[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

35427, bijgewerkt t/m nr. 7 (NvW d.d. 24 juni 2020)

Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en enkele andere wetten in verband met de uitvoering van verordening (EU) 2018/858 en andere besluiten van de Europese Unie betreffende de goedkeuring van en het marktoezicht op motorvoertuigen, aanhangwagens daarvan en systemen, onderdelen en technische eenheden die voor dergelijke voertuigen zijn bestemd (Uitvoeringswet verordening (EU) 2018/858)

Bijgewerkte tekst

Nummer: 2020D25945, datum: 2020-06-24, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2020Z05948:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Bijgewerkt t/m nr. 7 (NvW d.d. 24 juni 2020)



	35 427	Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en enkele andere wetten
in verband met de uitvoering van verordening (EU) 2018/858 en andere
besluiten van de Europese Unie betreffende de goedkeuring van en het
marktoezicht op motorvoertuigen, aanhangwagens daarvan en systemen,
onderdelen en technische eenheden die voor dergelijke voertuigen zijn
bestemd (Uitvoeringswet verordening (EU) 2018/858)







Nr. 2	VOORSTEL VAN WET



	Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins
van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben dat het wenselijk is de
Wegenverkeerswet 1994 en enige andere wetten te wijzigen in verband met
de uitvoering van verordening (EU) nr. 2018/858 en andere bindende
EU-rechtshandelingen die betrekking hebben op de goedkeuring van en het
markttoezicht op motorvoertuigen, aanhangwagens daarvan en systemen,
onderdelen en technische eenheden die voor dergelijke voertuigen zijn
bestemd en van voorzieningen die ter bescherming van inzittenden van
voertuigen en kwetsbare weggebruikers zijn ontworpen en gebouwd;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State
gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden
en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I (WIJZIGING VAN DE WEGENVERKEERSWET 1994)

De Wegenverkeerswet 1994 wordt als volgt gewijzigd: 

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In de aanhef wordt “wordt verstaan onder” vervangen door
“wordt, tenzij anders blijkt, verstaan onder”. 

b. Onderdeel f wordt vervangen door:

f. verordening (EU) 167/2013: Verordening (EU) nr. 167/2013 van het
Europees Parlement en de Raad van 5 februari 2013 inzake de goedkeuring
van en het markttoezicht op landbouw- en bosbouwvoertuigen (PbEU 2013, L
60) en de op die verordening gebaseerde uitvoeringshandelingen en
gedelegeerde handelingen;

fa. verordening (EU) 168/2013: Verordening (EU) nr. 168/2013 van het
Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2013 betreffende de
goedkeuring van en het markttoezicht op twee- of driewielige voertuigen
en vierwielers (PbEU 2013, L 60) en de op die verordening gebaseerde
uitvoeringshandelingen en gedelegeerde handelingen;

fb. verordening (EU) 2018/858: Verordening (EU) nr. 2018/858 van het
Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 betreffende de goedkeuring
van en het markttoezicht op motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan en
systemen, onderdelen en technische eenheden die voor dergelijke
voertuigen zijn bestemd, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr.
715/2007 en (EG) nr. 595/2009 en tot intrekking van Richtlijn 2007/46/EG
(PbEU 2018, L 151) en de op die verordening gebaseerde
uitvoeringshandelingen en gedelegeerde handelingen;

fc. EU-kaderverordening in verband met de goedkeuring van
motorvoertuigen: verordening (EU) 167/2013, verordening (EU) 168/2013 of
verordening (EU) 2018/858;

fd. EU-harmonisatieverordening in verband met de goedkeuring van
motorvoertuigen: EU-verordening en de op die verordening gebaseerde
uitvoeringshandelingen en gedelegeerde handelingen, die wordt genoemd in
de bijlagen bij verordening (EU) 2018/858 en die als doel heeft
harmonisatievoorschriften vast te stellen over een specifiek onderwerp,
zoals brandstofgebruik, emissies, technische eisen of
veiligheidsvoorschriften, die relevant zijn in het kader van de
goedkeuring, op de markt aanbieden, in de handel brengen, registreren en
in gebruik nemen van voertuigen en systemen, onderdelen, technische
eenheden, voertuigdelen, uitrustingsstukken en voorzieningen die voor
dergelijke voertuigen en aanhangwagens daarvan zijn ontworpen en gebouwd
of van voorzieningen die ter bescherming van inzittenden van voertuigen
en kwetsbare weggebruikers zijn ontworpen en gebouwd;

fe. EU-verordening in verband met de goedkeuring van motorvoertuigen:
EU-kaderverordening in verband met de goedkeuring van motorvoertuigen of
EU-harmonisatieverordening in verband met de goedkeuring van
motorvoertuigen;

ff. Overeenkomst van 1958: Overeenkomst betreffende de vaststelling van
geharmoniseerde technische reglementen van de Verenigde Naties voor
voertuigen op wielen en voor uitrustingsstukken en onderdelen die daarop
kunnen worden gemonteerd en/of gebruikt, en betreffende de voorwaarden
voor wederzijdse erkenning van goedkeuringen die krachtens die
reglementen van de Verenigde Naties zijn verleend (Trb. 1959/83);

c. Onderdeel s komt te luiden:

s. nationale typegoedkeuring of –individuele goedkeuring: goedkeuring
als bedoeld in artikel 21, tweede lid, onderdeel b;

d. Onderdeel t komt te luiden: 

t. VN/ECE-goedkeuring: goedkeuring als bedoeld in artikel 21, tweede
lid, onderdeel c;

e. Na onderdeel t wordt een onderdeel ingevoegd, luidende: 

	ta. kwetsbare weggebruikers: niet-gemotoriseerde weggebruikers, zoals
fietsers en voetgangers en weggebruikers die gebruik maken van
gemotoriseerde voertuigen zoals twee- of driewielers.

2. Na het eerste lid wordt een lid toegevoegd, luidende:

1a. Voor de toepassing van deze wet en de daarop berustende bepalingen
wordt, tenzij anders blijkt, verstaan onder goedkeuring,
typegoedkeuring, EU-typegoedkeuring, aanhangwagen, systeem, onderdeel,
technische eenheid, voertuigdelen, uitrustingsstukken, markttoezicht,
goedkeuringsinstantie, technische dienst, fabrikant, marktdeelnemer, in
de handel brengen, op de markt aanbieden, in gebruik nemen,
manipulatie-instrument en manipulatiestrategie hetgeen daaronder wordt
verstaan in de desbetreffende EU-verordening in verband met de
goedkeuring van motorvoertuigen; 

B

In artikel 2, vierde lid, wordt “op het terrein van typegoedkeuring
van voertuigen, systemen, onderdelen, technische eenheden,
uitrustingsstukken en voorzieningen ter bescherming van weggebruikers en
passagiers, in verband met de toelating tot het verkeer op de weg of het
gebruik buiten de weg” vervangen door “op het terrein van
goedkeuring, op de markt aanbieden, in de handel brengen, registreren en
in gebruik nemen van voertuigen en systemen, onderdelen, technische
eenheden, voertuigdelen, uitrustingsstukken en voorzieningen die voor
dergelijke voertuigen en aanhangwagens daarvan zijn ontworpen en gebouwd
en van voorzieningen die ter bescherming van inzittenden van voertuigen
en kwetsbare weggebruikers zijn ontworpen en gebouwd, in verband met de
bescherming van de gezondheid, de veiligheid, het milieu of andere
aspecten van de bescherming van het openbaar belang”.

C

Artikel 4b, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. De onderdelen a, a1, a2, b en b1 worden vervangen door:

a. het verrichten van taken en handelingen en het nemen van besluiten
die op grond van EU-verordeningen in verband met de goedkeuring van
motorvoertuigen worden verricht door een goedkeuringsinstantie en het
verrichten van andere taken en handelingen en in verband hiermee te
nemen besluiten voor zover deze taken, handelingen en besluiten
onlosmakelijk verbonden zijn met het proces van goedkeuring van
voertuigen en systemen, onderdelen, technische eenheden, voertuigdelen,
uitrustingsstukken en voorzieningen die voor dergelijke voertuigen en
aanhangwagens daarvan zijn ontworpen en gebouwd en van voorzieningen die
ter bescherming van inzittenden van voertuigen en kwetsbare
weggebruikers zijn ontworpen en gebouwd;

a1. de nakoming van overige, niet in onderdeel a bedoelde verplichtingen
die op grond van EU-verordeningen in verband met de goedkeuring van
motorvoertuigen op een goedkeuringsinstantie rusten of daar
onlosmakelijk mee zijn verbonden;

b. het verrichten van taken en handelingen en het nemen van besluiten in
verband met de nationale typegoedkeuring en -individuele goedkeuring en
VN/ECE-goedkeuring;

2. Onderdeel f komt te luiden:

f. het verlenen van een gewijzigde goedkeuring aan gekentekende
motorrijtuigen en aanhangwagens waarvan de bouw of de inrichting zodanig
is gewijzigd dat niet langer wordt voldaan aan de eerder verleende
goedkeuring, dan wel waarvan het kentekenbewijs is ingevorderd;

3. Aan onderdeel j1 wordt toegevoegd: “voor zover deze taak niet
voortvloeit uit de taak van goedkeuringsinstantie als bedoeld in
onderdeel a”.

4. In onderdeel r wordt “en de verplichting tot het verzamelen van
gegevens over nieuwe personenauto’s en het vaststellen van informatie
voor de controle van de CO2-emissies en mededeling doen van die gegevens
aan de Commissie op grond van Verordening (EG) nr. 443/2009 van het
Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 tot vaststelling van
emissienormen voor nieuwe personenauto’s, in het kader van de
communautaire geĂŻntegreerde benadering om de CO2-emissies van lichte
voertuigen te beperken (PbEU 2009, L140/1)” vervangen door: “en de
verplichting tot het verzamelen van gegevens over nieuwe
personenauto’s en het vaststellen van informatie voor de controle van
de CO2-emissies en mededeling doen van die gegevens aan de Commissie op
grond van Verordening (EU) nr. 2019/631 van het Europees Parlement en de
Raad van 17 april 2019 tot vaststelling van CO2-emissienormen voor
nieuwe personenauto's en nieuwe lichte bedrijfsvoertuigen, en tot
intrekking van Verordeningen (EG) nr. 443/2009 en (EU) nr. 510/2011
(PbEU 2019, L111).

D

Na artikel 20b, worden zes artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 20c

1. Een aanvraag voor een aanwijzing of een wijziging of intrekking
daarvan wordt ingediend op de door Onze Minister te bepalen wijze.

2. De kosten die samenhangen met het in behandeling nemen van een
aanvraag voor een aanwijzing of een wijziging of intrekking daarvan
worden door Onze Minister vastgesteld en komen ten laste van de
aanvrager.

Artikel 20d

Degene aan wie een aanwijzing is verleend, is gehouden de voor het
markttoezicht, bedoeld in artikel 158a, noodzakelijke medewerking te
verlenen.

Artikel 20e

1. Onze Minister trekt een aanwijzing in, indien:

a. degene aan wie de aanwijzing is verleend, daarom verzoekt; of

b. blijkt dat de aanwijzing ten onrechte is verleend.

2. Onze Minister kan een aanwijzing schorsen of intrekken indien:

a. degene aan wie de aanwijzing is verleend een motorrijtuig als bedoeld
in artikel 20b, eerste lid, aanhef, doet of laat doorgaan voor
aangewezen, terwijl dat motorrijtuig niet overeenstemt met het type
waarvoor de aanwijzing is verleend;

b. het motorrijtuig waarvoor een aanwijzing is verleend desalniettemin
een ernstig gevaar vormt voor de gezondheid, de veiligheid, het milieu
of andere aspecten van de bescherming van het openbaar belang;

c. degene aan wie de aanwijzing is verleend, de verplichtingen, bedoeld
in artikel 20d, niet nakomt; of

d. degene aan wie de aanwijzing is verleend, handelt in strijd met Ă©Ă©n
of meer andere uit de aanwijzing voortvloeiende verplichtingen.

3. Onze Minister kan een aanwijzing schorsen indien de aanwijzing te
onrechte lijkt te zijn verleend.

Artikel 20f 

1. Indien een fabrikant in de handel gebrachte motorrijtuigen als
bedoeld in artikel 20b, eerste lid, aanhef, voorzien van een aanwijzing,
uit de handel dient te nemen of dient terug te roepen, omdat ze een
ernstig gevaar vormen voor de gezondheid, de veiligheid, het milieu of
andere aspecten van de bescherming van het openbaar belang, of indien ze
niet blijken te voldoen aan de daaraan voor aanwijzing gestelde eisen,
stelt de fabrikant de Dienst Wegverkeer hiervan onmiddellijk in kennis.

2. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld in
verband met de uitvoering van het eerste lid.

