Motie van het lid Van Ojik over de effectiviteit van het mensenrechtenbeleid in de relatie met China
Mensenrechten in het buitenlands beleid
Motie
Nummer: 2020D25440, datum: 2020-06-22, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-32735-290).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: A. van Ojik, Tweede Kamerlid (Ooit GL kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 32735 -290 Mensenrechten in het buitenlands beleid.
Onderdeel van zaak 2020Z11848:
- Indiener: A. van Ojik, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2020-06-22 15:30: Mensenrechtenrapportage (Notaoverleg), vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2020-06-30 15:00: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 |
32 735 Mensenrechten in het buitenlands beleid
Nr. 290 MOTIE VAN HET LID VAN OJIK
Voorgesteld tijdens het Notaoverleg van 22 juni 2020
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat respect voor universele mensenrechten in China op meerdere manieren onder druk staat;
constaterende dat de vrijheid van Tibetanen, Oeigoeren en inwoners van Hongkong steeds verder wordt ingeperkt;
verzoekt de regering, de effectiviteit van de huidige inzet van instrumenten van mensenrechtenbeleid in de relatie met China tegen het licht te houden en voorstellen te ontwikkelen voor vergroting van de impact van dit beleid, en de Kamer daarover uiterlijk in het voorjaar van 2021 te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van Ojik