[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verslag houdende een lijst van vragen over de wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) voor het jaar 2020 (Derde incidentele suppletoire begroting inzake noodpakket banen en economie 2.0 en COVID-19 crisismaatregel SURE) (Kamerstuk 35466)

Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) voor het jaar 2020 (Derde incidentele suppletoire begroting inzake noodpakket banen en economie 2.0 en COVID-19 crisismaatregel SURE)

Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden

Nummer: 2020D21469, datum: 2020-06-02, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2020Z09185:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2019-2020
35 466 Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) voor het jaar 2020 (Derde incidentele suppletoire begroting inzake noodpakket banen en economie 2.0 en COVID-19 crisismaatregel SURE)
Nr.

VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld … juni 2020

De vaste commissie voor Financiën, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden. De vragen zijn op 2 juni 2020 voorgelegd aan de regering.


Onder het voorbehoud dat de regering op de gestelde vragen tijdig en genoegzaam zal hebben geantwoord, acht de commissie de openbare beraadslaging over dit wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De voorzitter van de commissie,

Anne Mulder

De adjunct-griffier van de commissie,

Schukkink

Nr

 Vraag Bijlage Blz. (van) t/m

  1. 1

 Mag de Europese Commissie voor wat betreft het EU-herstelfonds zomaar onbeperkt geld ophalen op de kapitaalmarkt? Wat is het verschil met eurobonds?

  1. 2

 Hoe wordt het geld van het EU-herstelfonds geleend? Via welke schuldtitels? Zijn deze schuldbewijzen verhandelbaar? Via welk(e) platform(s) is dit mogelijk?

  1. 3

 Wie/wat staat garant voor de emissie van de Europese Commissie voor wat betreft het EU-herstelfonds?

  1. 4

 Kunt u een overzicht geven van alle lidstaten die kritisch zijn t.a.v. het EU-herstelfonds?

  1. 5

 Welke andere maatregelen worden naast nationale vormen van werktijdverkorting voor het beschermen van werknemers en zelfstandigen en enkele zorgmaatregelen via het Support to mitigate Unemployment Risks in an Emergency (SURE)-mechanisme gefinancierd?

  1. 6

 Zijn er reeds signalen van lidstaten die aanvragen willen doen voor SURE-gelden en zo ja, wat zijn de specificaties van deze potentiële aanvragen?

  1. 7

 Telt de extra schuld die lidstaten via het SURE-mechanisme aangaan bij het gebruik maken van de financieringsmogelijkheid mee voor het EMU-saldo?

  1. 8

 Komen de financiële middelen die de Europese Commissie in haar voorstel voor het vernieuwde Meerjarig Financieel Kader (MFK) en Next Generation EU-fonds nog voor het begin van 2021 wil inzetten uit dezelfde potjes als waarmee ook 75 miljard euro aan garanties in het kader van SURE zijn afgegeven?

  1. 9

 Wat is bij de huidige rente- en aflossingscondities het maximum aan financiële verplichtingen dat de EU in het kader van SURE jaarlijks kan aangaan?

  1. 10

 Voor welke rente zou Nederland op dit moment financiering kunnen aantrekken via het SURE-mechanisme en voor welk tarief zou zij dit zelf kunnen doen op de kapitaalmarkt?

  1. 11

 Wat zullen de looptijden van de financieringen aan de lidstaten zijn en welke rentetarieven zullen aan die looptijden gekoppeld worden?

  1. 12

 Kan nader gespecificeerd worden welke zorggerelateerde uitgaven precies wel en niet gefinancierd kunnen worden via het SURE-mechanisme?

  1. 13

 Waarom heeft het kabinet erop ingezet dat landen via SURE financieringen kunnen aantrekken voor zorggerelateerde uitgaven, terwijl het ESM-instrument Pandemic Crisis Support (PCS) ook reeds op zorggerelateerde uitgaven gericht is?

  1. 14

 Op welke analyse is de verwachting dat er geen sprake zal zijn van daadwerkelijke uitgaven door de Nederlandse overheid gebaseerd?

  1. 15

 Waarom acht het kabinet binnen het SURE-kader wegens solidariteit en de buitengewone omstandigheden relatief lange looptijden gerechtvaardigd terwijl zij er binnen het kader van ESM-PCS voortdurend op ingezet heeft de looptijden maximaal tien jaar te laten zijn?