Artikel 20g

1. Het is marktdeelnemers verboden motorrijtuigen als bedoeld in artikel
20b, eerste lid, aanhef, op de markt aan te bieden of in de handel te
brengen:

a. zonder dat die motorrijtuigen zijn aangewezen;

b. indien niet aan de voor een dergelijke aanwijzing gestelde eisen
wordt voldaan; of

c. die zijn voorzien van vervalste of onjuiste verklaringen van
overeenstemming, platen of goedkeuringsmerken met het doel anderen te
misleiden.

2. Het is marktdeelnemers verboden een motorrijtuig als bedoeld in
artikel 20b, eerste lid, aanhef, op de markt aan te bieden of in de
handel te brengen zonder de op grond van de artikel 20b, voorgeschreven
verklaringen van overeenstemming of zonder de voorgeschreven platen of
goedkeuringsmerken.

3. Het is marktdeelnemers verboden:

a. gebruik te maken van manipulatie-instrumenten of –strategieĂ«n of
testresultaten te vervalsen tijdens de aanwijzingsprocedure of bij het
markttoezicht;

b. valse verklaringen af te leggen tijdens een procedure tot aanvraag
van een aanwijzing of procedures die tot terugroeping leiden of zouden
kunnen leiden terwijl er corrigerende of beperkende maatregelen gelden
op grond van deze wet; 

c. gegevens of technische specificaties achter te houden die tot
weigering of intrekking van de aanwijzing zouden kunnen leiden van
motorrijtuigen als bedoeld in artikel 20b, eerste lid, aanhef of tot
terugroeping van motorrijtuigen als bedoeld in artikel 20b, eerste lid,
aanhef; of

d. toegang tot informatie te weigeren.

Artikel 20h

Het is verboden een motorrijtuig als bedoeld in artikel 20b, eerste lid,
aanhef, dat niet is aangewezen, op de weg te gebruiken of te laten
staan.

E 

Hoofdstuk III komt te luiden:

HOOFDSTUK III. GOEDKEURING VAN VOERTUIGEN EN SYSTEMEN, ONDERDELEN,
TECHNISCHE EENHEDEN, VOERTUIGDELEN, UITRUSTINGSSTUKKEN EN VOORZIENINGEN
VOOR DERGELIJKE VOERTUIGEN EN AANHANGWAGENS DAARVAN EN VAN VOORZIENINGEN
DIE TER BESCHERMING VAN INZITTENDEN VAN VOERTUIGEN EN KWETSBARE
WEGGEBRUIKERS ZIJN ONTWORPEN EN GEBOUWD

§ 1. Algemene bepalingen

Artikel 21

1. Voertuigen en systemen, onderdelen, technische eenheden,
voertuigdelen, uitrustingsstukken en voorzieningen die voor dergelijke
voertuigen en aanhangwagens daarvan zijn ontworpen en gebouwd en
voorzieningen die ter bescherming van inzittenden van voertuigen en
kwetsbare weggebruikers zijn ontworpen en gebouwd worden slechts op de
markt aangeboden of in de handel gebracht nadat ze zijn goedgekeurd,
nadat ze zijn goedgekeurd met een ontheffing of vrijstelling of nadat
hiervoor een vergunning is verleend.

2. De goedkeuring, bedoeld in het eerste lid, kan zijn verleend als:

a. EU-typegoedkeuring of individuele EU-goedkeuring indien wordt voldaan
aan de daaraan gestelde eisen in de desbetreffende EU-verordening in
verband met de goedkeuring motorvoertuigen;

b. nationale typegoedkeuring of -individuele goedkeuring indien dit bij
ministeriële regeling is bepaald en wordt voldaan aan de daaraan
gestelde eisen in artikel 23, derde lid; of

c. VN/ECE-goedkeuring indien wordt voldaan aan de daaraan gestelde eisen
in de desbetreffende geharmoniseerde technische reglementen als bedoeld
in de Overeenkomst van 1958.

3. Een ontheffing, vrijstelling of vergunning als bedoeld in het eerste
lid kan zijn verleend als:

a. een ontheffing, vrijstelling of vergunning in verband met
EU-typegoedkeuring of individuele EU-goedkeuring indien wordt voldaan
aan de daaraan gestelde voorwaarden in de desbetreffende EU-verordening
in verband met de goedkeuring van motorvoertuigen; of

b. een ontheffing, vrijstelling of vergunning in verband met een
nationale typegoedkeuring of -individuele goedkeuring voor zover dit bij
ministeriële regeling is bepaald.

4. In afwijking van het eerste lid, worden voertuigen na wijziging van
de voorwaarden voor goedkeuring, slechts op de markt aangeboden of in de
handel gebracht:

a. indien het betreft een EU-typegoedkeuring of individuele
EU-goedkeuring, zolang wordt voldaan aan de daaraan gestelde voorwaarden
op grond van de desbetreffende EU-verordening in verband met de
goedkeuring van motorvoertuigen;

b. indien het betreft een nationale typegoedkeuring of -individuele
goedkeuring, zolang wordt voldaan aan de daaraan bij ministeriële
regeling gestelde voorwaarden; of

c. indien het betreft een VN/ECE-goedkeuring zolang wordt voldaan aan de
daaraan gestelde voorwaarden in de desbetreffende geharmoniseerde
technische reglement als bedoeld in de Overeenkomst van 1958.

5. In afwijking van het eerste lid, worden bij ministeriële regeling
gevallen genoemd waarin voertuigen, systemen, onderdelen, technische
eenheden, voertuigdelen, uitrustingsstukken en voorzieningen niet aan
goedkeuring onderhevig zijn voordat ze op de markt mogen worden
aangeboden of in de handel mogen worden gebracht.

Artikel 22 

	1. Een goedkeuring als bedoeld in artikel 21, eerste lid, of een
ontheffing, vrijstelling of vergunning, bedoeld in artikel 21, derde
lid, kan op aanvraag door de Dienst Wegverkeer worden verleend. 

	2. Een nationale typegoedkeuring of -individuele goedkeuring die is
afgegeven door een goedkeuringsinstantie van een andere lidstaat van de
Europese Unie wordt door de Dienst Wegverkeer gelijkgesteld met een
nationale typegoedkeuring of –individuele goedkeuring indien wordt
voldaan aan de voor gelijkstelling gestelde voorwaarden in de
betreffende EU-verordening in verband met de goedkeuring van
motorvoertuigen.

	3. Het tweede lid is van overeenkomstige toepassing op een nationale
typegoedkeuring of –individuele goedkeuring die is verleend door het
bevoegd gezag van een andere staat die partij is bij de Overeenkomst
betreffende de Europese Economische Ruimte of die is verleend door het
daartoe bevoegde gezag in Zwitserland indien dit voortvloeit uit de op
21 juni 1999 te Luxemburg tot stand gekomen Overeenkomst tussen de
Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wederzijdse
erkenning van de overeenstemmingsbeoordeling (PbEG L 114).

	4. Een EU-typegoedkeuring of individuele EU-goedkeuring, als bedoeld in
artikel 21, tweede lid, onderdeel a, of een ontheffing, vrijstelling of
vergunning, bedoeld in artikel 21, derde lid, onderdeel a, kan ook zijn
verleend door een goedkeuringsinstantie van een andere lidstaat van de
Europese Unie als bedoeld in een EU-verordening in verband met de
goedkeuring van motorvoertuigen.

5. Een VN/ECE goedkeuring kan ook zijn verleend door het daartoe
bevoegde gezag in een Staat die partij is bij de Overeenkomst van 1958. 

Artikel 23

1. Bij ministeriële regeling worden in verband met nationale
typegoedkeuringen en -individuele goedkeuring nadere regels gesteld.

2. De in het eerste lid bedoelde regels kunnen in elk geval betrekking
hebben op:

a. de goedkeuringseisen voor voertuigen en systemen, onderdelen,
technische eenheden, voertuigdelen, uitrustingsstukken en voorzieningen
die voor dergelijke voertuigen en aanhangwagens daarvan zijn ontworpen
en gebouwd of die ter bescherming van inzittenden van voertuigen en
kwetsbare weggebruikers zijn ontworpen en gebouwd;

b. de aanwezigheid van certificaten van overeenstemming;

c. het aanbrengen van platen of goedkeuringsmerken;

d. de toegang tot informatie uit het boorddiagnosesysteem en de
reparatie- en onderhoudsinformatie;

e. de wijze van goedkeuren; en

f. de wijze waarop de conformiteit van de productie wordt geborgd, de
controle hierop en de medewerking die daarvoor bij de noodzakelijke
werkzaamheden wordt verlangd.

3. De Dienst Wegverkeer verleent een nationale typegoedkeuring of
-individuele goedkeuring indien een voertuig of systeem, onderdeel,
technische eenheid, voertuigdeel, uitrustingsstuk of voorziening voor
een voertuig of aanhangwagen daarvan of voorziening ter bescherming van
inzittenden van voertuigen en kwetsbare weggebruikers, voldoet aan de op
grond van het eerste lid gestelde eisen en, indien van toepassing, aan
de daaraan gestelde eisen in een EU-harmonisatieverordening in verband
met de goedkeuring van motorvoertuigen tenzij de Dienst Wegverkeer van
oordeel is deze goedkeuring zal leiden tot een ernstig gevaar voor de
gezondheid, verkeersveiligheid, het milieu of andere aspecten van de
bescherming van het openbaar belang. 

Artikel 24

	De Dienst Wegverkeer kan met het oog op het door hem verlenen van een
nationale typegoedkeuring of –individuele goedkeuring voor de voor die
goedkeuring noodzakelijke tests gebruik maken van de op grond van een
EU-kaderverordening in verband met de goedkeuring van motorvoertuigen
door hem aangewezen technische diensten.

Artikel 25

Degene aan wie een nationale typegoedkeuring of een VN/ECE-goedkeuring
is verleend, is gehouden alle noodzakelijke medewerking te verlenen ten
behoeve van controle op de conformiteit van de productie, bedoeld in
artikel 23, tweede lid, onderdeel f, het onderzoek ten behoeve van
besluiten op grond van artikel 26, en het markttoezicht, bedoeld in
artikel 158a.

Artikel 26

1. De Dienst Wegverkeer trekt een door hem verleende nationale
typegoedkeuring of -individuele goedkeuring of VN/ECE-goedkeuring in,
indien:

a. degene aan wie de goedkeuring is verleend, daarom verzoekt; of

b. blijkt dat de goedkeuring ten onrechte is verleend.

2. De Dienst Wegverkeer kan een door hem verleende nationale
typegoedkeuring of -individuele goedkeuring of VN/ECE-goedkeuring
schorsen of intrekken indien:

a. degene aan wie de goedkeuring is verleend een voertuig of systeem,
onderdeel, technische eenheid, voertuigdeel, uitrustingsstuk of
voorziening voor een voertuig of aanhangwagen daarvan of de voorziening
ter bescherming van inzittenden van voertuigen en kwetsbare
weggebruikers doet of laat doorgaan voor goedgekeurd, terwijl die
goedkeuring niet overeenstemt met het type waarvoor de goedkeuring is
verleend;

b. het voertuig of systeem, onderdeel, technische eenheid, voertuigdeel,
uitrustingsstuk of voorziening voor een voertuig of aanhangwagen daarvan
of de voorzieningen ter bescherming van inzittenden of kwetsbare
weggebruikers waarvoor de goedkeuring is verleend, desalniettemin een
ernstig gevaar vormt voor de gezondheid, de veiligheid, het milieu of
andere aspecten van de bescherming van het openbaar belang;

c. de verplichtingen, bedoeld in artikel 23, tweede lid, 25 of 28,
tweede lid, niet worden nagekomen; of

d. degene aan wie de goedkeuring is verleend, handelt in strijd met een
of meer andere uit de goedkeuring voortvloeiende verplichtingen.

3. De Dienst Wegverkeer kan een door hem verleende nationale
typegoedkeuring of -individuele goedkeuring of VN/ECE-goedkeuring
schorsen indien de goedkeuring ten onrechte lijkt te zijn verleend.

Artikel 27

1. Indien een fabrikant op de markt aangeboden of in de handel gebrachte
voertuigen of systemen, onderdelen, technische eenheden, voertuigdelen,
uitrustingsstukken en voorzieningen die voor dergelijke voertuigen en
aanhangwagens daarvan zijn bestemd, voorzien van een nationale
typegoedkeuring of VN/ECE-goedkeuring, of voorzieningen ter bescherming
van inzittenden van voertuigen en kwetsbare weggebruikers voorzien van
een VN/ECE-goedkeuring, uit de handel dient te nemen of dient terug te
roepen omdat deze een ernstig gevaar vormen voor de gezondheid, de
veiligheid, het milieu of andere aspecten van de bescherming van het
openbaar belang, of indien deze niet blijkt te voldoen aan de daaraan
voor goedkeuring gestelde eisen, stelt de fabrikant de Dienst Wegverkeer
hiervan onmiddellijk in kennis.

2. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld in
verband met de uitvoering van het eerste lid. 

