Commerciële radio: beantwoording vragen van de vaste commissie
Frequentiebeleid
Brief regering
Nummer: 2020D25058, datum: 2020-06-19, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-24095-517).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.C.G. Keijzer, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat (Ooit BBB kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 24095 -517 Frequentiebeleid.
Onderdeel van zaak 2020Z11664:
- Indiener: M.C.G. Keijzer, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2020-06-30 17:15: Procedurevergadering (videoverbinding, gewijzigd aanvangstijdstip) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2020-09-02 13:45: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2021-01-26 16:30: Extra-procedurevergadering commissie EZK (groslijst controversieel verklaren) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2021-05-20 14:00: Telecommunicatie (Commissiedebat), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2021-05-26 13:25: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 |
24 095 Frequentiebeleid
Nr. 517 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 juni 2020
De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat heeft mij verzocht uw Kamer voor 20 juni a.s. een brief te sturen waarin ik uiteenzet hoe ik tegen de huidige situatie van de radiosector in brede zin aankijkt en hoe ik, gegeven de signalen, de toekomst van de radiosector voor mij zie. U heeft mij tevens gevraagd om hierbij in te gaan op zowel de korte als langere termijn, met aandacht voor:
1. de lopende trajecten;
2. de urgentie van eventueel nu te nemen maatregelen en (on)mogelijkheden op dat gebied;
3. het overleg met de sector.
Met deze brief geef ik invulling aan uw verzoek.
Allereerst wil ik kort ingaan op de lopende trajecten. Het gaat daarbij om de uitvoering van het advies van de Taskforce Radio, uitmondend in onder andere een veiling van een nieuwe landelijke digitale laag, alsmede de uitvoering van de aanbevelingen van de dialoogsessies onder leiding van mevrouw Medy van der Laan. Ook de uitvoering van die aanbevelingen worden in samenspraak met een brede vertegenwoordiging van de commerciële radiosector opgepakt. Voor deze trajecten verwijs ik u naar mijn brief van 5 april 20201.
De uitbraak van het coronavirus heeft ook grote gevolgen voor de commerciële radiopartijen. Alle commerciële radiopartijen zijn voor hun businessmodel sterk afhankelijk van advertentie-inkomsten als cruciale financieringsbron voor hun economische en creatieve activiteiten. Dit geld niet alleen voor de radiosector maar voor de omroepsector als geheel.
Door de uitbraak van het coronavirus zijn de advertentie-inkomsten van de commerciële radiopartijen de laatste drie maanden sterk teruggelopen.
Wat de gevolgen van de coronacrisis voor de langere termijn zijn voor deze sector, is op dit moment echter nog niet te overzien. Op dit moment heeft de coronacrisis geleid tot een sterk toename van gemiddelde luistertijd. Er wordt meer naar radio geluisterd dan ooit tevoren. Op langere termijn zou deze toename in luistertijd zich ook kunnen vertalen in een toename in advertentie-inkomsten2.
Bovendien heeft het kabinet een 2e pakket noodmaatregelen getroffen. Met deze kabinetsbrede maatregelen, die op 1 juni jl. in werking zijn getreden en doorlopen tot 1 oktober a.s., beoogt het kabinet banen te behouden en ondersteuning te bieden bij acute problemen, óók in de radiosector.
Het vraagstuk waarover ik mij nu buig is of de impact van de coronacrisis op de korte termijn voor deze sector aanleiding vormt om – naast het pakket aan noodmaatregelen van het kabinet waar met name de kleinere radiopartijen gebruik van maken – specifieke maatregelen te treffen.
Ik ben met partijen daarover in gesprek. In mijn brief van 5 juni jl.3 heb ik u laten weten dat daar waar het advies van mevrouw Van der Laan, alsmede het advies van de Taskforce Radio, resulteren in het veilen van frequentiespectrum, ik bereid ben de veiling(en) uit te stellen, zo nodig langer dan enkele maanden als daar aanleiding toe bestaat. Ik heb de sector reeds toegezegd dat ik over het daadwerkelijk tijdstip van veilen met hen in overleg zal treden.
