Regeling Subsidie financiering Vaste Lasten MKB COVID-19
Noodpakket banen en economie
Brief regering
Nummer: 2020D26621, datum: 2020-06-29, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35420-87).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.C.G. Keijzer, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat (Ooit BBB kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 35420 -87 Noodpakket banen en economie.
Onderdeel van zaak 2020Z12439:
- Indiener: M.C.G. Keijzer, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2020-06-30 17:15: Procedurevergadering (videoverbinding, gewijzigd aanvangstijdstip) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2020-07-16 12:00: Regeling Subsidie financiering Vaste Lasten MKB COVID-19 (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2020-09-03 14:45: Aansluitend aan de stemmingen: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2021-04-14 14:10: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 |
35 420 Noodpakket banen en economie
Nr. 87 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 juni 2020
Op 20 mei jl. heeft het kabinet het tweede pakket van maatregelen aangekondigd in verband met de economische gevolgen van het coronavirus1. Een onderdeel hiervan is een regeling die voorziet in een subsidie van de vaste lasten van getroffen mkb-ondernemers. Deze regeling is vandaag in de Staatscourant gepubliceerd.2 Vanaf dinsdag 30 juni a.s. kunnen ondernemers bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) een aanvraag indienen. In deze brief zet ik het doel en de werkwijze van de regeling nader uiteen.
De economie wordt zwaar getroffen door de gevolgen van de corona uitbraak. De meest recente schattingen van het Centraal Planbureau geven aan dat de economie dit jaar met 6% zal krimpen en de werkloosheid zal verdubbelen3. Het kabinet heeft diverse steunmaatregelen ingevoerd om de getroffen ondernemers tegemoet te komen, zoals de tijdelijke noodmaatregel overbrugging werkgelegenheid (NOW) en diverse maatregelen op het gebied van het verschaffen van liquiditeit. Om de eerste, acute nood te lenigen in sectoren die direct werden getroffen door de overheidsmaatregelen om verdere verspreiding van het virus tegen te gaan was de Tegemoetkoming Ondernemers Getroffen Sectoren (TOGS) onderdeel van het eerste maatregelenpakket. Deze regeling voorziet in een tegemoetkoming voor de vaste lasten die een ondernemer heeft. De TOGS sluit op vrijdag 26 juni 2020.
Vervolg subsidie vaste lasten
Inmiddels is de situatie zodanig dat steeds meer sectoren hun activiteiten kunnen hervatten. Dit neemt niet weg dat in veel sectoren de nood nog hoog is. En ook al kunnen de bedrijven hun activiteiten weer opstarten, vaak wordt nog niet de omzet gedraaid die zou zijn behaald zonder deze crisis. Daarom is het kabinet van mening dat ook de komende maanden in de meest getroffen sectoren een vorm van ondersteuning nodig is, waarbij bedrijven worden ondersteund in het bekostigen van de vaste lasten.
De Regeling Subsidie financiering Vaste Lasten MKB COVID-19 (TVL) komt in de plaats van de TOGS-regeling. De regeling bouwt voort op de TOGS, maar biedt gerichtere ondersteuning rekening houdend met de omvang van de vaste lasten van een ondernemer en de omvang van het omzetverlies. Daarmee sluit deze regeling beter aan bij de ondernemer en de werkelijke effecten van de crisis. De regeling loopt vier maanden, van 1 juni tot 1 oktober 2020.
Doelgroep
De doelgroep van de regeling is dezelfde als bij de TOGS. Dit zijn mkb-ondernemingen in sectoren die het hardst geraakt zijn door de maatregelen die het kabinet getroffen heeft om het coronavirus te bestrijden. Dit betekent dat de ondernemers in sectoren die in aanmerking komen voor de TOGS ook in aanmerking komen voor de TVL-regeling, mits ze aan de overige criteria voldoen. Ook geldt net als bij de TOGS dat ondernemers op basis van hun nevenactiviteiten in aanmerking kunnen komen.
Een ruwe inschatting is dat zo’n 140.000 ondernemers in aanmerking zullen komen voor de TVL. Het budget is geraamd op 1,4 miljard euro. Het gebruik van de regeling zal sterk afhangen van de economische ontwikkeling de komende maanden en de mate waarin ondernemers weer open kunnen en hoeveel omzetverlies ze zullen leiden. Dat is medebepalend voor hoeveel ondernemers daadwerkelijk van de regeling gebruik zullen gaan maken en welk bedrag daarmee gemoeid zal zijn.
