Inbreng verslag schriftelijk overleg over o.a. de geannoteerde agenda Telecomraad 5 juni 2020 (2020Z09482)
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2020D21189, datum: 2020-05-29, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: W.J.T. Renkema, voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (Ooit GL kamerlid)
- Mede ondertekenaar: D.S. Nava, griffier
Onderdeel van zaak 2020Z09482:
- Indiener: M.C.G. Keijzer, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2020-05-29 12:00: Telecomraad (formeel) op 5 juni 2020 (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2020-06-03 12:30: Procedurevergadering (via videoconferentie) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2020-06-09 15:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2021-04-20 16:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (š origineel)
21501-33 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie Nr. Inbreng verslag van een schriftelijk overleg Vastgesteld De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat heeft een aantal vragen en opmerkingen aan de staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat voorgelegd over de geannoteerde agenda voor de Telecomraad op 5 juni 2020 (2020Z09482), het verslag van de informele Telecomraad 5 mei 2020 (2020Z09481), het schriftelijk overleg over de geannoteerde agenda informele Telecomraad 5 mei 2020 (2020Z09480), het verslag van de Telecomraad van 3 december 2019 (Kamerstuk 21501-33, nr. 795), het fiche Mededeling implementatie EU 5G toolbox (Kamerstuk 22112, nr. 2854), het fiche Mededeling over een Europese datatstrategie (Kamerstuk 22112, nr.2858 ) en het fiche Mededeling Europese digitaliseringsstrategie (Kamerstuk 22112, nr. 2859). De vragen en opmerkingen zijn op 29 mei 2020 aan de staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat voorgelegd. Bij brief van ā¦ā¦zijn de vragen beantwoord. De voorzitter van de commissie, Renkema De griffier van de commissie, Nava Inhoudsopgave I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties II Antwoord / Reactie van de staatsecretaris I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie De leden van de VVD-fractie danken de staatssecretaris voor de toegezonden geannoteerde agenda en de andere voorliggende stukken. Zij hebben hier nog enkele vragen over. Geannoteerde agenda Telecomraad 5 juni 2020 De leden van de VVD-fractie onderschrijven het belang van het benutten van technologieĆ«n als ArtificiĆ«le intelligentie (AI) om de Nederlandse en Europese economie innovatiever en competitiever uit de crisis te laten komen volledig. Voor een beleidsdiscussie op dit punt op Europees niveau is van belang dat er geĆÆnventariseerd wordt welke knelpunten er qua Europese regelgeving bestaan ten aanzien van het verder ontwikkelen van dergelijke technologieĆ«n. Kan de staatssecretaris hier meer inzicht in geven? Welke randvoorwaarden zijn wat de staatssecretaris betreft van belang voor het creĆ«ren van het genoemde āecosysteem van excellentieā? De leden van de VVD-fractie lezen dat de methode van de Commissie om gebieden met een hoog risico te identificeren vooralsnog positief lijkt. Deze leden vragen hoe deze methode nu vorm krijgt en welke verdere concretisering Nederland graag zou willen zien. Verder vragen de leden waarop wordt gebaseerd wat risicovolle sectoren en gebieden zijn. De leden van de VVD-fractie lezen dat wanneer er problemen zijn met betrekking tot AI-toepassingen deze kunnen worden opgelost met wet- en regelgeving, maar dat het nog de vraag is of dit dan generiek of specifiek moet zijn. Hoe staat Nederland in deze kwestie? Wat zijn de voor- en nadelen van generieke wet- en regelgeving voor het