[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Voortgang ambitietraject strafrechtketen

Rechtsstaat en Rechtsorde

Brief regering

Nummer: 2020D26547, datum: 2020-06-26, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-29279-602).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 29279 -602 Rechtsstaat en Rechtsorde.

Onderdeel van zaak 2020Z12413:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2019-2020

29 279 Rechtsstaat en Rechtsorde

Nr. 602 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID EN VOOR RECHTSBESCHERMING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 juni 2020

Ieder jaar informeren wij u over de voortgang van het ambitietraject voor een toekomstgerichte en legitieme strafrechtpleging. Binnen dit ambitietraject richt het Bestuurlijk Ketenberaad (BKB) van de strafketen richt zich op drie geprioriteerde opgaven: de keteninformatievoorziening (digitalisering), doorlooptijden en multiproblematiek. In deze brief lichten wij de stand van zaken ten aanzien van deze drie opgaven toe.

Digitalisering

De digitalisering van de keten richt zich op de thema’s papier uit de keten, multimedia en dienstverlening aan de burger met bijbehorende te verwachten resultaten (doelstellingen)1 voor het jaar 2021. Sinds onze brief van 8 november 20192 over de digitalisering is de uitvoering van de projecten gestaag doorgegaan.

Naast deze drie thema’s, wordt ook gewerkt aan de realisatie van ketenvoorzieningen (voorzieningen die door de hele keten zullen worden gebruikt, zoals digitale archieffunctie) en een Duurzaam Digitaal Stelsel (om de samenwerking op het gebied van digitalisering te bestendigen). De ketendoelarchitectuur, waarover wij u al in de brief van 8 november jongstleden informeerden, vormt hier een onderdeel van. Dit stelsel van afspraken wordt naar verwachting kort na de zomer van 2020 door het Bestuurlijk Ketenberaad vastgesteld. Het vormt een belangrijk onderdeel van de afspraken die binnen de keten worden gemaakt om de samenwerking op het gebied van de digitalisering voor de langere termijn te bestendigen.

Voor wat betreft papier uit de keten is het Digitaal Proces Dossier (DPD) een belangrijk project. Het doel van dit project is om aan de voorkant van de keten tussen politie en OM digitale uitwisseling van gegevens en documenten mogelijk te maken. Het gaat hierbij in eerste instantie om zaken op het gebied van veelvoorkomende criminaliteit (circa 80% van alle zaken). Na invoering van DPD hoeven documenten niet meer te worden geprint, gekopieerd of te worden gescand. Het project is in de realisatiefase beland en naar verwachting vindt nog dit jaar in 4 eenheden een beproeving plaats. De planning richt zich erop om DPD in 2021 in een groot deel van het land uit te rollen.

Voor het thema multimedia werkt de keten aan de inrichting van voorzieningen die het mogelijk maken dat multimediabestanden door de hele keten heen opgeslagen, ontsloten en gebruikt kunnen worden. Aanvankelijk was het de bedoeling om hiervoor één voorziening voor de hele keten te realiseren. Zoals de Minister van JenV tijdens de behandeling van het jaarverslag 2019 op 16 juni jongstleden (Kamerstuk 35 470 VI, nr. 15) heeft toegezegd lichten wij hier de reden toe om meerdere voorzieningen te realiseren.

De voorzieningen voor de digitalisering moeten voldoen aan rechtstatelijke waarborgen. Zo moet een rechter onafhankelijk functioneren en voldoende distantie kunnen houden om in iedere strafzaak zijn controlerende taak op het proces van de strafvordering onpartijdig te kunnen blijven uitvoeren. Uit de wet volgt dat in een strafzaak de officier van justitie uit de door de politie gedurende het opsporingsonderzoek verzamelde data de processtukken samenstelt en overdraagt aan de rechter. Na deze overdracht worden deze processtukken alleen nog maar door de rechter (Rechtspraak) beheerd en mogen politie of OM deze niet meer wijzigen. Om deze waarborg in praktijk te kunnen waarmaken is besloten om niet één voorziening voor multimedia voor de hele keten te maken, maar meerdere voorzieningen die op elkaar aansluiten. De Rechtspraak krijgt daarbij een eigen voorziening. Het reeds bij de politie gestarte project Multimedia wordt gewoon vervolgd en het streven is om deze tijdig in 2021 op te leveren. Er vindt overleg plaats met het bureau ICT-toetsing over de vraag of er een BIT-toets moet plaatsvinden. Doordat er echter nu meerdere voorzieningen moeten worden gerealiseerd zal de ketendoelstelling multimedia (het geheel van voorzieningen) niet in 2021 zal worden gerealiseerd, maar hierna.

