Onderzoeksrapport "Juridische aspecten van algoritmen die besluiten nemen"
Verwerking en bescherming persoonsgegevens
Brief regering
Nummer: 2020D26464, datum: 2020-06-26, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-32761-169).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 32761 -169 Verwerking en bescherming persoonsgegevens.
Onderdeel van zaak 2020Z12370:
- Indiener: S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2020-07-02 10:00: Procedures en brieven (via videoverbinding) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2020-09-03 14:45: Aansluitend aan de stemmingen: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2020-12-10 10:00: Digitalisering (Algemeen overleg), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2021-09-07 15:10: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 |
32 761 Verwerking en bescherming persoonsgegevens
26 643 Informatie- en communicatietechnologie (ICT)
Nr. 169 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 juni 2020
Het gebruik van algoritmen gaat gepaard met kansen en risico’s. Ontwikkelingen kunnen snel gaan en een grote schaal aannemen. De vraag of publieke belangen en rechtsstatelijke waarden in dit verband nog voldoende geborgd zijn (en hoe dit het beste te bereiken), heeft dan ook de voortdurende aandacht van het Kabinet.1 Deze vraag noopt ook tot vooruitzien. In dit kader doe ik uw Kamer toekomen het onderzoeksrapport «Juridische aspecten van algoritmen die besluiten nemen. Een verkennend onderzoek».2
Het onderzoek is verricht door het Montaigne Centrum voor Rechtsstaat en Rechtspleging van de Universiteit Utrecht, in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum van het Ministerie van Justitie en Veiligheid.
Het rapport doet verslag van een onderzoek naar de toekomstbestendigheid van de juridische kaders rondom algoritmen die «besluiten nemen». Voor het onderzoek zijn vier casestudy’s verricht: Contentmoderatie door online platformen (in het bijzonder de aanpak van hate speech), Zelfrijdende auto’s, De rechtspraak en Overheidsincasso bij verkeersboetes. Er is gekeken naar huidige toepassingen van algoritmen en naar de ontwikkelingen die in de komende vijf tot tien jaar te verwachten zijn. Dit steeds in het licht van de kansen en risico’s voor drie publieke waarden: non-discriminatie, gegevensbescherming en rechtsbescherming, alsmede voor belangrijke casus-specifieke waarden.
Met de casestudy «Overheidsincasso bij verkeersboetes» is gevolg gegeven aan de toezegging dat onderdeel van dit onderzoek zal zijn «de vraag (...) welke kansen kunstmatige intelligentie kan bieden voor een tijdige signalering, vooral in massale besluitvormingsprocessen, van mensen die door omstandigheden (tijdelijk) mogelijk niet zelfredzaam zijn. Dit zou kunnen helpen om gevallen (tijdiger) te identificeren waar een standaard benadering niet op zijn plaats is en maatwerk meer voor de hand ligt.».3
Met betrekking tot dit onderzoeksrapport zal in het najaar een kabinetsreactie volgen.
De Minister voor Rechtsbescherming,
S. Dekker
Zie bijvoorbeeld de Kabinetsappreciatie over Commissievoorstel COM (2020) 65 – Witboek over kunstmatige intelligentie – een Europese benadering op basis van excellentie en vertrouwen, Kamerstukken 26 643 en 32 761, nr. 680 en de reactie op de Initiatiefnota van het lid Middendorp: «Menselijke grip op algoritmen», Kamerstuk 35 212, nr. 3.↩︎
Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl↩︎
Zie Kamerstuk 34 775 VI, nr. 88, p. 9.↩︎