Zoals bij de TOGS is gebleken staan ondernemers niet altijd in het handelsregister ingeschreven met een SBI-code passend bij de activiteit die ze uitvoeren volgens datzelfde register. Ondernemers die dit betreft, en van wie de huidige activiteiten behoren tot een sector die voor de TOGS in aanmerking komt, kunnen daarom een verzoek indienen om alsnog voor de regeling in aanmerking te komen. De ondernemers van wie dit verzoek wordt gehonoreerd bij de TOGS komen automatisch ook in aanmerking voor de TVL-regeling, uiteraard mits ze aan de overige criteria voldoen. Dezelfde procedure blijft bij de TVL bestaan, die is echter alleen nog maar nodig voor ondernemers die geen TOGS hebben aangevraagd, maar wel TVL willen aanvragen.
Voorwaarden
De regeling geldt voor ondernemers die voldoen aan de volgende voorwaarden. Ze staan ingeschreven in het handelsregister op 15 maart 2020 en hebben maximaal 250 werknemers in dienst en kwalificeren zich als kleine of middelgrote onderneming4. Het omzetverlies is tenminste 30% ten opzichte van de referentieperiode en de vaste lasten bedragen minimaal € 4.000 in de referentieperiode.
Wat zijn vaste lasten en hoe worden deze berekend?
Vaste lasten zijn de doorlopende kosten die een onderneming heeft, met uitzondering van de loonkosten. Denk bijvoorbeeld aan huur van een bedrijfspand, verzekeringen en afschrijving van apparatuur. Het is in de uitvoering niet mogelijk om voor elk bedrijf de daadwerkelijke vaste lasten vast te stellen. Daarom worden de vaste lasten berekend via een vaste verdeelsleutel van de vaste lasten ten opzichte van de omzet per sector. Dit gebeurt op basis van gegevens van het CBS op het niveau van 2 digit SBI-codes. In de regeling zijn deze vaste lasten percentages opgenomen als bijlage.
Hoe wordt het subsidiebedrag bepaald?
De subsidie wordt bepaald op basis van de hoogte van de omzet in een referentieperiode (standaard is dat de periode juni-september 2019), de mate van het omzetverlies in de betreffende maanden in 2020 ten opzichte van de referentieperiode en de hoogte van de vaste lasten, berekend zoals hierboven toegelicht. De omzet in de referentie periode tonen ondernemers aan met de omzetgegevens van de btw-aangifte, of zij die daarvan vrijgesteld zijn, met een jaarrekening of een vergelijkbaar bewijsmiddel. Vervolgens wordt daarvan 50% vergoed. De maximale subsidie bedraagt € 50.000 per onderneming en de minimale subsidie € 1.000.
Een ondernemer met 100% omzetverlies krijgt dus 50% van zijn of haar (berekende) vaste lasten vergoed. Een ondernemer krijgt na goedkeuring van de subsidie een voorschot van 80% uitgekeerd. Na afloop van de subsidieperiode vraagt een ondernemer de vaststelling van de subsidie aan op basis van het daadwerkelijke omzetverlies, waarna indien van toepassing het resterende bedrag wordt uitbetaald. Indien het omzetverlies uiteindelijk lager is dan vooraf geraamd, kan het ook zijn dat een deel van het voorschot moet worden terugbetaald.
Naast deze subsidie in de kosten van de vaste lasten zullen ondernemers zelf ook een deel van de lasten moeten blijven dragen en moeten daar zo nodig afspraken over maken met andere partijen in de keten om de lasten te verdelen.
Relatie met de NOW
Zoals in de brief van 20 mei jongsleden is beschreven wordt de TVL, net als andere subsidies, gezien als omzet in de NOW-regeling. Dit leidt tot een lagere subsidievaststelling bij de NOW. Zoals de Minister van Economische Zaken en Klimaat heeft toegezegd in het debat van 28 mei jl. over het «Noodpakket 2.0» (Handelingen II 2019/20, nr. 76, items 3 en 6), heeft het kabinet gekeken of hier een oplossing voor gevonden kan worden. Aanpassing van de NOW-regeling leidt echter tot problemen in de controleerbaarheid van subsidieaanvragen in de NOW. Aangezien de verwachting is dat dit er slechts in een beperkt aantal gevallen toe leidt dat ondernemers een deel van de ontvangen NOW-subsidie moeten terugbetalen en dit op voorhand bekend is, acht het kabinet de nadelige consequenties van een aanpassing van de NOW op dit punt doorslaggevend en daarmee niet wenselijk.
