Verslag van een schriftelijk overleg over de geannoteerde agenda informele videoconferentie Raad voor Concurrentievermogen op 29 mei 2020 (Kamerstuk 21501-30-487)
Raad voor Concurrentievermogen
Verslag van een schriftelijk overleg
Nummer: 2020D20764, datum: 2020-06-03, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-21501-30-488).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.C.G. Keijzer, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat (Ooit BBB kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 21501 30-488 Raad voor Concurrentievermogen.
Onderdeel van zaak 2020Z09630:
- Indiener: M.C.G. Keijzer, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat
- Volgcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2020-06-03 12:30: Procedurevergadering (via videoconferentie) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2020-06-04 14:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2020-07-09 12:00: Raad voor Concurrentievermogen (informeel) op 21 juli 2020 (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2021-04-20 16:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 |
21 501-30 Raad voor Concurrentievermogen
Nr. 488 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Vastgesteld 3 juni 2020
De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat over de brief van 20 mei 2020 inzake de geannoteerde agenda van de informele videoconferentie Raad voor Concurrentievermogen op 29 mei 2020 (Kamerstuk 21 501–30, nr. 487).
De vragen en opmerkingen zijn op 25 mei 2020 aan de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat voorgelegd. Bij brief van 28 mei 2020 zijn de vragen beantwoord.
De voorzitter van de commissie,
Renkema
De griffier van de commissie,
Nava
Vragen en antwoorden
Vragen van de leden van de VVD-fractie
Ministeriële videoconferentie onderzoek en innovatie
De leden van de VVD-fractie vragen hoe het kabinet invulling geeft aan de uitwerking van ERAvsCorona Actieplan. Kan de Staatssecretaris verder toelichten welke nationale activiteiten Onderzoek en Innovatie (O&I) er momenteel plaatsvinden op het gebied van COVID-19? Heeft de Staatssecretaris concrete veelbelovende voorbeelden? Wat gebeurt er om deze voorbeelden te ondersteunen?
Antwoord
Het ERAvsCorona Actieplan betreft een gezamenlijk actieplan van de EU en lidstaten. De tien acties in het plan richten zich onder andere op het opzetten van een nieuwe calls uit Horizon 2020 (actie 3), ondersteuning van het mkb/startups (actie 4), coördinatie van financiering en van klinisch onderzoek (actie 6), toegang tot onderzoekinfrastructuren (actie 8), het delen van data (actie 9) en het organiseren van een Hackathon (actie 10). De vorm en mate van directe betrokkenheid van lidstaten bij de tien acties, die door de Europese Commissie zijn geïnitieerd, is sterk afhankelijk van het type actie. De actuele stand van zaken voor de belangrijkste initiatieven is als volgt:
– Nederland heeft in het kader van actie 6 informatie gedeeld over de nationale O&I-initiatieven gericht op COVID-19.
– Bij de hackathon (actie 10) ging het om een Pan-Europees initiatief met 20.000 deelnemers verdeeld over 114 nationaliteiten. Eén van de grootse hackathons ooit georganiseerd. Er waren zeven Nederlandse winnaars. De follow-up bestaat uit diverse onderdelen, waaronder een «Matchathon evenement» om de financieringsbehoefte van winnende projecten te koppelen aan beschikbare bronnen. Daarbij wordt er ook in Nederland gekeken naar mogelijkheden binnen het nationale financieringsinstrumentarium. Daarnaast betreft één van de andere acties uit het ERAvsCorona Actieplan dat de winnende projecten worden uitgenodigd voor het EIC-COVID-Platform, dat eind mei 2020 van start gaat.
– Actie 3 betreft het opzetten van verschillende calls vanuit Horizon 2020, onder andere voor projecten gericht op vaccinontwikkeling, nieuwe behandelmethoden en diagnostische testen. Recent werd een call gepubliceerd met een omvang van 122 miljoen euro voor onderzoek naar onder andere medische technologieën en de sociaaleconomische impact van maatregelen tegen de epidemie uitbraak. Nederlandse partijen kunnen hier ook een aanvraag voor indienen.
