[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

35493 Verslag houdende een lijst van vragen inzake wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2020 (Incidentele suppletoire begroting inzake Coronamaatregelen)

Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2020 (Incidentele suppletoire begroting inzake Coronamaatregelen)

Lijst van vragen

Nummer: 2020D26013, datum: 2020-06-25, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2020D26013).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2020Z11002:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


2020D26013 VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN

De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport, belast met het voorbereidend onderzoek van voorliggend wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen.

Onder het voorbehoud dat de in het verslag opgenomen vragen en opmerkingen afdoende door de regering worden beantwoord, acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De voorzitter van de commissie,
Lodders

De adjunct-griffier van de commissie,
Clemens

Inhoudsopgave blz.
A Artikelgewijze toelichting bij het wetsvoorstel 2
Wetsartikelen 1 tot en met 3 2
B Artikelgewijze toelichting bij de begrotingsartikelen 4
Beleidsartikelen 4
Artikel 1 Volksgezondheid 4
Artikel 2 Curatieve zorg 7
Artikel 3 Langdurige zorg en ondersteuning 9
Artikel 4 Zorgbreed beleid 9
Artikel 6 Sport en bewegen 9
Niet-beleidsartikelen 10
Artikel 10 Apparaatsuitgaven 10

A. ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikelen 1 tot en met 3

De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de incidentele suppletoire begroting inzake Coronamaatregelen, zij hebben hierbij nog enkele vragen.

In de memorie van toelichting lezen genoemde leden dat normaliter nieuw beleid in uitvoering wordt genomen nadat de Staten-Generaal de begrotingswet heeft geautoriseerd. Aangezien uitvoering van de spoedeisende maatregelen die in deze eerste incidentele suppletoire begroting zijn opgenomen in het belang van het Rijk is, kan niet worden gewacht tot formele autorisatie van beide Kamers der Staten-Generaal en is het kabinet reeds gestart met de uitvoering van de maatregelen. Kan de regering toelichten hoe de autorisatie alsnog formeel gewaarborgd zal worden, indien dit jaar nog meer incidentele suppletoire wetten met betrekking tot de kosten van de coronacrisis op VWS-terrein aan de Kamer gestuurd worden?

De leden van de VVD-fractie vragen of de regering kan aangeven of een deel van de coronamaatregelen in deze wet, nu of op een later moment, gedekt wordt uit de begroting VWS. Zo ja, voor welk bedrag en waar in de VWS-begroting is of wordt die dekking gevonden? Zo nee, waarom is er in de eerste suppletoire wet wel voor gekozen om middelen voor loon- en prijsbijstelling en geld voor het Waarborgfonds sportverenigingen in te zetten voor dekking van coronamaatregelen?

De leden van de VVD-fractie lezen de stelling van de regering dat vanwege het spoedeisende karakter van deze maatregelen ten aanzien van de uitgaven en verplichtingen het risico op fouten en onzekerheden in de rechtmatigheid in beginsel groter is. In hoeverre bestaat de kans dat uitgaven die gedaan zijn voor de datum van inwerkingtreding van de begrotingswet waarin ze zijn opgenomen onrechtmatig worden beoordeeld? Welke mogelijke consequenties zou de beoordeling van onrechtmatigheid hebben? Wat is precies de wettelijk toegestane uitzonderingsgrond bij aanbestedingen waarbij een beroep op de uitzonderingsgrond «dwingende spoed» gedaan kan worden?

De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de incidentele suppletoire begroting inzake Coronamaatregelen. Deze leden hebben hier nog enkele vragen bij. Genoemde leden hebben er alle begrip voor dat vanwege het spoedeisende karakter alvast gestart is met de uitvoering van de maatregelen. Tevens hebben zij begrip voor de opmerking dat er onzekerheden in de bedragen kunnen zitten. Echter, deze leden begrijpen niet waarom de rechtmatigheid dan lager zou kunnen worden omdat dat simpelweg zou betekenen dat er betalingen zijn zonder adequate facturen. Kan de regering haar opmerking hierover nader toelichten?

