Verslag van de videoteleconferentie van de Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) met de ministers van Defensie van 16 juni 2020
Defensieraad
Brief regering
Nummer: 2020D28269, datum: 2020-07-02, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-21501-28-206).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: A.Th.B. Bijleveld-Schouten, minister van Defensie (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 21501 28-206 Defensieraad.
Onderdeel van zaak 2020Z13324:
- Indiener: A.Th.B. Bijleveld-Schouten, minister van Defensie
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Defensie
- 2020-08-18 12:00: EU Defensieraad (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Defensie
- 2020-09-01 15:05: Aansluitend: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2020-09-03 10:15: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Defensie
- 2021-09-07 15:10: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 |
21 501-28 Defensieraad
Nr. 206 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 juli 2020
Inleiding
Hierbij bied ik u het verslag aan van de videoteleconferentie (VTC) van de Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) met de Ministers van Defensie van 16 juni 2020.
De Ministers bespraken verschillende strategische vraagstukken. Daarbij werd de discussie gevoerd aan de hand van drie thema’s, te weten: (1) versterking van het Europees operationeel vermogen, (2) voortgang omtrent de defensie initiatieven en (3) mobilisation of means. Als overkoepelend thema stond de agenda op het terrein van het Gemeenschappelijk Veiligheids- en Defensiebeleid (GVDB) voor de komende periode centraal, met als belangrijkste onderdeel het strategisch kompas. Na afloop van de Raad zijn via een schriftelijke procedure de Raadsconclusies vastgesteld.
Agenda GVDB en strategisch kompas
Verschillende lidstaten gaven aan het belangrijk te vinden om weer nadrukkelijk vooruit te kijken; juist in deze tijden waarin sprake is van een veranderende geopolitieke context, bestaande dreigingen worden uitvergroot en waarin er bovendien aanvullende kwetsbaarheden aan het licht zijn gebracht. Aandacht voor de GVDB agenda voor de komende periode is nodig om de weerbaarheid en responsiviteit van de EU en lidstaten te kunnen versterken.
De Hoge Vertegenwoordiger (HV), dhr. Josep Borrell Fontelles, benadrukte het belang van het strategisch kompas als instrument om meer concrete strategische doelen te stellen op het terrein van veiligheid en defensie. Het strategische kompas, zo stelde hij, kan richting geven aan de ontwikkeling en implementatie van verschillende EU-defensie initiatieven die zijn gestart sinds 2016. Deze notie werd ondersteund door vele lidstaten, waaronder Nederland. Nederland heeft hierbij specifiek onderstreept dat een heldere, gezamenlijk geplaatste stip op de horizon, waarin het strategisch kompas zal voorzien, juist nu van belang is en kan bijdragen aan het efficiënt en effectief toewerken naar gezamenlijk gestelde doelen
Operationeel vermogen
De HV stond stil bij het belang van voldoende personeel en middelen voor de missies en operaties die in het kader van het GVDB uitgevoerd worden. Hierbij benadrukten verschillende lidstaten, waaronder Nederland, het belang van terugkeer van het personeel naar de missies en operaties. Daarbij werd door vrijwel alle lidstaten gesteld dat dit uiteraard te allen tijde met inachtneming van de veiligheid van het personeel dient te gebeuren. Dit standpunt werd ook uitgedragen door de directeur-generaal van de EU militaire staf (EUMS), generaal Pulkinnen, waarbij aangetekend werd dat de terugkeer van personeel coherent en gecoördineerd moet gebeuren.
In de Raad werd daarnaast gesproken over de relatief nieuwe defensie initiatieven om het operationeel vermogen van de Europese Unie te versterken. Daarbij ging het onder andere over de Europese Vredesfaciliteit (EPF). Veel lidstaten spraken de wens uit tot een snelle afronding van de onderhandelingen omtrent de EPF. Een sterk kader van waarborgen en mitigerende maatregelen zijn volgens lidstaten een noodzakelijke voorwaarde voor het kunnen leveren van materiële ondersteuning vanuit de EPF. Nederland wees daarnaast op de noodzaak om zicht te hebben op het gehele compromispakket voordat daarover een besluit kan worden genomen.
