Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over o.a. het Jaarverslag Ministerie van Buitenlandse Zaken 2019 (Kamerstuk 35470-V-1)
Jaarverslag en slotwet Ministerie van Buitenlandse Zaken 2019
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2020D23963, datum: 2020-06-15, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2020D23963).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: P.A. (Pia) Dijkstra, voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken (Ooit D66 kamerlid)
- Mede ondertekenaar: T.J.E. van Toor, griffier
Onderdeel van zaak 2020Z08516:
- Indiener: S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2020-05-20 15:25: Aansluitend: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2020-05-28 12:00: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2020-05-28 14:00: Jaarverslag Ministerie van Buitenlandse Zaken 2019 (Inbreng feitelijke vragen), vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2020-06-15 14:00: Verantwoordingsstukken Ministerie van Buitenlandse Zaken (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2021-09-07 15:10: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
2020D23963 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken hebben de onderstaande fracties de behoefte vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de verantwoordingsstukken van het Ministerie van Buitenlandse Zaken over 2019 (Kamerstuk 35 470, nr. 1 en e.v. Kamerstuk 35 301, nrs. 4 en 5).
De voorzitter van de commissie,
Pia Dijkstra
De griffier van de commissie,
Van Toor
Inbreng van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de verantwoordingsstukken van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Zij hebben hierover de volgende vragen:
De fractieleden van de VVD maken zich zorgen om de bevindingen in het rapport van de Rekenkamer, waaruit blijkt dat de ICT-problemen bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken aanhoudend zijn en nog steeds niet opgelost zijn. Hoe gaat de Minister ervoor zorgen dat de genoemde ICT problemen opgelost worden?
De leden van de VVD-fractie zouden graag zien dat er vaart wordt gemaakt met de door de Minister in zijn reactie op het rapport van de Rekenkamer toegezegde verbeteringen. Kan hij de Kamer bij de begroting voor 2020 informeren naar de op dat moment actuele stand van zaken?
Uit het rapport van de Rekenkamer doemt een beeld op dat het probleem niet alleen technisch van aard is, maar dat er ook problemen zijn binnen de organisatie. De Rekenkamer klaagt over «het ontbreken van aansturing en steun van het senior management voor de doelen van informatiebeveiliging» en het «gebrek aan erkenning van het belang van goede informatiebeveiliging» op het ministerie. Hoe ziet de Minister dit, en wat is hij van plan te doen om dit probleem te adresseren? Welke aandacht wordt nu al aan besteed aan het veilig omgaan met informatie in de training van diplomaten, en welke stappen kunnen hier verder in worden gezet? Welke stappen worden er daarbij gezet om te zorgen dat de Chief Information Officier voldoende invloed en zeggenschap binnen de organisatie heeft om goede informatiebeveiliging te kunnen regelen?
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de antwoorden van de Minister op de feitelijke vragen van de commissie over het jaarverslag van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Uit de beantwoording op vraag 33 valt op te maken dat de beveiligingskosten van de post in Jakarta, Bagdad, Kaboel en Tripoli het hoogste waren. De laatste drie gelden als hoog-risicoposten, maar die in Jakarta niet. Waarom zijn de beveiligingskosten in Jakarta dan toch hoog?
Uit het antwoord op vraag 37 valt op te maken dat de weigering van diplomaten om rechtszaken bij te wonen in Saudi-Arabië wordt aangekaart met gelijkgezinde EU-landen. Gebeurt dit ook in China?
De VVD-fractieleden juichen de in de beantwoording van vraag 17 terugkomende versterking van de NAVO toe als het forum waar bondgenoten elkaar consulteren en informeren over wederzijds belangrijke ontwikkelingen. Hoe ziet deze versterking er in de praktijk uit?
De VVD-fractieleden hebben met interesse kennisgenomen van de antwoorden op de feitelijke vragen over het jaarverslag van de Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS). Uit het antwoord op vraag 22 blijkt dat slechts 26% van de totale ODA-uitgaven gaat naar de focusregio’s. Is dat niet weinig ten opzichte van de totale begroting? Hoe blijkt hieruit dat er focus is op focuslanden?
Het antwoord op vraag 8 suggereert dat het kabinet streeft naar het opschroeven van het ODA-budget naar 0,7% in 2030. Hoe verhoudt zich dat tot de afspraken in het Regeerakkoord? Welke betekenis heeft een dergelijk streven op het handelen in deze kabinetsperiode? In hoeverre is de Corona-crisis van invloed op deze ambitie? Zou het bijvoorbeeld zo kunnen zijn dat deze verwachting door de diepe recessie die grotendeels al gaande is bijgesteld wordt? Uit het antwoord op vraag 14 wordt duidelijk dat er geld wordt uitgegeven ter bevordering van de rechtsstaat in Turkije. Hoe gaat dat in de praktijk in zijn werk en acht de Minister het effectief besteed geld in het kader van de resultaten die ermee geboekt worden?
