Verslag van de videoconferentie van de leden van de Raad Algemene Zaken van 16 juni 2020
Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Brief regering
Nummer: 2020D24849, datum: 2020-06-19, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-21501-02-2179).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 21501 02-2179 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken .
Onderdeel van zaak 2020Z11561:
- Indiener: S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- 2020-06-24 11:00: Procedurevergadering (via videoverbinding) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Europese Zaken
- 2020-06-30 16:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2020-07-08 14:00: Raad Algemene Zaken dd 15 juli 2020 (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Europese Zaken
- 2021-02-03 13:45: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 |
21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Nr. 2179 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 juni 2020
Hierbij bied ik u het verslag aan van de videoconferentie van de leden van de Raad Algemene Zaken van 16 juni 2020.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A. Blok
VERSLAG INFORMELE VIDEOCONFERENTIE VAN DE LEDEN VAN DE RAAD ALGEMENE ZAKEN D.D. 16 JUNI 2020
Op dinsdag 16 juni jl. vergaderden de leden van de Raad Algemene Zaken informeel per videoconferentie. De Minister van Buitenlandse Zaken nam deel aan deze vergadering.
Vooruitblik Europese Raad / MFK
De leden van de Raad hadden een eerste gedachtewisseling over de recente Commissievoorstellen van 27 mei jl. inzake aanpassing van het voorstel voor een nieuw Meerjarig Financieel Kader (MFK) per 2021 en voor een Europees herstelinstrument om de Europese economie te helpen snel en duurzaam van de COVID-19 crisis te herstellen. De kabinetsappreciatie van deze voorstellen ontving uw Kamer op 9 juni jl.1
De discussie binnen de Raad was met name een uiteenzetting van nationale posities, in aanloop naar een eerste bespreking van dit voorstel door regeringsleiders in de Europese Raad van 19 juni. Hieruit werd duidelijk dat de posities ten aanzien van de Commissievoorstellen nog sterk verdeeld zijn, en dat er bij veel lidstaten nog vragen zijn over de inhoud en werking van deze voorstellen. Daarmee is de kans groot dat de Europese Raad zich zal beperken tot een eerste uitwisseling van posities op het niveau van regeringsleiders, waarbij verschillende lidstaten het belang onderstreepten om vervolgens snel tot een akkoord over zowel het nieuwe MFK als het herstelinstrument te komen.
In de discussie intervenieerden Nederland, Zweden, Denemarken en Oostenrijk langs de bij uw Kamer bekende positie, zoals opgenomen in de kabinetsappreciatie en in een non-paper van deze lidstaten, dat uw Kamer is toegegaan als bijlage bij de beantwoording van de vragen van het Schriftelijk Overleg inzake de informele videoconferentie van de leden van de Raad van Algemene Zaken d.d. 26 mei 2020 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2166). Ook verschillende andere lidstaten waren terughoudend ten aanzien van de omvang van het voorgestelde instrument en de voorgestelde financieringswijze. Veel lidstaten waren daarnaast kritisch over de voorgestelde verdeling van middelen tussen lidstaten. Er was eveneens een fors aantal lidstaten positief over de Commissievoorstellen. Deze landen zagen de voorstellen als een gepaste wijze om op Europees niveau aan crisisherstel bij te dragen.
Veel lidstaten beaamden het belang van hervormingen in lidstaten om deze weerbaarder te maken tegen toekomstige crises. Echter de wijze waarop deze hervormingen zich tot financiering uit het herstelinstrument verhouden en hoe hervormingen beoordeeld worden, is nog onderwerp van discussie.
Ten aanzien van het MFK waren de meeste lidstaten positief over de sterker nadruk op prioriteiten als vergroening, digitalisering en versterking van de digitale markt. Een aantal lidstaten wees op het belang dat zij hechten aan (voldoende budget voor) cohesiebeleid en het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid. Aan de financieringszijde bleek onder meer nog steeds tegenstand te bestaan tegen de correcties, waar onder meer Duitsland, Zweden, Denemarken, Oostenrijk en Nederland om vragen. Diverse lidstaten lijken echter bereid te zijn deze correcties nog onder het komende MFK in stand te houden, als onderdeel van een akkoord over het nieuwe MFK en het herstelfonds. Ten aanzien van nieuwe eigen middelen waren de posities eveneens verdeeld, met diverse lidstaten die een breder pallet aan nieuwe eigen middelen verwelkomen, maar ook veel weerstand tegen specifieke nieuwe eigen middelen, zoals het gebruik van de ETS-opbrengsten.