Regeldruk en privacy
Het Adviescollege Toetsing Regeldruk (ATR) en de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) hebben beide advies uitgebracht in verband met de gegevensuitwisseling tussen RVO.nl en de Belastingdienst. Het ATR adviseert dat bedrijven niet zelf gegevens zouden moeten aanleveren die de Belastingdienst ook aan RVO.nl kan verstrekken. De AP beschouwt de inzet van beschikbare belastinggegevens voor een toets op juistheid van aanvragen op zichzelf aanvaardbaar, maar adviseert om geen gegevens van de Belastingdienst aan RVO.nl te verstrekken, maar RVO.nl gegevens te laten toesturen aan de Belastingdienst, die vervolgens door deze dienst getoetst kunnen worden. Op dit moment is het echter technisch en organisatorisch niet mogelijk om hier invulling aan te geven, dit zou de regeling onuitvoerbaar maken voor RVO.nl. In de toelichting op de regeling wordt hier nader op ingegaan.
Onderbouwing van het voorstel in het kader van de Comptabiliteitswet
Op basis van Artikel 3.1 in de Comptabiliteitswet wordt bij voorstellen een toelichting verwacht op nagestreefde doelstellingen, doeltreffendheid, doelmatigheid, ingezette beleidsinstrumenten en financiële gevolgen voor het Rijk en, waar mogelijk, maatschappelijke sectoren. Voorstellen die tot een substantiële beleidswijziging leiden dienen ook een evaluatieparagraaf te bevatten conform de motie Van Weyenberg en Dijkgraaf5. In de bijlage wordt invulling gegeven aan de vereiste toelichting, die mogelijk verder wordt aangevuld bij opvolgende brieven aan de Tweede Kamer. Deze bijlage is onderdeel van een pilot die in het kader van de operatie Inzicht in Kwaliteit wordt uitgevoerd om de vindbaarheid van de vereiste toelichtingen te vergroten.
Terugblik op de TOGS-regeling
Op 26 juni as. sluit de TOGS regeling. Op 17 maart jl. heeft het kabinet het noodpakket banen en economie aangekondigd (Kamerstuk 35 420, nr. 2). Onderdeel van dit pakket is de TOGS. De regeling wordt uitgevoerd door RVO.nl en is op 27 maart jl. opengesteld.
Sinds de openstelling wordt de TOGS-regeling continu gemonitord en geëvalueerd. Dat heeft geleid tot diverse uitbreidingen en aanpassingen, meest recent nog op 12 juni jl.
Via deze regeling zijn per 18 juni circa 200.000 aanvragen toegekend, wat een totale waarde vertegenwoordigt van ca. 800 miljoen euro. Daarvan is 53% uitgekeerd aan bedrijven met één werkzaam persoon en in totaal 93% aan bedrijven met minder dan 10 werkzame personen. Daarmee wordt de regeling goed benut door het kleinbedrijf. Verwacht wordt dat per 26 juni het totaal toegekende bedrag tussen de 800 miljoen euro en 850 miljoen euro zal uitkomen. Ik ben blij dat daarmee via de regeling in korte tijd een groot aantal ondernemers is bereikt en ondersteuning is geboden in de eerste periode van de crisis. Bij een dergelijk grofmazige regeling die zoveel mogelijk geautomatiseerd wordt uitgevoerd, zijn er ook grensgevallen. Zo kan het zijn dat ondernemers met een onjuiste SBI-code geregistreerd staan. Deze gevallen worden door RVO.nl en de Kamer van Koophandel samen getoetst en deze ondernemers zullen naar verwachting voor het einde van de regeling een antwoord krijgen. Als zij in aanmerking komen zal hun TOGS aanvraag nog worden verwerkt.
Na sluiting van de TOGS op 26 juni 2020, zullen door RVO.nl in de komende tijd controles worden uitgevoerd. De afgelopen periode zijn al enkele gevallen van misbruik ontdekt en verdere steekproeven zullen we risicogericht uitvoeren. De ervaringen van deze controles zullen ook bij de TVL-regeling worden gebruikt.