AI-domein? Hoe wordt voorkomen dat gebieden met een laag risico door deze mogelijke wet- en regelgeving worden belemmerd? Hoe wordt deze risico-inschatting gemaakt? Wanneer verwacht u de resultaten van de ālerende aanpakā? Verslag van de informele Telecomraad 5 mei 2020 Kan de staatssecretaris een licht schijnen op het krachtenveld in de Raad ten aanzien van de informatie-uitwisseling en de mate waarin verschillende ācorona-appsā van verschillende landen met elkaar zouden kunnen communiceren en hoe hierin de privacy gewaarborgd zou kunnen worden? Kan de staatssecretaris toelichten op welke wijze zij tot dusver uitvoering heeft gegeven aan de oproep van de Commissie om onjuiste informatie over 5G en de vermeende link met COVID-19 te ontkrachten? Is zij voornemens om deze inspanningen in de toekomst te handhaven of zo mogelijk te inventariseren? Schriftelijk overleg over de geannoteerde agenda informele Telecomraad 5 mei Kan de staatssecretaris aangeven op welke wijze zij tot dusver heeft getracht om meer duidelijkheid te krijgen over de ruimte voor Nederland om deel te nemen aan het āGAIA-Xā-project van Duitsland of andere lidstaten die bij dit initiatief betrokken? Op welke termijn verwacht zij deze duidelijkheid te krijgen? Fiche Mededeling implementatie EU 5G toolbox Kan de staatssecretaris inzichtelijk maken in hoeverre de veiling van frequenties voor het 5G-netwerk volgens planning verloopt? Wordt het genoemde verslag aan de NIB-Samenwerkingsgroep over de nationale uitvoering van de kernmaatregelen in de toolbox met de Kamer gedeeld? Zo ja, kan de staatssecretaris hierbij eveneens duidelijk maken op welke wijze deze genomen kernmaatregelen in Nederland zich verhouden tot de kernmaatregelen die genomen zijn in andere lidstaten? Fiche Mededeling Europese datastrategie De leden van de VVD-fractie lezen dat het ontsluiten van kwalitatief goede data een voorwaarde is om de AI-ambities waar te maken. Deze leden vragen of de staatssecretaris het met hen eens is dat het delen van data cruciaal is om het innovatieve ecosysteem te optimaliseren. Verder vragen zij of er ook buiten de Nederlandse en Europese landsgrenzen wordt gekeken ten aanzien van het delen van data. Erkent de staatssecretaris dat het delen van data niet enkel van meerwaarde is voor bedrijven, maar juist ook voor universiteiten en daaraan bijvoorbeeld beginnende ondernemers en startups? Welke regelgeving kan hierbij een belemmering vormen? Hoe kan dit worden opgelost? Wanneer kan de Kamer de verkenning van de Commissie verwachten ten aanzien van het datagedreven ontwikkelen van beleid? In de verantwoordingsonderzoeken hebben de leden van de VVD-fractie kunnen lezen dat bij de helft van de rijksbrede organisaties de informatiebeveiliging niet op orde is. Welke stappen dient het Rijk nog te zetten alvorens zij veilig kunnen meedoen aan āBusiness-to-Governmentā datadeling? Fiche Mededeling Europese digitaliseringsstrategie De leden van de VVD lezen dat bij de consumentenagenda worden meegenomen dat platforms zich dienen te houden aan Europese regelgeving. Deze leden van de VVD lezen dat het kabinet deze inzet steunt en kunnen zich daar in vinden. Verder lezen de leden van de VVD dat het kabinet de voorstellen van de Europese Commissie zal beoordelen op basis van effectiviteit. Kan de staatssecretaris toelichten welke maatstaven zij hierbij hanteert? Is de staatssecretaris van mening dat het onwenselijk is dat partijen zoals Ali Baba onveilige producten in Nederland kan verkopen en dat hier streng op moet worden kunnen gehandhaafd? Verwacht de staatssecretaris dat er strenge handhavingsbevoegdheden zullen worden opgenomen in Europese regelgeving ten aanzien van platforms die onveilige producten aanbieden in Nederland? Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de voorliggende stukken. Zij hebben daarover de volgende vragen en opmerkingen. Geannoteerde agenda Telecomraad 5 juni 2020 De leden van de CDA-fractie lezen dat Nederland bij de totstandkoming van beleid en mogelijke wetgeving op het gebied van AI een ālerende aanpakā bepleit, en stelt dat āals op basis van deze lerende aanpak blijkt dat nieuwe wet- en regelgeving nodig isā deze generiek en/of specifiek kan zijn. Hoezeer is hierbij ook aandacht voor (de gevolgen van) het stapelen van regels, met specifieke, sectorale regels bovenop generieke regels? Wordt rekening gehouden met het feit dat regulering van algoritmes in de zorg anders is dan algoritmes in het verkeer? Bestaat het risico dat horizontale regelgeving, aangevuld met extra eisen, verdere ontwikkeling van AI kan vertragen of belemmeren? Wat zou dit betekenen voor de positie van Nederland/Europa ten opzichte van landen die meer investeren/hebben geĆÆnvesteerd in AI en dergelijke wet- en regelgeving niet hebben? Het BNC-fiche en het Witboek van de Europese Commissie schrijven voor dat AI-applicaties āgetraindā moeten zijn op basis van āEuropese dataā. Data zijn echter niet per definitie locatie gebonden, maar āstromenā, niet zelden grensoverschrijdend, van de ene plaats naar de andere. In hoeverre maakt dat de voorwaarde dat trainingsdata enkel uit Europa mogen komen ingewikkeld? De leden van de CDA-fractie merken op dat de staatssecretaris schrijft dat āwaar publieke belangen (ā¦) in het geding komen door ongewenste afhankelijkheden op technologie de EU zal moeten onderzoeken hoe het deze afhankelijkheden kan verminderen en technologische soevereiniteit kan versterkenā. Deze leden onderschrijven dit standpunt en vragen welke gedachtes het kabinet hierbij heeft. Hoe zouden dergelijke afhankelijkheden kunnen worden verminderd en technologische soevereiniteit versterkt? De leden van de CDA-fractie merken op dat digitalisering een voorname rol kan spelen in de herstelfase van corona. Wat zou het in dat licht betekenen als het aannemen van de e-privacyverordening nog langer op zich laat wachten en op de lange baan geschoven? Welke verwachtingen heeft de staatssecretaris? De leden van de CDA-fractie signaleren dat er soms een spanningsveld lijkt te zijn tussen het borgen van grondrechten enerzijds en het benutten van de kansen van AI anderzijds. Merkt de staatssecretaris dit in en/of buiten Europa, bijvoorbeeld omdat in landen waar minder waarde wordt gehecht aan privacy de ontwikkeling van AI vlotter verloopt? Heeft de staatssecretaris hier voorbeelden van? Wat is de stand van zaken met betrekking tot de (verordening ter) oprichting van het kenniscentrum voor industrie, technologie en onderzoek en het netwerk van nationale coƶrdinatiecentra (EUCCC), zo vragen deze leden. De leden van de CDA-fractie merken op dat het belang van Ć©Ć©n digitale interne markt voor ondernemers en consumenten evident is. Deze leden zijn groot voorstander van het optimaal beschermen van consumenten bij online zaken doen. Zij zien dat nieuwe online ontwikkelingen vragen om nieuwe vormen van rechtsbescherming en om andere juridische kaders. Welke concrete hiaten ziet de staatssecretaris, en hoe zijn die te dichten? Wat is het tijdspad met betrekking tot de invoering van de Digital Services Act, die de e-commerce richtlijn moet vervangen? Deze leden zijn benieuwd naar de uitvoering van de aangenomen motie-Palland/Aartsen over consumentvriendelijke gebruikersvoorwaarden voor digitale platforms (Kamerstuk 35134, nr. 10)? Wat kan de staatssecretaris hierover melden? De leden van de CDA-fractie lezen