Daarnaast hebben vrijwel alle lidstaten, ook Nederland, op nationaal niveau calls opgezet voor O&I gericht op COVID-19. Over de Nederlandse O&I-activiteiten voor COVID-19, die niet direct in het kader van het ERAvsCorona Actieplan zijn uitgevoerd, wordt uw Kamer geïnformeerd in het kader van de periodieke rapportages van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), mede namens andere betrokken bewindspersonen. Deze rapportages bevatten ook voorbeelden van nationale inspanningen voor O&I naar het coronavirus.1
De leden van de VVD-fractie lezen dat er ook in den brede zal worden gesproken over de rol van O&I bij de wijze waarop Europa uit de crisis kan herstellen. Hoe zal deze rol invulling krijgen wat betreft de Staatssecretaris?
Antwoord
De ministers zullen informeel van gedachten wisselen over onder andere het economisch herstel van de EU en de rol van O&I daarbij. Dit mede met het oog op het op 27 mei aangepaste voorstel van de Europese Commissie voor het aankomende Meerjarig Financieel Kader (MFK) en het daaraan gerelateerde voorstel voor een herstelfonds. Uw Kamer wordt hier apart over geïnformeerd. Het kabinet vindt dat de inzet van herstelmiddelen ertoe moet leiden dat het concurrentievermogen van alle lidstaten convergeert naar een hoger niveau en dat de inzet bijdraagt aan de groene en digitale transities. Onderzoek en innovatie spelen hierbij een sleutelrol. Een voorbeeld hiervan zijn investeringen in onderzoek en innovatie ter bevordering van de ontwikkeling van sleuteltechnologieën die van belang zijn voor de digitale- en klimaattransitie. Het kabinet is van mening dat excellentie en impact de leidende selectiecriteria moeten blijven voor Horizon Europe, het Europese kaderprogramma voor onderzoek en innovatie voor de periode 2021–2027. Zo worden alleen de beste voorstellen op basis van onderlinge competitie gehonoreerd.
De leden van de VVD-fractie lezen dat de pan-Europese hackaton een succes was. Zitten er nog meer van dit soort initiatieven in de pijplijn?
Antwoord
Een hackathon is in diverse lidstaten inmiddels een gangbaar instrument om gezamenlijk en multidisciplinair tot oplossingen voor een concreet probleem te komen en waar onderzoek, innovatie en ondernemerschap samenkomen. Iedereen kan meedenken en meedoen, ook nieuwe partijen en spelers. Uniek aan de hackathon in het kader van het ERAvsCorona Actieplan was het pan-Europese karakter, de omvang (20.000 deelnemers) en de breedte met zes gebieden (domeinen) waar oplossingen voor aangedragen konden worden. Voor de follow-up van deze hackathon verwijs ik naar het antwoord op de vraag van uw fractie over de uitwerking van het ERAvsCorona Actieplan. Op dit moment is niet bekend of er opnieuw een Europese hackathon, of een vergelijkbaar initiatief, georganiseerd zal worden.
Toerisme
De leden van de VVD-fractie maken van de gelegenheid gebruik om een aantal vragen te stellen over de reisbranche naar aanleiding van de extra ingelaste informele Raad over toerisme. Deze leden vragen welke compensatieregeling specifiek is voor de reissector gerealiseerd. Weet het kabinet inmiddels om hoeveel annuleringen het gaat en welke schade hierbij specifiek door de sector is geleden? Welke mogelijkheden ziet het kabinet om deze sector (eventueel) te helpen?
Antwoord
De annuleringsschade is niet exact bekend. Deze wordt door de sector op enkele honderden miljoenen euro’s geschat. De reissector kan gebruik maken van de maatregelen in noodpakket 1.0 en 2.0. Met name de NOW2, TOGS3, financieringsinstrumenten (BMKB-C4 en GO-C) en uitstel van betaling van belastingschulden zijn relevant voor de reissector. De reissector valt ook binnen de regeling Tegemoetkoming Vaste Lasten MKB die is aangekondigd in het kader van noodpakket 2.0.