In de onderstaande tabel staat weergegeven in welke branches de meeste aanvragen zijn toegekend.
Restaurants | 14.452 |
Haarverzorging | 13.247 |
Fastfoodrestaurants, cafetaria's, ijssalalons, eetkramen, e.d. | 11.877 |
Vervoer per taxi | 9.617 |
Cafés | 8.538 |
Schoonheidsverzorging/pedi-/manicures | 8.299 |
Auto- en motorrijscholen | 5.830 |
Overige paramedische praktijken | 5.453 |
Praktijken van tandartsen | 4.246 |
Overig sport- en recreatieonderwijs | 3.834 |
Totaal top 10 | 85.393 |
Aandeel van top 10 op totaal toegekend | 43% |
Tot slot
Met deze TVL-regeling ondersteunt het kabinet de zwaarst getroffen mkb-ondernemingen ook in de komende maanden met de financiering van de vaste lasten. Met deze en met de andere regelingen zoals de NOW-regeling, de BMKB-C, de GO-C en de Corona-Overbruggingslening voor startups, scale-ups en innovatieve mkb’ers (COL) hoopt het kabinet dat deze ondernemers in staat zijn de economische gevolgen van het coronavirus te dragen en daarmee de basis te vormen voor een verder herstel van de economie.
De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat,
M.C.G. Keijzer
Bijlage 1: Onderbouwing en Evaluatie van het voorstel in het kader van de comptabiliteitswet (CW 3.1)
Nagestreefde doelen | In de brief «Noodpakket banen en economie»1 van 17 maart jl. heeft het kabinet een aantal noodmaatregelen aangekondigd, bedoeld om de eerste acute en breed verspreide economische schok ten gevolge van het coronavirus en de ingestelde crisismaatregelen te dempen. In de brief «Noodpakket 2.0» van 20 mei jl. heeft het kabinet aangekondigd diverse maatregelen uit het eerste noodpakket met drie maanden te verlengen en in sommige gevallen uit te breiden en aan te vullen. Op 28 mei heeft het kabinet in een aanvullende brief «Noodpakket 2.0»2 enkele aanpassingen aangekondigd ten opzichte van de brief van 20 mei jl. In deze brieven is een nadere toelichting op de achtergronden en hoofdlijnen van deze noodpakketten beschreven. Deze subsidieregeling betreft de uitwerking van de in de brieven van 20 mei jl. en 28 mei jl. aangekondigde subsidie voor de vaste lasten voor een specifieke groep mkb-bedrijven. Voor veel bedrijven en organisaties zijn de vaste kosten een probleem in het licht van de economische gevolgen van de strijd tegen het coronavirus. Deze groep mkb-bedrijven is direct getroffen door de coronamaatregelen door sluiting of het ontmoedigen van klanten om te komen. Ook als de voorgenomen versoepeling van de coronamaatregelen betekent dat sectoren weer open kunnen, zijn ze niet altijd in staat een normale omzet te draaien. De regeling is bedoeld om in de kern gezonde bedrijven een ondersteuning in de vaste lasten te geven en daarmee de kans te verkleinen dat ze de economische gevolgen van de corona crisis niet overleven. |
Ingezette beleidsinstrument(en) | Deze maatregel voorziet in een subsidie voor deze kosten ten behoeve van de hardst geraakte sectoren in het mkb. Deze regeling schept het kader op grond waarvan bepaalde ondernemingen aanspraak kunnen maken op financiële ondersteuning. Zo is opgenomen welke ondernemingen in aanmerking komen voor de financiële subsidie, aan welke randvoorwaarden zij moeten voldoen om in aanmerking te komen, hoe de aanvraag ingediend moet worden en binnen welke termijn beslist wordt op de aanvraag. Onderhavige nieuwe subsidieregeling is op onderdelen vergelijkbaar met TOGS, zoals de afbakening van de doelgroep, maar heeft ook op onderdelen een andere systematiek. De regeling houdt, anders dan de TOGS regeling, rekening met de hoogte van het omzetverlies en de omvang van de vaste lasten in een sector en sluit daarmee gerichter aan op de behoeften per individuele onderneming. Dit betekent ook dat de subsidie voor een onderneming hoger, maar ook lager kan uitvallen dan de tegemoetkoming die op grond van de TOGS kan worden ontvangen. |
