Ontwerpbesluit tot wijziging van het Tijdelijk experimentenbesluit stembiljetten en centrale stemopneming
Verkiezingen
Brief regering
Nummer: 2020D22584, datum: 2020-06-09, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35165-22).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Onderdeel van kamerstukdossier 35165 -22 Verkiezingen.
Onderdeel van zaak 2020Z10417:
- Indiener: K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2020-06-11 13:00: Procedurevergadering vaste commissie voor Binnenlandse Zaken (per videoverbinding) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2020-06-11 14:05: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2020-06-25 14:00: Ontwerpbesluit tot wijziging van het Tijdelijk experimentenbesluit stembiljetten en centrale stemopneming (TK 35165-22) (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2021-09-08 12:30: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 |
35 165 Verkiezingen
Nr. 22 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 juni 2020
Hierbij bied ik u aan het ontwerpbesluit tot wijziging van het Tijdelijk experimentenbesluit stembiljetten en centrale stemopneming in verband met de invoering van een elektronisch vervangend briefstembewijs1. Voor de inhoud van het ontwerpbesluit verwijs ik u naar de ontwerpnota van toelichting2.
De voorlegging geschiedt in het kader van de wettelijk voorgeschreven voorhangprocedure (artikel 3, derde lid, van de Tijdelijke experimentenwet stembiljetten en centrale stemopneming) en biedt uw Kamer de mogelijkheid zich uit te spreken over het ontwerpbesluit voordat het aan de Afdeling advisering van de Raad van State zal worden voorgelegd en vervolgens zal worden vastgesteld.
Op grond van de aangehaalde bepaling geschiedt de voordracht aan de Koning ter verkrijging van het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State over het ontwerpbesluit niet eerder dan vier weken nadat het ontwerpbesluit aan beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd.
Een gelijkluidende brief heb ik gezonden aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren