Redenen voor het vervroegd toesturen van de Voorjaarsnota
Voorjaarsnota 2020
Brief regering
Nummer: 2020D23900, datum: 2020-06-15, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35450-3).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: W.B. Hoekstra, minister van Financiën (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 35450 -3 Voorjaarsnota 2020.
Onderdeel van zaak 2020Z11069:
- Indiener: W.B. Hoekstra, minister van Financiën
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Financiën
- 2020-06-18 13:30: Aansluitend aan de stemmingen: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2020-06-18 16:00: Procedurevergadering Financiën (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
- 2020-09-10 13:45: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
| Vergaderjaar 2019-2020 |
35 450 Voorjaarsnota 2020
Nr. 3 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 juni 2020
Hierbij stuur ik u de antwoorden op de vragen die de Tweede Kamer heeft gesteld over de Voorjaarsnota voor het jaar 2020 (Kamerstuk 35 450, nr. 4) en de eerste suppletoire begroting van het Ministerie van Financiën voor hetzelfde jaar (Kamerstuk 35 450 IX, nr. 3). U heeft onder andere gevraagd naar de redenen voor het vervroegd toesturen van de Voorjaarsnota.
Het kabinet heeft halverwege april de besluitvorming afgerond. Het kabinet heeft onder andere besloten tot nieuwe maatregelen die gericht zijn op het terugdringen van de CO2-uitstoot (Urgenda-vonnis) en de verlaging van stikstofdepositie. Gezien de urgentie van deze dossiers vond het kabinet het belangrijk om de besluitvorming met de Kamer te delen. Dit is de reden waarom de Voorjaarsnota eerder dan gebruikelijk naar de Kamer is gezonden.
Ten tijde van de Voorjaarsnota was er geen economische raming beschikbaar die rekening hield met COVID-19. Ook waren nog geen realisatiecijfers beschikbaar over april voor de belasting- en premie-inkomsten. Daarom heeft het kabinet besloten om in de Voorjaarsnota nog geen (bottom-up) raming van belastinginkomsten, EMU-saldo en EMU-schuld op te nemen. Wel is een grove inschatting gemaakt van het EMU-saldo en de EMU-schuld in 2020. Deze grove inschatting was gebaseerd op de groeiverwachting van het IMF en macro-economische verbanden uit het verleden. Vanwege deze grove benadering is deze schatting met beduidend meer onzekerheid omgeven dan reguliere ramingen.
In de Voorjaarsnota is toegezegd om na doorrekening van de eerstvolgende CPB-raming de Tweede Kamer per brief te informeren over het actuele beeld van inkomsten, EMU-saldo en EMU-schuld voor 2020. Ik stuur deze brief voor aanvang van het debat over de Voorjaarsnota dat is gepland op woensdag 1 juli.
Verder heeft de Tweede Kamer verzocht om een overzicht van het uitstaand risico bij garanties. Dit overzicht zal ik spoedig afronden en voor het debat over de Voorjaarsnota met de Kamer delen.
Tot slot wijs ik u op de coronamonitor op www.rijksfinancien.nl. Deze visualisatie toont alle niet-fiscale economische steunmaatregelen die de rijksoverheid heeft genomen sinds de uitbraak van de coronacrisis.
De Minister van Financiën,
W.B. Hoekstra