Antwoord op vragen van het lid Van Raak over het bericht dat openbare orde en veiligheid te koop is
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2020D22624, datum: 2020-06-09, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20192020-3078).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Onderdeel van zaak 2020Z06848:
- Gericht aan: F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
- Indiener: A.A.G.M. van Raak, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
3078
Vragen van het lid Van Raak (SP) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht dat openbare orde en veiligheid te koop is (ingezonden 16 april 2020).
Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 9 juni 2020). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 2702.
Vraag 1
Sinds wanneer bent u op de hoogte van de wel erg nauwe banden tussen (oud)VVD-politici en de beveiligingsmultionational G4S?1
Antwoord 1
Voormalig bewindslieden zijn gebonden aan het «Handboek voor bewindspersonen», waarin is vastgelegd dat zij binnen een periode van twee jaar na hun aftreden niet aanvaardbaar zijn als lobbyist namens een bedrijf, een semipublieke organisatie of een lobbyorganisatie die belangen behartigt op het beleidsterrein van de gewezen bewindspersoon. Ook voor ambtenaren gelden regels om de integriteit zoveel mogelijk te borgen, waaronder het melden van nevenwerkzaamheden. Ik ga ervan uit dat deze voorschriften in de in het artikel genoemde gevallen niet zijn geschonden. De in het artikel genoemde betrokkenheid van (oud-)politici bij het bedrijf G4S betreft overigens openbare informatie.
Vraag 2 en 3
Hoeveel publiek-private projecten liepen en lopen er met deze multinational?
Hoeveel publiek geld is er gemoeid met deze projecten?
Antwoord 2 en 3
Ik beschik niet over een uitputtend overzicht van de publiek-private projecten waar G4S bij betrokken is. De politie heeft mij desgevraagd laten weten dat er op dit moment geen sprake is van samenwerking tussen de politie en private partijen op het gebied van sensing.
Vraag 4 t/m 7
Hoeveel sensingprojecten zijn er sinds 2012 gestart? Welke projecten zijn dit?
Welke (decentrale) overheden en overheidsinstanties waren bij deze projecten betrokken?
Welke formele en informele afspraken zijn er gemaakt over deze projecten?
Waarom is de Tweede Kamer niet over deze afspraken geïnformeerd?
Antwoord 4 t/m 7
In november 2015 is uw Kamer geïnformeerd over sensing en het beleidskader dat daarbij door het kabinet gehanteerd wordt.2 De hierin beschreven situatie is nog altijd actueel. In deze Visie op sensing staat dat onder sensing wordt verstaan «het waarnemen met behulp van technische hulpmiddelen ter uitoefening van de politietaak». Deze inzet van technische hulpmiddelen is tegenwoordig onmisbaar in de uitoefening van de politietaak. De politie wordt hiervoor dan ook de ruimte geboden, mits aan het beleidskader en alle wettelijke waarborgen wordt voldaan. Uw Kamer wordt vanzelfsprekend geïnformeerd als hiervan wordt afgeweken.
Omdat sensing op verschillende manieren door de politie wordt ingezet is het niet mogelijk hiervan een uitputtend overzicht te geven. Een aantal voorbeelden van sensingprojecten bij de politie zijn:
De inzet van bodycams;
Snelheidscontroles met laserguns;
Stelselmatige observaties met richtmicrofoons en peilbakens;
Weegplaten om de zwaarte van voertuigen vast te stellen;
Mobiel cameratoezicht bij grootschalige evenementen;
Gebruik van anpr-camera’s.
De politie werkt op dit gebied onder meer samen met gemeenten en de VNG, bijvoorbeeld in het kader van de impact coalitie op smart city voor safety en security. Er zijn zoals gezegd geen sensingprojecten tussen de politie en de particuliere beveiligingsbranche gestart.
Vraag 8 en 10
Deelt u de mening dat veiligheid primair een publieke zaak is? Zo nee, waarom niet?
Wat gaat u ondernemen om de invloed van grote beveiligingsmultinationals aan banden te leggen?
Antwoord 8 en 10
Veiligheid is een belangrijke taak van de overheid, maar ook een gedeelde verantwoordelijkheid van alle burgers in Nederland. Ik acht het dan ook waardevol dat de overheid samen kan werken met andere partijen, waaronder bedrijven, om binnen de kaders van de wet samen te werken aan een veilig Nederland.
Vraag 9
Hoe beoordeelt u de miljoenenbezuiniging op de politie van een voormalig VVD-Minister die nu verkondigt dat particuliere beveiligers politietaken moeten overnemen omdat er grote tekorten zijn?
Antwoord 9
Sinds de start van de Nationale Politie in 2013 is door opeenvolgende kabinetten fors in de politie geïnvesteerd. De zorg voor toezicht en handhaving in onze samenleving is bovendien geen exclusieve taak voor de politie. Ook anderen hebben hierin een taak, zoals bijvoorbeeld buitengewone opsporingsambtenaren en ook particuliere beveiligers.