[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over o.a. de geannoteerde Agenda Energieraad (videoconferentie) van 15 juni 2020 (Kamerstuk 21501-33-813)

Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie

Inbreng verslag schriftelijk overleg

Nummer: 2020D22191, datum: 2020-06-05, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2020D22191).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2020Z09893:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


2020D22191 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat heeft een aantal vragen en opmerkingen aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat voorgelegd over de geannoteerde agenda van de Energieraad (videoconferentie) van 15 juni 2020 (Kamerstuk 21 501-33, nr. 813), het verslag van de informele Energieraad (videoconference) van 28 april 2020 (Kamerstuk 21 501-33, nr. 808) en de antwoorden op vragen commissie over onder andere de geannoteerde agenda informele Energieraad (videoconference) op 28 april 2020 (Kamerstuk 21 501-33, nr. 803).

De voorzitter van de commissie,
Renkema

De adjunct-griffier van de commissie,
Kruithof

Inhoudsopgave blz.
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties 2
II Antwoord / Reactie van de Minister 6

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie

De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda Energieraad (videoconferentie) van 15 juni 2020 en willen de Minister nog enkele vragen voorleggen.

De leden van de CDA-fractie constateren dat het voorzitterschap voornemens is om Raadsconclusies voor herstelmaatregelen in de energiesector na de COVID-19-crisis aan te nemen via een schriftelijke procedure voorafgaand aan de Energieraad. Deze leden horen graag van de Minister wat zijn appreciatie is van de gepresenteerde herstelmaatregelen voor de energiesector. Zij vragen de Minister tevens om een toelichting te geven op de huidige stand van zaken van de onderhandelingen over deze Raadsconclusies en wat de inhoud hiervan zal zijn. Kan de Minister aangeven wanneer de Raadsconclusies zullen worden aangenomen? Ook vragen deze leden welke ruimte er nog is voor de nationale parlementen om de Raadsconclusies te bespreken.

De leden van de CDA-fractie lezen dat de Minister voornemens is om de rol te benoemen die schone waterstof, wind op zee en carbon capture and storage (CCS) kunnen spelen in herstelmaatregelen en dat de Minister de Europese Commissie wil oproepen om een actieplan en roadmap voor waterstof te presenteren. Deze leden zijn van mening dat Europese samenwerking op het gebied van waterstof van groot belang is, mede met het oog op de potentiele rol van Nederland als «hydrogen gateway». Zij vragen daarom om verder te verduidelijken hoe de Minister de rol van waterstof ziet als oplossingsrichting voor herstelmaatregelen en welke rol Nederland daarin zou moeten spelen. Ook vragen deze leden hoe de Minister zich ervoor zal inzetten om een Europees actieplan en roadmap voor waterstof te verwezenlijken. Welke verwachtingen heeft de Minister bij het actieplan en de roadmap, bijvoorbeeld met betrekking tot de rol die Nederland kan spelen in een Europese waterstofeconomie?

De leden van de GroenLinks-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de geannoteerde agenda voor de Energieraad (videoconferentie) op 15 juni 2020.

De leden van de GroenLinks-fractie zijn positief over toewijding die de Minister in het vorige schriftelijk overleg heeft geuit ten aanzien van de verduurzaming van de economie door te pleiten voor een koppeling van duurzaamheidsdoelstellingen en herstelmaatregelen. Deze leden hopen echter dat deze ambitie – en het stellen van duurzaamheidsvoorwaarden bij het verlenen van staatssteun aan specifieke bedrijven – in de praktijk ook gerealiseerd wordt op alle niveaus.

