Motie van het lid Karabulut c.s. over een royale generieke schadeloosstelling voor Defensiepersoneel dat ziek werd door te werken met chroom-6
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2020
Motie
Nummer: 2020D27407, datum: 2020-06-30, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 4
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35300-X-74).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S. Karabulut, Tweede Kamerlid (Ooit SP kamerlid)
- Mede ondertekenaar: J.W.M. Kerstens, Tweede Kamerlid (Ooit PvdA kamerlid)
- Mede ondertekenaar: T.J.H. van den Nieuwenhuijzen, Tweede Kamerlid (Ooit GL kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 35300 X-74 Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2020.
Onderdeel van zaak 2020Z12802:
- Indiener: S. Karabulut, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: J.W.M. Kerstens, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: T.J.H. van den Nieuwenhuijzen, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2020-06-30 19:10: VAO Personeel Defensie (AO d.d. 18/06) (Plenair debat (tweeminutendebat)), TK
- 2020-07-02 14:10: Aansluitend: STEMMINGEN (over alle onderwerpen tot en met 1 juli) (Stemmingen), TK
- 2020-11-12 14:00: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 |
35 300 X Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2020
Nr. 74 MOTIE VAN HET LID KARABULUT C.S.
Voorgesteld 30 juni 2020
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat een epidemiologisch onderzoek naar alle oorzaken van het werken met giftige stoffen bij de POMS-depots naar het oordeel van het RIVM niet uitvoerbaar is;
constaterende dat het RIVM aangeeft dat het onmogelijk is alle aandoeningen als gevolg van het werken met chroom-6 en andere giftige stoffen uit te sluiten als oorzaak van de vele aandoeningen waaraan POMS-arbeiders en ander personeel van Defensie lijden;
constaterende dat de bestaande schadeletselregeling voor POMS-arbeiders is gebaseerd op 100% bewezen causaliteit tussen het werken met chroom-6 en een aantal ziekten, omdat deze regeling uitgaat van aantoonbaarheid;
constaterende dat ook elders bij Defensie is en wordt gewerkt met giftige stoffen zoals chroom-6 en HDI/CARC, maar dat er geen regeling is voor de zieke werknemers van de luchtmacht, de landmacht en de marine;
constaterende dat alle arbeiders bij de Nederlandse Spoorwegen in Tilburg die met chroom-6 werkten, in aanmerking kwamen voor een schadevergoeding, omdat ze in aanraking met chroom-6 zijn geweest of kunnen zijn geweest;
van mening dat de voorwaarde van aannemelijkheid van vaak voorkomende ziektebeelden onder de groep POMS-arbeiders en onder overig Defensiepersoneel meer recht doet aan hun situatie dan nu het geval is, nu het RIVM vaststelt niet alle ziektebeelden te kunnen onderzoeken;
voorts van mening dat deze ongelijke situatie tussen personeel in Tilburg en Defensiepersoneel onrechtvaardig is;
constaterende dat de commissie-Heerts in het rapport Stof tot nadenken vaststelt dat ook in andere sectoren van de maatschappij met giftige stoffen zoals chroom-6 en CARC is en wordt gewerkt en tevens vooropstelt dat het aannemelijkheidsbeginsel moet gelden bij het erkennen van een schadevergoeding;
verzoekt de regering, aannemelijkheid als voorwaarde te accepteren voor het toekennen van ziekten door het werken met chroom-6 en daarmee de kans te verhogen dat een grotere groep POMS-arbeiders en ander Defensiepersoneel voor een schadevergoeding in aanmerking komt, en hiertoe een royale generieke schadeloosstelling op te stellen;
en gaat over tot de orde van de dag.
Karabulut
Kerstens
Van den Nieuwenhuijzen