Motie van de leden Van Nispen en Rudmer Heerema over voldoende middelen om de taken van reddingsbrigades te bevorderen
Toekomstig sportbeleid
Motie
Nummer: 2020D28371, datum: 2020-07-02, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-30234-246).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M. van Nispen, Tweede Kamerlid (SP)
- Mede ondertekenaar: R.J. (Rudmer) Heerema, Tweede Kamerlid (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 30234 -246 Toekomstig sportbeleid.
Onderdeel van zaak 2020Z13389:
- Indiener: M. van Nispen, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: R.J. (Rudmer) Heerema, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2020-07-02 02:15: STEMMINGEN (over alle resterende onderwerpen) (Stemmingen), TK
- 2020-07-02 21:15: VSO Sportbeleid (30234-244) (Plenair debat (tweeminutendebat)), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 |
30 234 Toekomstig sportbeleid
Nr. 246 MOTIE VAN DE LEDEN VAN NISPEN EN RUDMER HEEREMA
Voorgesteld 2 juli 2020
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat het beleid erop gericht moet zijn zwemveiligheid te bevorderen en het aantal verdrinkingen te laten dalen;
constaterende dat de Reddingsbrigade Nederland hier een belangrijke rol in speelt, maar sterk afhankelijk is van contributiegelden van vrijwilligers en de financiering vanuit gemeenten en projecten;
constaterende dat bovengenoemde inkomsten onvoldoende toereikend zijn om de basisinfrastructuur voor zwemveiligheid overeind te houden en te kunnen investeren in voorlichting over zwemveiligheid, in innovaties en in verdere professionalisering van het toezicht langs de Nederlandse stranden;
overwegende dat een daling van leden en daarmee contributie van directe invloed is op de zwemveiligheid in onze kustgebieden en binnenwateren;
van mening dat het eigenlijk raar is dat vrijwilligers van de reddingsbrigades moeten betalen om levensreddend werk te mogen doen;
spreekt uit dat de vrijwilligers van de reddingsbrigades waardering verdienen voor hun inzet voor zwemveiligheid in Nederland en dat de zwemveiligheid een structurele financiering nodig heeft voor de maatschappelijke taken die ze uitvoeren, vanuit de collectieve verantwoordelijkheid om de zwemveiligheid in Nederland te bevorderen, met de coördinatie voor het zwemveiligheidsbeleid vanuit het Ministerie van VWS en de ondersteuning van het toezicht dat plaatsvindt langs de stranden;
verzoekt de regering, om in overleg met de Reddingsbrigade Nederland te onderzoeken hoe er voldoende middelen uitgetrokken kunnen worden om de taken van de reddingsbrigades met betrekking tot de zwemveiligheid in Nederland te kunnen bevorderen en verdrinkingen te voorkomen;
verzoekt de regering tevens, om te onderzoeken welke vergelijkbare organisaties met betrekking tot water en zwemveiligheid, zoals bijvoorbeeld de KNRM, een vergelijkbare uitgangspositie hebben, en dit terug te koppelen aan de Kamer,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van Nispen
Rudmer Heerema