Inkomensafhankelijke hogere huurverhoging: foutieve huishoudverklaringen door onjuiste AOW-leeftijd
Belastingdienst
Brief regering
Nummer: 2020D22280, datum: 2020-06-05, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-31066-662).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Onderdeel van kamerstukdossier 31066 -662 Belastingdienst.
Onderdeel van zaak 2020Z10275:
- Indiener: K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Volgcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Financiën
- 2020-06-11 13:00: Procedurevergadering vaste commissie voor Binnenlandse Zaken (per videoverbinding) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2020-06-11 14:05: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2020-06-25 11:30: Procedurevergadering vaste commissie voor Binnenlandse Zaken (via videoverbinding) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2020-07-02 09:15: Procedurevergadering Financiën (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
- 2020-09-10 13:45: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2020-12-02 10:00: Belastingdienst en Belastingen (Algemeen overleg), vaste commissie voor Financiën
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 |
31 066 Belastingdienst
27 926 Huurbeleid
Nr. 662 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 juni 2020
Verhuurders mogen jaarlijks bij de Belastingdienst huishoudverklaringen opvragen1 om te bepalen aan wie van hun huurders zij een inkomensafhankelijke hogere huurverhoging mogen voorstellen. In 2020 komen huishoudens met een gezamenlijk inkomen boven € 43.5742 in aanmerking voor een inkomensafhankelijke hogere huurverhoging.
Sinds 2017 zijn huishoudens met een of meer AOW-gerechtigden en huishoudens van vier of meer personen uitgezonderd van de inkomensafhankelijke hogere huurverhoging. De Belastingdienst vermeldt in deze voorkomende gevallen dat het betreffende huishouden tot de uitzonderingsgroep behoort. De verhuurder weet dan dat hij aan dat huishouden geen inkomensafhankelijke hogere huurverhoging mag voorstellen. De Belastingdienst zoekt voor huishoudens in de uitzonderingsgroep niet naar inkomensgegevens, omdat het inkomen niet relevant is voor de huurverhoging.
Foutieve AOW-leeftijd
Mede namens de Staatssecretaris van Financiën informeer ik u dat de Belastingdienst in de uitvoering van 2020 in eerste instantie abusievelijk een AOW-leeftijd van 66 jaar en 8 maanden heeft gehanteerd. Die leeftijd was geprogrammeerd in het systeem dat gebruikt wordt voor het verstrekken van huishoudverklaringen voor de huurverhoging. In het pensioenakkoord van 2019 is echter het tempo van de stijging van de AOW-leeftijd vertraagd, waardoor de AOW-leeftijd in 2020 op 66 jaar en 4 maanden is gesteld.
Gevolg: foutieve huishoudverklaringen
Deze te hoge AOW-leeftijd heeft tot gevolg gehad dat de Belastingdienst (op aanvraag) aan 139 verhuurders voor 932 huishoudens ten onrechte een huishoudverklaring heeft afgegeven waarin staat dat het huishouden vanwege het inkomen in aanmerking komt voor een inkomensafhankelijke hogere huurverhoging. Het gaat hierbij om huishoudens waarvan een of meer personen al op grond van de in het pensioenakkoord bijgestelde leeftijd voor 2020 AOW-gerechtigd zijn en daarmee zijn uitgezonderd van de inkomensafhankelijke hogere huurverhoging. De Belastingdienst heeft de programmatuurfout op 20 mei 2020 hersteld. Ook is een voorziening getroffen waardoor een dergelijke fout in de toekomst wordt voorkomen.
Betreffende verhuurders en huurders worden geïnformeerd
De Belastingdienst stuurt deze week een excuusbrief naar de betrokken 139 verhuurders en 932 huishoudens en informeert hen in die brief over de foutieve huishoudverklaringen.
Aan de verhuurders wordt gevraagd om voor de huishoudens aan wie zij een inkomensafhankelijke hogere huurverhoging van meer dan 5,1% (maar maximaal 6,6%) hebben voorgesteld, dat huurverhogingsvoorstel naar beneden bij te stellen (tot maximaal 5,1%).
Aan de betrokken huurders meldt de Belastingdienst dat hij aan de verhuurder heeft gevraagd het huurverhogingsvoorstel van meer dan 5,1% naar beneden bij te stellen. En dat, mocht de verhuurder dat niet doen, de huurder tot 1 juli een bezwaarschrift3 bij de verhuurder kan indienen tegen het te hoge huurverhogingsvoorstel. De verhuurder moet dan dat bezwaar accepteren en het huurverhogingsvoorstel naar beneden bijstellen. Of, als hij dat niet wil, een uitspraak van de Huurcommissie vragen. De Huurcommissie zal haar uitspraak op de juiste AOW-leeftijd van 2020 baseren.
Melding bij Autoriteit Persoonsgegevens
Omdat van deze 932 huishoudens ten onrechte de inkomenscategorie van het huishoudinkomen (hoger dan € 43.574) is verstrekt, is er sprake van een datalek. De Belastingdienst heeft hiervan melding gemaakt bij de Autoriteit persoonsgegevens.
Mede namens de Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst,
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren
De Belastingdienst heeft tot 1 juni jl. voor 1.006.464 huishoudens een huishoudverklaring verstrekt. Van deze huishoudens komen 84.024 huishoudens in aanmerking voor een inkomensafhankelijke hogere huurverhoging.↩︎
Het gaat hierbij om het inkomen uit 2018.↩︎
De Belastingdienst vermeldt daarbij dat een bezwaarschriftformulier te downloaden is via https://www.huurcommissie.nl/fileadmin/afbeeldingen/Downloads/Modelbrieven/Bezwaarschrift_huurverhoging_zelfstandige_woonruimte_2020.pdf↩︎