[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Recente ontwikkelingen bij het bedrijf Unilever

Bedrijfslevenbeleid

Brief regering

Nummer: 2020D23188, datum: 2020-06-11, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-32637-422).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 32637 -422 Bedrijfslevenbeleid.

Onderdeel van zaak 2020Z10702:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2019-2020

32 637 Bedrijfslevenbeleid

Nr. 422 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 juni 2020

Op 11 juni 2020 heeft het bestuur van Unilever een voorstel aangekondigd om haar structuur te versimpelen naar één beursvennootschap met een PLC1 aan het hoofd. Tegelijkertijd heeft Unilever toegezegd, onder meer door een nieuw opgezette strategische adviesgroep, met het kabinet in gesprek te gaan over de koers van de onderneming en het versterken van activiteiten op het gebied van Food & Refreshment (hierna: F&R) in Nederland. Daarnaast heeft Unilever nu al toezeggingen gedaan die de activiteiten van Unilever in Nederland zullen versterken. Unilever heeft haar toezeggingen vastgelegd in een brief aan de Nederlandse regering, die hierbij wordt meegestuurd aan uw Kamer2. In deze brief informeer ik uw Kamer, mede namens de Minister van Financiën, over dit voorstel van Unilever en hoe het kabinet hiernaar kijkt. Tevens licht ik toe welke rol het kabinet heeft gespeeld, en in de toekomst wil blijven spelen.

Wat houdt het voorstel van Unilever in?

Het bestuur van Unilever heeft aangegeven de structuur van het bedrijf te willen versimpelen door af te stappen van haar duale structuur, met zowel een PLC als een Nederlandse NV, en over te stappen op een enkelvoudige structuur met alleen een PLC aan het hoofd. Unilever geeft aan dat deze versimpeling een juridische stap is met als doel dat het bedrijf beter op strategische ontwikkelingen en kansen kan inspringen. Unilever stelt dat deze stap geen gevolgen heeft voor de activiteiten en werkgelegenheid in Nederland. Tegelijkertijd heeft Unilever toegezegd te gaan bespreken dat de F&R-activiteiten van het bedrijf in Nederland verder worden versterkt. Daarbij geeft het bedrijf aan dat indien de F&R-divisie op enig moment een zelfstandig beursgenoteerd bedrijf wordt, dit wordt gevestigd in Nederland met een Nederlandse beursnotering. Er wordt een nieuwe strategische adviesgroep opgericht, waar Unilever (inclusief de CEO), de overheid en externe adviseurs aan deelnemen, om verder samen te werken en te spreken over de koers van de onderneming en versterking van deze activiteiten in Nederland. Daarnaast heeft Unilever nu al toegezegd dat extra functies van de Europese supply chain naar Rotterdam worden verplaatst en dat het intellectueel eigendom over de drie divisies anders georganiseerd wordt. Unilever geeft aan samen met de Nederlandse overheid mogelijkheden te verkennen om onderzoek en ontwikkeling te stimuleren op het terrein van plantaardig voedsel, duurzaamheid, veerkracht van voedselsystemen en voeding. Deze plannen zullen eraan bijdragen dat de F&R-divisie van Unilever in Nederland, waarvan het wereldwijde hoofdkantoor reeds in Rotterdam is gevestigd, verder wordt versterkt.

Hoe kijkt het kabinet naar dit voorstel tot het invoeren van een enkelvoudige structuur?

Half mei heeft het bestuur van Unilever het kabinet geïnformeerd te willen overgaan op een enkelvoudige structuur met een PLC aan het hoofd. Het kabinet betreurt dit voorstel, omdat het liever zou zien dat de structuur wordt versimpeld met enkel een Nederlandse NV aan het hoofd. Tegelijkertijd begrijpt het kabinet dat deze versimpeling geen gevolgen heeft voor de activiteiten in Nederland. Activiteiten die bijdragen aan het Nederlandse verdienvermogen, sterk verweven zijn met het ecosysteem van andere Nederlandse bedrijven en onderzoeksinstellingen, en die bijdragen aan het oplossen van maatschappelijke uitdagingen zoals meer gebruik van plantaardig voedsel.

Dit voorstel komt, gezien de ontwikkelingen in de laatste jaren, niet als een grote verrassing. Unilever heeft reeds op 6 april 2017 aangekondigd, na de overnamepoging van Kraft Heinz begin 2017, de structuur te willen simplificeren en dat heroverweging van haar duale structuur daar onderdeel van was. Naar aanleiding van dit voornemen is het vorige en het huidige kabinet, mede op verzoek van uw Kamer3, in gesprek gegaan met Unilever. Het doel was om zo veel mogelijk activiteiten en werkgelegenheid van het bedrijf voor Nederland te behouden en deze waar mogelijk uit te breiden.4

Op 15 maart 2018 kondigde Unilever aan te kiezen voor een enkelvoudige structuur met een Nederlandse NV aan het hoofd. Toen enkele maanden later duidelijk werd dat een significant deel van de aandeelhouders dit voorstel niet steunde, heeft Unilever op 5 oktober 2018 dit voorstel ingetrokken. Daarbij gaf het bestuur aan nog steeds voorstander te zijn van een enkelvoudige structuur en haar opties te heroverwegen. Deze heroverweging heeft er nu toe geleid dat het bedrijf voorstelt over te gaan op een enkelvoudige structuur met een PLC aan het hoofd.

