Rapport Adviescommissie geborgde zetels bij waterschapsbesturen
Waterbeleid
Brief regering
Nummer: 2020D22229, datum: 2020-06-05, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-27625-501).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 27625 -501 Waterbeleid.
Onderdeel van zaak 2020Z10253:
- Indiener: C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2020-06-16 15:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2020-06-17 10:15: Procedurevergadering commissie voor Infrastructuur en Waterstaat (via videoconferentie) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2020-06-22 10:00: Water (Algemeen overleg), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2020-09-03 14:45: Aansluitend aan de stemmingen: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 |
27 625 Waterbeleid
Nr. 501 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 juni 2020
Met mijn brief van 21 februari 2020 heb ik u geïnformeerd over de instelling van de Adviescommissie geborgde zetels bij waterschapsbesturen (Kamerstuk 27 625, nr. 492). De adviescommissie is ingesteld om te adviseren over een afgewogen en breed gedragen wijze van totstandkoming en samenstelling van waterschapsbesturen, toegespitst op het stelsel van de geborgde zetels.
Hierbij bied ik u het rapport aan dat de commissie vandaag aan mij heeft overhandigd1. Met het uitbrengen van dit rapport is de adviescommissie opgeheven. Ik dank de voorzitter en leden van de adviescommissie voor hun werkzaamheden en advies.
De geborgde zetels vormen een thema dat veel partijen raakt en bezighoudt. Het advies raakt in de eerste plaats de waterschappen zelf en de partijen die nu betrokken zijn bij het bestuur van de waterschappen.
In de komende periode is het de bedoeling het rapport te bespreken met de waterschappen, departementen en andere belanghebbende partijen, zodat zij kunnen reflecteren op het rapport. Ik zal het Overlegorgaan Fysieke Leefomgeving (OFL) vragen het vervolgproces deze zomer te organiseren en aan mij hierover in het vierde kwartaal te rapporteren. Het OFL is bij uitstek geëquipeerd, mede vanwege zijn onafhankelijke positie, om met alle relevante partijen gesprekken te voeren en dit in breder perspectief te plaatsen.
Na afronding van genoemd traject verwacht ik dat alle beslisinformatie voorhanden is. De afwegingen over mogelijke wijzigingen van het stelstel kunnen vervolgens in 2021 worden gemaakt.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga
Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl↩︎