over het belang van verdere ontwikkeling van communicatietechnologieĆ«n in Europees verband voor de beheersing van toekomstige internationale crises en dagelijkse samenwerking van veiligheidsdiensten in de grensregioās. Hoe zou deze samenwerking in de grensregioās verder kunnen worden verbeterd? De leden van de CDA-fractie vragen naar de uitvoering van de aangenomen motie-Palland/Sjoerdsma over duidelijkheid over en de gevolgen van een verplichting tot datadeling (Kamerstuk 35134, nr. 8), waarin de regering wordt verzocht met voorstellen te komen om via de mededingingswetgeving en/of richtsnoeren meer invulling en duidelijkheid te geven over de rol van data en onder welke omstandigheden het afdwingen van toegang tot data mogelijk is, rekening houdend met de gevolgen van een verplichting tot datadeling voor zowel consumenten als het bedrijfsleven, waaronder het midden- en kleinbedrijf, om ongewenste effecten, zoals het schaden van innovatie- en investeringsprikkels, te voorkomen. De leden van de CDA-fractie merken op dat Nederland de beoogde herziening van de EU-mededingingsregels steunt. Klopt het dat hierbij ook naar mededingingswetgeving wordt gekeken om āEuropese kampioenenā mogelijk te maken? Wat is de voortgang van de introductie van een bevoegdheid voor een toezichthouder om op Europees niveau ex ante te kunnen ingrijpen bij platforms met een significante mate van marktmacht? De coronacrisis heeft het belang van digitale handel benadrukt. Nederland wil op internationaal en Europees niveau afspraken over digitale handel bespoedigen of aanpassen. Welke afspraken ziet de staatssecretaris voor zich, zo vragen de leden van de CDA-fractie. Verslag van de informele Telecomraad 5 mei 2020 Tijdens deze Telecomraad heeft Nederland het belang van noodzaak, proportionaliteit, databescherming, cyberveiligheid en fundamentele rechten bij de ontwikkeling en het gebruik van apps benadrukt. De leden van de CDA-fractie vragen wat hier het Europese krachtenveld was. Waarover bestonden verschillen van mening? De leden van de CDA-fractie vinden het goed dat Nederland, conform hun verzoek, aandacht heeft gevraagd voor de recente branden in zendmasten. Zij steunen de oproep van de Commissie, Nederland en andere lidstaten om onjuiste informatie over 5G en de vermeende link met COVID-19 te ontkrachten, maar vragen ook welke andere (juridische) stappen worden ondernomen om duidelijk te maken dat dergelijke aanvallen op vitale infrastructuur onacceptabel zijn. Schriftelijk overleg over de geannoteerde agenda informele Telecomraad 5 mei 2020 De leden van de CDA-fractie merken op dat de staatssecretaris in haar beantwoording schrijft dat Duitsland voornemens is een nationale ācorona-appā te ontwikkelen (en BelgiĆ« vooralsnog niet). Werkt Nederland met Duitsland samen, of gaat Nederland dat doen? Het belang van investeringen in sleuteltechnologieĆ«n ter versterking van het concurrentievermogen en om ongewenste eenzijdige afhankelijkheden te voorkomen wordt door deze leden onderschreven. Hoe gaat de staatsecretaris hier in haar eigen beleid gevolg aan geven? Is de staatssecretaris van mening dat een moreel appel op grote techbedrijven voldoende zal zijn om hen proactief hun verantwoordelijkheid te laten nemen gegeven hun sterke positie? Wat als gewenst gedrag uitblijft? Hoe en op welk moment zou de staatssecretaris kunnen ingrijpen? Het ministerie van Economische Zaken Klimaat en Agentschap Telecom hebben via Europese gremia een uitvraag gedaan naar ervaringen in andere lidstaten met beveiliging van zendmasten. Kan de staatssecretaris de resultaten van deze uitvraag met de Kamer delen, met specifieke aandacht voor hoe zendmasten in het buitenland