Defensie initiatieven
Tijdens de Raad werden ook de langer lopende defensie initiatieven besproken, zoals de permanent gestructureerde samenwerking (PESCO). Vrijwel alle lidstaten, waaronder Nederland, hebben aangegeven tot een Raadsbesluit te willen komen ten aanzien van de deelname van derde landen aan PESCO-projecten. Daarnaast verwelkomden de lidstaten de strategische evaluatie van PESCO, deze evaluatie moet onder andere gaan bijdragen aan meer coherentie tussen de verschillende EU defensie initiatieven. Nederland heeft daarbij aangegeven een belangrijke rol te zien weggelegd voor het strategisch kompas in het bevorderen van de coherentie.
De Raad heeft een Raadsaanbeveling aangenomen over de mate waarin de PESCO-lidstaten voldoen aan de afgesproken commitments. In de Raadsaanbeveling zijn ook nadere aanbevelingen gedaan omtrent de jaarlijkse nationale rapportage daarover in de nationale implementatieplannen, de strategische evaluatie van PESCO die in de tweede helft van dit jaar zal plaatsvinden en de voortgang van de projecten. Uit de Raadsaanbeveling blijkt dat de voortgang van de projecten en de implementatie van de commitments achterloopt bij de gestelde ambities. De Raad heeft wederom het belang van voortgang op dit punt onderstreept. De Raad heeft verder de wens tot het nader onderzoeken en bespreken van een aanscherping van de commitments, en met name de operationele commitments, bevestigd. Hierbij gaat het niet om het wijzigen van de commitments zelf. Daarnaast heeft de Raad aangegeven graag te zien dat de thema’s maritieme veiligheid, klimaatverandering, complexe crises zoals pandemieën, hybride dreigingen, cyber, Artificial Intelligence, space en veiligheid op het gebied van energie worden meegenomen in de strategische evaluatie van PESCO. Daarnaast heeft de Raad het voorstel om te komen tot een meer politieke vorm van monitoring van PESCO ondersteund. Zoals eerder aan uw Kamer is gemeld, zullen de huidige twintig commitments waar nodig begin 2021 worden verduidelijkt en aangescherpt in een aanvullend document. Onder het Kroatisch voorzitterschap werd het Finse compromisvoorstel ten aanzien van de deelname van derde landen in PESCO-projecten (via COREPER) opnieuw voorgelegd aan de lidstaten. Er werd wederom geen overeenstemming bereikt. Het onderwerp zal verder worden behandeld tijdens het Duitse voorzitterschap van de Europese Unie.
Mobilisation of means
Zowel de HV, de directeur generaal van de EU militaire staf, als vele lidstaten benadrukten het belang van voldoende middelen om de Europese defensie initiatieven kracht bij te kunnen zetten. De verslechterende veiligheidssituatie, mede ten gevolge van het COVID-19 virus, heeft de noodzaak vergroot om voldoende in defensie initiatieven te blijven investeren, zo werd tijdens de Raad gesteld. Lidstaten riepen op om voldoende middelen vrij te maken voor het Europees Defensiefonds (EDF) en voor het verbeteren van militaire mobiliteit. Tegelijkertijd werd vastgesteld dat de lidstaten hierbij afhankelijk zijn van de (politieke) situatie in eigen land en de beschikbaarheid van voldoende middelen op nationaal niveau.
