Reactie op verzoek commissie over opschorting fusieplannen i.v.m. coronacrisis
Primair Onderwijs
Brief regering
Nummer: 2020D20814, datum: 2020-05-28, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-31293-519).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media (Ooit ChristenUnie kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 31293 -519 Primair Onderwijs.
Onderdeel van zaak 2020Z09640:
- Indiener: A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2020-06-09 15:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2020-06-11 11:30: Procedurevergadering (videoconferentie) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2020-09-02 13:45: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 |
31 293 Primair Onderwijs
25 295 Infectieziektenbestrijding
Nr. 519 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BASIS- EN VOORTGEZET ONDERWIJS EN MEDIA
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 mei 2020
Met deze brief reageer ik op uw verzoek van 24 april 2020 om een inhoudelijke reactie op het verzoek van ouders en de medezeggenschapsraad om de voorgenomen fusie van twee scholen in de gemeente Haarlemmermeer op te schorten.
Ik begrijp dat de coronamaatregelen het lastiger maken om in de fase voorafgaand aan een fusie met alle betrokkenen te overleggen. Desondanks zie ik op dit moment geen aanleiding om het besluitvormingsproces en de rol van de medezeggenschap daarin aan te passen vanwege de gevolgen van de uitbraak van het coronavirus.
Het gesprek tussen het schoolbestuur en de medezeggenschap is, ook in deze tijden, een groot goed. Hoewel met elkaar aan één tafel overleggen lastiger is geworden, sluit de wet andere manieren van overleg, bijvoorbeeld met behulp van digitale middelen, niet uit. Het is aan het schoolbestuur om – eventueel samen met de medezeggenschapsraad – te beslissen over het al dan niet opschorten van de fusieplannen in de huidige omstandigheden. Ook in de huidige situatie behoudt de medezeggenschapsraad zijn wettelijke instemmingsrecht bij fusie. Uit de Wet medezeggenschap op scholen (WMS) volgt dat het bevoegd gezag en de medezeggenschapsraad met elkaar in gesprek gaan over de voorgenomen fusie en de fusie-effectrapportage. In het geval een van de betrokken medezeggenschapsraden niet akkoord gaat met het voornemen tot fusie of de gemaakte afspraken in de fusie-effectrapportage, kan hij zijn instemming onthouden (art. 10, eerste lid, onder h, van de WMS). Daarop kan het schoolbestuur nogmaals het gesprek aangaan of eventueel naar de geschillencommissie stappen voor een uitspraak (art. 32, eerste lid, van de WMS). De geschillencommissie kijkt in dat laatste geval hoe het proces verlopen is. De uitspraak van de geschillencommissie komt dan in plaats van het besluit van de betreffende medezeggenschapsraad.
Er bestaan geen landelijke, wettelijke termijnen voor het besluit van de medezeggenschapsraad in geval van fusie. Deze termijnen zijn doorgaans vastgelegd in het reglement van de school. Het is daarom niet mogelijk deze termijnen op landelijk niveau aan te passen of te voorzien in tijdelijke versoepeling vanwege de coronamaatregelen. Het is daarom wel van belang dat de betrokken medezeggenschapsraden en schoolbesturen met elkaar blijven spreken over de inrichting van het proces en welke middelen ze daarvoor gebruiken.
De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,
A. Slob