Tenslotte was er brede steun voor een sterke koppeling in het nieuwe MFK met rechtsstatelijkheidsbeginselen, conform het voorstel van de Commissie. Zoals uw Kamer bekend is, is dit voorstel voor het kabinet onlosmakelijk verbonden aan de inzet op een gemoderniseerd MFK.
Toekomstige Relatie EU-VK
Tijdens de videoconferentie van de leden van de Raad deelde de EU-hoofdonderhandelaar, de heer Barnier, zijn visie op de stand van zaken in de onderhandelingen tussen de EU en het VK over het toekomstig partnerschap en de uitkomst van de conferentie op hoog niveau die op maandag 15 juni jl. plaatsvond. Ondanks de constructieve sfeer tijdens de afgelopen vier onderhandelingsrondes zijn er duidelijk grote verschillen tussen de standpunten van de EU en die van het VK. Daardoor is er slechts beperkte voortgang in de onderhandelingen te constateren. De EU zet nog steeds in op een ambitieus akkoord met het VK conform de samen met het VK aangenomen Politieke Verklaring en de onderhandelingsrichtsnoeren van de Raad. De heer Barnier benadrukte het belang van een akkoord waarin rechten en verplichtingen in balans zijn en waarin waarborgen zijn opgenomen om burgers en bedrijven te beschermen. Parallelle vooruitgang op alle onderhandelingstafels is daarbij het uitgangspunt.
Tijdens de conferentie van 15 juni jl. heeft premier Johnson bevestigd dat het VK geen verlenging van de overgangsperiode wenst. De EU-vertegenwoordigers, te weten Commissievoorzitter Von der Leyen, ER-voorzitter Michel en EP-voorzitter Sassoli, hebben kennis genomen van deze positie. Beide partijen hebben tijdens de conferentie de inzet uitgesproken om tijdig een akkoord te bereiken. Om deze reden is overeengekomen om de onderhandelingen tijdens de zomermaanden voort te zetten, waar mogelijk door middel van fysieke bijeenkomsten, en de frequentie van de gesprekken tussen de onderhandelingsteams op te voeren. De eerstvolgende bijeenkomst gaat op 29 juni van start.
De leden van de Raad hebben eensgezind hun steun voor de heer Barnier en het belang van EU eenheid uitgesproken. Ook onderstreepten zij de noodzaak van een effectieve en gedegen implementatie van het terugtrekkingsakkoord, als onderdeel van het bouwen aan het toekomstig partnerschap met het VK. Dit geldt in het bijzonder voor de afspraken in het Protocol Ierland/Noord-Ierland en het burgerrechtendeel. Ook is besloten de readiness maatregelen vanaf 1 juli te intensiveren, aangezien de relatie met het VK ongeacht de uitkomst van de onderhandelingen in diepte en intensiteit zal afnemen en iedereen zich daarop moet voorbereiden. Nederland benadrukte in dat kader specifiek het belang van het intensiveren van communicatie richting bedrijfsleven en stakeholders ter voorbereiding van het aflopen van de overgangsperiode. Volgende week zal de Raad procedurele conclusies aannemen die bovenstaande ontwikkelingen samenvatten.
Prioriteiten Triovoorzitterschap
Het inkomend triovoorzitterschap, bestaande uit Duitsland, Portugal en Slovenië, gaf tijdens de videoconferentie van de leden van de Raad Algemene Zaken een toelichting op het gezamenlijke programma (DP 8086/1/20 REV1)2 met de prioriteiten voor de periode van 1 juli 2020 tot en met 31 december 2021. Dit gedeelte van de videoconferentie was openbaar. In de presentatie ging Duitsland kort in op het programma en noemde daarbij de inzet om gezamenlijk te werken aan het herstel van de crisis. Dat vereist allereerst het bereiken van een akkoord op het Meerjarig Financieel Kader (MFK) en het herstelfonds. Daarbij noemde Duitsland drie uitdagingen voor het triovoorzitterschap in het bijzonder: het bereiken van een akkoord met het Verenigd Koninkrijk over het toekomstig partnerschap, het vinden van een passend en duurzaam antwoord op de migratiestromen, en de naleving en versterking van rechtsstatelijkheid binnen de Unie. De Commissie verwelkomde het triovoorzitterschapsprogramma, dat in lijn is met de ambities van de Commissie en de Strategische Agenda van de Europese Raad.
