Preview document (🔗 origineel)

---

Tweede Kamer der Staten-Generaal	2
Vergaderjaar 2019-2020

35 449 Tijdelijke voorzieningen voor de Rijksoctrooiwet 1995 in verband met de uitbraak van COVID-19 (Tijdelijke rijkswet voorziening Rijksoctrooiwet 1995 COVID-19)

Nr. 8 AMENDEMENT VAN HET LID PLOUMEN

Ontvangen 5 juni 2020

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

Na artikel 1 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 1a (verlening licentie als bedoeld in artikel 57, eerste lid, van de Rijksoctrooiwet 1995, door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport)

Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport kan, indien het belang van het kunnen beschikken over geneesmiddelen of vaccins ter bestrijding van de verspreiding van COVID-19 dit naar zijn oordeel vordert, tevens onder een octrooi een licentie als bedoeld in artikel 57, eerste lid, van de Rijksoctrooiwet 1995, van een door hem nauwkeurig omschreven inhoud aan een door hem aangewezen persoon verlenen.

II

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt in de eerste zin «Deze wet vervalt» vervangen door «De artikelen 1 en 2 vervallen», en wordt in de tweede zin «deze wet vervalt» vervangen door «die artikelen vervallen» en «de wet zou» vervangen door «de artikelen zouden».

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

3. Artikel 1a vervalt met ingang van een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Toelichting

Dit amendement regelt dat niet alleen de Minister van EZ maar ook de Minister van VWS een dwanglicentie kan afgeven, in het belang van de volksgezondheid.

Ook als het voorstel van Costa Rica voor een COVID-19 patent pool praktijk wordt zal dit amendement voor COVID-19 nodig zijn. Er kunnen immers geneesmiddelen ontwikkeld worden die op het moment dat de patent pool opent nog niet bestaan en niet gelicentieerd worden. Maar in ieder geval moet gewaarborgd worden dat de Nederlandse regering wel een instrument heeft om een geneesmiddel of vaccin tegen COVID-19 voor alle inwoners tegen een redelijke prijs beschikbaar te stellen. Duitsland en Canada hebben recent ook octrooiwetgeving aangepast om snel en effectief dwanglicenties in te kunnen zetten. Het is de bedoeling dat wanneer een fabrikant, of andere entiteit, een monopoliepositie inneemt voor een geneesmiddel of vaccin tegen COVID-19, de Minister van VWS, in het belang van de volksgezondheid een dwanglicentie kan afgeven. Een juridische procedure van de octrooihouder mag daarbij de uitvoering van de dwanglicentie niet opschorten.

Overigens kan de dreiging van een dwanglicentie een farmaceutische fabrikant vaak al tot een vrijwillige licentie, uitbreiding van aanvoer of prijsverlaging van een geneesmiddel aanzetten.

De voorziening voor de verlening van een dwanglicentie door de Minister van VWS wordt in het amendement geregeld in onderdeel I. Onderdeel II regelt in artikel 3 van het wetsvoorstel de mogelijkheid om de getroffen voorziening, die betrekking heeft op de situatie dat een vaccin of medicijnen voor COVID-19 worden gevonden, later bij koninklijk besluit te doen vervallen dan de rest van het wetsvoorstel.

Ploumen