Voor het thema dienstverlening aan burgers is het Ketenbrede Slachtofferportaal in ontwikkeling. Dit is een gezamenlijke ambitie van Politie, OM, Centraal Justitieel Incassobureau, Schadefonds Geweldsmisdrijven en Slachtofferhulp Nederland. Doel is dat slachtoffers op ieder moment van de dag overzichtelijk en via één ingang informatie over de voortgang van hun zaak bij de afzonderlijke partners kunnen vinden. Het Ketenbrede Slachtofferportaal is een aanvullende dienst naast de bestaande informatievoorziening aan slachtoffers van de verschillende ketenpartners. Op 25 mei 2020 is een eerste versie van het portaal aan een beperkte groep slachtoffers beschikbaar gesteld. Gegeven het belang van zorgvuldige communicatie naar slachtoffers, is gekozen voor een stapsgewijze lancering met meerdere evaluatiemomenten. De ambitie is om voor het eind van 2020 het portaal breed beschikbaar te stellen.

Uit het voorgaande blijkt dat de inspanningen voor wat betreft de doelstellingen op de thema’s papier uit de keten en dienstverlening aan de burger er nog steeds op zijn gericht om deze tijdig te halen. Voor wat betreft het thema multimedia zal deze naar verwachting niet in 2021 worden bereikt. Er wordt hiervoor een nieuwe planning gemaakt. Over deze planning en de gehele voortgang van het digitaliseringstraject informeren wij u in het vervolg, conform onze reactie d.d. 15 juni 20203 op de quick scan op de digitalisering van de strafrechtketen, door middel van halfjaarlijkse rapportages. De eerstvolgende rapportage zal in het najaar van 2020 verschijnen.

Doorlooptijden

Zoals wij hebben toegelicht in onze brief van 26 juni 2019 (Kamerstuk 29 279, nr. 526) heeft het Bestuurlijk Ketenberaad ketenbrede normen vastgesteld voor 7 geprioriteerde zaakstromen4. De normen geven de gewenste ontwikkeling en richting van de doorlooptijden voor de komende jaren weer. In onze brief van 10 juni jongstleden5 over de kwantitatieve prestaties van de strafrechtketen in 2019 hebben wij toegelicht hoe de doorlooptijden zich in 2019 ten opzichte van 2018 hebben ontwikkeld. De ontwikkeling liet een gemengd beeld zien. Doordat de keten te maken heeft met knelpunten als gevolg van een beperkte zittingscapaciteit en de gevolgen van de coronacrisis zijn de mogelijkheden om op korte termijn de doorlooptijden substantieel te verbeteren beperkt. Om ervoor te zorgen dat in de strafrechtketen zo snel mogelijk aan de slag wordt gegaan met het wegwerken van achterstanden heeft de strafrechtketen zich gecommitteerd aan een samenhangende aanpak. Hierover is uw Kamer zeer recent per brief geïnformeerd.

De inzet blijft er ondanks genoemde knelpunten nog steeds op gericht om op termijn de doorlooptijden te verbeteren en de gestelde ketennormen te realiseren. De in de hiervoor genoemde brief van 10 juni jongstleden genoemde projecten en maatregelen om de doorlooptijden te verkorten zullen ook gewoon worden uitgevoerd.

