[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Eindtekst

Wijziging van de Kadasterwet in verband met de elektronische ondertekening van volledig geautomatiseerd aangemaakte en ondertekende berichten

Eindtekst

Nummer: 2020D20990, datum: 2020-05-28, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2020Z03008:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


De Tweede Kamer der Staten-

Generaal zendt bijgaand door

haar aangenomen wetsvoorstel

aan de Eerste Kamer.

De Voorzitter,

28 mei 2020

Wijziging van de Kadasterwet in verband met de elektronische ondertekening van volledig geautomatiseerd aangemaakte en ondertekende berichten
VOORSTEL VAN WET

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is artikel 7e van de Kadasterwet te wijzigen in verband met het volledig geautomatiseerd aanmaken en ondertekenen van berichten door de bewaarder en de eisen die verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt en tot intrekking van Richtlijn 1999/93/EG (PbEU 2014, L 257) daaraan stelt;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

In artikel 7e van de Kadasterwet wordt na het eerste lid, onder vernummering van het tweede lid tot derde lid, een lid ingevoegd, luidende:

2. In afwijking van het eerste lid kan, indien in deze wet een elektronische handtekening van de bewaarder wordt voorgeschreven, gebruikgemaakt worden van een elektronisch zegel als bedoeld in artikel 3, onderdeel 27, van verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt en tot intrekking van richtlijn 1999/93/EG (PbEU 2014, L 257).

ARTIKEL II

Indien het bij koninklijke boodschap van 6 juni 2019 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Bekendmakingswet en andere wetten in verband met de elektronische publicatie van algemene bekendmakingen, mededelingen en kennisgevingen (Wet elektronische publicaties) (Kamerstukken 35218) tot wet is of wordt verheven, wordt die wet als volgt gewijzigd:

A

Artikel 4.8 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel Ab wordt artikel 13.1a als volgt gewijzigd:

a. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst.

b. In het eerste lid (nieuw) wordt ‘voor het in behandeling nemen van een omgevingsvergunning’ vervangen door ‘voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning’.

c. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

2. De artikelen 229a en 229b van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing.

2. Na onderdeel Ac wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

Ad

In artikel 15.3, eerste lid, wordt ‘mededeling heeft gedaan’ vervangen door ‘heeft kennisgegeven’.

3. Onderdeel F komt te luiden:

F

Artikel 16.32b komt te luiden:

Artikel 16.32b (kennisgeving en terinzagelegging voorkeursrechtbeschikking)

Het bestuursorgaan geeft kennis van de terinzagelegging van de voorkeursrechtbeschikking en de op de beschikking betrekking hebbende stukken op de in artikel 12 van de Bekendmakingswet bepaalde wijze. De ten behoeve van de terinzagelegging aan te wijzen locatie, bedoeld in artikel 13, eerste lid, van de Bekendmakingswet is gelegen binnen de gemeente of gemeenten waarin de onroerende zaak ligt.

4. Onderdeel J komt te luiden:

J

Artikel 16.64 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het opschrift wordt ‘mededeling’ vervangen door ‘kennisgeving’.

2. In het derde lid wordt ‘deelt het bevoegd gezag dat besluit mee op dezelfde wijze als het heeft kennisgegeven van de aanvraag’ vervangen door ‘geeft het bevoegd gezag kennis van dat besluit op de in artikel 12 van de Bekendmakingswet bepaalde wijze’.

5. Onderdeel K komt te luiden:

K

Artikel 16.64a wordt als volgt gewijzigd:

1. In het opschrift, alsmede in het eerste en tweede lid, wordt ‘mededeling’ vervangen door ‘kennisgeving’.

2. In het tweede lid vervalt ‘, en wordt deze mededeling in de Staatscourant geplaatst’.

6. Na onderdeel K worden drie onderdelen ingevoegd, luidende:

Ka

Artikel 16.66 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het vierde lid wordt ‘bedoeld in artikel 3:12 van de Algemene wet bestuursrecht, en in de mededeling, bedoeld in artikel 3:44 van de Algemene wet bestuursrecht’ vervangen door ‘bedoeld in artikel 3:12 of 3:44 van de Algemene wet bestuursrecht’.

2. In het vijfde lid wordt ‘bedoeld in artikel 3:12 van de Algemene wet bestuursrecht respectievelijk in de mededeling, bedoeld in artikel 3:44 van de Algemene wet bestuursrecht’ vervangen door ‘bedoeld in artikel 3:12 of 3:44 van de Algemene wet bestuursrecht’ en vervalt ‘, en worden die kennisgeving en mededeling in de Staatscourant geplaatst’.

Kb

In het opschrift van afdeling 16.7 vervalt ‘ en mededeling’.

Kc

In het opschrift van paragraaf 16.7.2 vervalt ‘, mededeling’.

7. Onderdeel L komt te luiden:

L

Artikel 16.77b wordt als volgt gewijzigd:

1. Het opschrift komt te luiden:

Artikel 16.77b (bekendmaking omgevingsplan, omgevingsvisie en programma)

2. In het eerste lid, aanhef, wordt ‘overeenkomstig artikel 3:44, eerste lid, onder a, van de Algemene wet bestuursrecht ter inzage gelegd’ vervangen door ‘bekendgemaakt’.

8. Onderdeel Q komt te luiden:

Q

Artikel 16.115 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel b, wordt ‘in een of meer dag-, nieuws- of huis-aan-huisbladen, of op een andere geschikte wijze’ vervangen door ‘op de in artikel 12 van de Bekendmakingswet bepaalde wijze’.

2. Het tweede lid vervalt, onder vernummering van het derde tot tweede lid.

3. In het tweede lid (nieuw) vervalt ‘en kennisgeving’.

9. Na onderdeel S wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

Sa

In artikel 22.3 wordt ‘overeenkomstig artikel 3:44, eerste lid, onder a, van de Algemene wet bestuursrecht ter inzage gelegd’ vervangen door ‘, bekendgemaakt’.

B

Artikel 4.11 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel A, onder 2, komt te luiden:

2. In de laatste zin wordt ‘de mededeling niet binnen twee maanden op de voorgeschreven wijze beschikbaar is gesteld’ vervangen door ‘de kennisgeving niet binnen twee maanden is gedaan’.

2. Er wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

E

In artikel 6.5, tweede lid, eerste zin, wordt ‘mededeling is gedaan van de beschikking’ vervangen door ‘mededeling is gedaan onderscheidenlijk kennis is gegeven van de beschikking’.

C

Artikel 7.12 wordt als volgt gewijzigd:

1. Na onderdeel J wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

Ja

In artikel 7.38, onderdeel b, wordt ‘mededeling gedaan’ vervangen door ‘kennisgegeven’.

2. Na onderdeel P wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

Pa

In artikel 14.3, tweede lid, onderdeel c, wordt ‘de betrokken beschikkingen’ vervangen door ‘van de betrokken beschikkingen’ en ‘worden bekendgemaakt’ door ‘wordt kennisgegeven’.

ARTIKEL III

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst en werkt ten aanzien van artikel I terug tot en met 26 september 2019.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,