Inbreng van de leden van de PVV-fractie
De leden van de PVV-fractie hebben enkele vragen en opmerkingen over het Jaarverslag en het Rekenkamerrapport.
Van een afstandje bekeken is de begroting en daarmee samenhangende het jaarverslag van Buitenlandse Zaken cijfermatig vooral een EU-verhaaltje. Althans, veruit het grootste gedeelte van het belastinggeld verdwijnt al jaren als EU-bijdrage in het Brusselse begrotingspotje. Iets waar de PVV-fractie al langer protest tegen aantekent.
Helaas constateren de leden dat de EU-bijdrage die in 2019 al aanzienlijk was, de komende jaren hoogstwaarschijnlijk alleen maar zal groeien. Nettobetaler Nederland zal via de begroting van Buitenlandse Zaken de kas van de EU verder blijven spekken. De Duitse krant Die Welt meldt over de Duitse bijdrage aan de EU dat deze met 42% zal stijgen. Er wordt ook gemeld dat lidstaten een bedrag van rond de 1,075% van hun BNP «moeten» afdragen aan de EU. Een nieuwe norm wordt dus gezet. Een norm die flink nadelig uitpakt voor de Nederlandse belastingbetaler. De leden van de PVV-fractie vragen de Minister dan ook inhoudelijk te reageren op deze berichtgeving.
Geldt die 1,075% ook voor Nederland? Met hoeveel procent gaat de Nederlandse bijdrage stijgen volgens de laatste voorstellen? Gaat het kabinet tegen de norm van 1,075% en tegen een verhoging van de Nederlandse bijdrage in verzet? Of wordt de begroting van Buitenlandse Zaken de komende jaren verder opgepompt als doorgeefluik voor de uitdijende EU begroting? Graag een reactie.
Misschien wel het grootste probleem op het ministerie is momenteel de informatiebeveiliging. De leden van de PVV-fractie hebben daar zeer ernstige zorgen over. Wederom heeft de Rekenkamer een ernstige onvolkomenheid moeten constateren. De problemen die er eerder waren zijn nog steeds niet opgelost. De leden vinden het veelzeggend dat cruciale informatie van bondgenoten en internationale organisaties zoals de NAVO, straks mogelijk niet meer digitaal gedeeld kan worden en dat de optie om in noodgevallen naar papieren communicatie terug te vallen weer op tafel ligt. Dat is veelzeggend voor de stand van zaken met betrekking tot de informatiebeveiliging. Er wordt nog net niet gesproken over het inzetten van postduiven. Hoe heeft het zover kunnen komen?
De leden van de PVV-fractie willen dat de problemen nog dit jaar worden opgelost. Dat weer fatsoenlijk en veilig gecommuniceerd kan worden en ALLE systemen beschikken over de benodigde accreditaties. Nu geeft de Minister aan dat voor vier systemen pas in 2021 een accreditatie geregeld kan worden. Waarom dan pas en kan dit niet eerder gerealiseerd worden? Kan de Minister uitgebreider toelichten waar hij tegenaan loopt?
Nu geeft hij gericht aan dat «eind 2020 zeven systemen een accreditatie hebben (FATO of SOC voor drie jaar) en voor de vier resterende systemen in 2021 een accreditatie wordt afgerond.» Specifiek over dat tijdspad nog één vraag van de leden: zodra de Minister deze planning niet dreigt te halen, kan hij de Kamer hierover dan nog dit kalenderjaar informeren? De leden van de PVV-fractie willen namelijk niet tot het volgende Rekenkamerrapport en de daaropvolgende kabinetsreactie wachten. Gezien de veiligheidsrisico’s en urgentie, willen de genoemde leden dat de Minister de Kamer hierover open en proactief informeert. Graag een reactie.
De leden van de PVV-fractie constateren dat de tekortkomingen die de Rekenkamer heeft geconstateerd niet hebben geleid tot incidenten zoals sabotage, verstoring, diefstal en lekken van staatsgeheime, bedrijfsvertrouwelijke en privacygevoelige informatie. Daarentegen meldt de Minister in antwoord op feitelijke vragen wél dat er zich over 2019 op andere onderdelen in totaal 49 incidenten hebben voorgedaan met een potentieel middel of hoog risico voor Buitenlandse Zaken. Blijkbaar zijn er elders wel gebreken/tekortkomingen die nog niet aan de Kamer gemeld zijn of door de Rekenkamer zijn geconstateerd! De leden zijn door deze mededeling dan ook onaangenaam verrast. Kan de Minister wat uitgebreider ingaan op deze incidenten? Welke incidenten vormden een «hoog risico» voor Buitenlandse Zaken? Kunnen deze incidenten worden voorkomen in de toekomst? Zo ja, hoe?