Partijen hebben mij naast het uitstel van een aantal veilingen gevraagd of ik nu al – voor het zomerreces – kan besluiten hun vergunningen na 2022 te verlengen met een periode van twee tot vier jaar – om de gevolgen van de coronacrisis te ondervangen. Zoals u weet heb ik partijen gevraagd om hun financiële positie – zo nodig – beter te onderbouwen. Waar de brancheverenigingen van de radiosector mij al eerder hadden geïnformeerd, heeft een aantal landelijke partijen hier deze week gevolg aan gegeven.
Op verzoek van uw Kamer is nu het onafhankelijke Adviescollege bezig met het in breder perspectief bekijken hoe de problematiek in het radiodossier blijvend opgelost kan worden. Ik heb het Adviescollege daarom gevraagd om integraal beleid voor de langere termijn vast te stellen. Beleid dat toekomstvast is en met een aantal toekomstige ontwikkelingen rekening houdt, zoals bijvoorbeeld de op termijn afschakeling van de analoge radiofrequenties. De verschillende vraagstukken in het radiodossier, waaronder het toepasselijk verdeelinstrument en de vraag of het mogelijk is om te verlengen met het loslaten van de geldende beperkingen, zullen in samenhang met elkaar door dit college worden onderzocht.
Ik hecht eraan om dit advies af te wachten alvorens een beslissing te nemen over al dan niet tijdelijk verlengen. Dit geeft mij tijd om een dergelijke beslissing zorgvuldig voor te bereiden. Zo wil ik door een onafhankelijk bureau een quick scan laten uitvoeren op de financiële gegevens die de radiopartijen hebben overlegd. Het gaat bij een dergelijke quick scan niet alleen om een terugblik op de afgelopen periode maar ook om een reële inschatting van de gevolgen voor de rest van 2020 en de periode daarna. De landelijke partijen hebben zelf daartoe de suggestie gedaan en reeds aangegeven dat zij bereid zijn aan een dergelijk onderzoek mee te werken.
Daarnaast ben ik gehouden een dergelijke specifieke maatregel te toetsen aan de tijdelijke Kaderregeling inzake staatsteun die de Europese Commissie heeft uitgevaardigd vanwege de coronacrisis4. Dit geldt temeer nu het niet zeker is of er voor een tijdelijke verlenging met toepassing van de huidige systematiek5 een verlengingsprijs gevraagd kan worden. Dit heeft te maken met de korte duur van de verlenging, die het erg complex maakt om de waarde daarvan te berekenen.
De tijdelijke Kaderregeling staatssteun schrijft voor dat getroffen maatregelen niet selectief mogen worden toegepast6 en dat indien de maatregel aangemerkt kan worden als staatssteun er rekening gehouden moet worden met inkomsten op grond van andere maatregelen.
Ik zal uw Kamer na het zomerreces – in september – nader kunnen informeren over de vraag of een tijdelijke verlenging van de commerciële radiovergunningen mogelijk en noodzakelijk is.
Uiteraard is bij die afweging ook het advies van het onafhankelijke Adviescollege voor de langere termijn van belang. Mocht uit de uit te voeren quick scan blijken dat er toch maatregelen op korte termijn nodig zijn, dan zal ik u daarover uiteraard per ommegaande informeren.
De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat,
M.C.G. Keijzer
Kamerstuk 24 095, nr. 511.↩︎
Zie hiervoor onder andere https://www.pwc.nl/nl/actueel-publicaties/assets/pdfs/likely-impact-of-covid-19-on-the-dutch-media-industry.pdf↩︎
Kamerstuk 24 095, nr. 514.↩︎
Zie ook tijdelijke Kaderregeling (C(2020) 1863 en de wijzingen daarvan vastgesteld op 3 april 2020 en 8 mei 2020.↩︎
Systematiek ontwikkeld door SEO/IVIR om een verlengingsprijs vast te stellen.↩︎
Hetgeen betekent dat een maatregel wellicht voor de gehele mediasector moet gelden.↩︎