Artikel 28

	1. Een bij de Dienst Wegverkeer in te dienen aanvraag of verzoek in
verband met de uitvoering van een EU-verordening in verband met de
goedkeuring van motorvoertuigen of in verband met de uitvoering van dit
hoofdstuk en de daarop berustende bepalingen, wordt ingediend op de door
de Dienst Wegverkeer te bepalen wijze.

	2. De kosten die samenhangen met het in behandeling nemen van een
aanvraag of verzoek als bedoeld in het eerste lid en in verband met het
door de Dienst Wegverkeer verrichten van taken en handelingen en het
nemen van besluiten als bedoeld in artikel 4b, onderdelen a, a1 en b,
worden door de Dienst Wegverkeer vastgesteld en komen ten laste van de
aanvrager.

§ 2. Verbodsbepalingen 

Artikel 29

1. Het is marktdeelnemers verboden in strijd te handelen met de bij
ministeriële regeling genoemde artikelen van een EU-verordening in
verband met de goedkeuring van motorvoertuigen, die betrekking hebben op
het op de markt aanbieden of in de handel brengen van voertuigen en
systemen, onderdelen, technische eenheden, voertuigdelen,
uitrustingsstukken en voorzieningen voor dergelijke voertuigen en
aanhangwagens daarvan of voorzieningen ter bescherming van inzittenden
van voertuigen en kwetsbare weggebruikers:

a. zonder dat daarvoor goedkeuring is verleend;

b. indien niet aan de voor goedkeuring gestelde eisen wordt voldaan;

c. zonder dat het door de Dienst Wegverkeer is goedgekeurd met een
ontheffing, vrijstelling, of zonder dat een vergunning daarvoor is
verleend of terwijl in strijd met de aan een ontheffing of vergunning
verbonden voorschriften of beperkingen wordt gehandeld; of 

d. die zijn voorzien van vervalste of onjuiste certificaten van
overeenstemming, platen of goedkeuringsmerken met het doel anderen te
misleiden. 

2. Het is marktdeelnemers verboden in strijd te handelen met de bij
ministeriële regeling genoemde artikelen van een EU-verordening in
verband met de goedkeuring van motorvoertuigen, die betrekking hebben op
het zonder certificaten van overeenstemming of zonder voorgeschreven
platen of goedkeuringsmerken op de markt aanbieden of in de handel
brengen van voertuigen en systemen, onderdelen, technische eenheden,
voertuigdelen, uitrustingsstukken en voorzieningen voor dergelijke
voertuigen en aanhangwagens of voorzieningen ter bescherming van
inzittenden van voertuigen en kwetsbare weggebruikers.

3. Het is marktdeelnemers verboden in strijd te handelen met de bij
ministeriële regeling genoemde artikelen van een EU-verordening in
verband met de goedkeuring van motorvoertuigen die betrekking hebben op:

a. het gebruik van manipulatie-instrumenten of –strategieĂ«n of het
vervalsen van testresultaten voor typegoedkeuring of markttoezicht;

b. het afleggen van valse verklaringen tijdens goedkeuringsprocedures of
procedures die tot terugroeping leiden of zouden kunnen leiden dan wel
terwijl er corrigerende of beperkende maatregelen gelden;

c. het achterhouden van gegevens of technische specificaties die tot
weigering of intrekking van de goedkeuring of tot terugroeping zouden
kunnen leiden;

d. het weigeren van toegang tot informatie; of

e. op marktdeelnemers rustende verplichtingen in verband met het
goedkeuringsproces, het markttoezicht of in verband met het op de markt
aanbieden of in de handel brengen van voertuigen, systemen, onderdelen,
technische eenheden, voertuigdelen, uitrustingsstukken en voorzieningen
voor dergelijke voertuigen en aanhangwagens of voorzieningen ter
bescherming van inzittenden van voertuigen en kwetsbare weggebruikers.

Artikel 30

1. Het is marktdeelnemers verboden voertuigen en systemen, onderdelen,
technische eenheden, voertuigdelen, uitrustingsstukken en voorzieningen
voor dergelijke voertuigen en aanhangwagens daarvan waarvoor een
nationale typegoedkeuring, –individuele goedkeuring of
VN/ECE-goedkeuring is vereist, of voorzieningen ter bescherming van
inzittenden van voertuigen en kwetsbare weggebruikers waarvoor een
VN/ECE-goedkeuring is vereist op de markt aan te bieden of in de handel
te brengen:

a. zonder dat een dergelijke goedkeuring is verleend;

b. indien niet aan de voor een dergelijke goedkeuring gestelde eisen
wordt voldaan;

c. indien in strijd met de voorschriften of beperkingen wordt gehandeld
die zijn opgenomen in de aan de goedkeuring verbonden ontheffing,
vrijstelling, of verleende vergunning, als bedoeld in artikel 21, derde
lid, onderdeel b; of 

d. die zijn voorzien van vervalste of onjuiste certificaten van
overeenstemming, platen of goedkeuringsmerken met het doel anderen te
misleiden.

2. Het is marktdeelnemers verboden voertuigen en systemen, onderdelen,
technische eenheden, voertuigdelen, uitrustingsstukken en voorzieningen
voor dergelijke voertuigen en aanhangwagens daarvan of voorzieningen ter
bescherming van voorziening ter bescherming van inzittenden van
voertuigen en kwetsbare weggebruikers op de markt aan te bieden of in de
handel te brengen zonder de op grond van deze wet voorgeschreven
certificaten van overeenstemming of zonder de voorgeschreven platen of
goedkeuringsmerken.

3. Het is marktdeelnemers verboden: 

a. gebruik te maken van manipulatie-instrumenten of –strategieĂ«n of
testresultaten te vervalsen tijdens de goedkeuringsprocedure ten behoeve
van een goedkeuring als bedoeld in het eerste lid of het markttoezicht
daarop;

b. valse verklaringen af te leggen tijdens de goedkeuringsprocedure of
procedures die tot terugroeping leiden of zouden kunnen leiden dan wel
terwijl er corrigerende of beperkende maatregelen gelden op grond van
deze wet; 

c. gegevens of technische specificaties achter te houden die tot
weigering of intrekking van een goedkeuring als bedoeld in het eerste
lid, zouden kunnen leiden of tot terugroeping van voertuigen en
systemen, onderdelen, technische eenheden, voertuigdelen,
uitrustingsstukken en voorzieningen voor dergelijke voertuigen en
aanhangwagens daarvan of van voorzieningen ter bescherming van
inzittenden van voertuigen en kwetsbare weggebruikers; of

d. toegang tot informatie te weigeren.