Is de Minister tevens bereid de Kamer volgend jaar te informeren over de cijfers met betrekking tot 2020, zodat we kunnen kijken hoe het aantal incidenten met een middel of hoog risico zich heeft ontwikkeld? Graag een reactie. De leden van de PVV-fractie eisen dat de Minister alles in het werk stelt om te voorkomen dat het ministerie transformeert in een digitale gatenkaas.
Inbreng van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben met kennisgenomen van de resultaten van het verantwoordingsonderzoek 2019 van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Deze leden hebben hier nog enkele vragen over.
De leden van de D66-fractie zijn geschrokken door de geconstateerde ernstige onvolkomenheid voor de informatiebeveiliging bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Juist voor het Ministerie van Buitenlandse Zaken is het van het allergrootste belang dat de digitale veiligheid op orde is, en dat de accreditatiesystemen op orde zijn zodat Nederland veilig in contact kan staan met de bondgenoten. Dit erkent de Minister zelf ook, blijkt uit de beantwoording van de vragen. Het verbaast deze leden dan ook dat ondanks de herhaaldelijke constateringen van de Algemene Rekenkamer (ARK) en de vele Kamervragen hierover, dit probleem nog steeds niet is opgelost en ook niet binnen korte termijn opgelost zal worden. Volgens dit rapport voldoet het ministerie voor het derde jaar op rij niet aan de eisen op het gebied van informatiebeveiliging. Ook het ministerie zelf erkent dat de voortgang zoals die inmiddels is geboekt nog onvoldoende is.
De leden van de D66-fractie spreken ook hun verbazing uit over de conclusie van de ARK dat de Minister een erg positief beeld aan de Tweede Kamer schetst. Uit de beantwoording van de feitelijke vragen blijkt ook dat de Minister hoopt eind 2020 de problemen rond informatiebeveiliging opgelost te hebben, maar verwacht ook in 2021 nog werk te moeten verrichten. Kan de Minister garanderen dat Nederland niet verstoken zal blijven van digitale EU- en NAVO-communicatie door een gebrek aan accreditaties? Is de Minister van oordeel dat hij nu voldoende capaciteit in kan zetten om dit probleem op te lossen, zo nee, wat is daar voor nodig? Hoe gaat de Minister er voor zorgen dat de informatievoorziening naar de Kamer op dit dossier goed is, en niet positiever dan feitelijk het geval? Wanneer heeft de Minister dit probleem volledig opgelost?
Agenda Schriftelijk Overleg:
− Brief regering – Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok – 20 mei 2020
Jaarverslag Ministerie van Buitenlandse Zaken 2019 – Kamerstuk 35 470 V, nr. 1
− Brief regering – Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok – 10 juni 2020
Beantwoording vragen commissie over het jaarverslag Ministerie van Buitenlandse Zaken 2019 (Kamerstuk 35 470 V, nr. 1) – (Kamerstuk 35 470 V, nr. 7)
− Begroting – Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok – 20 mei 2020
Slotwet Ministerie van Buitenlandse Zaken 2019 – Kamerstuk 35 470 V
− Brief regering – Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok – 10 juni 2020
Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden over de Slotwet Ministerie van Buitenlandse Zaken 2019 (Kamerstuk 35 470 V) – Kamerstuk 35 470 V, nr. 5
− Brief regering – Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok – 20 mei 2020
Jaarverslag 2019 van de Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS) – Kamerstuk 35 301, nr. 4
− Brief regering – Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok – 10 juni 2020
Beantwoording vragen commissie over het Jaarverslag 2019 van de Homogene Groep Internationale Samenwerking (Kamerstuk 35 301, nr. 4) – Kamerstuk 35 301, nr. 5
− Rapport/brief Algemene Rekenkamer – president van de Algemene Rekenkamer, A.P. Visser – 20 mei 2020
Aanbieding van het rapport Resultaten verantwoordingsonderzoek 2019 bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken – Kamerstuk 35 470 V, nr. 2
− Brief regering – Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok – 10 juni 2020
Beantwoording vragen commissie, gesteld aan de regering, over het rapport Resultaten verantwoordingsonderzoek 2019 bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken (Kamerstuk 35 470 V, nr. 2) – Kamerstuk 35 470 V, nr. 6