worden beveiligd? Verslag van de Telecomraad van 3 december 2019 De leden van de CDA-fractie constateren dat dit verslag een half jaar oud is. Op dat moment was er een aantal knelpunten ten aanzien van de verordening ter oprichting van een kenniscentrum voor industrie, technologie en onderzoek op het gebied van cyberbeveiliging (EUCCC) en het netwerk van nationale coƶrdinatiecentra, bijvoorbeeld het ontbreken van āeen coherente aanpak met andere MFK deelprogrammaās zoals Horizon Europe en het Digital Europe Programmeā. Zijn deze knelpunten inmiddels opgelost? Fiche Mededeling implementatie EU 5G toolbox De leden van de CDA-fractie lezen dat het Europees Parlement nog geen positie heeft ingenomen op het brede onderwerp van 5G. Wanneer verwacht de staatssecretaris dat dit gaat gebeuren? Fiche Mededeling Europese digitaliseringsstrategie De Commissie is van mening dat er meer geĆÆnvesteerd moet worden in strategische capaciteiten die bijdragen aan de ontwikkeling van cruciale digitale infrastructuren zoals 5G en 6G. Welke stappen zou Nederland hier kunnen zetten, zo vragen deze leden. De leden van de CDA-fractie merken op dat het kabinet schrijft dat āer een balans dient te zijn tussen de aandacht voor meer gevorderde digitale vaardigheden enerzijds, waaraan in Nederland relatief grotere behoefte bestaat en waarover niet iedere burger behoeft te beschikken, en basisvaardigheden en digitale geletterdheid anderzijdsā. Kan de staatssecretaris dit onderbouwen met cijfers? Wat doen Nederland en Europa om digitale inclusie te bevorderen, in het bijzonder voor laaggeletterden? Deze leden merken op dat het āhet kabinet opvalt dat de Europese Digitaliseringsstrategie geen nieuw apart actieplan voor de Digitale Overheid aankondigtā, terwijl dergelijke actieplannen sinds 2003 āhet gebruik van grensoverschrijdende digitale publieke diensten tussen burgers, bedrijven en overheden hebben bevorderdā. Zij vragen of het kabinet alsnog voor een actieplan gaat pleiten. Het kabinet zegt met interesse te kijken naar maatregelen om de kosten voor de aanleg van snelle telecommunicatienetwerken te verminderen. Welke maatregelen acht zij interessant? De leden van de CDA-fractie steunen het kabinet in de herziening van de EU-mededingingsregels en het toepasbaar houden van het mededingingsinstrumentarium in relatie tot online platforms. Ook wijzen zij met het kabinet op de problemen met de directe import van producten uit landen buiten de EU en de behoefte aan nieuwe regels daaromtrent. Welke voorstellen verwacht het kabinet, ook ter bevordering van een gelijk speelveld? Fiche Mededeling over een Europese datastrategie De Commissie bepleit forse investeringen in de data-economie, om als EU mondiaal voorop te blijven lopen. Via publiek-private samenwerking wil de Commissie 6 miljard euro ophalen voor een High Impact Project, waarvan 2 miljard euro uit Europese fondsen en 4 miljard euro vanuit de lidstaten en de private sector. Wat is het standpunt van het kabinet in dezen? Net als het kabinet vinden de leden van de CDA-fractie het belangrijk dat publieke waarden in databeleid worden geborgd. In de mededeling worden de bescherming van persoonsgegevens, privacy en cybersecurity genoemd als randvoorwaarden voor een Europese data-economie, maar deze aspecten komen niet terug in de voorstellen van de Europese Commissie. Kan de staatssecretaris deze leden verzekeren dat Nederland zonder borging van deze randvoorwaarden niet met de datastrategie akkoord zal gaan? Nederland werkt met Duitsland, Estland en Finland samen op het gebied van resp. dataopslag (Duitsland), overheidsdata (Estland) en data in transport en bosbeheer (Finland). Welke samenwerkingsverbanden zijn er nog meer en op welke onderdelen, zo vragen de leden van de CDA-fractie. De leden van de CDA-fractie lezen dat het bedrijfsleven positief is over de datastrategie maar vragen heeft over onder andere de mate waarin data gedeeld kunnen worden, het beschermen van gevoelige bedrijfsdata en de vindbaarheid van data. Daarnaast heeft de Data Sharing Coalition aangegeven dat er voldoende aandacht moet zijn voor het creĆ«ren van meer bewustwording en vertrouwen. Hoe wordt met deze vragen en zorgen omgegaan? Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-fractie De leden van de GroenLinks-fractie hebben met interesse kennisgenomen met de agenda voor de Telecomraad van 5 juni en de overige aanhangige documenten. Zij hebben daarbij de volgende vragen. Geannoteerde agenda Telecomraad 5 juni De leden van de GroenLinks-fractie vragen of de staatssecretaris een voorbeeld kan geven waarbij de publieke belangen in het geding zijn of dreigen te geraken door ongewenste afhankelijkheid van buitenlandse technologie op het gebied van digitalisering. Hoe kan de technologische soevereiniteit van Europa worden versterkt? De staatssecretaris schrijft dat een open economie en het beschermen van economische belangen en maatschappelijke waarden daarbij voorop staan. Erkent de staatssecretaris dat, zeker op het terrein van digitalisering, een open economie en maatschappelijke waarden niet altijd met elkaar verenigbaar zijn? Wat staat dan voorop voor het kabinet? Deze leden hebben met interesse kennisgenomen van de eerste positie over de Digital Services Act en kijken uit naar het overzicht van het Europese krachtenveld. Zij zijn tevreden dat het kabinet erkent dat de opkomst van nieuwe digitale diensten en de platformeconomie betekent dat bestaande kaders niet altijd meer voldoende zijn. Met betrekking tot de verspreiding van illegale of onrechtmatige informatie schrijft de staatssecretaris dat gebruikers een effectieve en laagdrempelige manier moeten hebben om bezwaar te maken tegen informatie of de verwijdering daarvan. Hoe kijkt de staatssecretaris in deze context naar het Oversight Board dat recent is opgezet door Facebook? Is het effectief en laagdrempelig als elk platform een eigen systeem opzet, of zou het wenselijker zijn om Ć©Ć©n faciliteit te hebben waar de burger zich toe kan richten? Hoe kijkt de staatssecretaris het naar het recente rapport van de European Regulators Group on Audiovisual Media Services (ERGA), dat stelt dat zelfregulering door bedrijven tekortschiet voor de bestrijding van desinformatie? De leden van de GroenLinks-fractie zijn ook benieuwd naar hoe de staatssecretaris kijkt naar recente ontwikkelingen in Frankrijk met betrekking tot nieuwe wetgeving die platformbedrijven strikte tijdslimieten oplegt voor het verwijderen van illegale informatie. Hoe verhouden dergelijke initiatieven op het niveau van afzonderlijke lidstaten zich tot het proces rond de Digital Services Act? De leden van de GroenLinks-fractie zijn van mening dat de Digital Services Act zich niet enkel zou moeten richten op het tegengaan van zichtbare ongewenste effecten van de digitale platformeconomie, maar zich ook zou moeten verhouden tot de onderliggende mechanismen zoals het verdienmodel van platformbedrijven en bijbehorende algoritmen. Deelt de staatssecretaris deze mening? Deze leden hebben ook nog een vraag over de Internet Engineering Taskforce (IETF). Verschillende Nederlandse experts zijn actief in de IETF en andere standaardisatieorganisaties die werken aan de ontwikkeling van standaarden en protocollen van Internet. Kan de staatssecretaris aangeven wat de meest wezenlijke discussies op dit moment zijn in de IETF? Wordt hierover gesproken