De leden van de VVD-fractie weten dat er door de sector gegarandeerde coronavouchers zijn uitgegeven. De EU adviseert lidstaten om actief te overwegen garantieregelingen voor vouchers op te zetten teneinde ervoor te zorgen passagiers of reizigers worden terugbetaald in het geval van insolventie van de uitgever van de voucher. Is bekend voor welk bedrag er corona-vouchers zijn uitgegeven door de reisbranche en is het kabinet van plan de reissector hier bij te helpen, bijvoorbeeld door het afgeven van garanties? Zo ja, hoe?
Antwoord
Het precieze bedrag dat op dit moment aan coronavouchers uitstaat is niet bekend, maar het gaat om enkele honderden miljoenen euro’s. Op dit moment heeft de Stichting Garantiefonds Reisgelden (SGR), die de coronavouchers van een groot deel van de reisbranche dekt, een steunverzoek bij de overheid uitstaan. Dit verzoek is in behandeling en ik zal uw Kamer hierover op korte termijn informeren over de uitkomst.
Vragen van de leden van de CDA-fractie
Ministeriële videoconferentie onderzoek en innovatie
De leden van de CDA-fractie lezen dat tijdens de videoconferentie behalve over de voortgang van het ERAvsCorona Actieplan waarschijnlijk ook in den brede zal worden gesproken over de rol van O&I bij de wijze waarop Europa kan herstellen uit de crisis. Welke lijn of voorstellen zijn hier vanuit de Europese Commissie en/of lidstaten te verwachten?
Antwoord
Op 27 mei is het aangepaste voorstel voor het aankomende MFK en het daaraan gerelateerde voorstel voor een herstelfonds gepubliceerd. Uit deze voorstellen blijkt welke rol is toebedeeld aan onderzoek en innovatie bij het herstel uit de crisis. De Kamer wordt over dit pakket separaat geïnformeerd. De lijn van het kabinet is dat onderzoek en innovatie bijdragen aan de grote maatschappelijke transities en versterking van het concurrentievermogen van lidstaten.
Voorts lezen deze leden dat Nederland onder andere zal uitdragen dat de coördinatie van de inspanningen gericht op COVID-19 van onderzoekers en innovatieve bedrijven moet worden verbeterd. Wat zou specifiek moeten worden verbeterd, wat het kabinet betreft?
Antwoord
Nederland doelt hiermee op het belang van coördinatie en samenwerking bij onderzoekers en bedrijven tijdens een dergelijke crisis, zowel binnen de EU als internationaal. Deze inspanningen worden op dit moment al grotendeels gecoördineerd vanuit het ERAvsCorona Actieplan. Dat verloopt goed. Er vinden op dit moment in verschillende lidstaten veel initiatieven plaats. Het is van belang dat hier nog meer impact op gegeneerd kan worden door krachten te bundelen en kennis te delen over lopende onderzoeken en innovatie trajecten. Nederland zal daarom ook het belang van open access en open science benadrukken.
De leden van de CDA-fractie lezen over het belang van aandacht voor de consequenties van de coronacrisis voor lopende Horizon 2020-projecten. Zijn er momenteel Nederlandse Horizon 2020-projecten waarvoor de coronacrisis gevolgen heeft? Zo ja, welke?
Antwoord
De coronacrisis heeft ook voor veel Nederlandse Horizon 2020-projecten gevolgen. Verschillende onderzoeksinstellingen hebben hun zorgen hierover geuit. Er is op dit moment geen overzicht voorhanden over welke specifieke projecten dit gaat. Voor een deel van deze projecten zullen de genomen maatregelen van de Commissie voldoende zijn. Het gaat daarbij om de mogelijkheid tot verlenging, het aanpassen van tussentijdse projectresultaten («deliverables») en andere administratieve maatregelen. Nederland zet zich ervoor in dat ook de continuïteit geborgd wordt van projecten die, ondanks de genomen maatregelen, tussen wal en schip raken als gevolg van opgelopen vertragingen. Het gaat hierbij om maatwerk.
Nederland vindt dat er lessen getrokken dienen te worden uit de crisis. Deze leden kunnen zich daar zich iets bij voorstellen. Kan het kabinet al «lessen» aanreiken die het heeft geleerd?
