[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Memorie van toelichting

Wijziging van de begrotingsstaat van het Infrastructuurfonds voor het jaar 2020 (Eerste incidentele suppletoire begroting inzake beschikbaarheidsvergoeding voor het openbaar vervoer)

Memorie van toelichting

Nummer: 2020D23576, datum: 2020-06-12, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35490-2).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 35490 -2 Wijziging van de begrotingsstaat van het Infrastructuurfonds voor het jaar 2020 (Eerste incidentele suppletoire begroting inzake beschikbaarheidsvergoeding voor het openbaar vervoer).

Onderdeel van zaak 2020Z10891:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2019-2020

35 490 Wijziging van de begrotingsstaat van het Infrastructuurfonds voor het jaar 2020 (eerste incidentele suppletoire begroting inzake beschikbaarheidsvergoeding voor het openbaar vervoer)

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikel 1

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2020 wijzigingen aan te brengen in de begrotingsstaat van het Infrastructuurfonds.

Op 29 april 2020 is de eerste suppletoire begroting naar de Tweede Kamer verzonden. De behandeling in de Staten-Generaal heeft nog niet plaatsgevonden. Om deze reden is de in de begrotingsstaat opgenomen stand nog niet door de beide Kamers bekrachtigd. Dit om het budgetrecht van de Staten-Generaal te waarborgen.

Normaliter wordt nieuw beleid in uitvoering genomen nadat de Staten-Generaal de begrotingswet heeft geautoriseerd. Aangezien uitvoering van de spoedeisende maatregelen die in deze vijfde incidentele suppletoire begroting zijn opgenomen in het belang van het Rijk zijn, niet kan wachten tot formele autorisatie van beide Kamers der Staten-Generaal, zal het kabinet de uitvoering van de maatregelen starten. Hiermee wordt gehandeld conform artikel 2.27, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2016.

De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht.

Wetsartikel 2

Dit artikel regelt de inwerkingtreding van deze wet.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

B. BEGROTINGSTOELICHTING

a. Inhoudelijke toelichting

Toelichting

Met de brief van 5 juni 2020, Kamerstuknummer 2020Z10292, bent u geïnformeerd over het besluit tot een beschikbaarheidsvergoeding voor het openbaar vervoer. De kern is dat bij het verzoek van het kabinet om een volwaardige dienstregeling aan te bieden, terwijl de reizigersaantallen en dus de inkomsten nog beperkt zijn, een vergoeding hoort.

INFRAFONDS
13.03.01 Inpassing aandeel IenW beschikbaarheidsvergoeding OV – 167
19 Bijdrage HXII – 167
HXII
16.02 Beschikbaarheidsvergoeding OV 1.488
26 Bijdrage Infrafonds – 167

De vergoeding is bestemd voor al het openbaar vervoer onder een concessie (gebiedsconcessies, lijnconcessies en lijnovereenkomsten) in Nederland en beoogt te komen tot een kostendekkingsgraad van 93% voor de periode 1 maart – 31 december 2020 bij de vervoerders. Een vervoerder kan verzoeken om een verhoging van maximaal 2%-punt als overtuigend kan worden aangetoond dat er bedrijfseconomisch geen andere mogelijkheid is dan de dienstverlening af te schalen om continuïteit te borgen.

De regeling kost naar verwachting circa 1,5 miljard euro en loopt tot het einde van 2020.

In lijn met het doorbetalen door de decentrale overheden van de vergoedingen voor regionale concessies, draagt het Ministerie van IenW 167 mln. euro bij door de concessievergoeding die zij ontvangt van NS in te zetten voor de beschikbaarheidsvergoeding. De overige 1,3 miljard euro wordt additioneel door het kabinet beschikbaar gesteld. De vergoeding wordt ingericht op basis van nacalculatie. Dat betekent dat bij niet-volledige besteding van het overgehevelde budget het resterend deel terugvloeit naar generale middelen. Voor de OV-studentenkaart geldt dat het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap conform de reguliere systematiek blijft betalen.

In deze incidentele suppletoire begroting wordt het aandeel van IenW in de beschikbaarheidsvergoeding OV ten laste van het spoorprogramma gebracht. Bij het eerstvolgende begrotingsstuk (de Ontwerpbegroting 2021) zal de samenhang met de reeds begrote uitgaven in 2020 inzichtelijk gemaakt worden.

Artikel 13 Spoorwegen

De neerwaartse bijstelling van de uitgaven van het spoorprogramma wordt veroorzaakt door de overboekingen van het aandeel IenW in de beschikbaarheidsvergoeding naar de beleidsbegroting Hoofdstuk XII.

Artikel 19 Bijdragen andere begrotingen Rijk

De neerwaartse bijstelling van de ontvangsten wordt veroorzaakt door de overboekingen van het aandeel IenW in de beschikbaarheidsvergoeding naar de beleidsbegroting Hoofdstuk XII.

b. Budgettaire gevolgen van beleid

Artikel 13

Verplichtingen 1.880.706 1.897.305 – 166.876 1.730.429
Uitgaven 2.078.808 1.998.608 – 166.876 1.831.732
waarvan juridisch verplicht 100%
13.02 Beheer onderhoud en vervanging 1.472.225 1.485.617 1.485.617
13.03 Aanleg 431.554 314.659 – 166.876 147.783
13.03.01 Realisatieprogramma personenvervoer 332.102 239.275 – 166.876 72.399
13.03.02 Realisatieprogramma goederenvervoer 22.227 21.692 21.692
13.03.04 Verk. en planuitw. personenvervoer 57.408 38.756 38.756
13.03.05 Verk. en planuitw. goederenvervoer 19.817 14.936 14.936
13.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS 165.039 188.342 188.342
13.07 Rente en aflossing 9.990 9.990 9.990
13.08 Investeringsruimte 0 0 0
Ontvangsten 181.758 228.508 228.508
13.09 Ontvangsten 181.758 228.508 228.508

Artikel 19

Ontvangsten 6.046.994 5.683.446 – 166.876 5.516.570
19.09 Ten laste van begroting IenW 6.046.994 5.683.446 – 166.876 5.516.570