in Europees verband, bijvoorbeeld bij de Telecomraad? Fiche Mededeling implementatie EU 5G toolbox De leden van de GroenLinks-fractie constateren dat het kabinet stelt dat het Nederlandse beleid nauw aansluit bij de in de toolbox geschetste maatregelen. Kan de staatssecretaris aangeven of er ook aanbevolen maatregelen staan in de toolbox waar het Nederlandse beleid niet volledig op aansluit? Zo ja, welke maatregelen zijn dat? Zo lezen deze leden in de toolbox bijvoorbeeld dat lidstaten relevante beperkingen moeten toepassen voor leveranciers met een verhoogd risico voor essentiĆ«le activa van het netwerk die als kritiek en gevoelig worden gedefinieerd in de gecoƶrdineerde EU-risicobeoordeling, waaronder het kernnetwerk, maar ook netwerkbeheers- en orkestratiefuncties, en toegangsnetwerkfuncties. Heeft Nederland dergelijke beperkingen toegepast met betrekking tot toegangsnetwerkfuncties? Zo nee, waarom niet? Kan de staatssecretaris voorts aangeven op welke manier het kabinet ervoor zorgt dat elke exploitant een passende multivendor-strategie heeft om verregaande afhankelijkheid van individuele leveranciers te voorkomen? De leden van de GroenLinks-fractie vragen op welke manier Nederland invulling geeft aan de aanbeveling van de toolbox om buitenlandse directe investeringen te screenen die betrekking hebben op essentiĆ«le 5G-activa, en verstoringen op de 5G-markt als gevolg van potentiĆ«le dumping of subsidies te voorkomen. Kan de staatssecretaris inzicht geven in Chinese subsidies voor aanbieders van 5G-technologie uit dat land en wat dit betekent voor mogelijke verstoringen op de Nederlandse 5G-markt? Hoe gaat het kabinet om met dergelijke verstoringen? Deze leden vragen ook wat het kabinet onderneemt om langere termijn afhankelijkheid van niet-Europese leveranciers met een verhoogd risico te vermijden. Op welke manier werkt het kabinet aan de aanbeveling om EU-capaciteiten op het gebied van 5G- en post-5G-technologieĆ«n verder te versterken? De leden van de GroenLinks-fractie zijn ook benieuwd naar de appreciatie van het kabinet van het voornemen van de Commissie om overheidsopdrachten op het gebied van 5G-netwerken te gebruikten ter ondersteuning van vastgestelde doelstellingen op het gebied van beveiliging, diversiteit van leveranciers en duurzaamheid van 5G-netwerken op de lange termijn. Is het kabinet ook van plan om overheidsopdrachten hiervoor aan te wenden? Kan het op enige wijze bevoordelen van Europese leveranciers daar een rol in spelen? Kan de staatssecretaris ook een beknopt overzicht geven van recente ontwikkelingen op het gebied van 5G veiligheidsmaatregelen in andere Europese landen, met name Duitsland, Frankrijk, BelgiĆ« en Denemarken? Zijn er, zover bij de staatssecretaris bekend, ook lidstaten die de adviezen van de EU toolbox in slechts zeer beperkte mate opvolgen? Is de staatssecretaris bereid om bij de telecomraad het belang te benadrukken van een gezamenlijke benadering op dit vlak? Kan de staatssecretaris toelichten in hoeverre de toenemende spanningen tussen de Verenigde Staten en China, en additionele maatregelen vanuit de Verenigde Staten die de levering van technologie aan Chinese bedrijven bemoeilijken, een risico vormen voor het gebruik van apparatuur van diezelfde Chinese bedrijven in Nederlandse telecomnetwerken? Is zij van plan om dit onderwerp ter sprake te brengen bij de Telecomraad en op te roepen om dit te laten onderzoeken? De leden van de GroenLinks-fractie hebben ook nog een vraag over de straling van 5G. Deze leden vinden het belangrijk dat er goed onderzoek naar gedaan wordt en steunen de acties die het kabinet hierin neemt. Veel onderzoek over de mogelijke effecten van de uitrol