[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Reactie op verzoek commissie over de situatie op Bonaire

Brief regering

Nummer: 2020D26804, datum: 2020-06-29, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2020D26804).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2020Z12528:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


2020D26804 Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 juni 2020

Per brief d.d. 28 maart 2018 heeft de vaste commissie voor Koninkrijksrelaties mij verzocht om een reactie op een brief van een inwoner van Bonaire (d.d. 31 december 2017), de heer Van de D. Hij bepleitte het ondernemen van actie om verbetering aan te brengen in het welzijn van economisch achtergestelde groepen. Hij stelde dat het lokale bestuur meer oog moet hebben voor de burger, stabiliteit en vooruitgang van het eiland, en dat Nederland meer mag doen om Bonaire met de armoede-problematiek, dat een eilandelijke taak is, vooruit te helpen.

Ik onderschrijf het belang dat de heer Van de D. hecht aan het nemen van concrete acties om de leefomstandigheden te verbeteren. In het Bestuursakkoord Bonaire 2018–2022 is aandacht voor de uitvoeringskracht en prioritaire thema’s waaronder die in het sociaal domein. Met het Bestuursakkoord zijn er meerjarige afspraken gemaakt wat de continuïteit bij de uitvoering van de plannen ten goede komt. Daarnaast heeft het kabinet in juni 2019 het ijkpunt sociaal minimum vastgesteld wat de positie van kwetsbare groepen moet verbeteren. Armoede is een probleem op Bonaire, Saba en Sint Eustatius en het kabinet pakt dit met gerichte maatregelen aan. Sommige maatregelen kunnen snel genomen worden, terwijl andere meer tijd in beslag zullen nemen. Waar het armoedebestrijding betreft ligt er een gedeelde verantwoordelijkheid, want ook voor de besturen van Bonaire, Saba en Sint Eustatius ligt een opgave.

Op 20 december 2018 heeft de vaste commissie voor Koninkrijksrelaties mij verzocht om een reactie op een bericht van Fundashon Ban Boneiru Bèk van

20 november 2018 over problemen met het verkrijgen van een geldig rijbewijs in Frankrijk in verband met het niet accepteren van een Bonairiaans rijbewijs. Wellicht ten overvloede meld ik u dat deze vraag strikt genomen onder de verantwoordelijkheid van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat valt.

Het openbaar lichaam Bonaire heeft de aanvrager geholpen met het verkrijgen van een nieuw Bonairiaans rijbewijs. Dit rijbewijs wordt echter niet door Frankrijk erkend. Nederland heeft er indertijd voor gekozen om de EU-wetgeving en EU-afspraken voor de rijbewijzen en de onderlinge erkenning van rijbewijzen niet van toepassing te laten zijn in de buiten Europa gelegen staatsrechtelijke onderdelen. Bonaire valt staatsrechtelijk weliswaar onder Nederland, maar de onderlinge erkenning van de rijbewijzen is beperkt tot het Europese deel van het koninkrijk. Het Bonairiaanse rijbewijs valt dus onder geen enkele afspraak binnen de EU. Het klopt dus, dat het niet mogelijk is om een in Bonaire afgegeven rijbewijs in Frankrijk om te zetten in een Frans rijbewijs.

De vaste commissie voor Koninkrijksrelaties heeft mij per brief van 7 september 2016 en per brief van 31 oktober 2017 verzocht om een reactie op de correspondentie van de Democratic Party Sint Eustatius inzake artikel 18.2 WolBES en de aanstelling van ambtenaren bij het openbaar lichaam Sint Eustatius. Sinds het ontvangen van de brieven is de situatie op Sint Eustatius sterk veranderd. Vanwege het verstreken momentum van de vragen van de heer Sneek is beantwoording vanuit de huidige situatie niet ter zake doende. Desalniettemin wordt er met de inwerkingtreding van de Tijdelijke wet taakverwaarlozing getracht de problemen die de heer Sneek in zijn brief aankaart duurzaam op te lossen.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
R.W. Knops