  1. 17

 Klopt het dat de financiële steun in de vorm van leningen voor de financiering voorwaardelijk is en zo ja, welke precieze voorwaarden liggen hieraan ten grondslag en hoe wordt dit beoordeeld?

  1. 18

 Hoe moet de betreffende lidstaat aantonen dat er sprake is van een forse stijging van de daadwerkelijke of geplande publieke uitgaven na 1 februari 2020 om werkgelegenheid te behouden?

  1. 19

 Waarom zal de verordening in verband met het coronavirus niet aflopen na 31 december 2022?

  1. 20

 Hoe zal de tijdelijkheid gewaarborgd worden?

  1. 21

 Hoe ziet u de kans op oneindige verlenging?

  1. 22

 Is het totale beschikbare bedrag aan leningen onder SURE 100 miljard euro of kan het ook minder zijn?

  1. 23

 Waarom is er geen concrete afspraak gemaakt over de verdeling van de beschikbare middelen tussen de verschillende lidstaten?

  1. 24

 Van welke financiële instellingen gaat de Europese Commissie lenen?

  1. 25

 Wat zijn de gevolgen voor Nederland wanneer de Europese Commissie de lidstaten vragen om een aanvullende bilaterale garantie af te geven van in totaal 25 miljard euro?

  1. 26

 Is het passend dat het SURE-instrument gebaseerd is op door de Europese Commissie op de kapitaalmarkt aangetrokken leningen? Waarop is dit gebaseerd?

  1. 27

 Wat wordt er bedoeld met een onherroepelijke, onvoorwaardelijke en afroepbare garantie?

  1. 28

 Zal ook Nederland een beroep gaan doen op de middelen die beschikbaar worden gesteld met SURE?

  1. 29

 Kan er een inschatting worden gemaakt voor het bedrag waar Nederland naar verwachting aanspraak op zal doen?

  1. 30

 Wat zijn de voordelen van SURE ten opzichte van bijvoorbeeld zelf geld lenen voor ditzelfde doel?

  1. 31

 Hoe gaat de verdeling van SURE eruitzien, gezien het feit dat de Europese Commissie in haar voorstel rekening zal houden met de beginselen van gelijke behandeling, solidariteit, evenredigheid en transparantie, omdat de verdeling bij andere voorstellen over de landen nogal eens vraagtekens oproept? 2

  1. 32

 In hoeverre kunnen er wel herfinancieringen plaats vinden na 31 december 2022, aangezien de verordening op 31 december 2022 al afloopt en na die datum geen nieuwe leningen aan de lidstaten meer kunnen worden gecommitteerd? 3

  1. 33

 Waarom heeft het kabinet ingestemd met de invulling van de tijdelijkheid in de vorm van een einddatum van 31 december 2022, want in hoeverre is dit “gedurende COVID-19-crisis”? 3

  1. 34

 Gaat het bij de mogelijkheid tot verlenging van de SURE-verordening met zes maanden via een gekwalificeerde meerderheid in de Europese Raad om een eenmalige verlenging van zes maanden of kan de verordening elke keer weer met zes maanden worden verlengd? 3

  1. 35

 Wat wordt verstaan onder uitzonderijke omstandigheden in het kader van de verlenging van de SURE-verordening? 3

  1. 36

 Hoe kan de Tweede Kamer verlenging na 31 december 2022 tegenhouden? 3

  1. 37

 Over welk bedrag gaat de aanvullende bilaterale garantieovereenkomst? Is dat 5,7 miljard of 1,4 miljard euro? 3

  1. 38

 Waarom zal de garantie lopen tot 2053, en dus ruim 30 jaar? Waarom is niet gekozen voor een kortere periode? 4

  1. 39

 Wat betekent het concreet dat “op verzoek van het kabinet is afgesproken dat, wanneer de totale cumulatieve verplichtingen van de lidstaten onder SURE zijn gedaald tot minder dan 25 miljard euro, de garantie proportioneel aan de verdere daling van verplichtingen neerwaarts zal worden aangepast”? 5

  1. 40

 Wat betekent het concreet dat “de garanties niet kunnen worden ingeroepen voor leningen die onder SURE worden gecommitteerd na de oorspronkelijke einddatum van 31 december 2022”? 5

  1. 41

 Hoe is vastgelegd in de aanvullende bilaterale garantieovereenkomst dat aanvullende garanties ook niet worden ingeroepen voor leningen gecommitteerd op basis van een gewijzigde verordening”? Hoe is dit te handhaven? 5