Multiproblematiek

Zoals wij in onze brief van 26 juni 2019 toelichtten, is en wordt in het kader van de aanpak van multiproblematiek een groot aantal activiteiten uitgevoerd.

Doel hiervan is het verbeteren van de omgang binnen de strafrechtketen (én samen met zorg- en sociaal domein) met de multiproblematiek van verdachten en daders, waarbij eveneens aandacht is voor de kwetsbaarheid van slachtoffers. De strafrechtketen wil hiermee voorkomen dat de problemen van multiprobleemhuishoudens verergeren door de strafrechtelijke interventie en voorkomen dat deze mensen blijven hangen in de strafrechtketen en «vaste klanten» van justitie worden.

Bij volwassen gedetineerden is vaak sprake van gestapelde problemen oftewel multiproblematiek. Dit houdt in dat een groot deel van onze populatie bekend is met bijvoorbeeld een licht verstandelijk beperking, psychiatrische problematiek, schulden, een verslaving en afhankelijk is van een uitkering na detentie. De problematiek grijpt op elkaar in en speelt vaak van generatie op generatie. Naar schatting zijn er 100.000 multiprobleemgezinnen. Zij veroorzaken èn ervaren veel maatschappelijk leed en kosten de overheid structureel gemiddeld per gezin € 100.000 per jaar door het beroep dat hieruit voortvloeit op alle verschillende instanties en maatregelen. Onderzoek wijst daarnaast uit dat 5 procent van de bevolking op dit moment 50 procent van het zorgbudget kost. Naast het (maatschappelijk) leed, kost het de samenleving dus veel.

De professionals in de strafrechtketen hebben iedere dag te maken met deze groep met multiproblematiek. Het mag dan ook niet verrassen dat er binnen de verschillende onderdelen van de strafrechtketen al veel gebeurt op dit terrein. Afgelopen jaar heeft binnen ketenorganisaties en JenV een inventarisatie plaatsgevonden op lopende projecten, programma’s en beleidsinitiatieven. De uitkomst hiervan laat zien dat er inderdaad veel programma’s en projecten zijn, die gelukkig in toenemende mate in ketenperspectief en/of domeinoverstijgend plaatsvinden. Er is een gedeelde behoefte om deze ingezette bewegingen nu eerst duurzaam af te maken en niet weer en masse in nieuwe trajecten rondom multiproblematiek te stappen. Het BKB heeft dan ook vastgesteld dat de versterking van de aansluiting van straf en zorg een gezamenlijke prioriteit is van de strafrechtketen voor de komende jaren.

Onder regie van het BKB worden verschillende activiteiten geëvalueerd en vindt, zoals in de brief van 26 juni 2019 is toegelicht, nader onderzoek plaats. Dit betreft o.a. een wetenschappelijk onderzoek naar nieuwe sturings- en coördinatiemogelijkheden bij de aanpak van multiproblematiek door de Erasmus Universiteit Rotterdam. Uitkomsten daarvan worden verwacht in 2022. Het BKB wil de leerpunten uit dit onderzoek, maar ook de lessen uit de reeds lopende trajecten binnen de domeinen straf en zorg, gebruiken om het vakmanschap van de medewerkers in de keten te verbeteren en duurzaam te onderhouden. Hierbij wordt dus ook gekeken naar en voortgebouwd op praktische ervaringen, die binnen een specifiek thema/problematiek al worden opgedaan, bijvoorbeeld op het gebied van omgang met LVB.

Tegelijkertijd worden er ook al concrete maatregelen getroffen om de professionals in de keten te helpen bij de aanpak van multiproblematiek. Een belangrijk maatregel hierbij is het verbeteren van de mogelijkheden om gegevens te kunnen uitwisselen tussen de verschillende domeinen bij de aanpak van multiproblematiek. Eerder is hiertoe gestart met opleidingen en aanbieden van tools/handboek gegevensdeling (in kader van zorg- en veiligheidshuizen en ZSM) ter ondersteuning van de professionals die hiermee te maken hebben. Daarnaast zijn inmiddels twee wetstrajecten gestart die hierbij zeker zullen helpen.

