[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Oorlogsgerelateerde uitkeringen die Duitsland betaalt aan inwoners van Nederland

Belastingdienst

Brief regering

Nummer: 2020D20383, datum: 2020-05-26, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-31066-649).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 31066 -649 Belastingdienst.

Onderdeel van zaak 2020Z09458:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2019-2020

31 066 Belastingdienst

Nr. 649 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 mei 2020

Op 21 februari 2020 bereikten mij twee verzoeken om informatie van de vaste commissie voor Financiën. Hierbij voldoe ik aan deze verzoeken. Ten eerste heeft de commissie in zijn procedurevergadering van 22 januari 2020 verzocht de aanvullende informatie te ontvangen die in de Regeling van Werkzaamheden van 3 september 2019 aan de orde is gekomen (Handelingen II 2018/19, nr. 103, item 7). Het gaat om informatie over uitkeringen die Duitsland als «Kriegsbeschädigtenrente» uitbetaalt aan bepaalde Nederlands ingezetenen, onder meer Nederlanders die tijdens de Tweede Wereldoorlog vrijwillig dienst hebben gedaan bij de Waffen SS.

De bedoelde informatie heeft mijn ambtsvoorganger de Kamer doen toekomen in zijn brief van 13 september 2019 (Kamerstuk 31 066, nr. 522). Deze brief gaf de vaste commissie voor Financiën aanleiding tot het stellen van nadere vragen op 17 oktober 2019, die mijn ambtsvoorganger bij brief van 17 december 2019 heeft beantwoord (Kamerstuk 31 066, nr. 571).

Ten tweede heeft de commissie in zijn procedurevergadering van 19 februari 2020 verzocht om aanvullende informatie, onder verwijzing naar het schriftelijk overleg waar de bovengenoemde brief van mijn voorganger van 17 december 2019 deel van uitmaakt. In deze brief is mijn voorganger ingegaan op de termijn en wijze waarop de Kamer kan worden ingelicht over de uitkomsten van het op 13 september 2019 door mijn voorganger aangekondigde verzoek aan Duitsland om informatie te verstrekken.

Tot op heden is er nog geen antwoord van de Duitse autoriteiten ontvangen. De Belastingdienst heeft op 27 februari 2020 aan Duitsland om aandacht hiervoor gevraagd en verzocht de status van het verzoekschrift te laten weten. Dit heeft nog niet tot een reactie geleid. Ik zal de voortgang op dit dossier uiteraard nauw bewaken en daarvoor bovendien via de diplomatieke route aandacht vragen.

De Staatssecretaris van Financiën,
J.A. Vijlbrief