Artikel 31

Het is een op grond van een EU-kaderverordening in verband met de
goedkeuring van motorvoertuigen aangewezen technische dienst verboden in
strijd te handelen met de bij ministeriële regeling genoemde artikelen
van de EU-kaderverordening waarop de aanwijzing berust. 

Artikel 32 

	Tenzij hiervoor een ontheffing, vrijstelling of vergunning als bedoeld
in artikel 21, derde lid, is verleend of in het geval geen goedkeuring
is vereist op grond van artikel 21, vijfde lid, is het verboden: 

	a. een niet goedgekeurd voertuig te gebruiken of op de weg te laten
staan;

	b. een niet goedgekeurd systeem, onderdeel, technische eenheid,
voertuigdeel, uitrustingsstuk en voorziening te gebruiken in een
voertuig;

	c. een systeem, onderdeel, technische eenheid, voertuigdeel,
uitrustingsstuk en voorziening te gebruiken in een voertuig waarvoor het
betreffende systeem, onderdeel, technische eenheid, voertuigdeel,
uitrustingsstuk of de voorziening niet is goedgekeurd; 

d. een niet goedgekeurde voorziening die ter bescherming van inzittenden
van voertuigen en kwetsbare weggebruikers is ontworpen en gebouwd te
gebruiken. 

Artikel 33

Het is verboden bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen
voorzieningen die zijn bestemd voor de opsporing van bij of krachtens
deze wet strafbaar gestelde misdrijven of overtredingen te belemmeren,
te vervaardigen, in te voeren, in voorraad te hebben, te koop aan te
bieden, af te leveren, te vervoeren of te gebruiken.

F

Artikel 42a, tweede lid, onderdeel b, komt te luiden:

b. de voertuigcategorieën die worden onderscheiden in de
EU-kaderverordeningen;

G

Artikel 48 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid, wordt “overeenkomstig artikel 22 of 26 is
goedgekeurd voor toelating tot het verkeer op de weg en, indien na die
toelating” vervangen door: “voorzien is van een goedkeuring als
bedoeld in artikel 21, tweede lid, en, indien na die goedkeuring”.

2. Na het tweede lid wordt een nieuw lid ingevoegd, luidende:

2b. In afwijking van het tweede lid, kan de Dienst Wegverkeer
inschrijving in het kentekenregister weigeren of aan de inschrijving
voorschriften verbinden indien het goedgekeurde voertuig een zodanige
afmeting of massa heeft, dat het gelet op de infrastructuur van de
wegen, een ernstig gevaar kan vormen voor de gezondheid, veiligheid, het
milieu of andere aspecten van de bescherming van het openbaar belang.

H

In artikel 51a, derde lid, onderdeel b, komt te luiden:

b. indien het ingeschreven voertuig niet voldoet aan de bij of krachtens
deze wet, met uitzondering van hoofdstuk III, vastgestelde eisen; 

I

In artikel 60, eerste lid, onderdeel b, komt te luiden:

b. indien het ingeschreven voertuig niet voldoet aan de bij of krachtens
deze wet, met uitzondering van hoofdstuk III, vastgestelde eisen; 

J

Artikel 71 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

2. Onverminderd het eerste lid voldoen voertuigen waarmee over de weg
wordt gereden, aan de eisen voor goedkeuring als bedoeld in artikel 21
en aan het gebruik verbonden eisen in de bij ministeriële regeling
aangeduide artikelen van een EU-harmonisatieverordening in verband met
de goedkeuring van motorvoertuigen.

K

De titel van § 6a van hoofdstuk V komt als volgt te luiden:

§ 6a. Erkenningsregeling systemen, onderdelen, technische eenheden,
voertuigdelen, uitrustingsstukken en voorzieningen voor voertuigen en
aanhangwagens daarvan en voorzieningen ter bescherming van inzittenden
van voertuigen en kwetsbare weggebruikers die op de markt mogen worden
aangeboden, in de handel mogen worden gebracht of in gebruik mogen
worden genomen, zonder te zijn goedgekeurd

L

Artikel 92, eerste en tweede lid, komen als volgt te luiden:

1. De Dienst Wegverkeer kan aan een natuurlijke persoon of rechtspersoon
een erkenning verlenen waardoor deze gerechtigd is om bij algemene
maatregel van bestuur aangewezen systemen, onderdelen, technische
eenheden, voertuigdelen, uitrustingsstukken en voorzieningen voor
voertuigen en aanhangwagens of voorzieningen ter bescherming van
inzittenden van voertuigen en kwetsbare weggebruikers die niet zijn
goedgekeurd als bedoeld in artikel 21, eerste lid, in te bouwen in
voertuigen.

2. De erkenning geldt voor de in de erkenning aangegeven werkzaamheden
ter zake van het in voertuigen inbouwen van in de erkenning aangewezen
systemen, onderdelen, technische eenheden, voertuigdelen,
uitrustingsstukken en voorzieningen in voertuigen of aanhangwagens of
voorzieningen ter bescherming van inzittenden van voertuigen en
kwetsbare weggebruikers. De erkenning kan gelden voor bepaalde of
onbepaalde tijd.

M

Artikel 94, eerste lid, komt te luiden:

1. De Dienst Wegverkeer onderwerpt een bij ministeriële regeling
aangewezen aantal systemen, onderdelen, technische eenheden,
voertuigdelen, uitrustingsstukken en voorzieningen voor voertuigen en
aanhangwagens en voorzieningen ter bescherming van inzittenden van
voertuigen en kwetsbare weggebruikers steekproefsgewijs aan een keuring
met het oog op het toezicht op de juiste inbouw ervan in een voertuig of
aanhangwagen. 

N

De titel van § 7 van hoofdstuk V komt als volgt te luiden:

§ 7. Wijziging in de goedkeuring van voertuigen

O

In artikel 98 wordt “dat ingevolge hoofdstuk III tot het verkeer op de
weg is toegelaten, na die toelating” vervangen door: “dat is
goedgekeurd als bedoeld in artikel 21, eerste lid, en na die
goedkeuring”.

P

In artikel 99, eerste lid, wordt “heeft voldaan aan de ingevolge
hoofdstuk III en hoofdstuk V voor deze goedkeuring vastgestelde eisen”
vervangen door: “voldoet aan de voor deze goedkeuring gestelde eisen
ingevolge een EU-verordening in verband met de goedkeuring van
motorvoertuigen of ingevolge de in hoofdstuk III en hoofdstuk V voor
deze goedkeuring vastgestelde eisen”.