Financiële gevolgen voor het Rijk | De geraamde kosten van de regeling bedragen € 1.400.000.000. |
Financiële gevolgen voor maatschappelijke sectoren – als van toepassing | Niet van toepassing. |
Nagestreefde doeltreffendheid | Het is op voorhand duidelijk dat een groot deel van de bedrijven waarop deze regeling betrekking heeft te kampen heeft met de economische gevolgen van de crisis. Bovendien komen alleen bedrijven in aanmerking die minimaal 30% omzetverlies lijden. Omdat bedrijven die omzet nodig hebben om de vaste lasten te financieren, komen bedrijven daardoor in de knel. De ontvangen subsidie stelt de bedrijven in staat een deel van die vaste lasten te financieren. Het is op voorhand heel moeilijk aan te geven in welke mate de regeling bijdraagt aan de overlevingskans van de bedrijven. Dit hangt met veel factoren samen, waaronder de financiële positie van de bedrijven zelf en de mate waarin met ketenpartners de lasten verdeeld kunnen worden. De economische situatie is dermate uniek dat we de verwachte doeltreffendheid van de regeling niet kunnen afzetten tegen andere subsidie instrumenten. |
Nagestreefde doelmatigheid | De hoogte van de subsidie is gebaseerd het omzetverlies en de omvang van de vaste lasten van de getroffen onderneming. Daartoe wordt de omzet in de referentieperiode vermenigvuldigd met het gemiddelde aandeel vaste lasten in de omzet voor de branche waar de onderneming toe behoort. Uitgangspunt is voorts dat de subsidie niet ziet op het gehele bedrag aan vaste lasten dat de uitkomst van de berekening is. Ten principale is er voor gekozen om maximaal 50% van de vaste lasten te subsidiëren. Het kabinet acht dit reëel om liquiditeitsproblemen te voorkomen. Ondernemingen hebben bijvoorbeeld ook andere mogelijkheden tot financiering of om de vaste lasten omlaag te brengen. Daarnaast wordt de subsidie verleend naar rato van het omzetverlies. Wie omzet heeft, kan dat immers gebruiken om de vaste lasten te bekostigen. Dit betekent dat de subsidie ten hoogste 50% van de totale vaste lasten bedraagt (bij het volledig wegvallen van de omzet) en ten minste 15% van de totale vaste lasten (bij het halen van de drempel van het omzetverlies van 30%). De subsidie bedraagt maximaal € 50.000, met het oog op een verantwoorde besteding van de beschikbare overheidsmiddelen heeft de subsidie een bovengrens. Deze bovengrens is € 50.000 voor de volledige vier maanden. Hiermee worden tevens mogelijkheden voor misbruik en oneigenlijk gebruik gemitigeerd. In het grotendeels geautomatiseerde uitvoeringsproces worden aanvragen gecontroleerd op validiteit, plausibiliteit en signalen van misbruik of oneigenlijk gebruik. Hierbij worden onder andere referentiegegevens van de Belastingdienst en het CBS gebruikt en signalen van de FIOD en eigen observaties van medewerkers van RVO.nl. Voor het geautomatiseerd bepalen van plausibiliteitskenmerken worden statistische gegevens van (een deel van) de set ingediende aanvragen gebruikt. Aanvullend worden met steekproeven en handmatige controles, waarbij ondernemers ook gevraagd kan worden aanvullende bewijzen te verstrekken, een op basis van risico gestuurde selectie van aanvragen handmatig gecontroleerd en beoordeeld. |
Evaluatieparagraaf (of en hoe) | Het is op dit moment nog niet duidelijk hoe en wanneer de regeling zal worden geëvalueerd. Hier wordt de Tweede Kamer nog over geïnformeerd. De regeling wordt op dagelijkse basis gemonitord. De Tweede Kamer zal op gezette tijden over de voortgang worden gerapporteerd. Daarnaast wordt de regeling opgenomen in de monitoring van het CBS van de gevolgen van het corona virus. Tot slot wordt informatie over het gebruik van de regeling opgenomen op www.bedrijvenbeleid.nl/corona |
1 Kamerstuk, 35 420, nr. 2. 2 Kamerstuk, 35 420, nr. 42 |