De leden van de GroenLinks-fractie zijn tevens positief over debrief van de Minister met betrekking tot de visie voor verduurzaming van de basisindustrie van 15 mei 2020 (Kamerstuk 29 696, nr. 15). De Minister pleit ervoor dat Nederland dé vestigingsplaats voor de duurzame basisindustrie moet worden, en stelt dat Nederland alles in huis heeft om deze rol aan te nemen. Deze leden zijn gezien de ambitie van de Minister dan ook erg verbaasd over de rol die Nederland aanneemt ten aanzien van het Europese herstelfonds. Door te pleiten voor een herstelfonds dat is gebaseerd op leningen in plaats van subsidies verhindert Nederland de mogelijkheid van andere lidstaten om zich op eenzelfde wijze te committeren aan duurzaamheidsdoelstellingen als de Minister doet in de brief van 15 mei 2020. Dit is nadelig voor de energietransitie in zijn geheel en staat daarmee in schril contrast met de visie waar de Minister op nationaal niveau voor pleit. Deze leden vinden het onbegrijpelijk dat Nederland miljardensteun aan KLM verleend zonder hier op voorhand duidelijke duurzaamheidsvoorwaarden aan te binden, terwijl Nederland zich zo star opstelt ten aanzien van financiële steun aan andere lidstaten, terwijl dit de groene energietransitie juist bevordert. Is de Minister het eens dat een dergelijke houding de mogelijkheid tot «duurzaam herstel» voor lidstaten met een minder gunstige positie in de weg zit? Zo nee, waarom niet? Zo ja, is de Minister bereid om in te stemmen met een Europees herstelfonds dat is gebaseerd op subsidies om de energietransitie op Europees niveau te bevorderen?

Daarnaast constateren de leden van de GroenLinks-fractie dat verscheidene lidstaten nog geen steun verlenen om de reductiedoelstelling voor 2030 te verhogen naar 55%. Deze leden zien daarom een kans om steun voor een Europees herstelfonds dat is gebaseerd op subsidies als middel te gebruiken om steun voor deze verhoogde reductiedoelstelling van lidstaten te verkrijgen. Is de Minister het met deze leden eens dat deze aanpak kansen biedt om de verhoogde reductiedoelstelling te realiseren? Is de Minister bereid met het op subsidie gebaseerde herstelfonds in te stemmen om steun voor deze verhoogde reductiedoelstelling van deze lidstaten te verkrijgen? Is bekend welke maatregelen deze lidstaten moeten nemen om in voldoende mate bij te dragen aan het 55%-doel, hoe doelmatig dit is, welke investeringen hiervoor nodig zijn en wat de werkgelegenheidseffecten zijn?

De leden van de GroenLinks-fractie constateren dat Nederland zich vooral bezighoudt met de kosten van het herstelfonds en de voorwaarde dat lidstaten bezuinigingen doorvoeren in ruil voor steun. Deze leden constateren echter ook dat de Europese Commissie het herstelplan richting duurzaamheid wil duwen, maar dat de exacte voorwaarden hier nog voor moeten worden uitgewerkt. Deze leden vragen de Minister daarom om de aandacht minder op de voorwaarden voor financiële steun voor lidstaten te focussen, maar deze aandacht juist te gebruiken om goede eisen voor vergroening op te stellen om zo de benodigde hervorming in Brussel te realiseren. Is de Minister bereid de focus te verleggen naar het opstellen van goede verduurzamingseisen op Europees niveau? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat voor eisen heeft de Minister in gedachten om de energietransitie te stimuleren?

De leden van de GroenLinks-fractie hebben met verbazing vernomen dat Duitsland, Ierland en Luxemburg hun definitieve Integrale Nationale Energie- en Klimaatplannen (INEK’s) nog niet hebben ingediend. Daarnaast betreuren deze leden dat de beoordeling van de INEK’s is uitgesteld omdat deze betrokken zouden worden bij de uitwerking voor de voorstellen voor de verhoging van de EU-brede klimaatdoelstelling voor 2030 naar 50% of 55%. Wat is de reden van Duitsland, Ierland en Luxemburg dat zij hun definitieve INEK’s nog niet hebben ingediend? Op welke manier wordt er druk uitgeoefend in de Raad op de drie genoemde lidstaten om hun INEK’s alsnog zo snel mogelijk in te dienen? Kan de Minister nader toelichten hoe hij van plan is dergelijke druk op deze lidstaten uit te oefenen? Kan de Minister toelichten of het uitstel van de beoordeling van de INEK’s in verband staat met het feit dat niet iedere lidstaat zijn INEK heeft aangeleverd? Zo nee, wat is dan de reden voor het uitstel van de beoordeling van de INEK’s?

