Antwoord op vragen van het lid Van Brenk over het bericht dat een groep externe deskundigen zich niet serieus genomen voelt
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2020D25001, datum: 2020-06-19, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20192020-3226).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Onderdeel van zaak 2020Z09970:
- Gericht aan: F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
- Indiener: C.M. van Brenk, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
3226
Vragen van het lid Van Brenk (50PLUS) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht dat de groep externe deskundigen zich niet serieus genomen voelt (ingezonden 3 juni 2020).
Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 19 juni 2020).
Vraag 1
Bent u op de hoogte van de externe deskundigen die het niet eens zijn met het feit dat u het standpunt van het Instituut Fysieke Veiligheid (IFV) met betrekking tot het bestrijden van vuurwerk heeft overgenomen?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2, 3 en 4
Kunt u reageren op het feit dat deze groep zich niet serieus genomen voelt en wat is u mening hierover?
Kunt u uitleggen waarom u de mening van externe deskundigen ter zijde laat liggen, terwijl zij spreken over een onjuist en levensgevaarlijk standpunt van het IFV?
Bent u bereid om nogmaals in gesprek te gaan met de externe deskundigen?
Antwoord 2, 3 en 4
Ik baseer mij op het in opdracht van mij opgestelde rapport naar de bestrijding van vuurwerkbranden waaraan deskundigen van verschillende organisaties en kennisinstituten hebben meegewerkt, zoals het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en de Nederlandse Organisatie voor toegepast- natuurwetenschappelijk onderzoek (TNO).2 De mening van de in de vraag bedoelde groep externe deskundigen is in het onderzoek betrokken. Door de onderzoekers is geconcludeerd dat die mening onvoldoende is onderbouwd. Ik zie dan ook geen reden om met deze externe deskundigen in gesprek te gaan.
Vraag 5 en 6
Bent u bereid om aanvullend onderzoek te doen naar subklasse 1.4?
Bent u bereid om de externe deskundigen te betrekken bij het aanvullende onderzoek?
Antwoord 5 en 6
Nee. Er is volgens de door mij geraadpleegde deskundigen geen reden om verder aanvullend onderzoek te doen, omdat dit niet tot andere inzichten zal leiden.
Vraag 7
Kunt u nog toelichten dat er in het document is aangegeven dat de Adviseur Gevaarlijke Stoffen als onderdeel van de brandweer Nederland zelf aangeeft niet deskundig te zijn op het gebied van vuurwerk? Welke consequenties moeten hieruit getrokken worden?
Antwoord 7
De Adviseurs Gevaarlijke Stoffen (AGS) zijn specifiek voor die taak opgeleide functionarissen binnen de veiligheidsregio’s. Bij incidenten met vuurwerk worden die specialisten ingeschakeld. Zo nodig winnen zij advies in bij personen/organisaties met meer specifieke kennis van vuurwerk. In het kader van het IFV-onderzoek is gekeken naar de schakelfunctie van de AGS. Geconcludeerd is dat de AGS-en voldoende deskundig zijn voor die rol. Ik zie geen aanleiding om dit nader te laten bekijken.