Brief van het Presidium over een adviesaanvraag aan de Raad van State inzake het reguleren van vrij verkeer van personen en diensten
Initiatiefnota van de leden Segers en Marijnissen over een Actieplan arbeidsmigratie
Brief Presidium
Nummer: 2020D26206, datum: 2020-06-25, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 7
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35359-22).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: K. Arib, Voorzitter van de Tweede Kamer (Ooit PvdA kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 35359 -22 Initiatiefnota van de leden Segers en Marijnissen over een Actieplan arbeidsmigratie.
Onderdeel van zaak 2020Z12243:
- Indiener: K. Arib, Voorzitter van de Tweede Kamer
- Voortouwcommissie: TK
- 2020-06-30 15:00: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 |
35 359 Initiatiefnota van de leden Segers en Marijnissen over een Actieplan arbeidsmigratie
Nr. 22 HERDRUK1 BRIEF VAN HET PRESIDIUM
Aan de Leden
Den Haag, 25 juni 2020
Het presidium legt hierbij conform artikel 30 tweede lid van het Reglement van Orde aan u voor het verzoek van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid bij brief van 22 juni 2020 om voorlichting te vragen aan de Raad van State inzake het reguleren van vrij verkeer van personen en diensten. Het presidium stelt u voor in te stemmen met het bijgevoegde voorlichtingsverzoek.
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal,
K. Arib
BIJLAGE BRIEF VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan het presidium,
Den Haag, 22 juni 2020
Op 2 juni jl. is de gewijzigde motie van het lid Bruins c.s. over voorlichting van de Raad van State inzake het reguleren van vrij verkeer van personen en diensten2 aangenomen.
Het presidium heeft op 10 juni jl. besloten de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid te verzoeken de voorlichtingsvraag nader uit te werken.
De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft op 22 juni jl. besloten de voorlichtingsvraag als volgt te formuleren:
Kan de Afdeling advisering van de Raad van State in kaart brengen of het mogelijk is – en zo ja, welke mogelijkheden het huidige Europese Unierecht biedt – om op nationaal niveau additionele regels te stellen op het terrein van arbeidsmigratie binnen de Europese Unie?
De Kamer spreekt hierbij de wens uit dat de Raad in haar voorlichting zo dicht mogelijk aansluit bij het in de motie opgenomen besluit om de Raad voorlichting te vragen over de eventuele mogelijkheden om in nationaal c.q. Europees verband het vrij verkeer van personen en diensten te reguleren teneinde meer grip te krijgen op arbeidsmigratie.
Op (ambtelijk) verzoek van de Raad van State is aan de voorlichtingsvraag een (korte) context toegevoegd, deze is als bijlage bij dit verzoek gevoegd.
De commissie stelt aan de Tweede Kamer voor om de Afdeling advisering van de Raad van State te verzoeken3 deze voorlichtingsvraag te beantwoorden. Tevens stelt zij de Tweede Kamer voor in te stemmen met deze voorlichtingsvraag, opdat deze kan worden doorgeleid aan de Afdeling advisering van de Raad van State.
De voorzitter van de commissie,
Rog
De griffier van de commissie,
Esmeijer
Context
De motie Bruins c.s. over een advies van de Raad van State inzake het reguleren van vrij verkeer van personen en diensten
De voorlichtingsvraag vloeit voort uit de motie Bruins c.s. die op 2 juni 2020 door de Tweede Kamer is aangenomen (Handelingen II 2019/20, nr. 77, stemmingen). De motie is ingediend op 25 mei 2020 bij het notaoverleg over de initiatiefnota Actieplan Arbeidsmigratie van de leden Segers en Marijnissen. In hoofdstuk 3.1 van de initiatiefnota wordt nader ingegaan op de regulering van arbeidsmigratie, een arbeidsmigratiepact en het stellen van een vergunningseis.
In het dictum van de motie is opgenomen dat vanuit de initiatiefnota wordt gezocht naar meer grip op arbeidsmigratie voor lidstaten, dat er diverse controlemechanismen in EU-verband zijn die wellicht nu onvoldoende worden benut en dat het Hof van Justitie van de EU een uitzonderingmogelijkheid heeft benoemd waaronder een inbreuk op het vrij verkeer is toegestaan wegens dwingende redenen van algemeen belang, mits er sprake is van evenredigheid, waarbij verbetering van arbeidsomstandigheden is genoemd als mogelijk dwingende regeling van algemeen belang.
De motie is aangenomen met steun van de fracties van VVD, CDA, SP, CU, PvdD, SGP, 50PLUS, FvD, Groep Krol/Van Kooten-Arissen het lid Van Haga.
Het debat
Naast de initiatiefnota stonden ook enkele brieven van de bewindspersonen van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de aanpak van misstanden rondom arbeidsmigratie op de agenda.
In het debat is in den brede gesproken over de positieve- en negatieve effecten van arbeidsmigratie. Daarnaast zijn met name misstanden op het terrein van de arbeidsomstandigheden en huisvesting van arbeidsmigranten (uit de Europese Unie) in Nederland aan de orde gesteld. De Kamer is op zoek naar oplossingen voor deze problemen. Hierbij is door verschillende fracties van gedachten gewisseld of en zo ja in welke vorm regulering van arbeidsmigratie een oplossing zou kunnen zijn.
Aangenomen moties
Door verschillende fracties zijn in het debat moties ingediend, die de regering oproepen op het terrein van arbeidsmigratie nadere actie te ondernemen. De volgende moties zijn hierbij aangenomen:
• Motie van het lid Tielen c.s. over kwaliteitseisen en een verbeterd SNA-keurmerk (Kamerstuk 35 359, nr. 6);
• Motie van het lid Tielen over een verbetering van taal en inburgering bij arbeidsmigranten (Kamerstuk 35 359, nr. 7);
• Motie van de leden Palland en Tielen over aanscherpen van de registratieplicht van buitenlandse werknemers in de BRP (Kamerstuk 35 359, nr. 9);
• Motie van de leden Van Kent en Bruins over de kosten voor bescherming tegen het coronavirus niet afwentelen op arbeidsmigranten (Kamerstuk 35 359, nr. 10);
• Motie van de leden Van Weyenberg en Gijs van Dijk over de Europese wet- en regelgeving over tewerkstellingsvergunningen voor werknemers van buiten de EU (Kamerstuk 35 359, nr. 12);
• Motie van het lid Van Weyenberg over verbeteren van de huisvesting van arbeidsmigranten (Kamerstuk 35 359, nr. 13);
• Motie van de leden Gijs van Dijk en Smeulders over het aan banden leggen van premieshoppen in Europees verband (Kamerstuk 35 359, nr. 14);
• Motie van de leden Smeulders en Bromet over de naleving van de coronamaatregelen in bedrijven (Kamerstuk 35 359, nr. 19);
• Motie van het lid Bruins c.s. over voorstellen om malafide uitzendondernemingen tegen te gaan (Kamerstuk 35 359, nr. 20).