De leden van de GroenLinks-fractie hebben daarnaast ook vernomen dat het voorzitterschap voornemens is om Raadsconclusies voor herstelmaatregelen in de energiesector na de COVID-19-crisis aan te nemen via een schriftelijke procedure voorafgaand aan de Energieraad. Deze leden constateren echter dat er nog weinig over de inhoud van deze Raadsconclusies bekend is. Kan de Minister daarom een toelichting geven over de huidige stand van zaken van de onderhandelingen over de Raadconclusies? Zou de Minister een appreciatie van de door de Europese Commissie gepresenteerde herstelmaatregelen voor de energiesector kunnen geven?

Deze leden hebben met teleurstelling vernomen dat uit het onderzoek van CAN Europe blijkt dat de Europese klimaatambitie niet overeenkomt met de doelstellingen van Parijs om de opwarming van de aarde tot 1,5°C te beperken, en dat de reductiedoelstelling voor 2030 tenminste verhoogd zal moeten worden naar 65% om de doelstellingen van Parijs te behalen1. Deze leden vragen zich daarom af hoe de Minister de conclusies uit dit onderzoeksrapport mee laat wegen in zijn ambities en doelstellingen op Europees niveau. Is de Minister in het kader van dit rapport bereid om de eis voor een herstelfonds op basis van leningen los te laten? En wat voor aanvullende maatregelen heeft de Minister nog meer in gedachte om de doelstellingen van Parijs toch te behalen?

De leden van de GroenLinks-fractie vinden het verstandig dat de Duitse Bundesnetzagentur geen ontheffing voor de pijpleiding Nord Stream 2 heeft toegekend. Het kabinet heeft hierbij aangegeven geen input te hebben geleverd omdat «het niet aan Nederland is om te beoordelen of de EU-regelgeving voldoende basis biedt voor het verlenen van de door Nord Stream 2 gevraagde afwijking».2 Kan de Minister nader toelichten waarom hij deze mening is toegedaan, zo vragen deze leden. Kan de Minister in ieder geval in overeenstemming met de hernieuwde EU-Gasrichtlijn hierover een appreciatie toekennen en een positie innemen? Hebben andere landen die zijn benaderd voor input hierover deze wel geleverd? Wat is de verwachting ten aanzien van het instellen van meer sancties vanuit de Verenigde Staten jegens Nord Stream 2, en wat is de positie van de Minister hierbij?3

De leden van de GroenLinks-fractie zijn verheugd te lezen dat het kabinet energieveiligheid en vermindering van energieafhankelijkheid ook van belang acht. Deze leden vragen of de Minister bereid is de door de NAVO-ministers van Buitenlandse Zaken goedgekeurde aanbevelingen over energieveiligheid naar de Kamer te sturen. Wanneer zal nadere uitwerking hiervan zijn afgerond4, zo vragen deze leden tenslotte.

Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie

De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van voorliggende agenda. Deze leden stellen hierbij de volgende vragen.

De leden van de SP-fractie constateren dat de Raadsconclusies nog bekend zijn. Deze leden onderschrijven het belang van voldoende ambitie die daar uit moet spreken en steunen het kabinet in deze lijn. Wel benadrukken zij dat inwoners van Nederland mee dienen te profiteren van de energietransitie die leidt tot klimaatneutraliteit in 2050. Dit is noodzakelijk om draagvlak te creëren en/of te behouden. Wind op zee en het gebruik van groene waterstof dragen volgens deze leden bij aan een duurzamer energiegebruik, maar zij maken zich zorgen over de publieke kosten en winsten die naar grote bedrijven zullen gaan. Op die wijze zullen inwoners niet meeprofiteren. Deze leden zouden het liefst zien dat de energieproductie in handen is van coöperaties en de overheid, waardoor winsten ook weer ten goede komen van de samenleving.

De leden van de SP-fractie willen graag ook komen tot een duurzaam en eerlijk Europa, zoals het wordt verwoord. Deze leden kijken uit naar het herstelpakket als reactie op de COVID-19- pandemie. Zij zijn benieuwd naar het plan van de Europese Commissie. Maar vooral zijn zij benieuwd naar de daden.