Antwoord
Voor Europees onderzoeks- en innovatiebeleid zijn een aantal lessen te trekken. Zo is het belang gebleken van het ondersteunen van de brede wetenschap en innovatie om in de toekomst wendbaar te zijn en kennis paraat te hebben. Verder geldt dat Horizon 2020 voldoende flexibel is gebleken om op een snelle manier met instrumenten, waaronder calls gericht op vaccinontwikkeling, nieuwe behandelmethoden en diagnostische testen, in te spelen op COVID-19. Daarnaast laat het ERAvsCorona Actieplan zien dat gezamenlijke acties van Commissie en lidstaten op korte termijn van grond konden worden getrokken. Het belang van open science en open access heeft zich meer dan ooit bewezen getuige ook de oprichting van het European COVID-19 Research Data Platform op 20 april jl. als onderdeel van het ERAvsCorona Actieplan. Voor de toekomst geldt dat we sterker moeten markeren op welke wijze onderzoek en innovatie kan helpen ons voor te bereiden op een toekomstige pandemie en kan bijdragen aan maatschappelijke uitdagingen en transities. Ook is duidelijk geworden dat veel digitale en technologische oplossingen van het innovatieve mkb, startups en scale-ups komen. Publiek-private samenwerking en samenwerking met de industrie is cruciaal om onderzoek, door de keten heen, te laten leiden tot concrete diensten en producten met impact.
In het verslag van de ministeriële videoconferentie over onderzoek en innovatie en het coronavirus d.d. 7 april 2020 lezen de leden van de CDA-fractie dat Nederland op de korte termijn voorstander is van het flexibeler inzetten van structuurfondsen voor acties gerelateerd aan COVID-19 (Kamerstuk22 112, nr. 2866). In zijn brief d.d. 6 april 2020 (Kamerstuk 22 112, nr. 2856) over nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de EU-lidstaten schrijft de Minister van Buitenlandse Zaken bij het eerste voorstel CRII+ het volgende: « De gevolgen voor de Nederlandse situatie zijn nog niet duidelijk. Nederland kan, zoals eerder aan uw Kamer gemeld, waarschijnlijk slechts een bedrag van omstreeks EUR 25 miljoen inzetten onder het CRII. De verwachting is dat dit voorstel dit bedrag niet significant zal verhogen. Het kabinet is in gesprek met de management autoriteiten, decentrale overheden en de Europese Commissie om te bekijken of en hoe Nederland dit bedrag onder het CRII zal benutten, aangezien de lopende programmering in dit laatste jaar al vastligt en momenteel wordt uitgevoerd.» Wat is de uitkomst en/of stand van zaken van deze gesprekken inzake de benutting van de resterende 25 miljoen euro?
Antwoord
Het kabinet is naar aanleiding van het Corona Response Investment Initiative (CRII) en CRII+ met de Commissie en betrokken decentrale overheden en managementautoriteiten van de relevante fondsen (Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO), Europees Sociaal Fonds (ESF) en Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij (EFMZV)) in gesprek gegaan over de mogelijkheden om het bedrag wat voor Nederland beschikbaar was onder CRII en CRII+ (ongeveer 25 miljoen euro bestaande structuurfondsmiddelen) in te zetten. Op basis van die verkenning moet geconcludeerd worden dat het niet in de rede ligt om op deze manier met structuurfondsmiddelen in te spelen op de coronacrisis. Reden hiervoor is dat deze middelen niet zonder problemen vrijgemaakt konden worden, omdat ze al verplicht of toegezegd zijn aan projecten. Inzet van deze middelen onder CRII(+) zou betekenen dat andere geplande investeringen geen doorgang zouden kunnen vinden, wat voor problemen bij begunstigden zou zorgen. In het geval van ESF wordt het daarnaast van belang geacht dat de ondersteuning aan de kwetsbare doelgroep, die nu hard wordt geraakt door de crisis, kan worden voortgezet onder het huidige programma. Ook zou de toegevoegde waarde van de inzet van CRII-middelen zeer beperkt zijn ten opzichte van de noodmaatregelen die het kabinet op nationaal niveau al heeft genomen ten aanzien van bijvoorbeeld het ondersteunen van het mkb of arbeidstijdverkortingsmaatregelen.
