Motie van de leden Laçin en Van Esch over geen onontkoombare stappen nemen voor de zeven MIRT-projecten
Vaststelling van de begrotingsstaat van het Infrastructuurfonds voor het jaar 2020
Motie
Nummer: 2020D22799, datum: 2020-06-09, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35300-A-90).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C. Laçin, Tweede Kamerlid (Ooit SP kamerlid)
- Mede ondertekenaar: E.M. van Esch, Tweede Kamerlid (Ooit PvdD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 35300 A-90 Vaststelling van de begrotingsstaat van het Infrastructuurfonds voor het jaar 2020.
Onderdeel van zaak 2020Z10512:
- Indiener: C. Laçin, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: E.M. van Esch, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2020-06-09 16:20: VSO Implicaties PAS uitspraak voor de 7 MIRT projecten (35300-A-77) (Plenair debat (tweeminutendebat)), TK
- 2020-06-16 15:00: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 |
35 300 A Vaststelling van de begrotingsstaat van het Infrastructuurfonds voor het jaar 2020
Nr. 90 MOTIE VAN DE LEDEN LAÇIN EN VAN ESCH
Voorgesteld 9 juni 2020
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de Minister de vastgestelde zeven MIRT-projecten ondanks de stikstofcrisis wil voortzetten;
overwegende dat de coronacrisis ervoor heeft gezorgd dat er anders tegen mobiliteit en thuiswerken wordt aangekeken;
overwegende dat de gevolgen van de coronacrisis op de mobiliteitsbehoefte in de toekomst onduidelijk zijn;
overwegende dat andere opties, zoals beter ov, ook een alternatief kunnen zijn voor betere doorstroming van het verkeer;
verzoekt de regering, geen onontkoombare stappen te nemen voor de zeven MIRT-projecten tot onderzocht is wat de mobiliteitsbehoefte na de coronacrisis zal zijn en andere opties naast extra asfalt zijn onderzocht,
en gaat over tot de orde van de dag.
Laçin
Van Esch