Q

De titel van § 8 van hoofdstuk V komt als volgt te luiden:

§ 8. Erkenningsregeling wijziging goedkeuring voertuigen

R

In artikel 100, eerste lid, wordt “voldoet aan de ingevolge hoofdstuk
III en hoofdstuk V voor deze goedkeuring vastgestelde eisen” vervangen
door: “voldoet aan de voor deze goedkeuring gestelde eisen ingevolge
een EU-verordening in verband met de goedkeuring van motorvoertuigen of
ingevolge de in hoofdstuk III en hoofdstuk V voor deze goedkeuring
vastgestelde eisen”.

S

Artikel 158 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid vervalt.

2. In het derde lid wordt vernummerd tot tweede lid.

3. In het tweede lid (nieuw) vervalt “of tweede lid”. 

T

Na artikel 158 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 158a

1. Onder toezicht bedoeld in artikel 158, eerste lid, wordt voor de
toepassing van de artikelen 20g, 21, tweede lid, onderdelen b en c,
derde lid, onderdeel b, en vierde lid, onderdelen ben c, 25, 27, de bij
of krachtens artikel 29, genoemde artikelen van een EU-verordening in
verband met de goedkeuring van motorvoertuigen, en artikel 30 tevens
verstaan markttoezicht.

2. Voor de toepassing van het markttoezicht op grond van de krachtens
artikel 29, genoemde artikelen van een EU-verordening in verband met de
goedkeuring van motorvoertuigen is titel 5.2 van de Algemene wet
bestuursrecht van overeenkomstige toepassing voor zover dit noodzakelijk
is voor een goede taakuitoefening in het kader van het markttoezicht.

U

Het opschrift van hoofdstuk X komt te luiden:

HOOFDSTUK X BESTUURLIJKE HANDHAVING

V

Voor artikel 169 wordt ingevoegd:

§ 1. Last onder bestuursdwang

W

In artikel 169, eerste lid, wordt “ter handhaving van de bij of
krachtens deze wet gestelde verplichtingen” vervangen door “ter
handhaving van bij of krachtens deze wet of bij of krachtens een
EU-verordening in verband met de goedkeuring van motorvoertuigen
gestelde verplichtingen en verboden”. 

X

Na artikel 169 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 169a

Onverminderd artikel 169 is de Dienst Wegverkeer bevoegd tot het
opleggen van een last onder bestuursdwang ter handhaving van de
verplichtingen en verboden in de bij of krachtens artikel 29, derde lid,
en 31, genoemde artikelen van een EU-verordening in verband met de
goedkeuring van motorvoertuigen alsmede van de bij of krachtens de
artikelen 25, 27 en 30, derde lid bedoelde verplichtingen en verboden.

Y

Na artikel 174 wordt een paragraaf ingevoegd, luidende:

§ 2. Bestuurlijke boete

Artikel 174a

1. Onze Minister kan in verband met de aanwijzing, bedoeld in artikel
20b, of een wijziging, schorsing of intrekking daarvan, aan degene die
handelt in strijd met de in artikel 20g, derde lid, bedoelde verboden
een bestuurlijke boete opleggen die overeenkomt met een ten hoogste een
boete van de vijfde categorie, bedoeld in artikel 23, vierde lid, van
het Wetboek van Strafrecht.

2. De op te leggen bestuurlijke boete kan met maximaal 50% worden
verhoogd, indien binnen een periode van 48 maanden tweemaal voor een
zelfde feit, elk afzonderlijk in een periode van maximaal 24 maanden
voorafgaand aan dat feit, een boete is opgelegd en onherroepelijk is
geworden.

Artikel 174b

1. De Dienst Wegverkeer kan in verband met het verlenen van een
goedkeuring als bedoeld in artikel 21, tweede lid, of de schorsing of
intrekking van een goedkeuring, aan degene die handelt in strijd met de
verplichtingen en verboden in de bij of krachtens artikel 29, derde lid,
en 31, genoemde artikelen van een EU-verordening in verband met de
goedkeuring van motorvoertuigen of met de bij of krachtens in de
artikelen 21, derde lid, onderdeel b, 25, 27, en 30, derde lid, bedoelde
verplichtingen en verboden, een bestuurlijke boete opleggen.

2. De bestuurlijke boete die voor een overtreding van de bij of
krachtens artikel 31 genoemde artikelen van een EU-verordening in
verband met de goedkeuring van motorvoertuigen kan worden opgelegd, komt
overeen met ten hoogste een boete van de vierde categorie, bedoeld in
artikel 23, vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht.

3. De bestuurlijke boete die voor een overtreding van de bij of
krachtens artikel 29, derde lid, genoemde artikelen van een
EU-verordening in verband met de goedkeuring van motorvoertuigen,
artikel 21, derde lid, onderdeel b, 25, 27 of 30, derde lid, kan worden
opgelegd, komt overeen met ten hoogste een boete van de vijfde
categorie, bedoeld in artikel 23, vierde lid, van het Wetboek van
Strafrecht.

4. De op te leggen bestuurlijke boete kan met maximaal 50% worden
verhoogd, indien binnen een periode van 48 maanden tweemaal voor een
zelfde feit, elk afzonderlijk in een periode van maximaal 24 maanden
voorafgaand aan dat feit, een boete is opgelegd en onherroepelijk is
geworden.

Artikel 174c

1. Onverminderd artikel 174a en 174b kan onze Minister in verband met
het markttoezicht, bedoeld in artikel 158a, aan degene die handelt in
strijd met de verplichtingen en verboden in de bij of krachtens artikel
29 genoemde artikelen van een EU-verordening in verband met de
goedkeuring van motorvoertuigen, of met de bij of krachtens de in de
artikelen 20g, 21, derde lid, onderdeel b, en vierde lid, onderdelen b
en c, 25, 27 en 30 bedoelde verplichtingen en verboden, een bestuurlijke
boete opleggen.

2. De bestuurlijke boete die voor een overtreding van de bij of
krachtens artikel 29, tweede lid, genoemde artikelen van een
EU-verordening in verband met de goedkeuring van motorvoertuigen,
artikel 20g, tweede lid, of artikel 30, tweede lid, kan worden opgelegd,
komt overeen met ten hoogste een boete van de derde categorie, bedoeld
in artikel 23, vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht.

3. De bestuurlijke boete die voor een overtreding van de bij of
krachtens artikel 29, eerste lid, genoemde artikelen van een
EU-verordening in verband met de goedkeuring van motorvoertuigen,
artikel 20g, eerste lid, of artikel 30, eerste lid, kan worden opgelegd,
komt overeen met ten hoogste een boete van de vierde categorie, bedoeld
in artikel 23, vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht.

