De berichten 'Banken zijn 180.000 ondernemers en consumenten tegemoetgekomen' en 'Bedrijven bij nieuwe bank krijgen geen krediet'
Schriftelijke vragen
Nummer: 2020D25604, datum: 2020-06-23, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kv-tk-2020Z11913).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M. Amhaouch, Tweede Kamerlid (Ooit CDA kamerlid)
- Mede ondertekenaar: E.J. Slootweg, Tweede Kamerlid (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van zaak 2020Z11913:
- Gericht aan: M.C.G. Keijzer, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat
- Gericht aan: W.B. Hoekstra, minister van Financiën
- Indiener: M. Amhaouch, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: E.J. Slootweg, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 | Vragen gesteld door de leden der Kamer |
2020Z11913
Vragen van de leden Amhaouch en Slootweg (CDA) aan de Minister van Financiën en de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat over de berichten «Banken zijn 180.000 ondernemers en consumenten tegemoetgekomen» en «Bedrijven bij nieuwe bank krijgen geen krediet» (ingezonden 23 juni 2020).
Vraag 1
Bent u bekend met de berichten «Banken zijn 180.000 ondernemers en consumenten tegemoetgekomen»1 en «Bedrijven bij nieuwe bank krijgen geen krediet»?2
Vraag 2
In hoeverre herkent u het beeld in de berichtgeving dat bedrijven zonder huidige kredietrelatie met een bank minder of geen krediet krijgen, omdat (grote) banken zich vanwege drukte zouden richten op bestaande klanten?
Vraag 3
Kunt u voor ons schetsen hoezeer de kaders waarbinnen banken te aanzien van kredietverstrekking richting bedrijven dienen te opereren, zich verhouden tot de huidige, hoge financieringsbehoefte bij ondernemers als gevolg van de coronacrisis? Merkt u een spanningsveld tussen verantwoorde kredietverlening enerzijds en de grote behoefte aan vlotte en passende financiering anderzijds? Zo ja, hoe zou daarop geanticipeerd kunnen worden?
Vraag 4
In welke mate en op welke punten wijken de kaders die Nederland aan banken meegeeft, af van die in België en Duitsland?
Vraag 5
Hoezeer is volgens u sprake van een capaciteitsprobleem bij de banken, waardoor de (nieuwe) kredietverlening aan bedrijven mogelijk zou stokken?
Vraag 6
Wanneer ontvangt de Kamer de in het wetgevingsoverleg over de tweede en derde incidentele suppletoire begrotingen EZK inzake Noodpakket banen en economie d.d. 18 mei 2020 toegezegde informatie over het aantal kredietafwijzingen door banken, samengesteld door de Nederlandse Vereniging van Banken en MKB-Nederland?
Vraag 7
Wat is de status van de financiering van kredietverstrekker Qredits, meer in het bijzonder de achtergestelde lening van € 25 miljoen waarvan de Staatssecretaris op 18 mei jl. zei dat EZK «volle kracht vooruit bezig is om dit snel z'n beslag te laten krijgen»? Klopt het dat deze lening nog steeds niet ter goedkeuring is voorgelegd aan de Europese Commissie, waardoor Qredits ondernemers noodgedwongen met andere middelen overbruggingskredieten moet verstrekken? Kunt u aangeven wanneer deze financiering van Qredits rond is?
Vraag 8
Hoe staat u tegenover de suggestie om De Nederlandsche Bank (DNB) om een advies te vragen over kredietfinanciering met staatsgaranties in relatie tot een economische recessie? Zou u dit willen overwegen?