De leden van de D66-fractie begrijpen dat snel handelen noodzakelijk kan zijn ten tijde van crisis en om over te gaan tot snelle uitgaven. Desalniettemin hebben deze leden nog enkele vragen over deze incidentele suppletoire begroting inzake Coronamaatregelen.

De leden van de D66-fractie hebben allereerst enkele vragen over de parlementaire controle op de uitgaven die tijdens deze incidentele begroting zijn en worden gedaan. Deze leden constateren dat de inwerkingtredingsdatum van de incidentele suppletoire wet 15 juni 2020 is. Betekent dit dat er vóór deze datum nog geen uitgaven gedaan zijn voor de posten die worden genoemd in deze wet? Mocht dit wel het geval zijn, in hoeverre heeft de regering getracht deze uitgaven democratisch te legitimeren en het parlement in staat te stellen zijn controlerende taak te vervullen? Op basis van welke wet is een tijdelijke uitzondering mogelijk om uitgaven te doen die nodig zijn in verband met «dwingende spoed»? Wat bedoelt de regering met de «comply or explain-regel» in geval van fouten of onzekerheden? Waar is deze regel opgenomen in de regelgeving?

De leden van de D66-fractie vragen voorts in welke mate de coronamaatregelen in deze wet, nu of op een later moment, worden gedekt uit de begroting VWS. Voor welk bedrag en waar in de VWS-begroting is of wordt die dekking gevonden? Voor welke posten en op welke wijze gaat de regering de «comply or explain-regel» toepassen?

De leden van de GroenLinks-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de suppletoire begroting inzake Coronamaatregelen.

De leden van de GroenLinks-fractie merken op dat in de incidentele suppletoire begroting niet is vermeld of de extra bedragen uit de algemene middelen komen of op een later moment nog deels gedekt worden binnen de VWS-begroting. Worden er nog meer suppletoire wetten met betrekking tot de kosten van de coronacrisis verwacht? Worden de kosten die ziekenhuizen en andere zorgaanbieders hebben gemaakt als gevolg van de coronacrisis ook in een suppletoire begroting aangeleverd? Waarom wel of waarom niet, zo vragen deze leden.

De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2020 (Incidentele suppletoire begroting inzake Coronamaatregelen).

Genoemde leden vragen om een uiteenzetting waar het geld voor de verhoging van de VWS-begroting vandaan komt. In hoeverre wordt deze betaald uit het verhogen van de staatsschuld, respectievelijk de reserves van zorgverzekeraars en de verhoging van premies? Kan reeds duidelijkheid worden gegeven over de mogelijke stijging van de zorgpremie in 2021? Als het aan de leden van de SP-fractie ligt wordt het extra geld voor het bestrijden van de crisis in eerste instantie uit de reserves van zorgverzekeraars betaald. Zij hebben miljarden extra op de plank liggen waarop nu een beroep kan worden gedaan. Voorts pleiten deze leden voor een bevriezing van de zorgpremie en het opbrengen van eventuele extra kosten uit de algemene middelen.

Vanwege het spoedeisende karakter kan niet altijd voldaan worden aan de wettelijke eisen rond het budgetrecht. De leden van de SP-fractie begrijpen dat sommige acties snelheid vereisen en dat deze daardoor mogelijk kunnen leiden tot fouten of onzekerheden. Wel vinden deze leden dat fouten en onzekerheden zoveel mogelijk moeten worden voorkomen. Graag ontvangen de leden van de SP-fractie een uitgebreidere toelichting hoe wordt ingezet op het zoveel mogelijk verkleinen van de kans op fouten of onzekerheden.