4. De bestuurlijke boete die voor een overtreding van de bij of
krachtens artikel 29, derde lid, genoemde artikelen van een
EU-verordening in verband met de goedkeuring van motorvoertuigen,
artikel 20g, derde lid, artikel 21, derde lid, onderdeel b, en vierde
lid, onderdelen b en c, artikel 25, artikel 27, of artikel 30, derde
lid, kan worden opgelegd, komt overeen met ten hoogste een boete van de
vijfde categorie, bedoeld in artikel 23, vierde lid, van het Wetboek van
Strafrecht.

5. De op te leggen bestuurlijke boete kan met maximaal 50% worden
verhoogd, indien binnen een periode van 48 maanden tweemaal voor een
zelfde feit, elk afzonderlijk in een periode van maximaal 24 maanden
voorafgaand aan dat feit, een boete is opgelegd en onherroepelijk is
geworden.

Z

In artikel 177, tweede lid, onderdeel a, wordt “33” vervangen door
“20h, 32” en wordt na “70i, eerste en tweede lid” ingevoegd
“71, eerste lid, en de krachtens het tweede lid van dat artikel
genoemde artikelen van een EU-harmonisatieverordening in verband met de
goedkeuring van motorvoertuigen”.

ARTIKEL II (WIJZIGING VAN BOEK 7 VAN HET BURGERLIJK WETBOEK)

In artikel 500, onderdeel a, onder iii) van Boek 7 van het Burgerlijk
Wetboek wordt “motorvoertuigen in de zin van artikel 3, punt 11, van
Richtlijn 2007/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5
september 2007 tot vaststelling van een kader voor de goedkeuring van
motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan en van systemen, onderdelen en
technische eenheden die voor dergelijke voertuigen zijn bestemd (PbEU, L
263)” vervangen door “motorvoertuigen in de zin van artikel 3, punt
16, van Verordening (EU) 2018/858 van het Europees Parlement en de Raad
van 30 mei 2018 betreffende de goedkeuring van en het markttoezicht op
motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan en systemen, onderdelen en
technische eenheden die voor dergelijke voertuigen zijn bestemd, tot
wijziging van Verordeningen (EG) nr. 715/2007 en (EG) nr. 595/2009 en
tot intrekking van Richtlijn 2007/46/EG (PbEU 2018, L 151)”.

ARTIKEL III (WIJZIGING VAN DE WET BELASTING ZWARE MOTORRIJTUIGEN)

In artikel 3, onderdeel g, van de Wet belasting zware motorrijtuigen,
wordt “bijlage I bij Verordening (EG) nr. 595/2009 van het Europees
Parlement en de Raad van 18 juni 2009 betreffende de typegoedkeuring van
motorvoertuigen en motoren met betrekking tot emissies van zware
bedrijfsvoertuigen (Euro VI) en de toegang tot reparatie- en
onderhoudsinformatie, tot wijziging van Verordening (EG) nr. 715/2007 en
Richtlijn 2007/46/EG en tot intrekking van de Richtlijnen 80/1269/EEG,
2005/55/EG en 2005/78/EG (PbEU 2009, L 188), of een lagere
emissiegrenswaarde (PbEU 2009, L 188)” vervangen door “bijlage I bij
verordening (EG) nr. 595/2009 van het Europees Parlement en de Raad van
18 juni 2009 betreffende de typegoedkeuring van motorvoertuigen en
motoren met betrekking tot emissies van zware bedrijfsvoertuigen (Euro
VI) en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 715/2007 en Richtlijn
2007/46/EG en tot intrekking van de Richtlijnen 80/1269/EEG, 2005/55/EG
en 2005/78/EG (PbEU 2009, L 188) of een lagere emissiegrenswaarde”.

ARTIKEL IV (WIJZIGING VAN DE WET OP DE BELASTING VAN PERSONENAUTO’S EN
MOTORRIJWIELEN 1992

In artikel 9, veertiende lid, van de Wet op de belasting van
personenauto’s en motorrijwielen 1992, wordt “alsmede een
personenauto die een voertuig voor speciale doeleinden is zoals
omschreven in Bijlage II, onderdeel A, punt 5, van Richtlijn
2007/46/EG” vervangen door “alsmede een personenauto die een
voertuig voor speciale doeleinden is zoals omschreven in Bijlage I,
onderdeel A, punt 5, van Verordening (EU) 2018/858”.

ARTIKEL V (WIJZIGING WET OP DE ECONOMISCHE DELICTEN)

De Wet op de economische delicten wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1, onder 4°, vervalt “de Wegenverkeerswet 1994, de
artikelen 34, eerste tot en met vierde lid, en 35”.

B

In artikel 1a, onder 2°, wordt in de alfabetische rangschikking
ingevoegd “de Wegenverkeerswet 1994, artikel 20g, de krachtens artikel
29 en 31 genoemde artikelen van een EU-verordening in verband met de
goedkeuring van motorvoertuigen, en de artikelen 30 en 33”.

ARTIKEL VI (WIJZIGING VAN DE WET WEDERZIJDSE ERKENNING EN
TENUITVOERLEGGING VAN GELDELIJKE SANCTIES EN BESLISSINGEN TOT
CONFISCATIE)

In artikel 10, eerste lid, van de Wet wederzijdse erkenning en
tenuitvoerlegging geldelijke sancties en beslissingen tot confiscatie
wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel f door een
puntkomma een onderdeel toegevoegd, luidende: 

g. door de bevoegde autoriteiten bij beschikking opgelegde bestuurlijke
boete als bedoeld in artikel 174a, 174b of 174c van de Wegenverkeerswet
1994 voor zover het overtredingen betreft van de artikelen 20b, de
krachtens artikel 29 genoemde artikelen en artikel 30 van die wet. 

ARTIKEL VII (WIJZIGING VAN DE INVOERINGSWET OMGEVINGSWET)

Artikel 2.28 van de Invoeringswet Omgevingswet vervalt.

ARTIKEL VIII (OMHANGBEPALING TEN BEHOEVE VAN BESLUIT VOERTUIGEN)

Na inwerkingtreding van deze wet berust het Besluit voertuigen in plaats
van op artikel 34, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994, mede op
artikel 33 van de Wegenverkeerswet 1994.

ARTIKEL IX (INTREKKING BESLUIT TYPEKEURING MOTORRIJTUIGEN
LUCHTVERONTREINIGING)

Het Besluit typekeuring motorrijtuigen luchtverontreiniging wordt
ingetrokken.

ARTIKEL X (INWERKINGTREDING)

Deze wet treedt in werking met ingang van 1 september 2020. Indien het
Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 1
september 2020, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum
van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,

 

 

 PAGE    

 PAGE   1