Reservering netcapaciteit
Stimulering duurzame energieproductie
Brief regering
Nummer: 2020D25727, datum: 2020-06-24, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-31239-322).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat
Onderdeel van kamerstukdossier 31239 -322 Stimulering duurzame energieproductie .
Onderdeel van zaak 2020Z11992:
- Indiener: E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2020-06-30 17:15: Procedurevergadering (videoverbinding, gewijzigd aanvangstijdstip) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2020-07-02 13:00: Klimaat en energie (Algemeen overleg), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2020-09-02 13:45: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2020-09-03 14:45: Aansluitend aan de stemmingen: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 |
31 239 Stimulering duurzame energieproductie
Nr. 322 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 juni 2020
Tijdens het plenaire debat over de Urgendazaak op donderdag 11 juni jl. (Handelingen II 2019/20, nr. 82, Debat over de Urgendazaak) heb ik aan het lid Dik-Faber (CU) toegezegd een brief te sturen over de vraag of het zo is dat grote commerciële partijen netcapaciteit kunnen reserveren voor nog te starten hernieuwbare elektriciteit projecten zonder deze capaciteit te gebruiken, met als gevolg dat lokale initiatieven belemmerd zouden worden. Met deze brief voldoe ik aan deze toezegging.
Netbeheerders mogen bij het aansluiten en transporteren van elektriciteit niet discrimineren tussen partijen. Dit is vastgelegd in de Elektriciteitswet 1998, artikel 23, 2de lid en artikel 24, 3de lid. Netbeheerders moeten uiteraard wel rekening houden met de nog beschikbare transportcapaciteit inclusief de aangevraagde transportcapaciteit behorend bij aansluitingen die in offerte zijn gegeven.
Om te voorkomen dat de transportcapaciteit die aangevraagd is te lang wordt vastgehouden, hanteren de regionale netbeheerders een geldigheidstermijn van 3 maanden voor offertes voor een aansluiting en transportcapaciteit.
In gevallen van schaarste aan transportcapaciteit wordt door sommige netbeheerders een offertetermijn van één maand gehanteerd voor aansluitingen in de categorie grootverbruiker (>3x80A). Het is de verwachting dat in de (nabije) toekomst meer offertes met een termijn van één maand worden verstrekt.
Kortom, van reservering voor specifieke projecten of door partijen is geen sprake. Het regulerend kader voor de netbeheerders biedt juist een waarborg voor een gelijkwaardige behandeling.
Het is wel mogelijk dat er in de praktijk sprake is van een informatie-asymmetrie voor lokale initiatieven als het gaat om het gebrek aan transportcapaciteit. Professionele ontwikkelaars hebben veelal meerdere initiatieven in een regio lopen en zijn goed op de hoogte van het gebrek aan transportcapaciteit in verschillende regio’s. Zij vragen daarom in een vroeg stadium een aansluiting en transportcapaciteit aan bij de netbeheerder en zijn in sommige gevallen ook bereid om in een vroeg stadium van het project de aansluiting te laten realiseren door de netbeheerder.
Om eenieder in gelijke mate toegang te geven tot deze informatie publiceren netbeheerders op hun websites de actuele congestiegebieden. Zo kunnen alle partijen, groot en klein zich informeren waar eventueel nog ruimte is om een hernieuwbaar elektriciteit project te starten.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
E.D. Wiebes