Tevens vragen de leden van de SP-fractie waarom is gekozen voor een inwerkingtredingsdatum van 15 juni terwijl de Kamer op dat moment de suppletoire begroting nog niet heeft kunnen behandelen. Wat precies is de wettelijke status van uitgaven die gedaan zijn voor de inwerkingtredingsdatum van 15 juni? Kan daarnaast worden toegelicht wat wordt bedoeld met de zogenaamde «comply or explain-regel», zo vragen deze leden.

De leden van de 50PLUS-fractie hebben een aantal vragen over de wijzigingen van de begrotingsstaat.

B. ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING BIJ DE BEGROTINGSARTIKELEN

Beleidsartikelen

Artikel 1 Volksgezondheid

Op pagina 3 en 4 van de memorie van toelichting lezen de leden van de VVD-fractie de mutaties onder 3. Gezondheidsbevordering. Kan de regering hierbij toelichten wat er valt onder het kopje «overige»?

De leden van de 50PLUS-fractie vragen waarom minder geld beschikbaar is voor opdrachten van ziektepreventie. De regering wil meer inzetten op een gezonde leefstijl. De afgelopen maanden wordt ook steeds meer duidelijk dat het belangrijk is om voldoende te bewegen. Dit is echter niet terug te zien in de begroting. Waarom wordt er relatief weinig geld begroot voor een gezonde leefstijl?

Vaccinontwikkeling

De leden van de VVD-fractie lezen dat Nederland samenwerkt met Duitsland, Frankrijk en Italië in de Inclusieve Vaccin Alliantie. Om op de kortst mogelijke termijn over een vaccin te beschikken wordt € 700 miljoen begroot. Kan de regering aangeven of deelnemende lidstaten aan de alliantie eveneens € 700 miljoen begroten? Zo niet, wat is dan de bijdrage van Duitsland, Frankrijk en Italië? Kan de regering toelichten welk percentage van het begrote bedrag reeds uitgegeven is, en zo ja, waaraan? Kan de regering ook aangeven wat er met het begrote bedrag gebeurt nu Nederland zich aangesloten heeft bij het initiatief dat door de Europese Commissie is gelanceerd op 17 juni 2020?

Om op zo kortst mogelijke termijn over een vaccin te beschikken begroot de regering € 700 miljoen. Daarbij verwijst de regering naar de Inclusieve Vaccin Alliantie die Nederland is gestart samen met Duitsland, Frankrijk en Italië. De leden van de CDA-fractie vragen of de regering kan aangeven hoeveel geld door Nederland uitgetrokken wordt voor het vaccin dat wordt ontwikkeld door de universiteit van Oxford en medicijnenfabrikant AstraZeneca. Als de regering dit niet kan aangeven, kan zij dan uitleggen waarom niet? En met hoeveel andere fabrikanten worden (via de EU) nog overeenkomsten verwacht?

De leden van de CDA-fractie vragen tevens wat er verder met het begrote bedrag van € 700 miljoen voor vaccinontwikkeling wordt gedaan, nu de Inclusieve Vaccin Alliantie inmiddels heeft aangegeven te stoppen met het aankopen van corona-vaccins en in het vervolg mee te doen aan het vaccinprogramma van de Europese Commissie.