  1. 42

 Kunt u aangeven welke huisvestingkosten doorgaans gemaakt worden voor personeel? 5

  1. 43

 Betreffen dit overnachtingskosten in geval van opleidingen, of betreffen dit andere huisvestingskosten? 5

  1. 44

 Kunt u een opsplitsing maken van de 30 miljoen euro verdeeld over de categorieën: huisvesting, kantoorautomatisering en reis- opleidingskosten? 5

  1. 45

 Waarom is SURE opgenomen in dezelfde begrotingswijziging als die van het noodpakket? 6

  1. 46

 Waarom wordt er een verplichting opgenomen van 5,7 miljard euro als de extra garantstellig voor Nederland 25% is en dus 1,4 miljard euro is in het kader van de aanvullende bilaterale garantieovereenkomst? 6

  1. 47

 Krijgt de Tweede Kamer de bilaterale garantieovereenkomst voor de vaststelling van de begrotingswijziging nog te zien? Wat is de formele rol van de Tweede Kamer bij deze garantieovereenkomst? In hoeverre is daarop iets van een voorhangprocedure van toepassing? 6

  1. 48

 Waarom is er gekozen voor aanvullende garanties en komt dus niet alles ten laste van het MFK, door bijvoorbeeld te bezuinigen op andere onderwerpen in het MFK? 6

  1. 49

 Welke voorwaarden worden er verbonden aan de leningen in het kader van SURE, bijvoorbeeld hervormingen op de arbeidsmarkt? 6

  1. 50

 Wat is de kans dat er een beroep gedaan moet worden op de extra garantiestelling en dat dus de “headroom” in het MFK niet voldoende is, omdat het voor landen immers niet gunstig is om gebruik te maken van de leningen onder SURE? 6

  1. 51

 Kunt u een overzicht geven van wat alle lidstaten garant staan voor wat betreft SURE (graag per lidstaat aangeven)? 7

  1. 52

 Welke lidstaten willen gebruikmaken van SURE? Om welke bedragen gaat het hierbij? 7

  1. 53

 Wat gebeurt er als een ‘schade’, die het kabinet op dit moment met betrekking tot SURE niet verwacht, uiteindelijk wel optreedt? Wanneer wordt de uitstaande garantie van Nederland benuttigd? Als een lidstaat een lening niet terugbetaalt bijvoorbeeld? 7

  1. 54

 In welke mate is het aantal belastingplichtige bedrijven en burgers over de afgelopen vijf jaar gestegen? 7

  1. 55

 Hoeveel stijging is er in absolute aantallen over de afgelopen vijf jaar? 7

  1. 56

 Hoeveel stijging is er in percentages over de afgelopen vijf jaar? 7

  1. 57

 Met hoeveel zijn de Belasting- en invorderingsrente (BIR)-ontvangsten gestegen over de afgelopen vijf jaar? 7

  1. 58

 Kunt u bij de aantallen, percentages en ontvangsten een verdeling maken tussen de belastingplichtige burgers en de belastingplichtige bedrijven? 7

  1. 59

 Waarom en in hoeverre zijn de verdeelsleutels van de BIR gewijzigd ten faveure van het belastingdeel? 7

  1. 60

 Heeft deze verschuiving naar belastingen een structureel tekort als gevolg voor het premiedeel? 7

  1. 61

 Is er een beeld in welke mate SURE voldoet aan de behoefte aan financiering voor vormen van arbeidsduurverkorting? 7

  1. 62

 Op welke punten is het voorstel van de Europese Commissie voor SURE precies aangepast ten opzichte van het oorspronkelijke voorstel? 7

  1. 63

 Welke voorwaarden zullen er worden gesteld aan maatregelen ten behoeve van de bescherming van zelfstandigen om deze te kunnen financieren vanuit SURE? 7

  1. 64

 Welke voorwaarden zullen er worden gesteld aan maatregelen ten behoeve van werknemers, waaronder arbeidsduurverkorting, om deze te kunnen financieren vanuit SURE? 7

  1. 65

 Welke extra maatregelen ter ondersteuning van zelfstandigen zijn op dit moment getroffen binnen de verschillende EU-landen? 7

  1. 66

 Welk deel van SURE zal beschikbaar komen voor zorg en welk deel voor maatregelen ter behoud van werkgelegenheid? 7