Het triovoorzitterschap stelt in het voorzitterschapsprogramma een aantal prioriteiten, waarbij het herstel van de COVID-19 crisis gezien wordt als overkoepelende prioriteit. Het gaat daarbij om de uitvoering van de maatregelen ten behoeve van een robuust herstel van de economie, in lijn met een duurzame en inclusieve groeistrategie, rekening houdend met de 2050 klimaatneutraliteitdoelen, en die de sociale effecten van de crisis adresseren. Daarbij geeft het triovoorzitterschap aan uitvoering te geven aan de maatregelen uit de routekaart naar herstel3 («Roadmap for Recovery») en voorstellen van de Commissie met betrekking tot een gecoördineerd crisis management systeem op te zullen volgen. Het triovoorzitterschap kondigt daarnaast een EU sociale top aan voor mei 2021. Hoewel het herstel van de crisis de eerste aandacht vraagt, zet het triovoorzitterschap zich in voor de doorgang van de EU-wetgeving en de uitvoering van de prioriteiten uit de Strategische Agenda.
Naast het herstel van de crisis stelt het triovoorzitterschap de volgende vier prioriteiten: het beschermen van burgers en vrijheden, het ontwikkelen van een toekomstbestendige economie, het bouwen aan een klimaatneutraal, groen eerlijk en sociaal Europa, en het behartigen van Europa’s belangen en waarden in de wereld. Naast deze prioriteiten gaat de aandacht uit naar het afronden van de onderhandelingen over het MFK en de toekomstige relatie met het Verenigd Koninkrijk.
Het kabinet kan zich vinden in deze prioriteitsstelling van het triovoorzitterschap. Het is evident dat de aandacht allereerst uitgaat naar het herstel van de COVID-19-crisis, en de brede effecten daarvan op de economie en maatschappij. Daarbij deelt het kabinet de overtuiging van het triovoorzitterschap dat dit niet ten koste moet gaan van het uitvoeren van de prioriteiten uit de Strategische Agenda, en de doorgang van benodigde wetgeving daarvoor, om daarmee concrete resultaten te boeken in het belang van burgers. De overige vier prioriteiten sluiten aan bij de prioriteiten uit de Strategische Agenda. Het kabinet waardeert de aandacht voor het herstel en het versterken van de Interne Markt en voor een groene- en digitale transitie. Daarnaast onderschrijft het kabinet de nadruk die het triovoorzitterschap in het deel dat over «de EU in de wereld» gaat legt op de noodzakelijke en samenhangende inzet van alle instrumenten van EU extern beleid. Het kabinet waardeert in het bijzonder de aandacht voor democratie en rechtsstatelijkheid zoals onderschreven in het voorzitterschapsprogramma. In het triovoorzitterschapsprogramma wordt niet ingegaan op de werkwijze van de Raad. Het kabinet zal ook bij de inkomende voorzitterschappen het belang blijven onderstrepen van transparante besluitvorming in de EU.
Het is aan voorzitterschappen zelf om het programma en de prioriteiten op te stellen, in samenspraak met de Commissie, de voorzitter van de Europese Raad en waar nodig de Hoge Vertegenwoordiger. Het voorzitterschap gaf in de videoconferentie aan dat een schriftelijke procedure zal worden gestart om het voorzitterschapsprogramma aan te nemen.
Toezegging De Capitani-zaak
In het Algemeen Overleg van 15 januari 2020 betreffende EU-informatievoorziening is de toezegging gedaan om schriftelijk terug te komen op de procedure van het beroep van de De Capitani-zaak, en of het kabinet voornemens is te interveniëren als het beroep in de nieuwe De Capitani-zaak is gepubliceerd. Uw Kamer heeft deze toezegging in herinnering gebracht en verzocht geïnformeerd te worden over de stand van zaken hiervan. In het Publicatieblad van de Europese Unie is tot op heden geen publicatie geweest van een nieuwe De Capitani-zaak. Het kabinet zal uw Kamer conform de toezegging van 15 januari jl. schriftelijk informeren zodra de nieuwe De Capitani-zaak aanhangig is gemaakt.