Wel is binnen een aantal programma’s binnen de reguliere financiële kaders ingespeeld op de coronacrisis. In Noord-Nederland (EFRO) is een specifieke «corona-regeling» opengesteld, ten gunste van bedrijven en kennisinstellingen en gericht op kennisontwikkeling en innovatie op het gebied van de huidige gezondheidscrisis rond COVID-19. Daarvoor is binnen het huidige operationele programma vanuit twee lopende calls 1 miljoen euro vrijgemaakt. Binnen het programma van het EFMZV is op grond van de flexibiliseringsmaatregelen van het CRII+ een stilligregeling voor visserijbedrijven opengesteld en worden de mogelijkheden voor een compensatie voor aquacultuurbedrijven nog onderzocht.
De leden van de CDA-fractie zijn van mening dat de coronacrisis het belang van bescherming van onze vitale productieprocessen en infrastructuur in Nederland en/of met Europese partnerlanden nog nadrukkelijker onderstreept. Hoe ziet de Staatssecretaris dat? Onderkennen andere lidstaten dit belang ook?
Antwoord
De Commissie heeft lidstaten opgeroepen om extra waakzaam te zijn op ongewenste buitenlandse investeringen tijdens de coronacrisis. Het kabinet erkent de noodzaak om in tijden van crisis extra waakzaam te zijn op (vitale) bedrijven en processen die in de problemen komen. Het kabinet houdt een vinger aan de pols bij relevante marktontwikkelingen en zal bij mogelijke ongewenste overnames en investeringen gepast reageren wanneer er risico's voor de Nederlandse nationale veiligheidsbelangen ontstaan. Tegelijkertijd deelt het kabinet de visie van de Commissie dat directe buitenlandse investeringen bijdragen aan werkgelegenheid, innovatievermogen, onze concurrentiekracht en in het algemeen economische groei in Nederland en de EU. Ook andere lidstaten steunen de oproep van de Commissie voor extra waakzaamheid.
In Nederland zijn momenteel de Uitvoeringswet FDI-screeningsverordening en het stel van investeringstoetsing in voorbereiding. Wat is hiervan de status? Wanneer komt bijvoorbeeld de Uitvoeringswet FDI-screeningsverordening, die op 11 oktober 2020 in werking moet treden, naar de Kamer? Zijn of worden ook in Europees verband op korte termijn (nood)maatregelen getroffen om bijvoorbeeld te voorkomen dat derde landen als gevolg van de coronacrisis een groter aandeel in de Europese economie kunnen verwerven?
Antwoord
De uitvoeringswet voor de Europese FDI-screeningsverordening ligt op dit moment voor bij de Raad van State voor een spoedadvies en zal daarna zo spoedig mogelijk aan uw Kamer worden aangeboden. Voor de brede investeringstoets is het momenteel de inschatting dat de wet eind 2020 aan uw Kamer wordt aangeboden. Deze inschatting is gebaseerd op de gemiddelde doorlooptijden van een wetsvoorstel dat alle gebruikelijke uitvoerings- en handhavingstoetsen, adviezen en een internetconsultatie doorloopt – met in laatste instantie het advies van de Afdeling Advisering van de Raad van State.
Informele videoconferentie ruimtevaart
De leden van de CDA-fractie onderschrijven het belang van Europese ruimtesystemen voor niet alleen de economie, maar ook als voorwaarde voor autonoom vervoer, digitalisering en een sterke Europese positie in de ruimtevaart, en vinden het goed dat Nederland dit zal uitdragen. Zij vragen of de (context van de) motie van het lid Amhaouch c.s. over scenario’s om de Nederlandse ruimtevaartambities beter vorm te geven (Kamerstuk 24 446, nr. 67) hierbij al kan worden betrokken, waarvan de uitwerking blijkens de brief van 11 maart 2020 (Kamerstuk 24 446, nr. 71) deze zomer wordt verwacht.
Antwoord
De motie van het lid Amhaouch c.s. onderstreept het brede belang van ruimtevaart van zowel de ruimtevaartsector als gelieerde sectoren. Zoals aangegeven is Nederland voornemens het brede belang van ruimtesystemen voor niet alleen de economie, maar ook voor aanpalende terreinen als vervoer, digitalisering en een sterke Europese positie in de ruimtevaart in de informele videoconferentie te benadrukken. De context van de motie van het lid Amhaouch c.s. wordt zodoende betrokken bij de interventie.
Vragen van de leden van de D66-fractie
Ministeriële videoconferentie onderzoek en innovatie
De leden van de D66-fractie lezen dat tijdens de videoconferentie van gedachten gewisseld wordt over de voortgang van het onderzoek en innovatie actieplan. Deze leden vragen de Staatssecretaris toe te lichten wat de voortgang van Nederland is in de uitvoering van de tien kortetermijnacties.
Antwoord
Het actieplan bestaat uit verschillende acties waarbij de vorm en betrokkenheid van lidstaten en de Commissie verschilt. In Nederland zijn in het kader de coronacrisis verschillende acties ondernomen die aansluiten op de acties uit het ERAvsCorona Actieplan. Deze richten zich vooral op het beschikbaar maken van data volgens de FAIR5 principes en toegang bieden tot nationale infrastructuren voor onderzoekers. Nederlandse partijen zoals NWO, ZonMW, Health-RI, GoFAIR en universiteiten hebben zich in verschillende nationale en internationale initiatieven ingezet voor het beschikbaar maken van wetenschappelijke data, onder andere via het European COVID-19 Data Platform. Verder neemt Nederland deel aan vier expertgroepen die gericht zijn op het verzamelen van informatie op het gebied van clinical trials, productie, testen, en financiering van vaccinaties (actie 1). Voor de overige Nederlandse acties verwijs ik u naar het antwoord op de vraag van de VVD-fractie.
Tevens vragen deze leden of en hoe er aandacht is voor onderzoek en innovatie in mogelijke Europese economische steunpakketten.
Antwoord
Ik verwijs u naar het antwoord op de vraag van de VVD-fractie.
Informele videoconferentie ruimtevaart
De leden van de D66-lezen dat Nederland zal uitdragen dat de waarde van ruimtesystemen breed bezien moet worden. Deze leden vragen wat de Nederlandse visie op het belang van ruimtesystemen voor defensie is en of de vertegenwoordiger deze visie ook zal uitdragen.
Antwoord
Ruimtesystemen zijn volgens het kabinet breed van belang, ook voor defensie. Zoals aangegeven is Nederland voornemens de brede relevantie uit te dragen tijdens de informele videoconferentie. Nederland zal ook benoemen dat ruimtevaartsystemen van belang zijn voor onze veiligheid.
De leden van de D66-fractie constateren dat ruimtesystemen een belangrijke rol spelen bij het monitoren van de luchtkwaliteit. De luchtkwaliteit lijkt verband te houden met het ziekteverloop van corona patiënten. Dus is het van belang dat dit soort zaken kunnen meegenomen voor onderzoek en dat deze data open data blijft. Ziet de Staatssecretaris het belang van open data voor onderzoek naar luchtkwaliteit? Wordt het belang van open data van ruimtesystemen ook door andere lidstaten erkend?
Antwoord
Het kabinet ziet het belang van open data en onderstreep regelmatig dat het van belang is dat het open data beleid binnen het aardobservatieprogramma Copernicus gehandhaafd blijft. Het kabinet is zich ervan bewust dat dit van belang is voor alle partijen die gebruik maken van de data, waaronder de onderzoekers naar luchtkwaliteit. Er is brede steun voor en erkenning van de waarde van het open data beleid van Copernicus. Hierbij wordt wel nagedacht of partijen binnen Europa niet relatief meer zouden moeten profiteren dan partijen buiten Europa.
Zie o.a. Kamerstuk 25 295, nrs. 199 en 200↩︎
Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor Werkgelegenheid↩︎
Tegemoetkoming Ondernemers Getroffen Sectoren COVID-19↩︎
Borgstelling mkb-kredieten – corona en garantie ondernemersfinanciering – corona↩︎
FAIR: Findable, Accessible, Interoperable and Reusable.↩︎