Informeelkapitaalstructuren
Schriftelijke vragen
Nummer: 2020D28151, datum: 2020-07-02, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kv-tk-2020Z13247).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: R.M. Leijten, Tweede Kamerlid (Ooit SP kamerlid)
Onderdeel van zaak 2020Z13247:
- Gericht aan: J.A. Vijlbrief, staatssecretaris van Financiën
- Indiener: R.M. Leijten, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 | Vragen gesteld door de leden der Kamer |
2020Z13247
Vragen van het lid Leijten (SP) aan de Staatssecretaris van Financiën over informeelkapitaalstructuren (ingezonden 2 juli 2020).
Vraag 1
Bent u bekend met het commentaar van Jan Vleggeert op de vragen en antwoorden met betrekking tot het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter?1 Kunt u hierop reageren?
Vraag 2
Deelt u zijn conclusie met betrekking tot zekerheid vooraf over informeelkapitaalstructuren?
Vraag 3
Blijkt uit het antwoord op vraag 17, uit de beantwoording van vragen met betrekking tot het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter, dat vooraf wel een ruling (een advance pricing agreement – APA) kan worden verkregen over de fiscale gevolgen van de exploitatie van de immateriële activa?2
Vraag 4
Wordt er door het geven van een ruling over de zakelijke beloning die de BV geniet ter zake van de exploitatie van de immateriële activa, impliciet ook een uitspraak gedaan over de waardering van deze activa en hun afschrijvingstermijn?
Vraag 5
Kunt u de conclusie bevestigen, dan wel ontkennen, dat het op deze wijze via de achterdeur van de APA over de exploitatie van de immateriële activa toch mogelijk is om afspraken vooraf te maken over transacties met een entiteit die is gevestigd in een laagbelastend land of een informeelkapitaalstructuur?
Vraag 6
Kunt u verzekeren dat bedrijven ook niet op indirecte wijze zekerheid vooraf kunnen krijgen of een informeelkapitaalstructuur kan worden toegepast?
Vraag 7
Kunt u aangeven hoe vaak de informeelkapitaalstructuur wordt toegepast binnen bedrijven?
Vraag 8
Valt er een verandering waar te nemen in de mate waarin de informeelkapitaalstructuur wordt toegepast sinds het niet meer afgeven van rulings voor deze structuren per 1 juli 2019?
Vraag 9
Is uw antwoord op eerdere schriftelijke vragen3, waarin u stelt dat het aantal situaties van informeel kapitaal (met en zonder ruling) niet wordt bijgehouden, nog steeds van toepassing? Vindt u het wenselijk dat er niets over wordt bijgehouden? Wordt er überhaupt iets bijgehouden waarop op de een of andere manier inzicht is te krijgen in aantallen en omvang met betrekking tot het gebruik van informeelkapitaalstructuren?
NDFR, 12 maart 2020 (https://www.ndfr.nl/NTFR/Details/NTFR2020–695)↩︎
Belastingdienst: Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter – vragen en antwoorden (https://www.belastingdienst.nl/wps/wcm/connect/bldcontentnl/themaoverstijgend/brochures_en_publicaties/besluit-vooroverleg-rulings-met-een-internationaal-karakter-vragen-en-antwoorden)↩︎
Verslag schriftelijk overleg 2 mei 2016 (Kamerstuk 22 112, nr. 2126) en Reactie op verzoek van het lid Leijten over het bericht dat Nederland omstreden belastingafspraken met multinationals blijft maken (Kamerstuk 25 087, nr. 150)↩︎