Voortgang Euregionaal Informatie- en Expertisecentrum (EURIEC)
JBZ-Raad
Brief regering
Nummer: 2020D22461, datum: 2020-06-08, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiƫle HTML versie (kst-32317-623).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Onderdeel van kamerstukdossier 32317 -623 JBZ-Raad.
Onderdeel van zaak 2020Z10361:
- Indiener: F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
- Volgcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2020-06-16 15:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2020-07-02 10:00: Procedures en brieven (via videoverbinding) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2020-09-23 13:15: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (š origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 |
32 317 JBZ-Raad
Nr. 623 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8Ā juni 2020
Tijdens het debat over de uitbreiding van de toepassingsmogelijkheden Wet Bibob van 5Ā maart jl. heeft uw Kamer gevraagd naar de ontwikkelingen van het Euregionaal Informatie- en Expertisecentrum (EURIEC). Ik heb uw Kamer toegezegd u te informeren over de voortgang van het EURIEC. Met deze voortgangsbrief doe ik die toezegging gestand.
Mede naar aanleiding van aangenomen Raadsconclusies in de JBZ-raad van juni 2016 is onderzocht of en hoe een euregionaal initiatief, naar voorbeeld van de Regionale Informatie- en Expertisecentra (RIECās), kon worden gestart om de grensoverschrijdende bestuurlijke samenwerking te voorzien van een stevige impuls. De Belgische Minister van Binnenlandse Zaken en Veiligheid, de Minister van Binnenlandse Zaken van Noordrijn-Westfalen en ik hebben daartoe het initiatief genomen.
Doel van het EURIEC is om overheden in BelgiĆ«, Noordrijn-Westfalen (Duitsland) en Nederland bewust te maken van de noodzaak tot internationale samenwerking en informatie-uitwisseling op het gebied van de bestuurlijke aanpak van ondermijnende criminaliteit. Ook worden, aan de hand van concrete casuĆÆstiek met een internationale component (BelgiĆ«, Noordrijn-Westfalenof, Nederland), de mogelijkheden van grensoverschrijdende informatie-uitwisseling tussen bestuurlijke overheden onderzocht.
Samen met mijn collegaās uit BelgiĆ« en Noordrijn-Westfalen ben ik in een eerder stadium overeengekomen dat de coƶrdinatie van de activiteiten van een dergelijk initiatief niet landelijk maar regionaal moet plaatsvinden. Dat is het niveau waar de kennis van de knelpunten zit en waar de operationele samenwerking vorm krijgt. Het EURIEC is daarom ondergebracht bij het RIEC Limburg, dat ook een voortrekkende rol in het EURIEC vervult. Om mijn uitdrukkelijke steun uit te spreken voor het initiatief heb ik in aanloop naar de oprichting, in mei 2018, samen met mijn collegaās uit BelgiĆ« en Noordrijn-Westfalen een intentieverklaring ondertekend ter ondersteuning van het EURIEC. Bovendien heeft mijn ministerie in 2019 circa 65.000 euro subsidie verstrekt ten behoeve van projectondersteuning van de pilot.
Met behulp van cofinanciering vanuit de Europese Commissie voor ten minste twee jaar is het EURIEC vanaf september 2019 operationeel en ondersteunt het in casuĆÆstiek voor het gehele grensgebied tussen BelgiĆ«, Duitsland en Nederland. Dit gebeurt in nauwe samenwerking met de Nederlandse RIECās, de Belgische ARIECās en de Duitse partners. Het EURIEC heeft in 2019 35 casussen behandeld, in een aantal daarvan heeft grensoverschrijdende informatie-uitwisseling geleid tot succesvolle interventies. Op basis van de casuĆÆstiek en de lessons learned worden handleidingen opgesteld voor de partners. De handleidingen zijn terug te vinden op de recentelijk gelanceerde website www.euriec.eu
Het EURIEC heeft de ambitie om in 2021 de Europese Unie en de lidstaten te adviseren over aanpassingen in beleid en regelgeving ter versterking van de grensoverschrijdende bestuurlijke aanpak van ondermijnende criminaliteit en informatie-uitwisseling. Dan wordt ook bezien of en op welke manier de pilot zal worden voortgezet.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus