[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

De schuldsanering en een effectieve schuldenrechter

Schriftelijke vragen

Nummer: 2020D23300, datum: 2020-06-11, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kv-tk-2020Z10748).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2020Z10748:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2019-2020 Vragen gesteld door de leden der Kamer

2020Z10748

Vragen van de leden Van Nispen en Jasper van Dijk (beiden SP) aan de Minister voor Rechtsbescherming en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de schuldsanering en een effectieve schuldenrechter (ingezonden 11 juni 2020).

Vraag 1

Wat is uw reactie op het artikel «Naar een maatschappelijk effectieve schuldenrechter»?1

Vraag 2

Vindt u ook dat het belang van adequate schuldhulpverlening, waarbij schuldenaars zo goed mogelijk geholpen worden, alleen maar groter wordt in de nasleep van de corona problematiek?

Vraag 3

Erkent u dat de beleidsfocus is verschoven van schuldenvrij (Wet schuldsanering natuurlijke personen, Wsnp) in het wettelijk traject naar «hanteerbare schulden» in het minnelijk traject en het schuldenbewind? Vindt u het een gelukkige keuze van opeenvolgende kabinetten geweest om de Wsnp als een onaantrekkelijk alternatief, een te vermijden allerlaatste optie, te presenteren, waardoor de schone lei op de achtergrond is geraakt?

Vraag 4

Is de situatie na de coronacrisis niet aanleiding om de schone lei en een schuldenvrije toekomst een prominentere plaats te geven in het schuldenbeleid?

Vraag 5

Hebben gemeenten volgens u wel voldoende oog voor het beëindigen van schulden? Hoe vaak ontstaat er perspectief op de schone lei? Is 12% niet bedroevend laag?2

Vraag 6

Betreurt u het dat de weg die toenmalig Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, de heer Dijkhoff, in maart 2015 de rechtspraak wees, niet is gevolgd? Waarom wel/niet?3

Vraag 7

Bent u bereid een maximale termijn voor het minnelijke schuldhulptraject vast te stellen, waarna het Wsnp-traject van start gaat?

Vraag 8

Wat is uw reactie op de positieve ervaringen in Arnhem en Amsterdam met het kwijtschelden van schulden van jongeren, omdat blijkt dat het prijsgeven van bepaalde vorderingen zich terugverdient doordat andere uitgaven (hulpverlening, bijstand, etc) niet meer nodig zijn? Bent u bereid dergelijke werkwijzen aan te moedigen?

Vraag 9

Hoe verhoudt het wetsvoorstel Adviesrecht gemeenten, waarin de kantonrechter een lichtere voorziening kan treffen als de gemeente dat verzoekt, zich tot artikel 1:466a van het Burgerlijk Wetboek, waarin staat dat ook een «verder strekkende voorziening» kan zijn aangewezen? Kansloze schuldenposities zouden toch in een schuldsanering moeten kunnen worden omgezet door de rechter?

Vraag 10

Deelt u de mening dat er behoefte bestaat aan een effectievere rol van de rechter bij de aanpak van problematische schulden? Hoe ziet die er volgens u precies uit?

Vraag 11

Wat is er tot nu toe gedaan met het visiedocument van de werkgroep schulden en rechtspraak (Raad voor de rechtspraak) uit februari 2019, over vroegtijdige signalering, slagvaardig ingrijpen en adequate nazorg en schuldenbewind? Wat is daarbij in het bijzonder uw reactie op de concrete voorstellen om de Wsnp aan te passen?4

Vraag 12

Bent u van plan om ervoor te gaan zorgen dat de Wsnp vaker toegepast zou kunnen gaan worden, omdat het van belang is dat het perspectief van een schuldenvrije toekomst door middel van sanering aan meer burgers kan worden geboden? Zo ja, welke stappen gaat u daartoe zetten?

Vraag 13

Wat is uw reactie op de «bouwstenen voor een schuldenrechter» zoals Nick Huls beschrijft, namelijk één rechterlijk insolventieteam van schuldenrechters en ondersteuning, dat alle schuldenzaken behandelt, het incasso- en het beschermingsaspect onderzoekt in onderlinge samenhang en de beste oplossingsrichting zoekt?5

Vraag 14

Bent u bereid hierover in overleg te treden met de Raad voor de rechtspraak en hiervan verslag uit te brengen aan de Kamer?

Vraag 15

Bent u bereid met voorstellen te komen om het administratieve toezicht extern te beleggen, buiten de rechterlijke macht, bij een publiek orgaan? Zo niet, waarom niet?


  1. Naar een maatschappelijk effectieve schuldenrechter, N. Huls, in: Justitiële verkenningen, WODC, 2020, nr. 1. https://www.wodc.nl/binaries/JV202001_volledige%20tekst_tcm28-450884.pdf#page=57,↩︎

  2. Stabilisatie van het schuldenprobleem is niet genoeg, A. Baan en B. Berkhout, in: Justitiële Verkenningen, WODC, 2020, nr. 1. https://www.wodc.nl/binaries/JV202001_volledige%20tekst_tcm28-450884.pdf#page=34↩︎

  3. Aanhangsel Handelingen II, 2014–2015, nr. 1756, de antwoorden op de vragen 9, 10 en 11↩︎

  4. Visiedocument schuldenproblematiek en rechtspraak, Raad voor de rechtspraak, https://www.rechtspraak.nl/SiteCollectionDocuments/visiedocument-schulden.pdf.

    «Ten aanzien van de Wsnp suggereert de werkgroep de volgende (wets)aanpassingen:

    – De rechter-commissaris is dezelfde rechter als de rechter die de schuldenaar heeft toegelaten tot de wettelijke regeling.

    – De goede-trouwtoets uit artikel 288 lid 1 onder b Fw wordt verkort van vijf naar twee jaar.

    – De imperatieve afwijzingsgrond van tien jaar voor recidive (art. 288 lid 2 onder d Fw) wordt veranderd in een facultatieve.

    – De artikel 285-verklaring is niet nodig als na een zekere periode van budgetbeheer of beschermingsbewind voldoende aantoonbaar is dat een minnelijke regeling niet haalbaar is gebleken.

    – Uitspraken waarin de hardheidsclausule wordt toegepast, worden ruimer gepubliceerd met het doel de rechtseenheid op dat punt te vergroten.»↩︎

  5. Nick Huls, Naar een maatschappelijk effectieve schuldenrechter, https://www.wodc.nl/binaries/JV202001_volledige%20tekst_tcm28-450884.pdf#page=57.

    «Ik wil pleiten voor één rechterlijk insolventieteam van schuldenrechters (kanton- en rechtbankrechters) plus adequate ondersteuning, dat alle schuldenzaken behandelt:

    – Denk aan verzoeken tot betaling door private en publieke crediteuren. De Rechtspraak kan veel leren van de ervaringen met E-court (Driessen 2020). Uiteraard moet de rechtbank steeds de toets op onredelijk bezwarende consumentenbedingen in algemene voorwaarden uitvoeren.

    – Als aan de incassokant blijkt dat er indicaties zijn van een problematische invordering, bijvoorbeeld vanwege de aanwezigheid van meer schuldeisers of van multiproblematiek bij de debiteur, kan de rechter de zaak doorverwijzen naar de Wsnp. Dit bespaart veel tijd, kosten en procedures.»↩︎