[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Reactie op verzoek commissie inzake wetsvoorstel stikstofreductie en natuurverbetering

Problematiek rondom stikstof en PFAS

Brief regering

Nummer: 2020D21810, datum: 2020-06-03, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35334-87).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 35334 -87 Problematiek rondom stikstof en PFAS.

Onderdeel van zaak 2020Z10061:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2019-2020

35 334 Problematiek rondom stikstof en PFAS

Nr. 87 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 juni 2020

Met deze brief geef ik een reactie op het verzoek van de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit om de internetconsultatie van het wetsvoorstel stikstofreductie en natuurverbetering met een week te verlengen en een nadere toelichting te geven op de gekozen termijn voor deze internetconsultatie (ingezonden 3 juni 2020).

In een brief aan uw Kamer op 24 april (Kamerstuk 35 334, nr. 82) heeft het kabinet de structurele aanpak stikstof aangekondigd. Deze aanpak heeft als hoofddoel het realiseren van een gunstige of – waar dat nog niet mogelijk is – een verbeterde landelijke staat van instandhouding (SVI) van stikstofgevoelige soorten en habitats. Het belang van de biodiversiteit in Nederland en in Europa, die ook de basis vormt van onze voedselketen en intrinsiek een belangrijke waarde vertegenwoordigt, staat hierbij centraal. Tegelijkertijd is het kabinet zich, mede als gevolg van de situatie door het coronavirus, bewust van de opgave om de economie en het maatschappelijke leven weer op gang te brengen ten behoeve van het herstel van de werkgelegenheid, duurzame economische groei en welvaart. Juist daarom heeft het kabinet op 24 april 2020 de structurele aanpak van de stikstofproblematiek gepresenteerd.

Voor de realisatie van de structurele aanpak is een stevig juridisch fundament nodig. Deze nieuwe aanpak is – anders dan het eerdere Programma Aanpak Stikstof – als zodanig geen systeem voor het genereren van ontwikkelingsruimte voor vergunningverlening, maar legt wel een fundament dat het eenvoudiger maakt om aan te tonen dat nieuwe ontwikkelingen niet tot natuuraantasting zullen leiden. Om die economische en maatschappelijke activiteiten weer mogelijk te maken, is wettelijke verankering van de structurele aanpak op de kortst mogelijke termijn van belang.

Bij de gekozen termijnen voor de voorbereiding en verdere behandeling van dit wetsvoorstel is nadrukkelijk aandacht geweest dat alle bijdragen met zorgvuldigheid behandeld kunnen worden. Naast de internetconsultatie heeft gedurende de voorbereiding van het wetsvoorstel overleg met de betrokken bestuursorganen en belangenorganisaties over het wetsvoorstel plaatsgevonden. En uiteraard zal in de toekomst bij de uitwerking van het structurele maatregelenpakket het maatschappelijk veld uitvoerig worden betrokken.

Ik ben mij ervan bewust dat de gekozen reactietermijn van de internetconsultatie korter is dan gebruikelijk. Ik vind het ook belangrijk dat iedereen zijn of haar reactie op het wetsvoorstel kenbaar kan maken en daarom geef ik gehoor aan de oproep van uw vaste commissie voor LNV. Daarom zal ik partijen die tot op dit moment niet (voldoende) hebben kunnen reageren, de gelegenheid geven dat alsnog te doen door de consultatieperiode van het wetsvoorstel stikstofreductie en natuurverbetering te verlengen met een week, waarmee deze eindigt op woensdag 10 juni aan het einde van de dag. Na afloop van de internetconsultatie zullen alle bijdragen worden verwerkt, waarna het wetsvoorstel voor advies aan de Raad van State zal worden voorgelegd.

Het wetsvoorstel zal naar verwachting in de week van 13 juli bij uw Kamer worden ingediend. Ik verzoek uw Kamer om nog deze zomer de schriftelijke voorbereiding van de behandeling van het wetsvoorstel te starten en mij de schriftelijke inbreng van uw Kamer in augustus toe doen toekomen, zodat het debat met uw Kamer zo snel mogelijk na het zomerreces kan plaatsvinden.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.J. Schouten