van om meer in te zetten op het aantrekken van geld op de kapitaalmarkt met garanties van de lidstaten.
De leden van de VVD-fractie lezen dat het kabinet de bevindingen uit de evaluatie naar de geschiktheid van de Commissie en de EIB voor het beheer van het GVF steunt. Wat is het verschil in resultaat concreet geweest tussen de Commissie en de EIB? En in hoeverre zijn de resultaten vergelijkbaar?
De leden van de VVD-fractie zijn het eens met het kabinet dat het besluit om zelf het beheer van het GVF uit te voeren voorgelegd had moeten worden aan de begrotingsautoriteit. Het is daarom goed dat Nederland zich aansluit bij een groep lidstaten die een kritische houding aannemen. Maar wat is er nog aan te doen aan de procedure?
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van het CDA
De leden van de CDA-fractie steunen de kritische lijn van het kabinet in de keuze van de Europese Commissie om de Europese Commissie als beheerder van het GVF te maken. Deze leden verzoeken de Minister in te brengen dat er zowel in de Raad als het EP wordt gedebatteerd over de evaluatie van het GVF alvorens de beheerder definitief wordt vastgesteld. Het kabinet stelt immers een voorstander van een flexibelere EU-begroting te zijn, maar hierbij mag de centrale rol van de begrotingsautoriteit (Raad en EP) niet ondermijnd worden. De leden van de CDA-fractie vragen de Minister of hij vindt dat dat wel het geval is wanneer de Raad en het EP niet inhoudelijk over het voorstel van de commissie spreken.
De leden van de CDA-fractie vragen aan de Minister door wie de garanties in het huidige MFK worden afgegeven en in hoeverre beoordeelt de Minister het afgeven van garanties als politieke keuzes.
De leden van de CDA-fractie vragen de Minister aan te geven hoe het voorstel van de commissie bijdraagt aan een meer transparant MFK. Tevens vragen deze leden de Minister welke middelen de beheerder heeft om eventuele wanbetaling op gefinancierde investeringsprojecten aan te pakken. Of betreft het dan bevoegdheden die reeds onder verantwoordelijkheid van de Commissie vallen?
De leden van de CDA-fractie vragen de Minister waarom de Commissie de resultaten van haar onderzoek niet in juni 2019 heeft kunnen publiceren.
Een afweging in het oordeel van het kabinet is kostenefficiëntie bij de besteding van EU-middelen. Dit geldt ook voor de leden van de CDA-fractie. Deze leden vragen de Minister hoe hoog de kostenbesparing is.
De leden van de CDA-fractie vragen de Minister of de Europese Rekenkamer een oordeel heeft over wie de beste beheerder zou zijn van het GVF en wanneer dat niet het geval is het nuttig kan zijn om een advies aan de rekenkamer te vragen.
Ten slotte vragen de leden van de CDA-fractie of in de mededeling van de commissie een evaluatiemoment na vijf jaar bevat ten behoeve van een eventuele herziening bij het volgende MFK en wanneer dat niet het geval is de Minister dat in de Raad zal inbrengen.
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van GroenLinks
De leden van de GroenLinks-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het Fiche Mededeling beheer identiteit Gemeenschappelijk voorzieningenfonds. Zij kunnen zich vinden in de inzet van het kabinet voor een doelmatig beheer van de voorzieningen en hebben hier enkele verhelderende vragen over.
De leden van de GroenLinks-fractie constateren dat, nadat er onafhankelijk onderzoek door derden is uitgevoerd, de Commissie met aanvullende argumenten komt om zichzelf als meest geschikte partij voor het beheer van het GVF aan te wijzen. Vindt de Minister, zo vragen de leden van de GroenLinks-fractie, dat aan de bredere context van bevoegdheidsverdeling op het gebied van openbare financiën van de EU reeds in de analyse van derden aandacht besteed had moeten worden? Is de Minister met andere woorden van mening dat het aan de onafhankelijke experts was geweest om met argumenten te komen die de Commissie nu voor haar eigen geschiktheid aandraagt?
De Minister stelt dat, gegeven de huidige crisis, hij de gevolgen zal meewegen van het voorstel in de verdere uitwerking. De leden van de GroenLinks-fractie vragen wat hiermee wordt bedoeld. Op welke manier zou de coronacrisis invloed kunnen hebben op wie het voorzieningenfonds moet beheren, nu zowel door de Commissie als door Nederland reeds is aangegeven dat de Commissie hiervoor de aangewezen partij is?
De leden van de GroenLinks-fractie lezen dat het kabinet vraagtekens zet bij de verwijzing van de Commissie naar artikel 317 VWEU in het vraagstuk of er een wetgevingshandeling nodig is om het beheer van middelen van het GVF aan de Commissie toe te vertrouwen. De leden van de GroenLinks-fractie lezen echter niks over wat het kabinet op dit punt beweegt het standpunt van de Commissie in twijfel te trekken. Zij vragen de Minister of dit onderbouwd kan worden.
Het kabinet schrijft dat verwacht wordt dat een grote groep lidstaten en het EP kritisch zal zijn t.a.v. het proces van het aanwijzen van de beheerder van het GVF. De leden van de GroenLinks-fractie vragen of de Minister verwacht dat deze kritische houding implicaties zal hebben voor de identiteit van de beheerder van het GVF.
Het kabinet schrijft dat Nederland de Commissie zal vragen om met een vervolgplan te komen waarin de Raad en het EP alsnog op redelijke wijze betrokken zullen worden bij het aanwijzen van de beheerder van het GVF. De leden van de GroenLinks-fractie vragen de Minister hoe deze inzet zich verhoudt met het gegeven dat de Commissie reeds medegedeeld heeft dat zij de beheerder van het GVF zal zijn. Pleit de Minister ervoor alsnog een wetgevingshandeling uit te voeren? En hoe verhoudt dit zich met de wens van het kabinet dat de Commissie, zoals reeds via de mededeling geëxpliciteerd is, de beheerder van het GVF wordt?