De leden van de D66-fractie lezen in de memorie van toelichting bij de incidentele suppletoire begroting dat € 700 miljoen wordt begroot voor de vaccinontwikkeling. Kan de regering nader toelichten hoe tot dit bedrag is gekomen? Van de inkoop van hoeveel verschillende kandidaat-vaccins is uitgegaan voor dit begrote bedrag en van hoeveel doses van de desbetreffende vaccins? Zou € 700 miljoen afdoende moeten zijn om diverse kandidaat-vaccins in te kopen voor alle inwoners van ons land, of is slechts inkoop ingecalculeerd voor specifieke kwetsbare groepen? Voorts zijn genoemde leden, in navolging van de eerdere (nog onbeantwoorde) schriftelijke vragen van het lid Pia Dijkstra over de oprichting van de Inclusieve Vaccin Alliantie1, benieuwd op welke wijze de regering concreet gaat proberen om de productie van een vaccin in Europese faciliteiten te stimuleren. Kan de regering dit toelichten? De leden van de D66-fractie constateren verder dat in de memorie van toelichting bij de incidentele suppletoire begroting nog wordt gesproken over inkoop via de Inclusieve Vaccin Alliantie. Inmiddels is deze alliantie alweer opgeheven en heeft Nederland zich aangesloten bij het bredere initiatief van de Europese Commissie om gezamenlijk vaccins in te kopen ten behoeve van de gehele Europese Unie. Zoals bekend zijn deze leden voorstander van dit initiatief om gezamenlijk Europees vaccins in te kopen en elkaar als lidstaten hierop niet onnodig te gaan beconcurreren. Wel zijn zij benieuwd hoe bij de inkoop rekening wordt gehouden met de positie van kwetsbare landen buiten Europa. Wat onderneemt de regering zelf op dit vlak? Daarnaast vragen deze leden hoe nu een vervolg wordt gegeven aan de overeenkomst die de alliantie net vóór de eigen opheffing met AstraZeneca heeft gesloten over het zogenaamde «Oxford-vaccin». Worden de gereserveerde 300 tot 400 miljoen doses van het nog te ontwikkelen vaccin over alle Europese landen verspreid? Is daarover overeenstemming bereikt door de landen van de voormalige alliantie met de Europese Commissie? Of is de Europese Commissie bijvoorbeeld toegetreden tot deze overeenkomst, of wordt de overeenkomst omgezet op naam van de Commissie? En hoe is rekening gehouden met deze overeenkomst en opvolgende opheffing van de alliantie in het begrote bedrag van € 700 miljoen?

De leden van de GroenLinks-fractie merken op dat de regering aangeeft dat er € 700 miljoen is begroot om op de kortst mogelijke termijn over een vaccin te beschikken. Hoe wordt de Kamer betrokken bij de besteding van deze middelen? Zijn er standaardeisen op het gebied van de toegankelijkheid en betaalbaarheid die worden gesteld aan de ontvangers van dit geld? Is een deel van dit bedrag besteed aan het contract met AstraZeneca en zo ja, wat was de hoogte van dit bedrag? Kan de regering de meest actuele stand van zaken schetsen van de verwachte uitgaven in dit kader? Welk gedeelte van dit geld wordt ook in Europees verband ingezet?

De leden van de SP-fractie vragen waaraan de € 700 miljoen die is begroot om op de kortst mogelijke termijn over een vaccin te beschikken precies wordt besteed. Kan worden aangegeven welk gedeelte van dit bedrag al is uitgegeven aan de deal met AstraZeneca?

Voor welke bedragen heeft Nederland zich al juridisch vastgelegd? Welke vaccins krijgt Nederland daarvoor? En onder welke voorwaarden?

Hoe verhoudt dit bedrag zich tot het feit dat de Inclusieve Vaccin Alliantie haar activiteiten inmiddels alweer heeft gestaakt en Nederland gaat meedoen aan het vaccinprogramma van de Europese Commissie? Kan de regering toelichten wat het inhoudt dat deze initiatieven als het ware in elkaar zijn geschoven?

Uitbreiding testcapaciteit COVID-19

Er wordt € 264 miljoen begroot voor de uitbreiding van de testcapaciteit. De leden van de CDA-fractie vragen met hoeveel testen per dag hierbij rekening is gehouden. Wordt hierbij ook rekening gehouden met de verwachting dat in het najaar en de winter meer getest zal gaan worden? Hiernaast wordt € 36,3 miljoen begroot voor het landelijk telefoonnummer 0800–1202. Deze leden vragen hoe het staat met het opzetten van het online webportaal waar mensen zich kunnen aanmelden voor een test. Vanaf wanneer wordt die mogelijkheid geboden?

