Motie van het lid Kröger over het overeind houden van de capaciteit, de dienstverlening en de investeringen op de middellange termijn
Wijziging van de begrotingsstaat van het Infrastructuurfonds voor het jaar 2020 (Eerste incidentele suppletoire begroting inzake beschikbaarheidsvergoeding voor het openbaar vervoer)
Motie
Nummer: 2020D27433, datum: 2020-06-30, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35490-3).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S.C. Kröger, Tweede Kamerlid (GroenLinks-PvdA)
Onderdeel van kamerstukdossier 35490 -3 Wijziging van de begrotingsstaat van het Infrastructuurfonds voor het jaar 2020 (Eerste incidentele suppletoire begroting inzake beschikbaarheidsvergoeding voor het openbaar vervoer).
Onderdeel van zaak 2020Z12825:
- Indiener: S.C. Kröger, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2020-06-30 18:30: Beschikbaarheidsvergoeding ov-bedrijven (Wetgevingsoverleg), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2020-07-02 14:10: Aansluitend: STEMMINGEN (over alle onderwerpen tot en met 1 juli) (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 |
35 490 Wijziging van de begrotingsstaat van het Infrastructuurfonds voor het jaar 2020 (eerste incidentele suppletoire begroting inzake beschikbaarheidsvergoeding voor het openbaar vervoer)
Nr. 3 MOTIE VAN HET LID KRÖGER
Voorgesteld tijdens het Wetgevingsoverleg van 30 juni 2020
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat met 960 miljoen reizigers per jaar ons ov van onmisbare economische en sociale waarde is voor ons land;
overwegende dat de coronacrisis ons reisgedrag mogelijk langer beïnvloedt dan slechts tot het eind van dit jaar en dat ov-aanbieders daarom gedwongen zijn om plannen voor afschaling van hun dienstverlening maken, in plaats van de gewenste en op termijn noodzakelijke opschaling;
overwegende dat ov-bedrijven ondanks de beschikbaarheidsvergoeding hebben moeten interen op hun reserves en investeringsprogramma's;
verzoekt de regering, om samen met de ov-bedrijven en de concessieverleners te onderzoeken hoe de capaciteit, dienstverlening en investeringen voor de middellange termijn overeind kunnen blijven en wat hiervoor aan overheidsbijdrage nodig is, hiervoor een gezamenlijk plan op te stellen en de Kamer voor Prinsjesdag te informeren over de uitkomst,
en gaat over tot de orde van de dag.
Kröger