Reactie eindadvies Adviescollege Stikstofproblematiek
Problematiek rondom stikstof en PFAS
Brief regering
Nummer: 2020D24551, datum: 2020-06-17, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35334-89).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (Ooit ChristenUnie kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 35334 -89 Problematiek rondom stikstof en PFAS.
Onderdeel van zaak 2020Z11421:
- Indiener: C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
- Volgcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- Volgcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2017-2024)
- 2020-06-18 13:30: Aansluitend aan de stemmingen: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2020-07-01 11:15: Procedurevergadering (via videoverbinding) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2017-2024)
- 2021-05-12 14:15: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 |
35 334 Problematiek rondom stikstof en PFAS
Nr. 89 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 juni 2020
Op 8 juni jl. heeft het Adviescollege Stikstofproblematiek het eindadvies over de structurele aanpak voor de stikstofproblematiek Niet alles kan overal aangeboden aan het kabinet (Bijlage bij Kamerstuk 35 334, nr. 86). Met deze brief informeer ik uw Kamer over een aantal aanvullende stappen die het kabinet zet naar aanleiding van dit advies en de internetconsultatie van het wetsvoorstel natuurverbetering en stikstofreductie.
Allereerst wil ik het Adviescollege namens het kabinet danken voor al het gedane werk. De stikstofproblematiek is juridisch, ecologisch, economisch en bestuurlijk complex van aard en de gevolgen zijn groot. Ik ben de leden van het Adviescollege dan ook zeer erkentelijk voor deze adviezen en de aanbevelingen die zijn gedaan. Veel van deze aanbevelingen hebben een plek gekregen in de stappen die het afgelopen jaar zijn gezet en in de structurele aanpak die het kabinet op 24 april 2020 heeft gepresenteerd (Kamerstuk 35 334, nr. 82).
De structurele aanpak van het kabinet bestaat uit een omvangrijk pakket aan maatregelen gericht op verbetering van de natuur in Natura 2000-gebieden en vermindering van uitstoot en neerslag van stikstof. Hierin staat het natuurbelang voorop en wordt het in balans gebracht met (toekomstige) maatschappelijke en economische activiteiten. De structurele aanpak met bijbehorend pakket bronmaatregelen biedt hiervoor de instrumenten. Het kabinet is ervan overtuigd dat met de inzet en doelstelling van het kabinet een evenwichtige balans is gevonden in de weging van de maatschappelijke, economische en natuurbelangen. Om het effect van de maatregelen te optimaliseren, wordt gebruik gemaakt van de monitorings- en bijsturingssystematiek zoals opgenomen in de structurele aanpak van het kabinet. Deze systematiek is overeenkomstig met de aanbeveling van het Adviescollege.
Wettelijke borging
Het Adviescollege geeft aan dat alleen met voldoende juridische borging van maatregelen geloofwaardig uitvoering kan worden gegeven aan de PAS-uitspraak van de Raad van State en pleit voor een wettelijke verankering van de doelstelling voor stikstofreductie als resultaatsverplichting. Het kabinet erkent en deelt het belang van stevige juridische borging. Met een wettelijke verankering committeert het kabinet zich langjarig aan de structurele aanpak stikstof. Op basis van het advies van het Adviescollege en de reacties uit de consultatie zal het kabinet de kabinetsdoelstelling voor de vermindering van de stikstofbelasting van Natura 2000-gebieden opnemen als resultaatsverplichting in het wetsvoorstel natuurverbetering en stikstofreductie.
Bouwsector
In het licht van de coronacrisis is het kabinet van mening dat de bouwsector onmisbaar is voor het herstel van de economie de komende jaren en voor de tijdige realisatie van voldoende woningen. In dat licht neemt het kabinet de aanbeveling van het Adviescollege ter harte om de tijdelijke emissies van de bouw niet langer te onderwerpen aan gedetailleerde depositieberekeningen. Het kabinet wil daarom een drempelwaarde voor de bouw onderzoeken en uitwerken teneinde de toestemmingsverlening te vereenvoudigen. Het kabinet ziet de invoering van een drempelwaarde voor de tijdelijke emissies van bouwactiviteiten als urgent. Deze drempelwaarde wordt gekoppeld aan een stevige reductie-opgave voor stikstofuitstoot voor de bouw, die ook juridisch wordt vastgelegd. Voor de bouwsector heeft dit als consequentie dat zij vervroegd materieel afschrijft en investeert in schoner bouwmaterieel en innovatie van het bouwproces. Het kabinet beziet welke financiële middelen hiertoe vrijgemaakt moeten worden om dit proces te ondersteunen. Aan publieke zijde zijn afspraken nodig over aanbesteding en de ontwikkeling en inzet van een stimuleringsregeling.
Landbouw
Ten aanzien van de landbouw benadrukt het Adviescollege het belang om te innoveren en te investeren in onder andere veevoer, brongerichte verduurzaming van stallen (met scheiding van mest en urine), weidegang, mestverwerking en betere mestaanwending. Het Adviescollege wijst op de innovatiekracht van de Nederlandse landbouwsector die het mogelijk maakt dat de Nederlandse agrosector hierin een voortrekkende rol in kan vervullen. In het advies van het Adviescollege Stikstofproblematiek wordt benadrukt dat beëindigingsmaatregelen alleen zinvol zijn als deze worden ingezet bij bedrijven met een relatief hoge depositielast op stikstofgevoelig Natura 2000-gebied en in situaties waarin geen mogelijkheden bestaan voor een transitie naar een emissieloze bedrijfsvoering. Het kabinet neemt dit advies mee in de uitwerking van de landelijke beëindigingsregeling. De regeling zal een beoordelingsmechanisme bevatten waarmee zo kosteneffectief mogelijk de grootst mogelijke depositiereductie op een stikstofgevoelig Natura 2000-gebied kan worden bereikt. Daarnaast wordt de beëindigingsregeling opgeknipt in twee tranches: een van € 750 miljoen met een openstelling in 2021 en een van € 250 miljoen met een openstelling in 2024. Gelet op het feit dat innovatie op termijn kosteneffectiever kan zijn dan opkopen, zoals gesteld door het Adviescollege, zal in 2023 worden beoordeeld of innovatie meer stikstofreductie oplevert. Dan zal worden afgewogen hoe de tweede tranche met de meest kosteneffectieve stikstofreductie ingezet kan worden.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.J. Schouten