De leden van de D66-fractie constateren dat recentelijk het testbeleid aanzienlijk verruimd is en dat de uitgaven aan deze uitbreiding op € 264 miljoen worden geraamd. Kan de regering een uitsplitsing maken van deze extra kosten? Wat is er tot nu toe uitgegeven aan het testen? Is dit meer of minder dan is geraamd? Indien er een verschil is, hoe is dit verschil te verklaren?

De kosten voor het telefoonnummer dat operationeel is geworden voor Nederlanders om zich te laten testen wordt geraamd op € 36,3 miljoen. Kan de regering een nadere uitsplitsing maken van deze kosten? Is dit bedrag vergelijkbaar met het opzetten van andere publieke telefoonnummers? Zo nee, waarom niet? Kan de regering aangeven wat hierbij de invloed is van spoedeisendheid, personeel en aantal telefoontjes?

De leden van de SP-fractie vinden een goed bron- en contactonderzoek essentieel en vinden het daarmee logisch dat de GGD’en worden gefaciliteerd in een uitbreiding van hun testcapaciteit en het operationeel worden van het landelijk telefoonnummer. Hiervoor zijn respectievelijk € 264 miljoen en € 36,3 miljoen beschikbaar gesteld. Graag ontvangen deze leden een specifiekere uitsplitsing waar dit bedrag precies aan is besteed. Is er inmiddels een kostenoverzicht van de GGD’en beschikbaar waarin de gemaakte en verwachte kosten worden uitgewerkt? Zo ja, kan dit overzicht gedeeld worden met de Kamer?

Als het gaat om testen vragen de leden van de SP-fractie wat er tot op heden specifiek uitgegeven is aan testen en wat een test momenteel gemiddeld per persoon kost.

RIVM, GGD’en en veiligheidsregio’s COVID-19

De leden van de VVD-fractie vragen of de regering een totaaloverzicht kan verschaffen, waarin duidelijk wordt welke extra kosten RIVM, GGD’en en veiligheidsregio’s gemaakt hebben als gevolg van de coronacrisis tot nu toe, en hoe deze kosten gedekt zijn. Hoe groot was het calamiteitenbudget van het RIVM en welke uitgaven zijn hiervan gedaan?

De leden van de CDA-fractie vragen hoeveel fte aangenomen kan worden voor bron- en contactonderzoek met de extra begrote € 20 miljoen. Kan de regering onderbouwen waarom zij dit voldoende vindt terwijl in verhouding daarmee het budget om de afspraak te maken al wordt verhoogd met € 36,3 miljoen? Gaat Nederland ook vrijwilligers inzetten zoals andere landen dat doen en zijn daarvoor voldoende persoonlijke beschermingsmiddelen beschikbaar? Zijn alle GGD’en al eenduidig geautomatiseerd en aangesloten op hetzelfde systeem? Dit te meer daar GGD-directeur De Gauw op 17 juni 2020 heeft aangegeven dat andere landen bijhouden wie waar het coronavirus opliep maar dat Nederland dat niet doet. Kan de regering aangeven wat zij daarvan vindt?

De leden van de D66-fractie vragen hoe de regering, ten aanzien van de kosten die worden gemaakt door het RIVM, de GGD’en en de veiligheidsregio’s, zicht houdt op de doelmatigheid en rechtmatigheid van de rijksmiddelen die hieraan worden besteed.

De leden van de GroenLinks-fractie vragen of de regering een totaaloverzicht kan verschaffen waarin duidelijk wordt welke extra kosten RIVM, GGD’en en veiligheidsregio’s gemaakt hebben als gevolg van de coronacrisis tot op heden en hoe deze gedekt zijn.

Ook de leden van de SP-fractie vragen of er een totaaloverzicht aan de Kamer gestuurd kan worden waarin duidelijk wordt welke extra kosten RIVM, GGD’en en veiligheidsregio’s gemaakt hebben als gevolg van de coronacrisis tot op heden en hoe deze gedekt zijn.