Deze leden vragen de Minister overzichtelijk te maken welke vertragingen deze pandemie heeft veroorzaakt in Nederland in de energietransitie. Welke herstelmaatregelen uit het herstelpakket zijn bedoeld voor Nederland? Hoeveel geld is daar voor gereserveerd? Voor wie is dat geld? Welke fondsen worden er in het leven geroepen? Welke bestaande fondsen worden gevuld? Welke investeringen en hervormingen zullen in Nederland van invloed zijn?

Hoe verhoudt het Europese plan zich tot de pakketten steunmaatregelen die Nederland heeft? Wie ziet er op toe dat het geld goed terecht komt en goed wordt gebruikt? Welke lessen zijn er uit de crisis te leren? Wat wordt er met die lessen gedaan?

De leden van de SP-fractie vragen hier meer toelichting op en benadrukken dat het van belang is op groene wijze de economie te herstellen en niet op oude voet door te gaan met het ondersteunen van fossiele sectoren. Welke garanties zijn er dat daadwerkelijk «groen» en duurzaam wordt ondersteund en het herstelpakket niet zal leiden tot juist de ondersteuning van de grote CO2-uitstoters? Met andere woorden, kan worden verduidelijkt op welke wijze gebruik wordt gemaakt van het feit dat fossiele bedrijven gedwongen zijn een stap terug te doen?

De leden van de SP-fractie vinden de Green Deal vooral een gemiste kans op echte radicale hervorming van de economie die nodig is. Er wordt vooral voortgeborduurd op het oude systeem, een systeem dat zeker in deze tijd zijn falen laat zien. Hoe wordt gegarandeerd dat het de werknemers zijn die worden ondersteund met het geld uit het Just Transition Fund? Op welke wijze wordt gegarandeerd dat er echt sprake zal zijn van een rechtvaardige transitie, welke waarborgen zijn daarvoor ingesteld? Aan de hand van welke criteria worden de vele miljarden euro’s verdeeld? Kan worden aangegeven of deze investeringen nieuwe banen creëren? Hoeveel banen zouden dat zijn en in welke sectoren worden wat voor soort banen gecreëerd? Deze leden vragen hoe specifieke aandacht voor de zogenaamde kwetsbare regio’s wordt vormgegeven. Zij zien dit graag verder geconcretiseerd en verduidelijkt. Ook vragen zij te verduidelijken op welke wijze democratische waarborgen hun plek hebben binnen specifiek de verdeling van deze geldstromen en de Green Deal in het algemeen.

De leden van de SP-fractie lezen dat drie lidstaten hun INEK’s nog niet hebben ingediend. Deze leden vragen wat de reden daarvan is. Welke gevolgen heeft dit voor de ambities van Europa en het Akkoord van Parijs? Wanneer verwacht de Minister dat de analyse van de klimaatplannen van alle lidstaten klaar zal zijn? Deze leden maken zich zorgen over het feit dat de EU niet op koers ligt om de doelstellingen in 2030 te behalen. Uit het Rapport Climate Action Network Europe blijkt dat hogere ambities nodig zijn. Welke stappen gaat de Minister zetten om die hogere ambities te bereiken? Hoe past het uitstellen van de klimaattop die dit najaar had moeten plaatsvinden hierin? Welke vertragingen gaat dit opleveren in overeenstemming en vaststelling van de doelen en de uitwerking daarvan?

Tenslotte lezen de leden van de SP-fractie over de mogelijkheid tot toegang tot vertrouwelijke vergaderstukken, agenda’s en andere documenten over EU-onderhandelingen. Deze leden willen benadrukken dat zij dit soort vertrouwelijke informatie openbaar wensen te ontvangen.

II Antwoord / Reactie van de Minister


  1. http://www.caneurope.org/publications/reports-and-briefings/1936-pave-the-way-for-increased-climate-ambition-opportunities-and-gaps-in-the-final-national-energy-and-climate-plans.↩︎

  2. Aanhangsel Handelingen II 2019/20, nr. 2960.↩︎

  3. Reuters, 29 mei 2020, «U.S. senators expected to introduce sanctions on Russia's Nord Stream 2» (https://www.reuters.com/article/us-usa-sanctions-russia-nord-stream-idUSKBN235335).↩︎

  4. Aanhangsel Handelingen II 2019/20, nr. 2960.↩︎