van 5G gaat over de effecten op de volksgezondheid. Toch vragen deze of het mogelijk is ook te kijken naar het effect op het milieu en de biodiversiteit in het bijzonder. Is de staatssecretaris bereid om samen met de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit nulmetingen te verrichten in natuurgebieden dicht bij zendmasten om zo voldoende informatie te hebben om goed te kunnen onderzoeken in hoeverre de uitrol van 5G negatieve milieueffecten heeft? Fiche Mededeling Europese Digitaliseringsstrategie De leden van de GroenLinks-fractie verwelkomen de mededeling āDe digitale toekomst van Europa vormgevenā. Deze leden onderschrijven de analyse van de Commissie dat digitale technologieĆ«n veel potentie hebben. Tegelijkertijd is het uitermate belangrijk om ook de keerzijde van digitalisering te erkennen en hiervoor te waken. De Commissie gaat in op verschillende risicoās, onder andere met betrekking tot het vergroten van economische ongelijkheden en het vergemakkelijken van de verspreiding van desinformatie. Andere risicoās blijven echter onderbelicht, zo denken deze leden. Zo lezen zij niet veel terug over risicoās met betrekking tot profilering en discriminatie via ontoegankelijke en ondoorgrondelijke algoritmen. Zo waarschuwde de Nationale Ombudsman in zijn meest recente jaarverslag dat digitale systemen via algoritmen kunnen leiden tot etnisch profileren. Ook stelt hij dat burgers soms vastlopen in processen rond digitale dienstverlening. Kan de staatssecretaris hierop reflecteren, en is zij bereid om deze reflecties ook onder de aandacht te brengen van de Commissie, zodat hier rekening mee wordt gehouden in de Europese digitaliseringsstrategie? Voorts zijn deze leden benieuwd naar de voornemens van de Commissie om uitdagingen rondom belastingheffing in de digitale economie te adresseren. Hoe kijkt het kabinet hier tegenaan? Fiche Een Europese Datastrategie De leden van de GroenLinks-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de mededeling āEen Europese Datastrategieā en bijbehorend BNC-Fiche. Deze leden vragen of de staatssecretaris kan aangeven in welke situaties een verplichting tot datadelen voor ondernemers wordt overwogen. Hoe wordt de privacy van personen waarop die data eventueel van toepassing zijn daarbij geborgd? Deze leden kunnen zich vinden in het uitgangspunt dat mensen grip moeten kunnen houden op gegevens die hen betreffen. Zij onderschrijven ook de analyse van het kabinet dat er in de praktijk nog onvoldoende gebruiksvriendelijke oplossingen bestaan om die grip ook daadwerkelijk uit te kunnen oefenen. Hoe zet het kabinet zich ervoor in om die grip te verbeteren? Hoe staat het in dat kader met de uitvoering van de motie-Buitenweg over gemeenschappelijke data trusts (Kamerstuk 35134, nr. 7)? De leden van de GroenLinks-fractie zijn tevreden om te lezen dat er nauw contact bestaat vanuit het kabinet met Duitse partners over het initiatief GAIA-X. Kan de staatssecretaris deze contacten nader toelichten? Welke voortuitgang is geboekt met betrekking tot de initiatief in de afgelopen maanden? Tenslotte zijn deze leden benieuwd naar de waardering door het kabinet van de inzet van de Commissie om ongerechtvaardigde belemmeringen voor internationale datastromen tegen te gaan. Hoe kijkt de staatssecretaris naar dergelijke belemmeringen? Is de staatssecretaris van mening dat deze altijd ongerechtvaardigd zijn? Zo nee, onder welke omstandigheden zijn deze gerechtvaardigd? In hoeverre hebben Nederland en de Europese Unie zelf belemmeringen ingesteld met betrekking tot internationale datastromen, bijvoorbeeld via vereisten om Europese data in Europa op te slaan? II Antwoord / Reactie van de staatsecretaris