BCG-vaccin

De leden van de CDA-fractie vragen hoeveel BCG-vaccins aangeschaft zijn voor dit bedrag van € 4,5 miljoen. Het BCG-vaccin tegen tbc schijnt infectiekans te kunnen verkleinen dan wel ernst van de ziekte te verminderen. Welke groepen komen voor dit vaccin in aanmerking?

Artikel 2 Curatieve zorg

De leden van de 50PLUS-fractie hebben een vraag over de medisch specialistische zorg. Hoe kan de suppletoire begroting voor de medisch specialistische zorg een stuk lager uitvallen? Er is op dit moment toch juist een grote zorgvraag?

Genoemde leden constateren veel mutaties voor medische producten vanwege COVID-19. Wordt er volgend jaar een groter bedrag vrijgemaakt in de begroting zonder de mutaties? Dit als reden dat er een buffer kan worden opgebouwd.

Aanschaf en distributie medische hulpmiddelen

Met betrekking tot de hulpmiddelen en apparatuur vragen de leden van de VVD-fractie of er een overzicht op grote lijnen te geven is waarin duidelijk wordt voor welke soorten hulpmiddelen en apparatuur de extra bedragen voor hulpmiddelen in de eerste suppletoire wet en deze incidentele suppletoire wet (circa € 1,4 miljard) is besteed. Hoe houdt VWS toezicht op doelmatigheid en rechtmatigheid van de besteding door private inkopers van de budgetten voor hulpmiddelen? En kan de regering aangeven hoelang de inkooporganisatie met het Landelijk Consortium Hulpmiddelen (LCH) en Mediq nog blijft functioneren?

De leden van de CDA-fractie vragen wat de reden is dat er ten opzichte van de raming van de eerste suppletoire begroting minder budget benodigd blijkt te zijn voor de inkoop van beademingsapparatuur. Heeft Nederland inmiddels voldoende beademingsapparatuur binnen voor het geval dat er bij een mogelijke tweede golf weer opgeschaald moet worden in ic-capaciteit? En hoeveel bedden zouden dan voorzien kunnen worden van beademingsapparatuur?

De raming voor de inkoop van medische hulpmiddelen wordt met € 550 miljoen verhoogd. Met hoeveel aanvragen voor persoonlijk beschermende middelen wordt daarbij ongeveer rekening gehouden vanuit zorgverleners die zorg verlenen aan cliënten thuis en die niet werkzaam zijn voor een zorgorganisatie (zoals mantelzorgers, vrijwilligers in de palliatieve zorg en zorgverleners die op basis van een pgb zorg verlenen)?

De leden van de D66-fractie constateren dat, wat betreft de coronamaatregelen, de aanschaf van hulpmiddelen tot de grootste posten behoort. Daarbij wordt er rekening gehouden met het feit dat de prijsstijging per hulpmiddel gemiddeld twee à drie keer is. Hoe is de ontwikkeling van prijsstijging over de tijd? Met name nu de vraag naar onder andere persoonlijke beschermingsmiddelen op dit moment in Nederland lager ligt dan ten tijde van de piek aan besmettingen? Wat is er tot nu toe uitgegeven aan de distributie van medische hulpmiddelen? Is dit meer of minder dan is geraamd? Indien er een verschil is, hoe is dit verschil te verklaren? Hoe houdt VWS toezicht op de doelmatigheid en rechtmatigheid van de besteding van de budgetten die bedoeld zijn voor private inkopers? Welk percentage van de geraamde kosten is noodzakelijk voor de administratieve en operationele kant van de aanschaf en distributie van medische hulpmiddelen? Welk percentage is daarvan bedoeld voor het LCH?