Op 19 maart jl. is het wetsvoorstel aanpak meervoudige problematiek sociaal domein in internetconsultatie6 gegaan. Dit wetsvoorstel verankert een duidelijk taak voor gemeenten om te komen tot een integrale en gecoördineerde aanpak voor meervoudige problematiek. Tevens is op 29 april jl. het wetsvoorstel gegevensverwerking door samenwerkingsverbanden (WGS) aan uw Kamer aangeboden (Kamerstuk 35 447). Dit voorziet in een wettelijke grondslag voor gegevensdeling ten behoeve van de behandeling van complexe casuïstiek in Zorg- en Veiligheidshuizen.

Een belangrijke factor bij de aanpak van multiproblematiek, die wij hier uitlichten, is de omgang met mensen met een licht verstandelijke beperking (LVB). Mensen met een LVB zijn oververtegenwoordigd in de strafrechtketen. Het niet tijdig herkennen en niet juist bejegenen van mensen met een LVB kan leiden tot het verkeerd interpreteren van gedrag. Dit kan tot gevolg hebben dat niet-passende straffen worden opgelegd waardoor de kans op recidive wordt vergroot. Ook kan het onnodig tot herhaald slachtofferschap leiden. Om deze reden hebben de organisaties in de strafrechtketen een werkagenda opgesteld die ertoe moet leiden dat de strafrechtketen eind 2021 «LVB-proof» is. Dit betekent niet dat de strafrechtketen dan «klaar» is. Het resultaat is wel dat de basis er ligt en de aandacht voor LVB, het herkennen, er vervolgens naar handelen en de juiste interventies opleggen, naar een hoger plateau zijn gebracht. De organisaties helpen elkaar hierbij.

Hierdoor wordt de aandacht voor LVB naar een hoger niveau gebracht. Het doel is om recidive en slachtofferschap bij mensen met een LVB te verminderen c.q. te voorkomen en de instroom van deze mensen binnen de strafrechtketen verkleinen. We zetten daarbij in op het duurzaam inbedden van aandacht voor LVB in het dagelijkse werk van de strafrechtketen.

De organisaties in de strafrechtketen werken de komende tijd dan ook aan het verbeteren van het vakmanschap. Dit gebeurt onder meer door het verder bevorderen van bewustwording bij professionals van het belang van het hebben van aandacht voor LVB, het verbeteren van het tijdig herkennen van een LVB, de wijze van communiceren, het laten aansluiten van de opgelegde interventie en/of begeleiding op het niveau van de verdachte, dader of het slachtoffer met een LVB, opleidingen en het (indien mogelijk en wenselijk) delen van informatie over een (vermoeden van) een LVB.

De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus

De Minister voor Rechtsbescherming,
S. Dekker


  1. Papier uit de keten: Processen-verbaal gaan digitaal de keten in en strafrechtelijke beslissingen worden digitaal opgesteld en verwerkt ten behoeve van de executie.

    Multimedia: Alle beeld- en audiomateriaal, relevant voor het procesdossier, is beschikbaar voor alle partijen, waar dan ook, in de strafrechtketen.

    Dienstverlening: De burger kan kiezen in het «soort» contact, kan gelijk zaken regelen, heeft op ieder moment inzicht in voortgang van zaak, kan tijdig en in begrijpelijke taal met de «keten» communiceren, bepaalt zelf waarover hij wil worden geïnformeerd en waarover niet en wordt gefaciliteerd bij de uitoefening van zijn rechten in een strafzaak↩︎

  2. Kamerstuk 29 279, nr. 548↩︎

  3. Kamerstuk 29 279, nr. 598↩︎

  4. Overtredingen (1), zeden (2), verkeer (3), jeugd (4), ondermijning (5), Hoger beroep (6) en executie (7).↩︎

  5. Kamerstuk 29 279, nr. 597↩︎

  6. Kamerstuk 34 477, nr. 66↩︎