Een dergelijk voorstel is de verantwoordelijkheid van het bedrijf zelf. Het bestuur weegt de voor- en nadelen van de verschillende opties en komt zo tot een voorstel dat het vervolgens voorlegt aan haar aandeelhouders.

Gezamenlijke inzet gericht op verder versterken F&R-activiteiten in Nederland

Gezien het belang van Unilever voor de Nederlandse economie (zie tekstbox) heeft het kabinet regelmatig contact met Unilever, net als met vele andere bedrijven. Deze gesprekken richten zich vooral op hoe de activiteiten en werkgelegenheid van Unilever in Nederland kunnen worden versterkt en uitgebreid. In de afgelopen jaren heeft Unilever haar activiteiten op het gebied van voedsel steeds verder geclusterd in Nederland. Zo besloot het bedrijf in 2018 om haar wereldwijde hoofdkantoor van de F&R-divisie in Rotterdam te plaatsen, waardoor circa 250 aan F&R-gerelateerde banen vanuit London naar Rotterdam zijn verplaatst. Daarnaast opende Unilever in 2019 een nieuw wereldwijd Foods R&D Centre in Wageningen. De Foods R&D-activiteiten uit Vlaardingen, Duitsland en Polen werden daar samengebracht.

Van oudsher is het Nederlandse deel van Unilever vooral sterk op het gebied van voedingsactiviteiten. Unilever is op 1 januari 1930 gevormd door een fusie van het Nederlandse bedrijf Margarine Unie en de Engelse zeepfabrikant Lever Brothers. Tot op de dag van vandaag is Nederland sterk gepositioneerd op het gebied van de F&R-activiteiten van Unilever. Het wereldwijde hoofdkantoor van de F&R-divisie is gevestigd in Rotterdam. De hoofdkantoren van de andere twee divisies van Unilever (Home Care en Beauty & Personal Care) zijn gevestigd in Londen. Unilever levert op verschillende gebieden een positieve directe en indirecte bijdrage aan de Nederlandse economie:

In Nederland werken ongeveer 2.500 mensen bij Unilever. Tevens werkt het bedrijf in Nederland samen met ruim 4.200 Nederlandse toeleveranciers.

In Nederland zijn het wereldwijde hoofdkantoor van F&R-divisie, het Benelux hoofdkantoor en de internationale fabrieken van Ben & Jerry’s en de Vegetarische Slager gevestigd.

Eind 2019 opende Unilever het nieuwe Global Foods R&D Centre op de campus van Wageningen Universiteit & Research, een investering van € 85 miljoen. Hier werken ongeveer 450 mensen afkomstig uit vele landen in samenwerking met kennispartners, andere bedrijven en start-ups aan innovaties voor een duurzaam voedselsysteem. Unilever is dus een belangrijke partij in het internationaal sterke Nederlandse kennis- en innovatie-ecosysteem op het gebied van landbouw en voedsel.

Daarnaast is Unilever een internationaal erkende koploper op het gebied van duurzaamheid, zoals blijkt uit de verschillende nummer één posities in haar sector in de Dow Jones Sustainability Index in de afgelopen jaren. Daarmee is Unilever een belangrijke partij die bijdraagt aan het realiseren van de maatschappelijke transities waar we voor staan, bijvoorbeeld op het gebied van klimaat, circulariteit en voedsel.

Na het contact met het Unilever bestuur half mei, is het kabinet intensief in gesprek gegaan met het bedrijf met als doel de Nederlandse activiteiten zo veel mogelijk te versterken en verankeren. Via de nieuwe strategische adviesgroep zullen Unilever en het kabinet bespreken op welke manieren zij gezamenlijk verder kunnen inzetten op versterking van deze activiteiten. De toezegging van Unilever dat, indien de F&R-divisie op enig moment een zelfstandig beursgenoteerd bedrijf wordt, dit wordt gevestigd in Nederland met een Nederlands beursnotering, geeft het kabinet vertrouwen om verder met het bedrijf in gesprek te gaan over de koers van de onderneming en versterking van deze activiteiten in Nederland. Het kabinet is daarbij positief over de recente plannen van Unilever en zou een koers verwelkomen die, uiteraard afhankelijk van toekomstige ontwikkelingen, mogelijk zelfs leidt tot een zelfstandig bedrijf van aanzienlijke omvang dat genoteerd en gevestigd is in Nederland. Hiermee zou de zeer sterke wereldwijde concurrentiepositie van Nederland op gebied van agrifood nog verder worden versterkt.

Concluderend, het kabinet betreurt het voorstel van Unilever om de structuur te versimpelen met een PLC aan het hoofd. Tegelijkertijd is het kabinet optimistisch over de (toekomstige) ontwikkeling van de F&R-activiteiten van Unilever in Nederland en haar bijdrage aan de versterking van de Nederlandse concurrentiepositie op het terrein van agrifood.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
E.D. Wiebes


  1. PLC staat voor Public Listed Company. Dit is de tegenhanger onder het recht van het VK van de Nederlandse Naamloze Vennootschap (NV).↩︎

  2. Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl↩︎

  3. Aanhangsel Handelingen II 2016/17, nrs. 1962 en 1963↩︎

  4. Kamerstuk 32 637, nr. 296↩︎