De leden van de GroenLinks-fractie hebben nog vragen betreffende de uitgaven van het Landelijk Consortium Hulpmiddelen / Mediq. Genoemde leden vragen of een aanbesteding heeft plaatsgevonden en zo niet, waarom de keuze op Mediq is gevallen om te faciliteren bij de aanschaf van hulpmiddelen. Kan de regering prijsgeven wat Mediq financieel heeft overgehouden aan deze samenwerking? Hoelang houdt deze samenwerking nog aan? Tevens vragen deze leden of er een overzicht is op grote lijnen waarin duidelijk wordt voor welke soorten hulpmiddelen en apparatuur de extra bedragen voor hulpmiddelen in de eerste suppletoire wet en deze incidentele suppletoire wet (circa € 1,4 miljard) is besteed. Hoe heeft het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport toezicht gehouden op de doelmatigheid en rechtmatigheid van de besteding door private inkopers van de budgetten voor hulpmiddelen? Wat is de verklaring dat in deze wet € 100 miljoen minder budget benodigd blijkt voor beademingsapparatuur?

De leden van de SP-fractie vragen om een overzicht van de uitgaven voor de specifieke soorten hulpmiddelen en waaraan de € 1,4 miljard precies is besteed. Voorts vragen zij hoe VWS toeziet op een doelmatige en rechtmatige besteding door private inkopers van de budgetten van hulpmiddelen. Heeft het feit dat dit een opdracht is, en niet een subsidie, nog gevolgen voor de mate waarin VWS invloed kan uitoefenen op de besteding?

De leden van de SP-fractie vragen waarom niet is gekozen voor een subsidie en nu een bedrag van € 0,9 miljard wordt teruggedraaid. Voorts vragen genoemde leden of de opbrengst van € 180 miljoen nog steeds uitgaat van hogere inkoopprijzen. Kan worden aangegeven hoe de prijzen zich uiteindelijk hebben ontwikkeld en wat te verwachten valt voor de rest van het jaar? Hoe zit het met de mondiale beschikbaarheid van hulpmiddelen?

De leden van de SP-fractie ontvangen graag meer informatie over het functioneren van de LCH en Mediq, waaruit de activiteiten thans bestaan en hoelang deze nog zullen voortduren aangezien de onbeperkte garantie per 23 juni 2020 afliep. Op welke manier kan de Kamer zich uitspreken over deze garantie?

Genoemde leden constateren dat in antwoord op vragen over de Voorjaarsnota gesteld werd dat duizenden apparaten zijn aangeschaft bij meerdere leveranciers in binnen- en buitenland en zij vragen om een toelichting. Wat zijn de precieze aantallen, bedragen, en soorten apparaten?

Hoe komt het dat € 100 miljoen minder nodig bleek voor beademingsapparatuur? Wanneer kunnen de leden van de SP-fractie een overzicht krijgen van de distributie van beademingsapparatuur over de verschillende zorglocaties?

Artikel 3 Langdurige zorg en ondersteuning

De leden van de VVD-fractie vragen of de regering kan aangeven wat de verklaring is van het naar beneden bijstellen van de post Stimuleringsregeling wonen en zorg.

De leden van de 50PLUS-fractie hebben een vraag over de stimuleringsregeling wonen en zorg. Hoe is het mogelijk dat de Stimuleringsregeling wonen en zorg lager is in de suppletoire begroting?

Distributie en terhandstelling van medische hulpmiddelen

De doelgroep waarvoor het LCH medische beschermingsmiddelen inkoopt wordt uitgebreid voor zorgverleners die zorg verlenen aan cliënten thuis en die niet werkzaam zijn voor een zorgorganisatie. De leden van de CDA-fractie vragen of de regering kan onderbouwen dat hiervoor binnen de langdurige zorg en ondersteuning het begrote bedrag van € 2 miljoen genoeg zal zijn.

Artikel 4 Zorgbreed beleid

De leden van de VVD-fractie vragen of de regering kan toelichten waaruit de verlaging van de post Subsidies Patiënten- en gehandicaptenorganisaties bestaat. Deze leden lezen dat de Transparantie van zorg post ook aanzienlijk is verlaagd. Wat is hiervoor de reden?

Programma Realisatie Digitale Ondersteuning COVID-19

De leden van de VVD-fractie vragen de regering hoe het bedrag van € 9,3 miljoen voor digitale ondersteuning COVID-19 geraamd en onderbouwd is. Kan de regering uiteenzetten waaraan de bedragen besteed zullen worden?

