[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verslag informele ministeriële videoconferentie onderwijs d.d. 23 juni 2020

Raad voor Onderwijs, Jeugd, Cultuur en Sport

Brief regering

Nummer: 2020D28916, datum: 2020-07-07, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-21501-34-342).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 21501 34-342 Raad voor Onderwijs, Jeugd, Cultuur en Sport .

Onderdeel van zaak 2020Z13672:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2019-2020

21 501-34 Raad voor Onderwijs, Jeugd, Cultuur en Sport

Nr. 342 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 juli 2020

Hierbij bied ik u, mede namens de Minister voor Basis en Voortgezet Onderwijs en Media, het verslag aan van de informele ministeriële videoconferentie voor EU-onderwijsministers die op 23 juni jl. plaatsvond.

De videoconferentie van onderwijsministers ging over de geleerde lessen op het gebied van digitaal onderwijs, de effecten van het heropenen van scholen op het aantal besmettingen en de plannen voor het nieuwe school- en academisch jaar.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
I.K. van Engelshoven

Verslag informele videoconferentie EU-onderwijsministers – 23 juni 2020

Op 23 juni jl. vond de informele videoconferentie voor EU-onderwijsministers plaats. De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap nam deel namens Nederland. Tijdens de videoconferentie is gesproken over de maatregelen in het onderwijs als gevolg van de COVID-19-pandemie. De bijeenkomst was een vervolg op de videoconferenties van 12 maart jl., 14 april jl. en 18 mei jl. waar de Kamer over is geïnformeerd.1

Het verslag geeft een weergave van onderwerpen besproken tijdens de videoconferentie. Een deel van de informatie in dit verslag is op moment van verzending aan uw Kamer reeds achterhaald. Nieuwe ontwikkelingen hebben geleid tot nieuwe stappen in de maatregelen op het gebied van onderwijs, waaronder in Nederland.

Het Kroatische voorzitterschap opende de videoconferentie en vroeg om aan de hand van de discussievragen in te gaan op de belangrijkste lessen van digitaal onderwijs tijdens de COVID-19 crisis, gevolgen van het heropenen van scholen op het aantal besmettingen en voorbereiding voor het volgende school- en academisch jaar.

Eurocommissaris Gabriel blikte terug op de snelle omslag naar afstandsleren de afgelopen maanden. Ze benoemde hiermee samenhangend de twee voorstellen die de Commissie eind september wil publiceren: het herziene Actieplan Digitaal Onderwijs en de mededeling over de Europese Onderwijsruimte. In beide plannen zal aandacht zijn voor geleerde lessen uit de COVID-19 crisis.

Nederland benoemde het belang van hoogwaardig digitaal onderwijs. Verder is in de Nederlandse bijdrage ingegaan op de heropening van de scholen en de gekozen strategie met daarbij de aandacht voor het monitoren van de heropening en de effecten op de verspreiding van COVID-19. Tot slot is specifiek aandacht gevraagd voor kwetsbare leerlingen en het voorkomen van onderwijsachterstanden. De besluitvorming van 24 juni jl. had op het moment van de videoconferentie nog niet plaatsgevonden, waardoor in de bijdrage nog niets verteld kon worden over de volledige heropening van het voortgezet onderwijs zonder de 1,5-meter afstand tussen de leerlingen en de verdergaande heropening van het mbo en hoger onderwijs na de zomervakantie.

De lidstaten gaven een korte toelichting op de stappen die zijn genomen om de scholen te heropenen. Het geleidelijk heropenen van de scholen levert vooralsnog geen aanwijzingen op voor verdere verspreiding van het virus. Dit wordt in bijna alle lidstaten actief gemonitord. De meeste lidstaten plannen momenteel een normale start van het nieuwe school- en academisch jaar, maar gaan daarbij wel uit van verschillende scenario’s. Daarbij besteden de meeste lidstaten speciale aandacht aan kwetsbare leerlingen en leerlingen met leerachterstanden, bijvoorbeeld door het organiseren van extra zomerscholen of het (iets) vroeger starten van het schooljaar.

Veel lidstaten gingen ook in op de snelle overschakeling op digitaal onderwijs de afgelopen maanden. De rol van schoolleiders en leraren werd als cruciaal gezien. Er werd ook aangegeven dat het goed is om digitaal onderwijs verder te ontwikkelen, zowel qua digitale vaardigheden als de digitale infrastructuur, maar dat het niet het traditionele onderwijs volledig kan vervangen. Enkele lidstaten spraken de hoop uit dat de aankomende herziening van het Actieplan Digitaal Onderwijs handvatten zal bieden om digitaal onderwijs verder te ontwikkelen.


  1. Kamerstukken 21 501-34 en 25 295, nrs. 325 en 329 en Kamerstuk 21 501-34, nr. 340↩︎