Ministeriële Bestuursraad Europees Defensieagentschap
De Ministers van Defensie hebben tijdens de bestuursraad van het Europees Defensieagentschap (EDA) voor het eerst gesproken met de op 4 mei jl. aangetreden directeur van het EDA, de heer Jiří Šedivý. Dhr. Šedivý gaf aan drie aandachtspunten voor het EDA te zien voor de komende periode. Ten eerste wil het EDA de lidstaten ondersteunen om nog nauwer samen te kunnen gaan werken aan de ontwikkeling van defensiecapaciteiten. Ten tweede heeft dhr. Šedivý aangegeven de samenwerking van het EDA met relevante partijen, zoals de Europese Commissie en de Europese militaire staf (EUMS), te willen versterken. Ten derde heeft dhr. Šedivý het belang van voldoende middelen voor het EDA benadrukt.
Verschillende lidstaten, waaronder Nederland, hebben de belangrijke bijdrage van het EDA aan het versterken van EU-samenwerking op het gebied van Defensie onderstreept. Daarnaast benadrukten de lidstaten het belang van coherentie tussen de verschillende Europese defensie-initiatieven.
De lidstaten konden zich voorts goed vinden in het voornemen van het EDA om de samenwerking met relevante partijen te versterken. Hierbij noemden lidstaten, net als dhr. Šedivý, de Europese Commissie en de EUMS.
Stand van zaken EU-defensiesamenwerking
Hieronder treft u nadere informatie aan over de stand van zaken op de verschillende EU-defensie dossiers. Er wordt kort ingegaan op de laatste ontwikkelingen betreffende het Strategisch Kompas, het EDF, het European Defence Industrial Development Programme (EDIDP) en de EPF.
Strategisch Kompas
Nu de Raad het startschot heeft gegeven voor de vormgeving van het strategisch kompas zal op korte termijn begonnen worden aan de dreigingsanalyse aan de hand waarvan prioriteiten en doelen worden opgesteld. Hierbij geldt dat de dreigingsanalyse zal worden vormgegeven door de Single Intelligence Analysis Capacity (SIAC). Om tot de dreigingsanalyse te komen wordt informatie verzameld vanuit alle EU-lidstaten. De inzet is om de dreigingsanalyse eind 2020 af te ronden.
EDF
Op 12 juni jl. spraken de lidstaten voor het eerst over de vormgeving van het meerjarige werkprogramma van het EDF. Nederland is over het algemeen relatief tevreden met de eerste aanzet van de Commissie, omdat veel van de Nederlandse inzet terugkomt in het voorstel. De komende maanden zullen in de zogenoemde expert groep EDF onderhandelingen worden gevoerd, toewerkend naar de voorziene aanname van het werkprogramma begin 2021.
Ten aanzien van het EDF-budget geldt dat dit onderdeel is van de bredere onderhandelingen over het Meerjarig Financieel Kader (MFK) voor de periode 2021–2027. Uw Kamer wordt via de gebruikelijke weg geïnformeerd over de inhoud en de Nederlandse appreciatie van de voorstellen.
EDIDP
Op 12 juni jl. werden de resultaten van het EDIDP 2019 aangenomen door de lidstaten. Twee projectvoorstellen met betrokkenheid van Nederlandse bedrijven hebben daarbij een grant gekregen. Te weten, een project voorstel onder de call Future naval platforms and related technologies, met betrokkenheid vanuit Damen, TNO en het Maritime Research Institute Netherlands (MARIN); en een voorstel onder de call Tactical Remotely Piloted Air Systems, met betrokkenheid vanuit RHEA. Voorts zijn er twee Nederlandse entiteiten als subcontractor betrokken bij succesvolle projectvoorstellen.
De call for proposals EDIDP 2020 is eind maart jl. gepubliceerd op de site van Europese Commissie en sluit op 1 december a.s.
EPF
Onder het Kroatisch voorzitterschap is verder gewerkt aan de concepttekst van het EPF Raadsbesluit. Ook spraken de lidstaten verder over de strategie en de richtsnoeren die de inzet van de EPF omkaderen, inclusief de waarborgen en risico-mitigerende maatregelen. Voor Nederland is het van belang, zoals ook in het verslag van de RBZ is aangegeven, dat besluitvorming plaatsvindt op basis van dit gehele pakket.
De Minister van Defensie,
A.Th.B. Bijleveld-Schouten