De leden van de D66-fractie constateren dat voor het programma van Digitale Ondersteuning COVID-19 de kosten worden geraamd op € 9,3 miljoen. Hoeveel is er op deze post reeds uitgegeven tot 22 april 2020, het moment dat de regering aangeeft zelf over te gaan tot het ontwikkelen van een applicatie?2 Kan de regering nader specificeren waaraan de rest van de € 9,3 miljoen zal worden besteed? Met andere woorden, welk deel is bedoeld voor ontwikkelkosten, welk deel is bedoeld voor publiekscampagne, et cetera? In hoeverre zijn dit gebruikelijke kosten voor het ontwikkelen van een applicatie? Indien deze uitgaven relatief hoog zijn, wat zijn de factoren die hier invloed op hebben?

De leden van de SP-fractie vragen hoe het bedrag van € 9,3 miljoen voor digitale ondersteuning is geraamd en onderbouwd. Kan daarbij aangegeven worden over welke posten deze € 9,3 miljoen precies is verdeeld?

Artikel 6 Sport en bewegen

Ondersteuning Sportsector COVID-19

De leden van de VVD-fractie vragen aan wie het bedrag van € 110 miljoen voor sportverenigingen wordt overgeboekt. Komt dit direct bij de sportverenigingen terecht of wordt dit uitgekeerd via het gemeentefonds? Waarom wordt er voor deze vorm gekozen? Hoe wordt gemonitord of al deze middelen ook daadwerkelijk bij sportverenigingen terechtkomen?

Hoe verhoudt deze extra steun voor coronamaatregelen in de incidentele suppletoire wet zich tot de dekking van coronamaatregelen binnen de VWS-begroting in de eerste suppletoire wet, die gevonden is ten laste van de middelen voor het Waarborgfonds sportverenigingen? Waarom is er in de eerste suppletoire wet voor gekozen om middelen voor het Waarborgfonds sportverenigingen in te zetten voor dekking van coronamaatregelen? Deze leden willen tevens weten om welk bedrag dit gaat. Wat is het effect hiervan voor sportverenigingen? Wat merken de sportverenigingen van het feit dat de middelen niet meer beschikbaar zijn voor de doelstellingen van het Waarborgfonds sportverenigingen?

De leden van de CDA-fractie merken op dat zij in de inbreng voor het schriftelijk overleg over o.a. steunpakket Sportverenigingen gevolgen COVID-19 maatregelen van 4 juni 20203 diverse vragen hebben gesteld over het steunpakket van in totaal € 110 miljoen voor de ondersteuning van de sportsector. Deze leden vragen of in ieder geval dat deel van de vragen dat over dit steunpakket ging beantwoord kan worden voordat er over deze incidentele suppletoire begroting gestemd zal worden.

De leden van de SP-fractie hebben een vraag over de € 100 miljoen aan compensatie die sportverenigingen via gemeenten krijgen gedurende de coronacrisis. De dekking wordt gevonden in het artikel sport van de VWS-begroting in de eerste suppletoire wet, op de uitgaven aan de Stichting waarborgfonds voor sportverenigingen. Deze leden vragen waarom voor deze precieze dekking is gekozen en wat de consequentie is van deze dekking voor het Waarborgfonds voor sportverenigingen.

Niet-beleidsartikelen

Artikel 10 Apparaatsuitgaven

Appathon

De leden van de VVD-fractie lezen dat voor de organisatie van de Appathon kosten zijn gemaakt. Kan de regering specificeren aan welke onderdelen uitgaven zijn gedaan?


  1. 2020D22414.↩︎

  2. Kamerstuk 25 295, nr. 277; brief Minister van VWS d.d. 21 april 2020 inzake COVID-19: Update stand van zaken.↩︎

  3. Kamerstuk 30 234, nr. 244.↩︎