Amendement van het lid Westerveld over zware voorhang bij de regeling over aanvullende bekostiging
Wijziging van onder meer de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet voortgezet onderwijs BES in verband met vereenvoudiging van de grondslagen van de bekostiging voor personeels- en exploitatiekosten van de scholen voor voortgezet onderwijs (vereenvoudiging grondslagen bekostiging vo-scholen)
Amendement
Nummer: 2020D24109, datum: 2020-06-16, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35354-10).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E.M. Westerveld, Tweede Kamerlid (GroenLinks-PvdA)
Onderdeel van kamerstukdossier 35354 -10 Wijziging van onder meer de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet voortgezet onderwijs BES in verband met vereenvoudiging van de grondslagen van de bekostiging voor personeels- en exploitatiekosten van de scholen voor voortgezet onderwijs (vereenvoudiging grondslagen bekostiging vo-scholen).
Onderdeel van zaak 2020Z11180:
- Indiener: E.M. Westerveld, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 |
35 354 Wijziging van onder meer de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet voortgezet onderwijs BES in verband met vereenvoudiging van de grondslagen van de bekostiging voor personeels- en exploitatiekosten van de scholen voor voortgezet onderwijs (vereenvoudiging grondslagen bekostiging vo-scholen)
Nr. 10 AMENDEMENT VAN HET LID WESTERVELD
Ontvangen 16 juni 2020
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Artikel I, onderdeel F, wordt als volgt gewijzigd:
1. Aan het voorgestelde artikel 82 wordt een lid toegevoegd, luidende:
3. Een krachtens dit artikel vast te stellen ministeriële regeling wordt aan beide kamers der Staten-Generaal overgelegd. De ministeriële regeling wordt niet eerder vastgesteld dan vier weken na de overlegging van het ontwerp. Indien een der kamers der Staten-Generaal besluit niet in te stemmen met het ontwerp, wordt de ministeriële regeling niet vastgesteld en kan niet eerder dan 4 weken na het besluit van die kamer der Staten-Generaal een nieuw ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal worden overgelegd.
2. Aan het voorgestelde artikel 83 wordt een lid toegevoegd, luidende:
5. Een krachtens het vorige lid vast te stellen ministeriële regeling wordt aan beide kamers der Staten-Generaal overgelegd. De ministeriële regeling wordt niet eerder vastgesteld dan vier weken na de overlegging van het ontwerp. Indien een der kamers der Staten-Generaal besluit niet in te stemmen met het ontwerp, wordt de ministeriële regeling niet vastgesteld en kan niet eerder dan 4 weken na het besluit van die kamer der Staten-Generaal een nieuw ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal worden overgelegd.
Toelichting
De indiener wil met dit amendement regelen dat de Staten-Generaal op de hoogte worden gehouden van de inhoud en wijzigingen in de ministeriële regeling voor de structurele aanvullende bekostiging voor geïsoleerde vo-scholen. In de Nota naar aanleiding van het verslag (kst. 35 354, nr. 6) geeft de regering aan dat bewust is gekozen om de regeling voor geïsoleerde scholen middels een aanvullende bekostigingsregeling te doen en niet in de basisbekostiging. «In de basis wil de regering gelijke leerlingen gelijk bekostigen. Die basis is voor alle scholen hetzelfde.» De indieners kunnen zich vinden in deze uitleg, maar willen via een voorhangprocedure wel mogelijk kunnen bijsturen op deze regeling. Deze bekostiging is cruciaal voor het voortbestaan van vo-scholen in krimpregio’s in Nederland en dus is het belangrijk dat deze voorgelegd wordt aan de beide Kamers.
Westerveld